Voorwaardelijke liefde : roman
Thierry Baudet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BAUD |
Marnix Verplancke
2/ei/23 m
Politici die zich aan het schrijven van fictie wagen lopen hier niet dik gezaaid, terwijl er aan de overzijde van het Kanaal soms wel in gegrossierd lijkt te worden. Er is natuurlijk Winston Churchill die de roman Savrola schreef en in 1953 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg voor zijn memoires; Michael Dobbs is de geestelijke vader van House of Cards; brexiteer Ian Duncan Smith waagde zich ooit ook aan een roman en Benjamin Disraeli herinneren we ons net zo goed om zijn premierschap als om zijn gevleugelde uitspraak "Als ik een roman wil lezen, schrijf ik er een."
Als Nederlander met Henegouwse voorouders lijkt Thierry Baudet niet meteen in dit rijtje te passen. Tot je even vergeet waar al die schrijvende politici vandaan komen en focust op hun politieke geaardheid. Dan blijkt Baudet toch niet zo'n vreemde eend in de bijt. Al die Britten behoren immers tot de Conservatives, een partij waar ook Baudet ongetwijfeld enige verwantschap mee voelt. Het wantrouwen tegenover de EU, de nadruk op individualisme en het belang gehecht aan nationale grenzen zijn ook hoofdpunten in het programma van Baudets Forum voor Democratie.
Baudet wil zijn politieke en literaire werk absoluut gescheiden houden. Voor de lezer is dat evenwel moeilijk omdat Philippe, de held van zijn tweede roman Van elk waarheen bevrijd, zijn ideale kiezer wel lijkt. Hij is behoudsgezind, teleurgesteld over de moderne tijd en voelt zich als cultureel hoogstaand individualist een slachtoffer van het steeds platter wordende massa-amusement.
Philippe is een gepensioneerde celloleraar die op een dag een ansicht krijgt van zijn ex Sylvia. Hij is verstuurd vanuit een voor hen beiden betekenisvolle plek die symbool staat voor hun breuk, maar ook een beetje voor de onmogelijke voleindiging ervan. Je kunt je vrouw en twee dochters wel verlaten, beseft Philippe, hen vergeten lukt nooit. Zij blijven altijd een beetje aanwezig in je leven.
Door die ansichtkaart denkt Philippe terug aan het verleden, zowel het persoonlijke als het maatschappelijke, want hij groeide op in roerige tijden en maakte mei '68 van dichtbij mee. Het was een tijd van bevrijding, herinnert hij zich, toen oude politieke structuren omvergeworpen werden en het individu de macht greep over zijn eigen leven. Het wilde de totale vrijheid, voor eeuwig en altijd, wat aanleiding gaf tot een collectieve midlifecrisis en heel veel gebroken gezinnen, het zijne incluis.
Veel meer dan een analyse van een tijd is Van elk waarheen bevrijd een portret van een fascinerende man, Philippe dus, die al van kleins af een bindingsprobleem heeft, en een afkeer van het lichamelijke. 'Rond zijn veertiende waren de eerste schaamharen als maden in zijn onderbroek tevoorschijn gekomen', drukt Baudet het nogal merkwaardig uit. En al had hij later het gevoel dat Sylvia en hij bij elkaar hoorden, verliefd op haar was hij nooit geweest.
De eerste seks kwam dan ook pas laat in hun relatie. Nee, erotiek vindt Philippe achter zijn cello, waarover hij in termen van zelfbevrediging en voyeurisme spreekt, en bij zijn leerlinges natuurlijk: 'Zo had hij ze het liefst: jong en mooi en timide. Ontluikend... Hij was er voor ze. En dan tilde hij zich er weer uit.' Ook al wil hij het beste in deze meisjes naar boven brengen en hen hun eigen stijl laten ontdekken in plaats van er een op te leggen zoals zoveel andere leraars doen, in feite zijn ze er alleen voor hem, voel je, voor zijn genot.
Migrantenvrij centrum
Philippe vertoont heel wat gelijkenissen met Des Esseintes uit Joris-Karl Huysmans' schandaalroman A rebours. Ook hier hebben we te maken met een neuroot die de utilitaristische wereld om zich heen verfoeit. Maar in plaats van zich terug te trekken in de geïsoleerde decadentie van een eigen fantasiewereld vol parfums, likeuren en boeken, kiest Philippe voor het bestaan van een petit bourgeois. Hij verschanst zich achter zijn cello en gaat de wereld te lijf met zijn strijkstok, als een wufte Don Quichot. Hij prijst zich gelukkig dat het centrum van Parijs migrantenvrij gehouden wordt en vraagt zich meteen daarna af of hij zulke gedachten wel mag hebben.
Deze brave oppervlakkigheid is typisch voor Baudets roman waarin een wijn getypeerd wordt in brochure-terminologie - 'Hij proefde aarde, regen op gras. Potloodslijpsel, roest, paardenstront' - en een anderhalve pagina lange beschrijving van Richard Strauss' Metamorphosen overgenomen lijkt uit een cd-boekje.
Baudet legt te veel uit en laat zijn personages te weinig ruimte om hun eigen leven te leiden. En hij vervalt daarbij ook al te vaak in tenenkrommende clichés. Over een jongen die tijdens een zomerstage op een rots klimt en zelfmoord wil plegen, schrijft hij bijvoorbeeld: 'Hij was door de priestergemeenschap liefdevol opgevangen, had troost gevonden in de kerkmuziek en de schoonheid van de natuur.' Baudet denkt wellicht dat hij met Van elk waarheen bevrijd een literair pareltje heeft afgeleverd, terwijl het niet meer is dan een dun boekje.
Prometheus, 138 p., 18,99 euro.
Roderik Six
2/ei/30 m
Ergens is het begrijpelijk dat politici in tijden waarin staatkundig denkwerk beperkt wordt tot de dagelijkse Twitterrel hun toevlucht zoeken tot literaire fictie om hun ideeënweelde en retorisch talent tentoon te spreiden. Zo schudde meesterpoliticus Pol Van den Driessche ooit een thriller uit zijn losse hand en heeft N-VA-woordvoerder en begenadigd columnist Joachim Pohlmann zowaar al twee romans op de teller staan. Voor wie wat tijd te doden heeft: de vruchten van hun geestesarbeid liggen hoog opgetast bij De Slegte.
Ook de Nederlandse politicus en stichter van het neoconservatieve Forum voor Democratie Thierry Baudet komt aandraven met een nieuwe roman. Op zich best dapper, want eerder werd zijn literaire debuut, Voorwaardelijke liefde , collectief neergesabeld – recensies bulkten van woorden als ‘lachwekkend’, ‘karikaturaal’ en ‘stereotyperend’.
Daar heeft Baudet niet uit geleerd. In Van elk waarheen bevrijd , een oogbrekende vertaling van een Rilke-vers, krijgen we het kleffe verhaal voorgeschoteld van de bedaagde muziekleraar Philippe Gautier die zijn herfstdagen slijt in Parijs. Een ansichtkaart katapulteert hem terug naar zijn jonge jaren en het pijnlijke levensmoment waarop hij voor een hartverscheurende keuze werd geplaatst: bij zijn vrouw Sylvia blijven of kiezen voor de bekoorlijke studente Davide?
Leraar knoopt buitenechtelijke relatie aan met leerling: een groter cliché zul je in de literatuur niet vinden. Zelfs de meest dwarse dilettant loopt daar in een wijde boog omheen, maar niet Baudet. Die zet zijn karikatuur extra vet aan met extatische liefdesverklaringen, traantrekkende jammerklachten en een arsenaal aan uitroeptekens.
Maar het zijn vooral de krakkemikkige formuleringen die het verlangen naar een roestig mes oproepen. Wat te denken van ‘een schampschot dat nooit écht raakte’? Een pleonasme of een tautologie, daar is de jury nog niet uit, maar dubbelop is het zeker. Baudet heeft ook een voorliefde voor de verbeelding tartende metaforen. Een concurrent van Gautier wordt omschreven als ‘een leraar die op de celloafdeling zat als een nijlpaard op een boomstronk’. En de ‘seks tussen hen’ uit de centrale zin doet elke minnaar twijfelen aan zijn bedprestaties – is de seks een derde partij die onuitgenodigd de slaapkamer binnen komt gebanjerd?
Van elk waarheen bevrijd wordt gepresenteerd als een ideeënroman maar daar valt weinig van te merken, of het moet het onverholen racisme van Gautier zijn: ‘Slim vestigingsbeleid vergelijkbaar met de Israëlische nederzettingenpolitiek maakte dat je in Parijs nog altijd behoorlijk je weg kon gaan zonder al te veel immigranten tegen te hoeven komen, die zaten in de buitenwijken, koest gehouden met schotelantennes en uitkeringen, en de gendarmerie hield ze tegen als ze naar het centrum wilden komen om te rellen.’
Voor dit soort romans is de vlammenwerper uitgevonden en als we nog één ster toekennen dan is dat puur uit dankbaarheid: Baudet toont erbarmen en houdt het na 144 pagina’s voor bekeken.
*
Prometheus, 144 blz., € 18,99.
Drs. H. Griffioen
Roman over de tweespalt van een hovaardige celloleraar tussen eenzaamheid en liefde. Philippe houdt van Sylvia, met wie hij Axel en Rosa opvoedt. Bovenal is hij begaan met zichzelf, zijn aardse Sylvia kan niet naar hem reiken. Zij is ‘als een plant om hem heen gekruld’ en hij weet dat zij hem in zijn ‘werkelijke zijn’ niet kan zien. Hij is als het instrument dat zij nooit zal beheersen, net zoals hij direct weet of er bij een muziekleerling echt muziek in zit: ‘hij was eigenlijk een emotieleraar’. Zijn jonge mooie leerlinge Davide lijkt ‘achter brutale koketterie’ een geestverwant. Sylvia kan Philippe uiteindelijk niet meer verdragen en maakt zich van hem los. Dan pas ontstaat – te laat – gezonde twijfel bij Philippe. De grondliefde van Philippe betreft – behalve hemzelf – de muziek en dan vooral de virtuoze onbegrepen composities van niet te evenaren componisten, zoals de vergeten ‘knettergoede’ Vieuxtemps. Philippe vereenzaamt en verlangt naar de veronachtzaamde tijd toen alles nog mogelijk was. Een troostende leugen. Een klein verhaal in een geaffecteerde stijl over het onvermogen tot concessies. De auteur (1983), die ook politicus is, schreef naast non-fictie ook de roman 'Voorwaardelijke liefde'*.
Rob Schouten
2/ei/19 m
Een roman van Thierry Baudet, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Of roman? 'Van elk waarheen bevrijd' is eerder een novelle. Met een poëtische titel, ontleend aan Rilke, heel beschaafd allemaal. En dat is het ook, 'Van elk waarheen bevrijd' is zeker geen politiek werk, zelfs niet bezield van groot idealisme, of opgezadeld met een maatschappelijke boodschap. En ook zal de lezer vergeefs op zoek gaan naar averechtse of omstreden meningen over de wereld of over bijvoorbeeld vrouwen, iets wat in Baudets vorige boek, 'Voorwaardelijke liefde', tot tevredenheid van zijn tegenstanders wél gebeurde.
Het thema is van alle tijden: oudere man wordt verliefd op jong meisje. Philippe Gautier is cellist, getrouwd met Sylvia, twee kinderen. Gelukkig, harmonieus gezin. Dan komt hij leerling-celliste Davide tegen met wie hij na wat inleidende schermutselingen een relatie begint. Philippe raakt, zoals het hoort, danig verscheurd: tussen de liefde voor zijn vrouw en die voor zijn jonge minnares. Hij kiest vol twijfels voor de laatste maar ook zij is geen blijverdje, zodat hij na een tijdje weer alleen is, op zoek naar nieuw evenwicht in zijn leven. Het is een ingetogen en klassiek dilemma, door Baudet navenant uitgewerkt. Als deze roman enige bijbedoeling heeft dan wel deze: dat de beschaving dient te winnen, dat we aan de goede kant van de historie moeten staan.
Baudet heeft van zijn hoofdpersoon een weinig ambitieuze, kunstzinnige en intellectuele man gemaakt, een esthetische Feingeist, vervuld van literatuur en klassieke muziek. Als Philippe door Parijs loopt, de mooiste stad op aarde, vraagt hij zich af waarom zij in de Tweede Wereldoorlog nooit is gebombardeerd. Het heeft misschien veel gekonkel en collaboratie gekost om haar te sparen maar wat de bezoeker ervaart is vooral haar uitstraling: "Wat was nu belangrijker, in het perspectief van de eeuwen: rechtvaardigheid of schoonheid? Binnenkant of buitenkant?" Zo is het ook met zijn relatie, gaat hij voor de diepte met zijn vrouw, of de aantrekkingskracht van zijn nieuwe vriendin?
Een antwoord komt er niet voor deze man in zijn midlife-crisis, het enige wat hij bereikt is een momentane verlichting aan het slot, de illusie van een ongebroken wereld: "Philippe wist dat het niet waar was wat hij nu zag, hij wist dat het niet waar was, maar hij had de kracht niet om zich los te maken uit de illusie. Voor even was hij werkelijk van elk waarheen bevrijd."
Je vraagt je voortdurend af wat Baudet beoogt met dit boek, met de schoonklinkende maar erg brave beschrijvingen van muzikale ervaringen, met de matige liefdespassages ('Na het klaarkomen ging Philippe op de rand van het bed zitten') en het gedempte gemoedsleven van de anti-held.
In de verte deed 'Van elk waarheen bevrijd', behalve aan al die oudere-man-jonger-meisjeboeken, denken aan 'Walging' van Sartre, dat zoveel uitgesprokener en negatiever is, maar dat ook een soort geestelijk niemandsland beschrijft.
Baudets novelle beschrijft, op volkomen onspectaculaire, hier en daar zelfs enigszins flegmatische toon het blikveld van een filosofische estheet in onze tijd. Daarmee is het in elk geval één ding niet: een populistische roman. Ook de scène waarin de hoofdpersoon zijn waardering uitspreekt voor een Ethiopische ober lijkt zijdelings bedoeld om het mogelijke verwijt van domme xenofobie te ontzenuwen. Als het maar goed en mooi is, dan deugt de wereld.
De halfbakken hoofdpersoon met zijn falende liefdesleven lijkt me een commentaar op de mislukte ambities van jaren zestig: "Ons laatste ideaal, dacht Philippe, onze laatste religie: dat we allemaal dieren zijn, allemaal hetzelfde, wezenlijk onbeschaafd, seksueel gericht; het is de eredienst die we vieren in de poptempels die overal zijn opgericht - via de afgoderij van het tienersterrendom. Dat is wat er overgebleven is van de bevrijding. Dat is waar het ons heeft gebracht." Een sombere conclusie, niet rechts, niet links maar wel behoorlijk misantropisch.
oordeel
Braaf commentaar op de mislukte ambities van de sixties.
Prometheus; 135 blz. € 18,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.