L'ordre du jour : récit
Éric Vuillard
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VUIL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, © 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VUIL |
Wineke De Boer
ob/kt/17 o
De orde van de dag is een reconstructie, waarin de schrijver een aantal van de kleine etappes in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog nauwkeurig beschrijft. Hij ontdoet ze van het 'frame' waarin ze soms al sinds de jaren dertig ingebed zijn, waardoor je je opnieuw over de feiten kunt verbazen.
Vuillard begint met een filmisch geschreven hoofdstuk over een bijeenkomst van 24 Duitse industriëlen met Göring en Hitler op 20 februari 1933. Je ziet de mannen voor je, in de salon van het Berliner Stadtschloss, keuvelend, terwijl ze dikke sigaren roken: de mannen van Krupp, Varta, Opel en andere grote merken die tot op de dag van vandaag bestaan. 'Ze zijn overal, in de vorm van dingen. Ons dagelijks leven behoort hun toe. En ze zitten daar onbewogen, vierentwintig rekenmachines aan de poorten van de hel.' Met hun miljoenen kon Hitler zijn verkiezingscampagne voeren en aan de macht komen.
En zo gaat Vuillard verder, in die wat opgedofte stijl, maar zonder te schmieren, stapje voor stapje. Het racisme en de laatdunkendheid van Lord Halifax, de angstige kanselier Schuschnigg van Oostenrijk, de Engelse beleefdheid van Chamberlain, totdat de Duitse oorlogsvoertuigen - vertraagd door motorpech, dat wel - Oostenrijk inrollen.
Steeds werpt Vuillard licht op onbekende details van de geschiedenis. Een vreemde eend in de bijt is Louis Soutter. De Zwitserse kunstschilder gaat op audiëntie bij Hitler. Eind jaren dertig begint de bejaarde Soutter inkttekeningen te maken die de kampen, de dodenmarsen en de massagraven lijken te verbeelden. Alsof hij, in zijn gekte, een ziener is en tegelijkertijd de enige waarachtige man in dit boek.
Meulenhoff Boekerij, 158 p., 18,99 euro
Wineke De Boer
ob/kt/13 o
Vuillard begint met een filmisch geschreven hoofdstuk over een bijeenkomst van 24 Duitse industriëlen met Göring en Hitler op 20 februari 1933. Je ziet de mannen voor je, in de salon van het Berliner Stadtschloss, keuvelend, terwijl ze dikke sigaren roken: de mannen van Krupp, Varta, Opel en andere grote merken die tot op de dag van vandaag bestaan. 'Ze zijn overal, in de vorm van dingen. Ons dagelijks leven behoort hun toe. En ze zitten daar onbewogen, vierentwintig rekenmachines aan de poorten van de hel.' Met hun miljoenen kon Hitler zijn verkiezingscampagne voeren en aan de macht komen.
En zo gaat Vuillard verder; in die wat opgedofte stijl, maar zonder te schmieren, stapje voor stapje. Het racisme en de laatdunkendheid van Lord Halifax, de angstige kanselier Schuschnigg van Oostenrijk, de Engelse beleefdheid van Chamberlain, totdat de Duitse oorlogsvoertuigen - vertraagd door motorpech, dat wel - Oostenrijk inrollen. Steeds werpt Vuillard licht op onbekende details van de geschiedenis. Een vreemde eend in de bijt is Louis Soutter. De Zwitserse kunstschilder gaat op audiëntie bij Hitler. Eind jaren dertig begint de bejaarde Soutter inkttekeningen te maken die de kampen, de dodenmarsen en de massagraven lijken te verbeelden. Alsof hij, in zijn gekte, een ziener is en tegelijkertijd de enige waarachtige man in dit boek.
Uit het Frans vertaald door Liesbeth van Nes. Meulenhoff; 145 pagina's; € 18,99.
Roderik Six
te/ep/12 s
Wie heeft écht baat bij een oorlog? Wie wint terwijl miljoenen levens aan flarden worden geschoten? De mannen in de schaduw, zij die de machinerie van de dood aanleveren en zich stilzwijgend rijk rekenen. Driekwart eeuw geleden in Duitsland: zij die krijgsgevangenen en Joden als spotgoedkope werkkrachten gebruikten om nieuw staal richting het slagveld te sturen. Niemand die nog echt hun namen kent, maar de bedrijven waarvoor ze werkten, zijn des te bekender: BMW, BASF, Bayer, IG Farben, Siemens. Op 20 februari 1933 spreken ze allemaal samen af in de Rijksdag en doneren ze gulle bedragen aan Adolf Hitler. Vijf jaar later zal het vleesgeworden kwaad Oostenrijk annexeren, de eerste vonk van wat een wereldbrand wordt.
Rond die twee gebeurtenissen centreert de Franse schrijver Vuillard zijn uitgepuurde roman over de vooravond van WO II. Met ontluisterende precisie beschrijft hij hoe bezadigde industriëlen een opkomende dictator steunen en daarna nooit ter verantwoording worden geroepen. En hij gunt ons een blik achter de schermen en politieke rookgordijnen van de Anschluss. Vuillard won in 2017 de Prix Goncourt met dit boek maar overtuigt niet helemaal. Zijn terechte woede staat de subtiliteit in de weg en een droge opsomming van feiten levert niet noodzakelijk een goede roman op.
**
Meulenhoff (oorspronkelijke titel: L’ordre du jour), 158 blz., € 18,99.
E.C. van Horssen
De vertelling begint met een eenvoudige doch huiveringwekkende beschrijving van 24 mannen, de top van de Duitse industrie- en bankwereld. Ze zijn opgeroepen om in de Reichstag hun financiële steun aan de nazi's te geven. Op 20 februari 1933, een maand voor de Rijksdagverkiezingen geven ze hun steun. Een ander kijkje achter de schermen van de geschiedenis is het diner op Downingstreet 10, bij Lord Halifax, waar Von Ribbentrop afscheid neemt van Engeland. Vuillard (1968) geeft details over kleding, het diner, wat men zegt. De titel verwijst naar vergaderingen, maar ook naar de militaire wereld: de dagorder om Oostenrijk binnen te vallen. Anders dan op propagandafilms uit die tijd gaat het er soms hilarisch aan toe: de scene op de Berghof waar Hitler de Oostenrijkse kanselier intimideert en de rommelige opmars van het Duitse leger zijn van een zwarte humor. De zinnen zijn soepel en beeldend, je kunt merken dat Vuillard ook scenarist en regisseur is. Hij heeft terecht de Prix Goncourt 2017 ontvangen.
Ger Leppers
te/ep/29 s
De zon is een koude ster. Haar hart, ijsnaalden. Haar licht, meedogenloos. In februari zijn de bomen dood, de rivier is versteend, alsof haar bron geen water meer spuwt en de zee het niet meer kan verzwelgen. (...) 's Ochtends vroeg geen enkel geluid, geen zingende vogel, niets. Dan een auto, en nog een, en opeens voetstappen, gestalten die we niet kunnen zien."
Zo begint de korte historische roman 'De orde van de dag', en de lezer begrijpt meteen waarom de jury van de Prix Goncourt - al meer dan een eeuw de belangrijkste literaire prijs in het Franse taalgebied - dit boek vorig jaar heeft bekroond: deze schrijver heeft een bijzondere, indringende stem. Vuillard heeft aan een paar woorden genoeg om een ondergangssfeer op te roepen.
Inderdaad, een ondergangssfeer. Want wat volgt is allereerst het relaas van de geheime bijeenkomst in de Reichstag, kort voor de machtsovername door de nazi's, waar de crème van de Duitse grootindustriëlen zich achter Hitler en de zijnen schaarde. Gustav Krupp, de vertegenwoordigers van Opel, Siemens, ze zijn die twintigste februari 1933 allemaal aanwezig in het kantoor van Hermann Göring. Het is inmiddels meer dan vijfentachtig jaar geleden, geen van de betrokkenen is nog onder ons, maar Vuillard herinnert zijn lezers eraan dat we volop leven tussen de producten van de firma's die toen, ter wille van de arbeidsrust, een misdadig verbond aangingen met de nazi's en die later uit concentratiekampen de goedkope arbeiders zouden halen die nodig waren om de productie op peil te houden:
"Het zijn onze auto's, onze wasmachines, onze schoonmaakproducten, onze wekkerradio's, de verzekering van ons huis, de batterij van onze horloges. Ons dagelijks leven behoort hen toe. Ze verzorgen ons, ze kleden ons, verlichten ons, ze vervoeren ons over de wegen van de wereld en ze sussen ons."
Het tweede deel van het boek laat gevolgen zien van dit onzalig verbond. Met goed gekozen details geeft Vuillard een beeld van het verloop van de annexatie van Oostenrijk door Duitsland, vijf jaar na de bijeenkomst.
In prachtige anekdotes over bluf, ploertige vulgariteit en incompetentie, in scherpe portretten, kleine maar onthullende trekjes van hoofdrolspelers, zoekt Vuillard de kleinmenselijke waarheid achter de grote gebeurtenissen. De Oostenrijkse dictator Schussnigg en de ijdele, maar doortrapte Ribbentrop ('Ribbensnob' voor zijn studievrienden) zijn daarbij bijzonder fraai getekend.
Vuillard schaart zich met dit boek bij een opvallend groepje relatief jonge Franse schrijvers die de laatste jaren veel aandacht trokken met boeken over de Tweede Wereldoorlog, de aanloop ertoe en de gebeurtenissen die eruit voortvloeiden. Die oorlog is na het einde ervan overigens nooit weggeweest uit de Franse literatuur, mede dankzij het infame collaborateursbewind van de vroegere oorlogsheld maarschalk Pétain en het feit dat nogal wat belangrijke schrijvers de nieuwe orde omhelsden. Maar sinds het wereldwijde succes, een goede tien jaar geleden, van Jonathan Littells verpletterende roman 'De Welwillenden' is die periode ook onderwerp geworden voor schrijvers die lang na de het slot van de krijgshandelingen zijn geboren. Zo schreef Laurent Binet (1972) de veelbekroonde bestseller 'HhhH' over de aanslag op Heydrich in Praag, die ook bij ons veel succes had, wijdde Yannick Haenel (1967) een boek aan de Poolse verzetsheld Jan Karski en ging de Renaudot-prijs vorig jaar naar Olivier Guez (1974) voor 'La Disparition de Josef Mengele'. Zelf hebben deze auteurs enkel de tegenwoordige, uitzonderlijk lange periode van vrede gekend, maar zij vragen zich af wat het voor hen zou hebben betekend om te leven in tijden waarin zo veel - levens, maar ook waarden en waardigheid - op het spel stond.
Wat deze boeken ook met elkaar en met het boek van Vuillard (geboren in 1968) gemeen hebben, is dat ze als roman worden betiteld, maar dat strikt genomen niet zijn: het gaat eerder om feitenrelazen, maar dan op een persoonlijker manier verteld dan een geschiedschrijver dat zou kunnen of mogen doen. Hun boeken zijn nu eens gelardeerd met eigen belevenissen, zoals bij Binet, dan weer met algemenere bespiegelingen, zoals bij Haenel en Vuillard. Maar bovenal gaan al deze boeken over de verbazing die de schrijvers heeft bevangen dat dat alles ooit heeft kunnen gebeuren, en hun bevreemding dat de excessen vaak zo banaal leken dat zo weinigen zich geroepen voelden om te pogen het opkomend springtij te keren.
De historische 'roman' volgens Vuillard
'De geschiedenis is een toevlucht' zo verklaarde de Franse auteur Eric Vuillard (1968) de huidige populariteit van romans over de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk, in een recent interview met NRC. "Het heden is vaag, ontoegankelijk. De geschiedenis stelt ons in staat een uitweg te vinden, oorzaken uit te pluizen. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog biedt ideologische verheldering."
Sinds 2010 publiceert Vuillard alleen nog 'literaire non-fictie', in het Frans recits (feitenrelazen). In 2010 verschijnt 'Conquistadors', over de verovering van Peru door Pizarro en de val van het Incarijk. Vervolgens verschijnen vrijwel tegelijkertijd 'De Slag om het Westen', over de militaire strategie tijdens de Eerste Wereldoorlog en de verschrikkelijke gevolgen daarvan op het slagveld en 'Congo', een documentaire roman over de verdeling van Afrika en het ontstaan van Kongo-Vrijstaat in 1884.
In 'Tristesse de la terre' schrijft Vuillard over de shows van het circus van Buffalo Bill.
In 2016 verschijnt '14 juillet', over de bestorming van de Bastille aan het begin van de Franse Revolutie.
Over zijn voorkeur voor 'literaire non-fictie' zegt Vuillard dat 'onze bezorgdheid van nu om een grotere werkelijkheid vraagt'.
Zelf leest hij liever een essay van een architect over de problemen van de banlieue dan een roman erover. "Ik zou me steeds afvragen of het waar is of niet."
Vert. Liesbeth van Nes. J. M. Meulenhoff; 166 blz. € 18,99
oordeel
Prachtige anekdotes over bluf en incompetentie, scherpe portretten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.