Examens in empathie : essays
Leslie Jamison
Leslie Jamison (Auteur), Gerda Baardman (Vertaler), Bart Gravendaal (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Hollands Diep, 2018 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : WAARGEBEURD : JAMI |
Niet beschikbaar |
Hollands Diep, 2018 |
VERDIEPING 2 : NIEUW BATAVIA : JAMI |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Hollands Diep, 2018 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8208 |
Vicky Vanhoutte
i /ul/13 j
In 1996 schreef Caroline Knapp met Drinking. A love story een soort prototype van de memoir over verslaving en ontwenning. Het boek opent met een openbaring, een besef dat de bodem is bereikt, waarna de gestage maar zekere afdaling in de alcohel in sprankelend en zelfinzichtelijk proza stap voor stap wordt verteld. De black-outs, de leugens, het zelfbedrog, de afhankelijkheid, de aaneenschakeling van roekeloosheid en schaamte, totdat haar hele leven in het teken staat van 'de ziekte van meer'. Waarna de klim uit het dal begint met het twaalfstappenplan van de Anonieme Alcoholisten en de verslaving wordt overwonnen. Happy end.
Het verslavingsgedeelte in zulke memoirs leest doorgaans lekker weg, terwijl het herstel een anticlimax is. Het leed is overwonnen, de afwikkeling saai, het proza vaak ongeïnspireerd. Sarah Hepola's Blackout. Remembering the things I drank to forget (2015) is verrukkelijk pijnlijk, tot ze afkickt en haar verhaal afsterft. In De uitweer (2016) beklemt Amy Liptrot met haar drank- en drugsverslaving, in de beschrijving van haar nuchtere leven raakt ze niet verder dan clichés en pathetiek.
Leslie Jamison is zich daar in Ontwenning ten volle van bewust. 'Als duisternis de brandstof van verslavingsverhalen is', schrijft ze, 'dan wordt ontwenning vaak gezien als (...) het saaie addendum bij het laaiende vuur.' De inzet van haar lijvige boek: onderzoeken en geloven dat 'verhalen over genezing net zo meeslepend kunnen zijn als verhalen over instorting'.
Mythische dronkaards
Op haar 21ste heeft Jamison nog enkel oog voor de verwoesting. Ze trekt naar Iowa City om er de Writers' Workshop te volgen, een plek waar de mythische, in alcohol gedrenkte geest van giganten zoals John Cheever, Raymond Carver, John Berryman en Denis Johnson rondwaart. Voor Jamison zijn ze voorbeelden, hun dronkenschap associeert ze met creativiteit en genialiteit, hun pijn en donkerte met waarheid. Ze doet de cafés aan waar haar helden zich lam hebben gezopen en snuift en drinkt er zich eveneens klem, waarna ze dronken seks heeft met dronken dichters. Kortom, denkt ze: ik leef zoals een schrijver hoort te leven.
Maar: ze zit niet goed in haar vel. Ze krijgt anorexia en wordt verlamd door een constante angst iets verkeerds te zeggen, niet interessant en gewild te zijn. En om te bezweren, drinkt ze. 'Mijn verlangen om gewild te zijn,' schrijft ze, 'was als iets wat fysiek uit me gutste - behoefte behoefte behoefte - en ik walgde ervan, van de kapotte kraan die ik was geworden. Een man die me vertelde dat hij me wilde neuken, het in mijn oor fluisterde, was als de eerste slok whisky die je nam, die warme stoot die meteen aankomt.'
Wordt ze verslaafd omdat ontoereikendheid geen optie was in haar familie, omdat ze moest uitblinken en charmant zijn? Is het genetisch? Of wordt het haar als blanke, opgeleide vrouw uit de middenklasse in Amerika gewoon gemakkelijk gemaakt om ongebreideld te drinken? Al die verklaringen zijn waar, zegt Jamison, maar volstaan niet. 'Proberen te beschrijven hoe je een alcoholicus wordt, is zoals lucht proberen te beschrijven', schrijft Caroline Knapp. Feit is: de gelukzaligheid wordt schaamte, de vrijheid afhankelijkheid. Haar hele leven trekt zich samen rond de drank, 'niet alleen de uren die ik aan het drinken besteedde, maar ook de uren die ik besteedde aan het anticiperen op drinken, het spijt hebben van drinken, het me verontschuldigen voor mijn drinken, uitzoeken wanneer en hoe ik weer kon drinken'.
'Het leven is niet persoonlijk'
Een eerste poging tot drooglegging mislukt. Jamison wordt gek van de AA, alles doet haar constant denken aan drank, het nuchtere leven lijkt de Siberische permafrost. Ze hervalt, houdt zichzelf voor dat ze kan matigen maar drinkt meer dan ooit. Een tweede poging is succesvol. Intussen drinkt Jamison al jaren niet meer en schreef ze Examens in empathie, een van de beste essaybundels van de afgelopen jaren. Met dank aan de AA.
Nochtans zijn haar scepsis en weerstand eerst groot. Een schrijver moet specifiek en origineel zijn, en net zoals Hepola, Liptrot en Mary Karr in Lit (2009) gruwelt Jamison aanvankelijk van de clichés die de AA gebruikt, zoals 'elk herstel is met één nuchter uur begonnen'. 'Exceptionalisme,' schrijft Chris Krauss in een e-mailinterview met Jamison voor The Paris Review, 'is de kern van het kapitalisme en de essentie van fictie' en net dat moet bij de AA losgelaten worden. In ontwenning moet een verhaal net níét bijzonder zijn. Het is al beleefd en het zal opnieuw beleefd worden, alleen daardoor is het bruikbaar. Het is een paradox, schrijft Jamison. Je wordt geacht 'afstand te doen van je ego door een verhaal tot stand te brengen waarin jij ook een hoofdrol speelt'. Een paradox die mogelijk gemaakt wordt door gemeenschappelijkheid, een wij, te erkennen. Treffend citeert ze Gilles Deleuze: 'Het leven is niet persoonlijk'.
Dat betekent de verheerlijking van het zelfbewustzijn, 'een brandmerk van vrijzinnig humanisme', laten varen. Begrijp uzelf en word beter draait de AA om in handel en leer uzelf anders kennen en Jamison gaat erin geloven. Je komt nauwelijks te weten hoe, want ze kiest ervoor vooral de verhalen van andere ex-verslaafden op te tekenen, als een AA-bijeenkomst. Het werkt niet. De vertellingen zijn opgeschreven in de stem van anderen, ontdaan van opsmuk, ironie en dubbelzinnigheden. Ze zijn journalistiek, niet literair. Ze resoneren niet maar staan naast elkaar. Misschien zijn ze betekenisvol en herkenbaar voor AA-leden, maar voor een buitenstaander lezen ze als een geïmplementeerd krantenstuk in een verder indrukwekkend boek. De ironie: Jamisons Ontwenning is het sterkst, ijzersterk zelfs, als ze haar eigen dwingende verslavingsverhaal vertelt, als haar ego nadrukkelijk aanwezig is. Niet de genezing blijft bij, wel de verwoesting.
Waarheid
Daar doorheen weeft ze de geschiedenis van de AA (langdradig), de criminalisering van vooral zwarte verslaafden in de VS (boeiend) en werk en leven van drankzuchtige schrijvers die voor haar belangrijk zijn geweest (pakkend). Het is ambitieus, alsof Jamison nog altijd bang is ontoereikend te zijn, en ze vertilt zich soms aan de gefragmenteerde meerstemmigheid.
Een hoeraverhaal brengen, wil ze evenmin. Sommigen bij de AA slagen, anderen falen, nog anderen plegen zelfmoord. Hetzelfde geldt voor de schrijvers. Raymond Carver kickte af en bleef schrijven, Jean Rhys bleef drinken en schrijven, John Barrymore maakte een eind aan zijn leven. 'Dronkenschap creëert niets', zei Marguerite Duras. 'De illusie is perfect: je weet zeker dat wat je nu zegt nooit eerder is gezegd. Maar alcohol produceert niets blijvends. Het is niet meer dan wind.' Zo ver wil Jamison niet gaan. 'De leugen was niet dat verslaving waarheid kon opleveren', schrijft ze, 'de leugen was dat verslaving er het alleenrecht op had.' Wat in de plaats kwam van de monotonie van 'Meer. Nog een keer. Voor altijd'? Het geloof 'dat het leven zich elk uur afspeelde, elke minuut, dat het niet bestond uit dramatische hoogtepunten maar meer uit kalme inspanning en voortdurende aanwezigheid'. Jamisons leven mag dan ontdaan zijn van dramatische uitschieters, haar boek is, ondanks de gefaalde opzet, een hoogtepunt in de lange reeks memoirs over verslaving.
Vertaald door Gerda Baardman en Bart Gravendaal, Hollands Diep, 528 blz., 24,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'The recovering. Intoxication and its aftermath'.
Roderik Six
us/ug/01 a
Eigenlijk moet Leslie Jamison aan haar roman over de sandinistische revolutie werken. Het is nacht, haar werkkamer hangt vol met research over Nicaragua, de cursor knippert geduldig, maar ze raakt niet verder dan wat dronken gebral. Wanneer haar vriendje Dave poolshoogte komt nemen, toont ze hem de bron van haar writer’s block: een koffiebeker, tot de rand gevuld met bourbon. Een gebaar waar de machteloosheid van afdruipt. Ze beseft dat haar drankverbruik problematisch is geworden maar kan er niet aan weerstaan. Ze móét nog een slok. En dan nog één.
Amper eenentwintig is Jamison wanneer ze tot de befaamde Iowa Writers’ Workshop wordt toegelaten, een schrijversopleiding waar titanen als Raymond Carver, John Cheever en Philip Roth opgekweekt werden. De lessen vinden niet alleen plaats in universiteitslokalen, Iowa staat bekend om zijn literaire bars – de dichter John Berryman was makkelijker aan de toog te vinden dan in de faculteit. Jamison dompelt zich onder in het nachtleven, gefascineerd door de liters sterke drank die geniale verzen zouden aanvuren. Het loopt fout af: ze wordt verkracht – ze is te lam om nee te zeggen – en daarna volgen dronken valpartijen, sloten gin, black-outs, epische ruzies, te veel coke, te veel braaksel, te weinig inkt. Ze beseft dat ze de bodem bereikt heeft en schoorvoetend trekt ze naar de AA, waar ze de twaalf stappen waggelend aflegt.
Jamison goot haar leven als jonge verslaafde in een lijvig, essayistisch boek, waarin ze de schrijnende passages over haar drankgebruik afwisselt met een diepgravend onderzoek naar de grote literaire mythe dat schrijven en alcohol onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zelf vreest ze dat haar drooglegging ook de bron van haar woorden zal dempen, een angst waar ook haar favoriete dichter Berryman mee kampte, maar als je leest hoe die laatste zichzelf meermaals en publiekelijk van zattigheid onderscheet, is de glorie van het genie toch ver te zoeken.
Hoewel haar research indrukwekkend is, behoudt Jamison niet altijd het evenwicht. De anekdotes over haar wankele relatie met Dave zijn soms ronduit melig, en haar verslag van de AA-meetings lees je met desinteresse. Dat beseft ze zelf. Meermaals schrijft ze dat verslaving saai is, en ontwenning zo mogelijk nog saaier. Als je het doet om dronken te worden, en je lever ondertussen gewend is aan een paar flessen, is drinken niet meer dan een tijdrovende klus. En je gaat er echt niet beter van schrijven. Het bewijs? Haar Nicaragua-roman ligt ondertussen in de vuilnisbak, boven op de lege flessen.
***
Hollands Diep (oorspronkelijke titel: The Recovering), 528 blz., € 24,99.
Jann Ruyters
i /ul/07 j
Een boek over alcoholverslaving, is er iets saaier dan dat? Je kunt het script zo uittekenen. "Hunkering. Gebruik. Herhaling". En dan de 'smakeloze zelfgenoegzaamheid van het verlossingsverhaal'. De Amerikaanse essayist en romanschrijver Leslie Jamison houdt het zichzelf voor als ze besluit om toch dat boek te schrijven, en bepaald geen dunnetje, over de niet te stillen dorst die haar jarenlang kwelde. In haar bevlogen memoir 'Ontwenning. Over alcohol, bedwelming en herstel' vertelt ze er alles over; alles over de hunkering én alles over de ontnuchtering, uitvoerig maar zo welsprekend dat ook de niet-verslaafde er door geraakt wordt.
Jamison begon met te veel drinken op haar 21ste als student aan de befaamde Writers Workshop aan de Universiteit van Iowa waar vele dichters en schrijvers haar zijn voorgegaan in het leven aan de 'wild side'. De eerste slok nam ze al op haar twaalfde ('knisperige champagne, hete dennennaalden in de keel') maar de oerscène vindt plaats in een schrijfworkshop in een souterrain waar ze haar beste verhaal moet presenteren en dan vertelt hoe ze op haar vijftiende bij een gastgezin in Costa Rica de woorden paard (caballo) en heer (caballero) door elkaar haalt en dus aan het gezin vertelt dat ze heren berijdt. Niemand lacht. Auw.
Hoewel gewaarschuwd door haar vader dat alcohol voor de Jamisons een gevaarlijk goedje is, bestrijdt Leslie verlegenheid, onzekerheid en eenzaamheid met whiskey uit kartonnen bekers, roes en black outs. "Als ik dronk kon ik achter de verlichte ramen wonen die ik onderweg naar de sportzaal achter de rechtenfaculteit had gezien."
Opgegroeid in een gezin van hoogvliegers - haar vader econoom, haar moeder arts - is Jamison er voor alles op uit om gezien te worden en gezien word je pas als je iets slims opmerkt. "Van hem houden was altijd naar iets hoogs en lichtends reiken", merkt ze op over haar vader. Ze weet als puber nooit wat ze tegen hem moet zeggen. "Op je tenen staan, zo voelde liefde aan."
Haar grootste angst in de liefde is vertrouwdheid en verveling. Haar literaire voorbeelden vindt ze in dronken genieën als Malcolm Lowry, Denis Johnson, Raymond Carver, schrijvers met wie in Iowa volop gedweept wordt. Er zijn ook vrouwelijke voorgangers (Marguerite Duras, Jane Bowles, Jean Rhys) maar die staan er minder florissant op. Tegenover de geromantiseerde drankeuforie van John Berryman schetst Jamison de tragedie van Jean Rhys die haar baby verliest omdat ze net (met man!) in de bonen is als het jongentje longontsteking krijgt en ze door de roes verzuimt hem op tijd naar het ziekenhuis brengen. ("Mannelijke dronkaards zijn spannend. Vrouwelijke dronkaards zijn slechte moeders.")
Jamison zet de verhalen van deze auteurs naast haar eigen liederlijke afgangen: een abortus na een zatte zwangerschap, een dronken date rape in Nicaragua, destructieve ruzies met haar geliefde, hartmedicatie tegen ritmestoornissen wegslikken met wijn, wakker worden naast de toiletpot, en iedere ochtend weer de droge mond-kater en de kwellende hunkering naar de eerste slok. Verrassend is dat ze in die jaren toch redelijk blijft functioneren: ze verzorgt haar oma op haar sterfbed, geeft les aan de universiteit, debuteert als romanschrijfster met 'De gin-kast'. Ze is dan wel veel dronken, maar aan de zelfkant belandt ze niet, deze 'gepriviligeerde' alcoholist waardoor ze in haar uitvoerigheid soms ook kriegel stemt, ware het niet dat ze de overdramatisering gepaard laat gaan met scherpe analyses.
Jamison schrijft over de 'war on drugs' die vooral Afro-Amerikaanse verslaafden criminaliseert, over het productiviteitsevangelie ('maak wat van je zelf') dat mensen uitput; over Billy Holliday die geketend aan haar bed sterft, over Amy Winehouse en haar strijdbare 'Rehab'.
Jammer genoeg lost ze de in het eerste hoofdstuk gedane belofte dat dit boek niet alleen over de hunkering naar drank gaat maar ook over de daaronder schuilende breder gedeelde hunkering naar liefde, naar iets groters, niet helemaal in. Wel raakt ze je in de tweede helft van het boek, in de schets van haar weg naar herstel. Op haar 27-ste is het genoeg, ze omarmt het twaalf-stappenplan van A.A.. De 'Anonieme Alcoholisten' slaan in feite het fundament weg onder haar schrijverschap door niet te hameren op uniciteit en originaliteit, maar op gedeelde ervaringen en herkenning. De clichés die Jamison van jongsafaan leerde verafschuwen, leert zie tijdens de AA-meetings omarmen: 'Er was iets verlichtends, zelfs iets als bidden, in het omarmen van die waarheden'. Weg dronken genie, leve de nuchtere schrijver 'die óverleeft, rust vindt en elke dag hard werkt'. Jouw verhaal is niet bijzonder, het lijkt op dat van mij.
Vert. Gerda Baardman, Bart Gravendaal. Hollands Diep; 523 blz. € 24,99.
oordeel
Welsprekend en 'onmatig' verslag van verslaving en herstel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.