Hoogteverschillen
Julian Barnes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BARN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BARN |
Bert Wagendorp
ua/an/31 j
Zo begint Het enige verhaal, de nieuwe roman van Julian Barnes: 'Zou u liever meer liefhebben en meer lijden, of minder liefhebben en minder lijden? Dat is, denk ik, uiteindelijk de enige vraag.'
Het is een vreemd, haast negentiende-eeuws begin van een roman, een opening die elke hedendaagse docent fictieschrijven zou afkeuren. Even verderop op pagina 1 volgt deze waarneming: 'We hebben meestal maar één verhaal te vertellen. Ik bedoel niet dat ons maar één ding overkomt in ons leven: er doen zich heel veel gebeurtenissen voor, waar we heel veel verhalen van maken. Maar er is er maar één dat ertoe doet, maar één dat de moeite van het vertellen waard is. Dit is dat van mij.'
Je zou kunnen zeggen: cut the crap, vertel gewoon dat verhaal als het zo de moeite waard is; show, don't tell, het credo van de moderne literatuur dat elke recensent en elke uitgeverijredacteur voor in de mond ligt bestorven. Het is maar de vraag of Tolstoj in het hier en nu was weggekomen met de beroemde openingszin van Anna Karenina: 'Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.'
Toch is de eerste zin van Het enige verhaal - je hebt meteen al zo'n vermoeden wat het antwoord van de ik-figuur zal zijn - een perfecte. Hij past bij het schrijven van Julian Barnes, niet alleen bij zijn romans, maar bij alles wat er uit zijn pen komt. Hij is een zoekende auteur, een schrijver die zichzelf en de lezer vragen stelt, zonder al bij voorbaat het antwoord te weten.
Het enige verhaal is een zoektocht naar de ware aard van de liefde, zoals Alsof het voorbij is - Barnes' eerste roman na de door hem steevast als een catastrofe omschreven dood van zijn grote liefde Pat Kavanagh - een zoektocht was naar de herinnering.
Een dubbel op de tennisclub
De liefde tussen Paul Roberts en Susan Macleod is niet alledaags. Hij is, als hun relatie begint, 19 jaar en student. Zij is 48 en getrouwd. Ze vormen een dubbel op de tennisclub, en van het een komt het ander. We bevinden ons in een middleclass-dorp in het lommerrijke Surrey; Alec Douglas-Home is premier van Engeland - het verhaal begint dus in de zomer van 1964. Net als in Alsof het voorbij is kijken we terug in de herinneringen van een oudere man, een babyboomer.
Lang nadat er een tragisch einde is gekomen aan wat de liefde van zijn leven blijkt te zijn geweest, schrijft Roberts in een notitieboekje wat hij opvangt over de liefde. Hij noteert en streept weer door: 'Het is beter om te hebben liefgehad en verloren, dan om helemaal nooit te hebben liefgehad.' Uiteindelijk blijft één definitie staan: 'Naar mijn mening is elke liefde, al dan niet gelukkig, een ware ramp zodra men zich er volledig aan overgeeft.' Maar misschien, denkt Roberts - en Barnes denkt het met hem mee - 'was de liefde wel nooit in een definitie te vangen, maar alleen in een verhaal.'
In de inleiding van Uit het raam, zijn verzameling literaire essays, zegt Barnes dit over fictie: 'Fictie verklaart en verrijkt, meer dan enige andere vorm van schrijven, het leven. (...) Als het om de waarheid over het leven gaat, hebben romans ons het meest te vertellen: wat het is, hoe we het doen, waartoe het misschien dient, hoe we ervan genieten en het appreciëren, en hoe we het verliezen.'
'Processing life'
Ik vermoed dat Barnes het hier vooral heeft over de bewonderde fictie van anderen. Uit de genrekeuzes die hij maakt in zijn eigen werk blijkt dat het niet in de eerste plaats gaat om de roman, maar om iets anders, namelijk om wat Barnes 'processing life' noemt: 'Het leven verwerken tot fictie of journalistiek.' Dat kan in een roman, in een essay, in memoires (zoals in Niets te vrezen, waarin hij aan de hand van zijn eigen leven de dood onderzoekt) of in een mengvorm (zoals in Het tumult van de tijd, over het leven van de componist Sjostakovitsj, of in Flauberts papagaai, waarvan genrevaste critici helemaal in verwarring raakten). Het is maar net waar Barnes op dat moment het meeste zin in heeft - hij heeft lak aan de dorre poortwachters van de literaire boekhouding.
Plezier is de kern van zijn schrijverschap. "Schrijven is het grootste plezier dat er is", zei hij twee jaar geleden in de Volkskrant. Een plezier dat hem na de dood van zijn vrouw letterlijk redde; anders was de leegte onverdraaglijk geweest.
Het enige verhaal is, meer dan de non-fictieroman over Sjostakovitsj, een logische opvolger van het zeer succesvolle Alsof het voorbij is. Het heeft niet, zoals dat laatste boek, een scherpe plot, maar wel dezelfde raadselachtige beklemming in ogenschijnlijk alledaagse scènes. Als Paul Roberts Susan voor de eerste keer ontmoet op de tennisbaan, weet je dat er iets met haar is, zonder er een vinger achter te krijgen wat. Dat doet denken aan Sarah Ford uit Alsof het voorbij is, van wie je vanaf het moment waarop ze een eitje in de pan breekt weet: foute boel.
Hoe Barnes dat effect teweegbrengt is een mysterie dat zich schuilhoudt in eenvoudige zinnen, in kleine details, in woorden die op zichzelf onschuldig zijn, maar die samen dreiging oproepen. Hij is een zorgvuldige bouwer. Het wordt pas gaandeweg duidelijk wat er mis is met de relatie, waar de zelfvernietigingsdrang van Susan vandaan komt en waarom Pauls reddingspogingen zinloos zijn. Het enige verhaal van de een is niet per se ook het enige verhaal van de ander.
Barnes is een pure storyteller die verschillende gedaanten aanneemt. Hij, de Engelse francofiel, kan heel goed uitleggen, zoals hij onlangs deed in The Guardian, waarom Charles de Gaulle destijds gelijk had met zijn opvatting dat Groot-Brittannië niet thuishoorde in de EU wegens een gebrek aan gemeenschapszin. Hij schrijft schitterend over zijn avonturen in de keuken en zijn diepe weerzin jegens vage kookboekaanwijzingen als 'een snufje' (Wijsneus in de keuken).
Barnes is gek op de Tour de France en schrijft er meeslepend over (Iets aan te geven). Van zijn verhandeling over de schrijver Ford Madox Ford in Uit het raam krijg je veel zin om onmiddellijk af te reizen naar de Provence, zijn essays uit In ogenschouw zouden een barbaar in een kunstjunk veranderen.
In Hoogteverschillen, uit 2013, behandelt hij eerst uitgebreid de geschiedenis van de ballonvaart, om daarna, in het derde deel, over te gaan op zijn 'enige verhaal' - dat van de liefde voor Pat Kavanagh. 'Wij zijn dertig jaar samen geweest. Ik was tweeëndertig toen we elkaar leerden kennen, tweeënzestig toen ze stierf.' Het is processing life, maar nog niet zo diep en nietsontziend als in Alsof het voorbij is en Het enige verhaal. Ik denk dat Barnes' grote roman over de rouw nog moet komen.
De toon van Barnes is, wat hij ook schrijft, altijd dezelfde. De zinnen uit het schrijnende rouwepos over zijn vrouw zijn dezelfde als die in de liefdeselegie voor Susan Macleod uit Het enige verhaal. Het is de toon van de schrijver die achter zijn toetsenbord zoekt naar universele waarheden over de grote en kleine levensvragen. Hij weet dat hij ze niet zal vinden, maar misschien komt hij een stukje dichterbij.
Het enige verhaal is prachtig en treurig in zijn hopeloosheid. Wie het uit heeft, is een stukje dichter bij het antwoord gekomen op de vraag wat liefde is. En tegelijkertijd, dat moet worden gezegd, is hij er ook een stuk verder van verwijderd.
Kathy Mathys
ru/eb/02 f
Aan Het enige verhaal gaat een citaat vooraf uit een achttiende-eeuws woordenboek van Samuel Johnson. Dat luidt als volgt: ' Novel: A small tale, generally of love'. Zoals dat gaat bij kleine verhalen over de liefde kunnen ze uiteindelijk grootser blijken dan ze eerst lieten vermoeden. Dat geldt ook voor Het enige verhaal. Dit boek over de liefde tussen een negentienjarige jongen en een achtenveertigjarige vrouw ontpopt zich tot een roman over hoe we herinneren, over 'het genoegen van minder voelen', over hoe een liefde, hoe zuiver ook, kan transformeren tot een andere emotie die even intens is.
In Barnes' eerdere roman Alsof het voorbij is vormen liefde en het proces van herinneren ook de belangrijkste thema's. Wel was in die roman de suspense belangrijker dan in de nieuwste van Barnes. De schrijver komt hier aan het eind niet aanzetten met een grote verrassing, wat niet belet dat Het enige verhaal behoorlijk meeslepend is.
Op seksueel vlak liep Engeland tijdens de jaren 1960 achter op andere Europese landen. Het land was een stuk preutser. Paul, de student die iets begint met de oudere Susan, is dus geen blowende hippie. 'We waren normale - redelijk normale - jongens uit de gegoede middenklasse die zich moeizaam een weg baanden naar de volwassenheid', aldus Barnes.
De twee ontmoetten elkaar bij de tennisclub van 'het Dorp', Londens voorstedelijk gebied waar 'het gedrein van elektrische melkkarretjes' de achtergrondmuziek vormt bij de brave, geordende levens die er worden geleid. Het voorzichtige en het keurige vervulden Paul vroeger met weerzin. Nu, vijftig jaar later, kijkt hij met andere ogen.
Hebben Paul en Susan zin voor avontuur? Het lijkt zo. Toch zijn ze beiden onschuldig en, zeker op seksueel vlak, onervaren. Het woord 'toyboy' is nog niet uitgevonden en bovendien is hun liefde puur en voor altijd, zo beloven ze elkaar, het is geen spelletje. Susan weet meer over sommige dingen des levens, zo laat ze uitschijnen, maar wat dat dan precies is, blijft Paul lange tijd een raadsel. Zijn geliefde verwacht veel van hem, ze hoopt dat hij haar leven weer op orde kan brengen. Susan is getrouwd en heeft twee dochters, haar man is gewelddadig. We zien haar enkel door de ogen van de ik-verteller.
Huisdieren en tuinhekjes
Als jongeman had Paul zelfgenoegzame opvattingen over de liefde. Die moest allesvernietigend en ontwrichtend zijn, vond hij. Paul keek neer op elke vorm van liefde waarin huisdieren en tuinhekjes fungeerden.
In het tweede deel wonen Paul en Susan samen en begint zij te drinken. Heeft ze dat altijd al gedaan? Was Paul te naïef en verliefd? Pas achteraf beseft hij dat de tekenen er altijd waren geweest.
Paul gelooft dat de eerste liefde de toon zet voor de rest van een mensenleven. Als lezer is het ongemeen boeiend om je eigen leven naast dat van de personages te leggen en dezelfde denkoefeningen te doen. Ben jij iemand die gelooft in dat ene verhaal of is er sprake van herkansingen? Geloof jij dat je door te vertellen dichter bij de waarheid komt of niet? Selecteert het geheugen herinneringen die het eigenbelang dienen of is dat niet zo?
Barnes tekent het allemaal op in die sierlijke en licht ironische taal van hem. Maar de toon van het boek verandert naarmate het einde nadert. Paul ontdekt dat er in zijn hart simultaan twee heel tegengestelde emoties kunnen vertoeven en dat beïnvloedt zijn manier van denken. Heel mooi is het gebruik van de jij-vorm en de hij-vorm in de latere delen van het boek, heel toepasselijk ook voor een man die afstand neemt van zijn emotionele leven. Alleen jammer dat Barnes dat ook meent te moeten uitleggen aan de lezer, bij monde van Paul.
De structuur is nagenoeg chronologisch en Barnes speelt een ingenieus spel met leemtes en echo's. De inzichten die Paul opdoet, zijn die van een man die aanvankelijk onverschrokken in het leven staat en later voorzichtiger opereert. Barnes' portret van Paul en Susan en van de menselijke geest in het algemeen is indringend en stemt tot nadenken.
Vertaald door Ronald Vlek, Atlas Contact, 280 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'The only story'.
Bert Wagendorp
ua/an/27 j
Zo begint Het enige verhaal, de nieuwe roman van Julian Barnes: 'Zou u liever meer liefhebben en meer lijden, of minder liefhebben en minder lijden? Dat is, denk ik, uiteindelijk de enige vraag.' Het is een vreemd, haast negentiende-eeuws begin van een roman, een opening die elke hedendaagse docent fictieschrijven zou afkeuren. Even verderop op pagina 1 volgt deze waarneming: 'We hebben meestal maar één verhaal te vertellen. Ik bedoel niet dat ons maar één ding overkomt in ons leven: er doen zich heel veel gebeurtenissen voor, waar we heel veel verhalen van maken. Maar er is er maar één dat ertoe doet, maar één dat de moeite van het vertellen waard is. Dit is dat van mij.'
Je zou kunnen zeggen: cut the crap, vertel gewoon dat verhaal als het zo de moeite waard is; show, don't tell, het credo van de moderne literatuur dat elke recensent en elke uitgeverijredacteur voorin de mond ligt bestorven. Het is maar de vraag of Tolstoj in het hier en nu was weggekomen met de beroemde openingszin van Anna Karenina: Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.'
Toch is de eerste zin van Het enige verhaal - je hebt meteen al zo'n vermoeden wat het antwoord van de ik-figuur zal zijn - een perfecte. Hij past bij het schrijven van Julian Barnes, niet alleen bij zijn romans, maar bij alles wat er uit zijn pen komt. Hij is een zoekende auteur, een schrijver die zichzelf en de lezer vragen stelt, zonder al bij voorbaat het antwoord te weten.
Het enige verhaal is een zoektocht naar de ware aard van de liefde, zoals Alsof het voorbij is - Barnes' eerste roman na de door hem steevast als een catastrofe omschreven dood van zijn grote liefde Pat Kavanagh - een zoektocht was naar de herinnering.
De liefde tussen Paul Roberts en Susan Macleod is niet alledaags. Hij is, als hun relatie begint, 19 jaar en student. Zij is 48 en getrouwd. Ze vormen een dubbel op de tennisclub, en van het een komt het ander. We bevinden ons in een middleclassdorp in het lommerrijke Surrey; Douglas-Home is premier van Engeland - het verhaal begint dus in de zomer van 1964. Net als in Alsof het voorbij is kijken we terug in de herinneringen van een oudere man, een babyboomer.
Lang nadat er een tragisch einde is gekomen aan wat de liefde van zijn leven blijkt te zijn geweest, schrijft Roberts in een notitieboekje wat hij opvangt over de liefde. Hij noteert en streept weer door: 'Het is beter om te hebben liefgehad en verloren, dan om helemaal nooit te hebben liefgehad.' Uiteindelijk blijft één definitie staan: 'Naar mijn mening is elke liefde, al dan niet gelukkig, een ware ramp zodra men zich er volledig aan overgeeft.' Maar misschien, denkt Roberts - en Barnes denkt het met hem mee - 'was de liefde wel nooit in een definitie te vangen, maar alleen in een verhaal.'
In de inleiding van Uit het raam, zijn verzameling literaire essays, zegt Barnes dit over fictie: 'Fictie verklaart en verrijkt, meer dan enige andere vorm van schrijven, het leven. (...) Als het om de waarheid over het leven gaat, hebben romans ons het meest te vertellen: wat het is, hoe we het doen, waartoe het misschien dient, hoe we ervan genieten en het appreciëren, en hoe we het verliezen.'
Ik vermoed dat Barnes het hier vooral heeft over de bewonderde fictie van anderen. Uit de genrekeuzes die hij maakt in zijn eigen werk blijkt dat het niet in de eerste plaats gaat om de roman, maar om iets anders, namelijk om wat Barnes 'processing life' noemt: 'Het leven verwerken tot fictie of journalistiek.' Dat kan in een roman, in een essay, in memoires (zoals in Niets te vrezen, waarin hij aan de hand van zijn eigen leven de dood onderzoekt) of in een mengvorm (zoals in Het tumult van de tijd, over het leven van de componist Sjostakovitsj, of in Flauberts papagaai, waarvan genrevaste critici helemaal in verwarring raakten). Het is maar net waar Barnes op dat moment het meeste zin in heeft - hij heeft lak aan de dorre poortwachters van de literaire boekhouding. Plezier is de kern van zijn schrijverschap. 'Schrijven is het grootste plezier dat er is', zei hij twee jaar geleden in de Volkskrant. Een plezier dat hem na de dood van zijn vrouw letterlijk redde; anders was de leegte onverdraaglijk geweest.
Het enige verhaal is, meer dan de non-fictieroman over Sjostakovitsj, een logische opvolger van het zeer succesvolle Alsof het voorbij is. Het heeft niet, zoals dat laatste boek, een scherpe plot, maar wel dezelfde raadselachtige beklemming in ogenschijnlijk alledaagse scènes. Als Paul Roberts Susan voor de eerste keer ontmoet op de tennisbaan, weet je dat er iets met haar is, zonder er een vinger achter te krijgen wat. Dat doet denken aan Sarah Ford uit Alsof het voorbij is, van wie je vanaf het moment waarop ze een eitje in de pan breekt weet: foute boel. Hoe Barnes dat effect teweegbrengt is een mysterie dat zich schuilhoudt in eenvoudige zinnen, in kleine details, in woorden die op zichzelf onschuldig zijn, maar die samen dreiging oproepen. Hij is een zorgvuldige bouwer. Het wordt pas gaandeweg duidelijk wat er mis is met de relatie, waar de zelfvernietigingsdrang van Susan vandaan komt en waarom Pauls reddingspogingen zinloos zijn. Het enige verhaal van de een is niet per se ook het enige verhaal van de ander.
Barnes is een pure storyteller die verschillende gedaanten aanneemt. Hij, de Engelse francofiel, kan heel goed uitleggen, zoals hij onlangs deed in The Guardian, waarom Charles de Gaulle destijds gelijk had met zijn opvatting dat Groot-Brittannië niet thuishoorde in de EU wegens een gebrek aan gemeenschapszin. Hij schrijft schitterend over zijn avonturen in de keuken en zijn diepe weerzin jegens vage kookboekaanwijzingen als 'een snufje' (Wijsneus in de keuken). Barnes is gek op de Tour de France en schrijft er meeslepend over (Iets aan te geven). Van zijn verhandeling over de schrijver Ford Madox Ford in Uit het raam krijg je veel zin om onmiddellijk af te reizen naar de Provence, zijn essays uit In ogenschouw zouden een barbaar in een kunstjunk veranderen.
In Hoogteverschillen, uit 2013, behandelt hij eerst uitgebreid de geschiedenis van de ballonvaart, om daarna, in het derde deel, over te gaan op Julian Barnes' enige verhaal - dat van de liefde voor Pat Kavanagh. 'Wij zijn dertig jaar samen geweest. Ik was tweeëndertig toen we elkaar leerden kennen, tweeënzestig toen ze stierf.' Het is processing life, maar nog niet zo diep en nietsontziend als in Alsof het voorbij is en Het enige verhaal. Ik denk dat Barnes' grote roman over de rouw nog moet komen.
De toon van Barnes is, wat hij ook schrijft, altijd dezelfde. De zinnen uit het schrijnende rouwepos over zijn vrouw zijn dezelfde als die in de liefdeselegie voor Susan Macleod uit Het enige verhaal. Het is de toon van de schrijver, die achter zijn toetsenbord zoekt naar universele waarheden over de grote en kleine levensvragen. Hij weet dat hij ze niet zal vinden, maar misschien komt hij een stukje dichterbij.
Het enige verhaal is prachtig en treurig in zijn hopeloosheid. Wie het uit heeft, is een stukje dichter bij het antwoord gekomen op de vraag wat liefde is. En tegelijkertijd, dat moet worden gezegd, is hij er ook een stuk verder van verwijderd.
KRACHT
Julian Barnes is terug op het hoge niveau van Alsof het voorbij is. Hij tekent de kracht van de liefde, maar in Het enige verhaal gaat het vooral over de innige band tussen liefde en lijden.
****
Atlas Contact; 256 pagina's; € 19,99.
Mark Schaevers
ru/eb/06 f
We willen altijd weer weten wat liefde is. Liefde is: een systeem om ervoor te zorgen dat iemand na het neuken `Schat' tegen je zegt.
Het is maar één van de definities een weinig romantische versie van Julian Barnes in zijn grote, decennia overspannende onderzoek naar de moderne liefde. Hij bracht verslag uit in de romans `Talking It Over' (1991) en de sequel `Love, etc.' (2000), vertaald als `Trioloog' en `Liefde, enz.' In beide gevallen liet hij drie personages afwisselend de lezer toespreken: Gill, Stuart en diens vriend Oliver; Gill wisselt de één voor de ander. In zijn jongste roman `Het enige verhaal' zet Barnes zijn liefdesenquête voort, maar deze keer beperkt hij zich ertoe het fenomeen te beschrijven vanuit het perspectief van één personage. Barnes is inmiddels 72, en ook dat personage, Paul, is oud genoeg om zich `aan de andere kant van het leven' te weten.
Elk leven heeft één verhaal dat ertoe doet, dat is de openingszet, en Paul vertelt het zijne. Barnes is zo vriendelijk het in een krantenkop samen te vatten: `TENNISCLUBSCHANDAAL: HUISVROUW, 48, EN LANGHARIGE STUDENT, 19, GEROYEERD WEGENS ROLLEBOLLEN'. Catchy boventitel: `IEMAND NIEUWE BALLEN?' Zij heet Susan, en ze heeft een bullebak van een man (tweede keuze, de eerste is dood) die haar frigide heeft verklaard en uit het bed verbannen. Ze is een vrolijke, nonchalante natuur en het wordt wat met de jonge Paul, die ze op het tennisveld van een Londens voorstadje heeft ontmoet. De club royeert de twee, maar ze volharden in het schandaal en verkassen naar een huis in Londen; Paul studeert er rechten. Ze blijven een jaar of tien, twaalf samen we hebben het dan grofweg over de sixties.
Paul is een man die leeft van en voor observaties en herinneringen. Wat hij zich herinnert, is soms mager of vaag, soms is een herinnering heel precies. In ieder geval, zijn herinneringen zijn het enige wat we als lezer aangereikt krijgen, en de obsessieve herhalingen moeten we erbij nemen. Terwijl hij verslaafd is aan haar, raakt zij verslaafd aan de drank. Waarom ze drinkt, daar kan hij de vinger niet op leggen. Er schuilt een paniek in haar, heeft hij geleerd, maar waar komt die paniek vandaan? Hij moet gadeslaan hoe Susan met de jaren vanbinnen verandert, hoe een drab van woede, frustratie en wantrouwen zich in haar naar boven werkt. En ze hebben intussen de verdrietigste seks van allemaal: verdrietige seks.
De roman wordt er ook wat verdrietig van, en Barnes lijkt gaandeweg minder uit op spitse formuleringen dan bij de aanvang, maar ook als de geestigheid afneemt, is er nog genoeg fijnmazige observatie om zich op te verlekkeren.
De eerste liefde is bepalend voor het leven, die idee heeft Barnes al eerder geopperd, en voor Paul geldt ze zeker. Nadat hij Susan aan haar familie heeft `teruggegeven', opteert hij zelf voor `minder voelen'. Hij gaat vaste relaties uit de weg, cultiveert een bestaan vol aangename sleur, iets wat hem eerst in het buitenland lukt, vervolgens ook in een melkfabriek in Engeland. Zijn bestaan kent geen pieken meer, de roman overigens ook niet. Susan drinkt zich verder uit het geheugen (toch weer een fraaie formulering van Barnes), en terwijl zij in een waas leeft, wordt ook zijn liefde wazig. Aan haar sterfbed houdt de vraag hem bezig of hij nog genoeg benzine heeft voor de terugweg. Evengoed blijft hij zich het hoofd en het geheugen breken over zijn enige verhaal. Was die relatie al dan niet te vermijden? Hoe groot was het belang van hun voorgeschiedenis, van zijn jeugdige leeftijd?
En wat leren we uiteindelijk over de liefde? Paul heeft een schriftje waarin hij voorlopige waarheden over dat fenomeen noteert, en daarna doorhaalt. Dit is er eentje dat diverse inspectierondes trotseert: `In de liefde is alles waar en tegelijk niet waar, het is het enige onderwerp waarover onmogelijk iets absurds kan worden gezegd.' Maar ook dit blijft staan: `Het is beter om te hebben liefgehad en verloren, dan om helemaal nooit te hebben liefgehad.'
Marnix Verplancke
ru/eb/14 f
Paul is negentien. Hij heeft zijn eerste jaar universiteit achter de rug en brengt de zomermaanden thuis bij zijn ouders door, in een doods dorp op zo’n vijfentwintig kilometer van Londen. Ga eens tennissen, raadt zijn moeder hem aan, en wanneer hij in de lokale club een dubbel met Susan speelt, en dat de dagen nadien nog een paar keer doet, gebeurt het onoverkomelijk onverwachte: ze worden verliefd. Op zich geen probleem, natuurlijk, ware het niet dat Susan achtenveertig is en de moeder van twee dochters die bijna net zo oud zijn als Paul.
In Het enige verhaal kijkt Paul vijftig jaar na de feiten terug op die verliefdheid die bepalend is geweest voor zijn leven. Niet dat Susan als een Britse Mrs. Robinson Paul inwijdt in de geneugten van de wilde seks, want met haar man Gordon heeft ze in geen twintig jaar nog seks gehad. Susan is in feite net zo onervaren als Paul. Terwijl Gordon zijn roes ligt uit te slapen na het nuttigen van zijn dagelijkse ‘kannen en kruiken’, waarbij hij lente-uitjes knabbelt en af en toe een boer laat, ontvangt Susan Paul in haar kuise nachtjapon, gelegen in haar smalle eenpersoonsbed.
‘Ik probeer u geen verhaal te verkopen’, richt Paul zich tot de lezer. ‘Ik probeer u de waarheid te vertellen’, en dat is moeilijker dan het op het eerste gezicht lijkt. Net zoals in het zeven jaar geleden verschenen Alsof het voorbij is heeft Barnes in zijn nieuwe roman het geheugen als onderwerp genomen, en dat blijkt bijzonder selectief te zijn. Of zijn herinneringen uiteindelijk de positieve of de negatieve kant opgaan, weet Paul niet. Wat hij wel weet, is hoe hij zich zijn relatie met Susan wenst te herinneren: fris en onschuldig, zoals die was toen ze elkaar nog maar pas kenden, toen Susan hem ‘mijn schone jongeling’ noemde en hij zich afvroeg of die kleine groene knoopjes van haar tennistenue ook echt opengingen.
Maar zo is het niet gebleven, vertelt Paul al na een paar bladzijden. Hun relatie heeft slechts een jaar of tien standgehouden. Toen ze twee jaar samen waren, kochten ze een huis in Londen. Susan raakte aan de alcohol en hoe meer die haar in zijn ban kreeg, hoe verder ze verwijderd raakte van Paul. Het koppel kende alleen nog verdrietige seks, seks die een zoete sherrysmaak nalaat in de mond en een emotionele leegte in het lijf. Het enige verhaal is daardoor een melancholische roman geworden, over een man die zijn grote liefde op zijn dertigste al achter de rug heeft en er de rest van zijn leven alleen nog maar op kon terugblikken. Barnes versterkt dat gevoel door bijna ongemerkt van een ik-verteller over te stappen op een jij-verhaal, om te eindigen met een hij-vertelstandpunt. Hoewel Paul doorheen het hele boek aan het woord blijft, zie je hem afscheid nemen van zijn verleden.
Barnes schrijft bijzonder scherp en spits. Tijdens het lezen zie je hem bij wijze van spreken aan zijn schrijftafel zitten. De rug Brits recht, een pen in de hand en voor zich uit starend met een fijne glimlach op de lippen, tevreden over de scène die hij net op papier heeft gezet. En terecht, want Het enige verhaal gaat psychologisch heel diep. ‘Zou u liever meer liefhebben en meer lijden, of minder liefhebben en minder lijden?’ luidt de openingszin van het boek. Het is, zoals hij er zelf aan toevoegt, in feite de enige vraag die echt telt in het leven.
*****
Atlas Contact, 280 blz., € 19,99.
J. Hodenius
De nieuwste Barnes is in zijn onderzoek naar de ware aard van liefde, herinnering en taal een soort vervolg op het de Man Booker Prize winnende ‘Alsof het voorbij is’ (2011), die al in de eerste zin zijn premisse onthult: ‘'Zou u liever meer liefhebben en meer lijden, of minder liefhebben en minder lijden?’. Centraal staat de in terugblik beschreven liefde tussen verteller Paul Roberts en Susan Macleod, die elkaar in 1964 leerden kennen op de tennisbaan van een middleclassdorp in Surrey: hij is 19 jaar en student, zij 48 jaar, getrouwd met twee dochters. Hij beweert het enige verhaal van hun liefde te vertellen: in het begin nog zonnig en opwindend, in de vervolgdelen (als ze weglopen en samen gaan wonen) door de alcoholverslaving van Susan steeds donkerder en treuriger. Als Paul gaten in zijn eerdere verhaal begint op te vullen en/of te variëren, beginnen we steeds meer aan zijn versie te twijfelen. Intrigerend zijn ook Pauls vorsende observaties en notities over de liefde, waarbij vooral het aloude besef van de allesverslindende liefde blijft hangen. Een instant klassieker.
Rob Schouten
ru/eb/03 f
Het enige verhaal' van Julian Barnes is een bijzonder geslaagde roman, laat ik daar maar mee beginnen. Een verhaal over liefde, geluk en teleurstelling, waarin je je makkelijk herkent ook als je niet hebt meegemaakt wat de hoofdpersonen wel overkomt: de liefde tussen een jongeman, Paul, jaar of 20, en een dertig jaar oudere vrouw, Susan.
Barnes' romans en verhalen gaan nooit over spectaculaire gebeurtenissen. Daarentegen brengt hij bijna altijd de processen en veranderingen in een mensenleven in beeld, subtiel tastend en in een kalme, niet op effect gerichte stijl. Zo ook in 'Het enige verhaal', het verslag van een grote liefde die ongemerkt in een ramp ontaardt.
Het onderwerp deed me nogal denken aan sommige verhalen van J.M. Coetzee, de ZuidAfrikaanse grootmeester over menselijk tekort, maar Barnes is flegmatischer, minder misantropisch en in zekere zin ook realistischer als het gaat om tegenslag in het leven, zijn verhalen zijn zonder daar rechtstreeks op uit te zijn, uiteindelijk meer louterend dan die van Coetzee.
Na haar op de tennisbaan te hebben ontmoet wordt de jongeman Paul allengs verliefd op de middelbare Susan, een montere, grappige vrouw die hem 'Typetje Paul' noemt. Het lijkt aanvankelijk vooral een lichte liefde, Susan mag dan getrouwd zijn met een moeilijke zeurpiet, daarvan dringt weinig door tot de twee gelieven als ze samen zijn. Barnes beschrijft hun relatie heel herkenbaar, niet hysterisch of overdreven, ze maken elkaar gelukkig, daar komt het kort gezegd op neer. En hun wederzijds plezier spat ervan af.
Intussen zorgt Barnes ervoor dat de lezer zich heel goed realiseert dat Pauls herinneringen, veel later opgetekend als Susan al dood is, ook voor een deel gekleurd en meegegroeid zijn. Vandaar de titel: 'Het enige verhaal'. Is dit werkelijk het enige, ultieme verhaal? Of zijn er betere, slechtere versies?
Op zeker moment verlaat Susan het echtelijk huis en gaat in Londen met haar jonge geliefde samenwonen, een fatale beslissing naar zal blijken. Nu ze het rijk voor zichzelf hebben, begint Susan steeds meer te drinken, haar opgewekte zelf verschrompelt helemaal, de vrolijke seks wordt soms verdrietige seks, de idylle uit het begin verglijdt, hoezeer de twee ook van elkaar blijven houden. Wat we hier eigenlijk in beeld krijgen is een prachtig maar ook treurig portret van een vrouw in de overgang, haar hunkering naar aandacht, haar paniek. Op het laatst zal ze als een soort Korsakov-patiënt helemaal wegkwijnen, tot ze van fijne minnares een 'gek mens' is geworden.
Barnes beschrijft het hele proces, gezien vanuit Paul, met ongelooflijk inlevingsvermogen, mededogen maar toch ook zonder een van de hoofdpersonen te ontzien. Als een menselijk maar ook alledaags drama van teloorgang en verlies.
Het is denk ik de combinatie van zo'n schrijnende 'amour fou' en de typisch Barnesiaanse wijsheden, verpakt in zijn nuchtere en toch ook empathische stijl die het geheim van zijn boeken vormt.
Hier een bijna mathematisch voorbeeld; "Goede seks is beter dan slechte seks. Slechte seks is beter dan geen seks, behalve wanneer geen seks beter is dan slechte seks. Zelfseks is beter dan geen seks, behalve wanneer geen seks beter is dan zelfseks. Verdrietige seks is altijd een stuk slechter dan goede seks, slechte seks, zelfseks en geen seks. Verdrietige seks is de meest verdrietige seks van allemaal."
'Het enige verhaal' gaat over de liefde maar het gaat ook over herinneringen; worden je herinneringen naarmate je ouder wordt beter, preciezer, wordt het verhaal het enige echte verhaal, of dwaal je juist steeds verder af? Het pijnlijke is dat de een, Paul, zijn herinneringen maar blijft bijslijpen, terwijl de ander, Susan, op het laatst geen herinneringen meer heeft. Het is een soort bitterheid die je, onuitgesproken, tot op de laatste pagina blijft voelen: hoe groot ook de liefde en de herinnering eraan, het is nooit gelijk: het is de energie van Paul versus de verlatingsangst van Susan, het realisme versus het alcoholisme.
En zo is 'Het enige verhaal' een geschiedenis van onverschrokkenheid (waarbij, onverwacht, ook onze Max Verstappen nog een rolletje krijgt toebedeeld) die uitdraait op een grote teleurstelling.
Ergens tegen het einde constateert Paul dat zijn leven nog 'voornamelijk uit waarneming en herinnering' bestaat.
Dat zijn denk ik ook de voornaamste wapens van Barnes zelf, precies geslepen en enorm doeltreffend in deze mooie maar droevige liefdesgeschiedenis.
Laat succes voor Julian Barnes
De Engelsman Julian Barnes (1946) bereikte in 1984 de shortlist van de Booker Prize met 'De papegaai van Flaubert'. Daarna was het lang stil. Tot hij bijna dertig jaar en acht romans later in 2011 de Man Booker Prize won met 'Alsof het voorbij is'. Die (verfilmde) roman was een internationaal succes en sindsdien wordt naar iedere 'Barnes' uitgekeken. 'Het enige verhaal' borduurt ten dele voort op 'Alsof het voorbij is', zo meldde de schrijver deze week in The Guardian. In dat boek was sprake van een verhouding tussen een jonge man en een oudere vrouw die buiten beeld bleef. Barnes diept dat gegeven in 'Het enige verhaal' uit.
Atlas Contact; 279 blz. € 19,99.
oordeel
Precies, doeltreffend, mooi en droevig.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.