Mogelijkheid van een eiland
Michel Houellebecq
Michel Houellebecq (Auteur), Martin de Haan (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2018 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 156.2 SCHO |
Frank Meester
te/ep/15 s
Waarom zou de 19de-eeuwse filosoof Arthur Schopenhauer toch zo'n aantrekkingskracht hebben op kunstenaars? Marcel Proust, Samuel Beckett, Albert Camus, André Gide, Thomas Mann, Richard Wagner, Oscar Wilde, Gerard Reve en Willem Frederik Hermans, allemaal zeggen ze beïnvloed te zijn door Schopenhauer. Met zijn non-fictiewerk In aanwezigheid van Schopenhauer bekent nu ook de grootste, of in elk geval bekendste, Franse schrijver van dit moment, Michel Houellebecq, zijn schatplichtigheid aan de Duitse filosoof.
Dat Houellebecq zich verwant voelt met Schopenhauer bleek eigenlijk al uit zijn romans, die je kunt zien als een 21ste-eeuwse illustratie van Schopenhauers stelling dat we in de slechtst mogelijke wereld leven. Was de wereld nog een miniem stapje slechter geweest, aldus Schopenhauer, dan had die überhaupt niet kunnen bestaan. Beide auteurs beschrijven een naargeestig universum waarin het krioelt van lijdende wezens - mensen, dieren, planten, stenen, metalen, eigenlijk alles - die met elkaar in een strijd zijn verwikkeld om lucht, water, ruimte, voedsel, seksuele bevrediging, macht, aandacht, ook eigenlijk alles.
Geen wonder dus dat Houellebecq totaal ondersteboven was van zijn eerste ontmoeting met het werk van Schopenhauer. Het was alsof hij in een spiegel keek. 'En toen kantelde alles, in een paar minuten tijd', schrijft Houellebecq. In de weken daarna las hij wat hij maar kon vinden van de filosoof. Een eeuw eerder had Friedrich Nietzsche eenzelfde soort ervaring toen hij bij toeval op Die Welt als Wille und Vorstellung stuitte, het hoofdwerk van Schopenhauer. Hij las het dikke boek in een ruk uit en schreef later over die leeservaring: 'Ik zag een spiegel waarin ik de wereld, het leven en mijn eigen geest bespeurde in een vreselijke grootsheid.'
Waarom lezen zoveel mensen geheel vrijwillig het deprimerende werk van deze aartspessimist? Misschien had Gerard Reve gelijk toen hij schreef: 'Je wordt er beroerd van, van Schopenhauer, en toch kikker je er helemaal van op.' Zou je dat niet net zo goed over de romans van Houellebecq kunnen zeggen?
In In aanwezigheid van Schopenhauer richt Houellebecq zich trouwens niet zo zeer op het extreem pessimistische wereldbeeld van de filosoof, maar meer op de intellectuele houding die Schopenhauer beschrijft en die het beginpunt van elk kunstwerk zou moeten zijn: een belangeloos aanschouwen van de wereld.
Volgens Schopenhauer kan elke vorm van scheppen pas beginnen 'als we de alledaagse manier om de dingen te beschouwen laten varen en niet meer het 'waar', het 'wanneer', het 'waarom' en het 'waartoe' van de dingen beschouwen, maar enkel en alleen het 'wat'; wanneer we ons, om een veelzeggende uitdrukking te gebruiken, helemaal in dat voorwerp verliezen.'
Houellebecq is het roerend met Schopenhauer eens. Hij gooit er nog een schepje bovenop. Hij herkent in de belangeloze blik van de kunstenaar zijn 'aangeboren neiging tot passieve, je zou haast zeggen afgestompte aanschouwing van de wereld' en komt zo op een van zijn favoriete stellingen: kunstenaars zijn ten diepste losers die buiten de maatschappij staan, en dat moeten ze vooral ook blijven om een goede kunstenaar te zijn.
Wie To Stay Alive - A Method heeft gezien, weet wat Houellebecq bedoelt. In deze film uit 2016 blikt rockster Iggy Pop aan de hand van een tekst van Houellebecq terug op zijn eigen moeizame start als kunstenaar en worden vier van dergelijke losers - Houellebecq speelt een van hen - geportretteerd. Het zijn geen romantische, prettig gestoorde bohemienkunstenaars, maar echte, onaangename, depressieve eenlingen. Veelzeggend is het eindshot: Pop, Houellebecq en de drie anderen lopen over straat. Ze nemen de gehele breedte van de straat in beslag. Pop in het midden, ietsje vooruit op de rest. Voor het eerst valt het de kijker op dat hij mank loopt.
De boodschap is duidelijk: de losers eisen eindelijk hun plaats in de wereld op want, als we Houellebecq mogen geloven, hebben zeker in de kunsten uiteindelijk alleen losers kans van slagen. Hij schrijft: 'Zo zal een ambitieus, actief en sociabel individu dat de ambitie heeft om carrière te maken in de kunst, daar over het algemeen nooit in slagen: de erepalm valt toe aan haast amorfe minkukels die van meet af aan tot de status van loser voorbestemd leken.' Houellebecq moet ongetwijfeld aan zichzelf denken - voordat hij sterauteur werd, was hij een onopvallende computernerd - en natuurlijk aan Arthur Schopenhauer, die vrijwel zijn gehele leven als onbekende minkukel door het leven ging en pas tegen het einde ervan iets kon proeven van de grote bekendheid die hem ooit ten deel zou vallen.
Hoewel Houellebecq met In aanwezigheid van Schopenhauer getuigt van een tamelijk clichématige opvatting van de kunstenaar als outsider, geeft hij hiermee wel een mogelijk antwoord op de vraag waarom juist kunstenaars zo dol zijn op de boeken van Schopenhauer. De filosoof beschrijft als geen ander hun strijd en schenkt hun vooral diepe troost.
Uit het Frans vertaald door Martin de Haan. Arbeiderspers; 96 pagina's; € 15.
Roderik Six
us/ug/15 a
‘Er is geen vrouw die deugt.’ Mocht een docent wijsbegeerte tegenwoordig zo’n uitspraak doen dan zou hij, twee uur na de #MeToo-Twitterstorm, zijn C4 van de rector krijgen. Niet dat Arthur Schopenhauer (1788-1860), die grossierde in misogyne uitspraken, erom zou malen: dankzij een erfenis had hij geen financiële zorgen en zijn baantje als docent hield hij puur aan om zijn collega Hegel te pesten. Schopenhauer zou simpelweg zijn schouders hebben opgehaald: ‘Ik heb gelijk, na mij is de geschiedenis voltooid, lees er mijn meesterwerk De wereld als wil en voorstelling maar op na. En nu ga ik met mijn hond wandelen.’
De geschiedenis heeft Schopenhauer niet helemaal gelijk gegeven, maar zijn hoofdwerk is nog altijd zeer lezenswaardig, niet het minst omdat hij stilistisch zo sterk staat. Elke zin is het savoureren waard, en daarmee zweeft hij, samen met Friedrich Nietzsche en Roland Barthes, op eenzame literaire hoogte. Het pessimistische wereldbeeld moet je er evenwel bijnemen. Schopenhauer noemde deze wereld onomwonden ‘een hel’ en zag de mens slechts als een lijdende vleespion in een eeuwigdurend schaakspel zonder winnaar. De alomtegenwoordige Wil die zich in elk wezen manifesteert zorgt voor een eindeloze opstoot van verlangens die nooit helemaal bevredigd kunnen worden, waardoor ongeluk inherent is aan ons bestaan.
Het mag dus niet verbazen dat de Franse knorpot Michel Houellebecq zich aangetrokken voelt tot Schopenhauer. Diens invloed is duidelijk merkbaar in zijn romans en in dit lange essay spreekt hij liefdevol over de vileine Duitse denker. Alleen al voor het voorwoord van zijn vaste vertaler, Martin de Haan, zou je dit zwarte pareltje moeten lezen: De Haan legt het wereldbeeld van Schopenhauer helder en bondig uit, en toont hoe zijn sombere gedachtegoed door het oeuvre van Houellebecq nevelt. Zelf kiest Houellebecq zijn favoriete fragmenten en voorziet die van balorig commentaar: af en toe toont hij zich kritisch voor zijn filosofische leermeester, maar van een vadermoord zoals bij Nietzsche is geen sprake. Het siert hem dat hij zijn vitriool-pen ten dienste van Schopenhauer stelt. Hopelijk leidt dat tot een herontdekking van deze donkere denker, temeer omdat hij ook best grappig kon zijn: ‘De enige man die echt niet zonder vrouwen kan leven is de gynaecoloog.’
****
Arbeiderspers (oorspronkelijke titel: En présence de Schopenhauer), 96 pagina’s, € 15,00.
Wim Fievez
Een beschouwing die de Franse auteur Houellebec rond 2005 schreef over het werk van Schopenhauer (1788-1860). Ook al is de tekst onvoltooid gebleven, de lezer krijgt een goed inzicht in de mate waarin Houellebecs wereldbeeld verwant is met en ook bepaald is door de levensfilosofie van Schopenhauer. Een ongenaakbare, compleet irrationele levensdrift zorgt voor veel ellende en verdriet. Er is geen individualiteit en ook vrijheid is schijn. Belangeloze aanschouwing van kunst en de ascese van bijvoorbeeld het boeddhisme helpen om je aan de ergste gevolgen te onttrekken. Verhelderend zijn de passages waarin Houellebec duidelijk maakt hoe hij door het lezen van de Franse positivist Auguste Comte zich ook enigszins kon distantiëren van Schopenhauers gedachtegoed en een ietwat positief utopisch element kon toevoegen. Een uitgebreid en verhelderend voorwoord van de vertaler schetst hoe de tekst is ontstaan en wat de plaats en betekenis is van zijn ideeën over Schopenhauer in het gehele oeuvre van Houellebec. Een korte literatuurlijst sluit deze pocketuitgave af. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.