Openbaringen
Miquel Bulnes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BULN XXL |
Mark Cloostermans
rt/aa/30 m
'Geef je over, christenhond!' Hashtag 'dingen die je zelden leest in Nederlandse romans'. De Nederlands-Spaanse romancier Miquel Ekkelenkamp Bulnes (41) is dan ook geen doorsnee-schrijver. Hij debuteerde in 2003 en publiceerde kort na elkaar drie bijzonder komische romans over de medische wereld ( Zorg, Lab en Attaque!). In die laatste roman ging het hoofdpersonage opeens naar zijn geboorteland, Spanje. Dat bleek ook de auteur te hebben gedaan — figuurlijk dan toch — want opeens was daar Het bloed in onze aderen (2011), een kanjer van een historische roman over de Spaanse burgeroorlog.
Reconquista biedt nu meer Spaanse geschiedenis en meer oorlog: Bulnes verplaatst ons naar het einde van de elfde eeuw. Op dat moment is grofweg de zuidelijke helft van Spanje in de handen van Arabieren. Ze vormen niet één machtsblok. Eerder is er sprake van stadsstaatjes, taifa's genoemd. Terwijl de taifa's onderling regelmatig in conflict komen, is het ook in de noordelijke helft permanent onrustig. Koning Alfonso VI is weliswaar machtig, maar hij is geen koning van Spanje; hij “heeft” slechts León-Castilië (en dan nog).
Bulnes zal in de loop van de roman een resem personages presenteren, sommige gedenkwaardig, andere minder, maar hij begint met Eloy en Carmelo. De twee jongens komen uit een gehucht in Castilië en worden naar Sevilla gestuurd om daar bij de taifa van koning Al-Mutamid belastingen te innen. Maar in Sevilla lopen de zaken uit de hand en de twee vrienden raken van elkaar gescheiden. Terwijl Eloy wegvlucht, om koning Alfonso op de hoogte te brengen van het verraad van Sevilla, wordt Carmelo gevangengenomen. Een vizier neemt hem onder zijn hoede en geleidelijk weet Carmelo zich op te werken.
Eloy en Carmelo zijn de rode draden door een geschiedenis die loopt van 1082 tot 1091. Niet alleen hun levensloop zal enorm gaan verschillen, Bulnes zet hen ook op andere manieren in. Carmelo's verhaal is in essentie een liefdesgeschiedenis: de vrouw op wie hij verliefd is, wordt weggevoerd naar de harem van kroonprins Al-Fath. De bedoeling is natuurlijk dat deze twee ooit weer herenigd worden, maar zoals Bulnes schrijft: 'oneindig is de vindingrijkheid van het noodlot'. Eloy intussen wordt door het lot gezegend met maatschappelijk succes, maar heeft net iets te weinig ruggengraat om te voorkomen dat hij keer op keer wordt betrokken bij kwalijke praktijken en gebeurtenissen. Hij blijft piekeren hoe het onrecht dat hij onbewust heeft veroorzaakt kan worden rechtgezet. Het geeft aanleiding tot bespiegelingen over heldendom en rechtvaardigheid.
Couperus
Is de reconquista (herovering van Spanje op de islam) eerder het onderwerp geweest van een Nederlandse historische roman? Ja, zij het lang geleden. In De ongelukkige (1913) beschreef Louis Couperus de definitieve val van al-Andalus, eind vijftiende eeuw. Een logische keuze voor Couperus, altijd geobsedeerd door decadentie en verval. Maar Al-Andalus heeft een lange geschiedenis: van 711 tot 1492. Er lag dus nog enorm veel terrein braak voor Bulnes.
Hij koos voor een periode van enorme versplintering. Dit is geen verhaal van christenen tegen moslims. Het is een verhaal van machthebbers die elkaar elke centimeter grond betwisten en daarbij af en toe worden gesteund door fundamentalisten. Dit staat hem toe te vertellen over verschuivende allianties en vijandschappen. Zijn personages moeten overeind blijven in een wereld zonder wetten, in een voortdurende staat van oorlog. Allemaal moeten ze hun mentale wendbaarheid inzetten om te overleven én om datgene te beschermen dat er voor hen echt toe doet. Voor Eloy is dat zijn zielenheil, voor Carmelo zijn geliefde, voor de edelvrouw Teresa wraak op de mannen die haar hebben gebruikt en laten vallen. Iedereen, tot en met de meest dubieuze personages (zoals de overlevingskunstenaar en meesterlijke belastinginner Ibrahim), hebben een zwak punt, iets wat ze koste wat het kost zullen beschermen. Het thema van Reconquista in een notendop: waarden versus werkelijkheid.
Indigestie
Reconquista is een gigantisch boek. Het is geen makkelijke opgave om 700 bladzijden proza interessant te houden. Er gebeurt zo ontzettend veel, dat je soms een gebeurtenissenindigestie voelt opkomen. Gelukkig zijn Eloy en Carmelo sterke personages.
En Bulnes heeft nog een aas in zijn mouw zitten. In een aparte verhaallijn, die zich afspeelt in 1108, volgen we ene broeder Pius naar een afgelegen klooster, waar hij de biecht moet afnemen van een stervende vrouw. Wie zij is en welke invloed ze uitoefende op de gebeurtenissen in de rest van de roman, komen we snel te weten. Maar wat is er precies gaande in dat merkwaardige klooster? Wie is broeder Pius? En wie zijn de gevangenen die het klooster zogenaamd “verzorgt”? Vragen genoeg om je uren en uren aan het lezen te houden.
Bulnes' vorige, Het bloed in onze aderen, stond op de shortlist van de Libris, maar moest toen de duimen leggen voor Tonio van A.F.Th. van der Heijden. Hopelijk treft Bulnes dit keer een jury met, in alle betekenissen, meer zin voor avontuur.
Prometheus, 704 blz., 24,99 € (e-boek 14,99 €).
Bert Wagendorp
rt/aa/17 m
Miquel Ekkelenkamp Bulnes, schrijversnaam Bulnes, vertelde onlangs in het programma Nooit meer slapen over de wijze waarop zijn nieuwe roman Reconquista tot stand is gekomen. Zijn research en schrijfwerk speelden zich grotendeels af in Madrid, in de nabijheid van de archieven van de Nationale Bibliotheek en in de warmte van het land van zijn moeder, dezelfde warmte als die in zijn roman.
Bulnes heeft een aanstelling voor 80 procent als medisch microbioloog in het UMC in Utrecht, de overige 20 procent spaart hij op en besteedt hij aan zijn schrijverschap. In Madrid onderwierp hij zichzelf aan een straf regime: elke werkdag produceerde hij drie pagina's tekst. Lukte het hem niet dat gemiddelde te handhaven, dan volgde de zelfopgelegde straf: doorwerken in het weekend.
Reconquista - de 'herovering', die van het zuidelijke islamitische deel van het huidige Spanje door het katholieke noorden - telt ruim zevenhonderd pagina's. Die productie, opgeteld bij de ongetwijfeld intensieve historische research, maakt duidelijk waarom het zes jaar heeft geduurd voor Bulnes met een opvolger kwam van het magistrale Het bloed in onze aderen uit 2011. Hij heeft keihard gewerkt en middeleeuwse monnikenarbeid verricht.
De historische roman is in de moderne Nederlandstalige letterkunde een ondergeschoven kind. Met Reconquista voegt Bulnes zich bij de meester van het genre, Jan van Aken (De valse dageraad, De afvallige en - pas uitgekomen - De ommegang). Een tweemansvoorhoede van in allerlei opzichten van elkaar verschillende schrijvers, maar met één nadrukkelijke overeenkomst: de liefde voor de grote, breed uitgesponnen vertelling.
Veel Nederlandse schrijvers én recensenten hebben nog altijd een voorkeur voor het kleine, het introspectieve verhaal, en dan bij voorkeur in wat doorgaans wordt bejubeld als 'uitgebeend proza'. Bulnes heeft daar geen boodschap aan. Hij schildert in vuistdikke romans zwierig en ambitieus tijdperken en landstreken, op zoek naar avontuur. Niet dat zijn helden nooit navelstaren, maar dan toch liefst wel na een dag die weer bol stond van merkwaardige en opwindende gebeurtenissen, met een fles wijn in de aanslag. Dat hij daarbij zwaar over de geijkte 250 pagina's of daaromtrent heengaat, daar kan hij ook niks aan doen: het verhaal dwingt dat af.
Bulnes staat in een rijke traditie van schrijvende medici in de Nederlandse (Van Eeden, Slauerhoff, Vestdijk, Belcampo, Brakman) en internationale letteren (Rabelais, Schiller, Tsjechov, Somerset Maugham, Conan Doyle, Céline). Er is veelvuldig gezocht naar verklaringen voor die opvallende combinatie van activiteiten. Arko Oderwald, hoogleraar literatuur en geneeskunde aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, haalt in Over literatuur en geneeskunde (2014) de Duitse literatuurpaus Marcel Reich-Ranicki aan, die het verschijnsel verklaarde uit het feit dat zowel de romanliteratuur als de geneeskunde de 'mens in crisis' behandelen - de schrijver-arts als dubbele crisismanager dus. Of dat ook Bulnes' drijfveer is, is maar de vraag. Hem gaat het, verklaarde hij meermaals, vooral om het scheppen van een verhaal dat voordien nog niet bestond, ook de drijfveer van menig fictieschrijver zónder bul. Het plezier dat hij ontleent aan dat scheppingsproces is op elke pagina voelbaar.
In Het bloed in onze aderen ging Bulnes terug naar de jaren twintig van de vorige eeuw, de periode van de opmaat naar de Spaanse Burgeroorlog. Ook daarvoor bracht hij veel tijd door in de archieven, maar Reconquista was toch weer andere soep. Het boek speelt aan het einde van de elfde en het begin van de twaalfde eeuw. De feiten en vooral de details uit de duistere Middeleeuwen laten zich moeizamer schilderen dan die van een eeuw geleden, voor zover ze überhaupt beschikbaar zijn. De tekening van die tijd vereist meer van de schrijver, hij heeft meer onbekends in te vullen om zijn verhaal tot leven te wekken.
Reconquista eist daardoor ook meer van de lezer dan Het bloed in onze aderen. Want Bulnes gaat ver. Hij beschrijft een uitermate gecompliceerde wereld, vol details, met een rijkdom aan karakters en gebeurtenissen die minder vasthoudende auteurs tot wanhoop zouden brengen - ook Bulnes had momenten waarop hij het bijltje erbij wilde neergooien. Maar gelukkig voor ons, lezers, hield hij vol. Het resultaat is een historische roman van grote rijkdom. De lezer wordt soms horendol van de bijna eindeloze stoet personages die Bulnes opvoert - gelukkig bevat het boek stambomen van koninklijke geslachten in noord en zuid en een handige who is who.
Maar wie zich door de overdaad niet laat ontmoedigen en de tijd neemt om te wennen aan de door Bulnes gehanteerde stijl - die veel bondiger en simpeler is dan die in Het bloed in onze aderen - wordt beloond. Hij wordt ondergedompeld in een andere tijd, is bijna lijfelijk aanwezig in de harems van Sevilla, op bloederige slagvelden en in mysterieuze kloosters. De dreiging van genadeloos geweld is in Reconquista nooit ver weg, sterven is de gewoonste zaak van de wereld, de meeste levens tellen amper.
Het verhaal heeft twee hoofdlijnen: dat van de Castilliaanse ruiters Eloy Peláez en Carmelo, neven uit het noordelijke Aguilar, die door noodlot en toeval uiteindelijk in 1086 tegenover elkaar komen te staan op het slagveld van Badajoz. De andere lijn vertelt de levensgeschiedenis van Teresa Osórez van Tui, zoals opgebiecht aan de monnik Pius uit Toledo. Teresa is de echtgenote van de katholieke koning van Galicië Garcia die later de concubine wordt van Al-Mutadid, de moorse koning van Sevilla.
Die twee lijnen worden door Bulnes vakkundig naar een climax gevoerd, waarna de lezer Reconquista met lichte uitputtingsverschijnselen maar voldaan dichtslaat, in de hoop dat Bulnes snel aan de slag gaat met een ander plan, een historische roman die speelt in Utrecht rond 1600.
GEDURFD
Miquel Bulnes schreef met Reconquista een gedurfde, ongelooflijk ambitieuze en spannende roman die je blik op de Middeleeuwen voorgoed verandert.
****
Prometheus; 703 pagina's; € 24,99.
Jan Joosse
De van het veelgeprezen ‘Het bloed in onze aderen’* bekende auteur (1976) laat zijn nieuwste roman zich weer afspelen op het Iberisch Schiereiland. Alleen is het nu vele eeuwen vroeger: eind elfde en begin twaalfde eeuw. Christenen en mohammedanen leven naast elkaar, maar voeren ook voortdurend oorlog tegen elkaar. Tegen deze achtergrond geeft de auteur zijn eigen invulling aan de belevenissen van historische figuren en aan door hem opgevoerde fictieve personen. Daarbij speelt de achtergrond van de historisch zeer verantwoorde gebeurtenissen een heel belangrijke rol. Niet voor niets bevat het zo’n twintig pagina’s met een woordenlijst, een lijst van opgevoerde personen, een vertaling van gebruikte Latijnse teksten en een overzicht van gebeurtenissen tussen 1037 en 1108. De op de schutbladen afgedrukte kaarten zijn ook erg nuttig. Toch leest het dikke boek veel plezieriger dan op grond van het voorgaande is te verwachten. Het biedt de doorzettende lezer een onderhoudend verhaal waarin (liefdes)perikelen, maar ook krijgszuchtige handelingen en hofintriges ieder hun eigen plaats innemen.
Rob Schouten
rt/aa/03 m
De roman 'Reconquista' van Miquel Bulnes (1976), Nederlands schrijver met Spaans bloed, lees je niet zomaar eventjes weg, je moet er echt voor gaan zitten. Dat spreekt niet alleen uit de lengte, 700 pagina's, maar ook uit de noten en aanwijzingen die Bulnes zijn verhaal meegeeft, stambomen van de betrokken (konings)families, een woordenlijst, een vertaling van Latijnse teksten, een lijst met personages (een stuk of 100), een lijst van historische gebeurtenissen, een kaart van het betrokken gebied.
'Reconquista', genoemd naar de vroeg-middeleeuwse herovering door het christendom van het dan grotendeels in Moorse handen gevallen Iberische schiereiland, speelt zich af aan het eind van de elfde eeuw, als de christenen onder leiding van koning Alfonso VI de Moren, of Saracenen, in het midden en zuiden proberen te verdrijven.
Een historische oorlogsroman dus, over een onderwerp dat associaties met onze eigen tijd oproept. Want hoe kun je zo'n roman lezen zonder te denken aan de strijd van het Westen tegen het IS-kalifaat, of zonder gedachten aan het anti-islamistische gedachtengoed in onze tijd? Toch heeft Bulnes geen moeite gedaan al te opzichtige parallellen te trekken, dat laat hij over aan de lezer. Dit is een volbloed historische roman en net als in zijn vorige boek 'Het bloed in onze aderen', over het Spaanse Pronunciamento, de staatsgreep die Franco aan de macht bracht, ook al zo'n pil en met een plaats op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2012 een kritisch succes, overrompelt hij de lezer met grootse scènes en kleurrijke taferelen.
'Reconquista' is een complexe roman waarin je als lezer al gauw dreigt te verdwalen, door het enorme aantal personages, hun complexe Spaanse dan wel Arabische namen, en de enorme hoeveelheid aan ontwikkelingen. Zeker de helft van het boek wordt in beslag genomen door beschrijvingen van vechtpartijen en veldslagen waar je eigenlijk nauwelijks wijs uit wordt maar die wel, in hun nietsontziende bruutheid, een krachtig beeld van de Middeleeuwen oproepen. Het is een beetje alsof je achterovergedrukt in een stoel een rauwe oorlogsfilm beleeft: "'Nu!' schreeuwt Carmelo. Hij laat zijn arm zakken en stormt weg, voor zijn manschappen uit. Zijn paard galoppeert over de lichamen van de gevallen voetsoldaten. De wind fluit langs zijn oren. De oneffenheden die hij voelt in het landschap - is dat de aarde of zijn het mensen? In zijn kielzog volgen de mozaraben en de huurlingen. Hij identificeert zijn doel: een kleine ruiter die een pezig donkerbruin paard berijdt en die over zijn maliënkolder een zwarte tuniek met een wit kruis draagt. De cavalerist is in gevecht met twee piekeniers. Hij probeert zijn paard een van de mannen te doen vertrappen." (Mozaraben: christenen onder islamitisch bewind).
En dat honderden pagina's lang: Bulnes wil geloof ik dat je de uitputtingsslag die een oorlog is, aan den lijve ondervindt. Maar naast de slopende vechtscènes zijn er verhaallijnen die je op de been houden. De monnik Pius die een van de slachtoffers van deze Reconquista, de afgetakelde schoonheid Teresa een mysterieuze biecht afneemt. De neven Eloy en Carmelo die door een bizar toeval aan beide kanten van de strijdende partijen verzeild raken. En daartussen, om op adem te komen, scènes en taferelen in kloosters en harems. Waar je overigens niet echt tot rust komt, want in het klooster worden zieken en krankzinnigen verzorgd en wordt zo nu en dan iemand uit geloofsijver gemarteld, terwijl de koninklijke harem een ondoorzichtig broeinest van intriges is. Wat je aan deze roman overhoudt is het idee dat het aan beide kanten, christelijke en islamitische, een even grote bende was van sadisten, vromen, huichelaars en ambitieuzen.
Bulnes kiest geen partij. Zo beschrijft hij de islamitische ambities in termen die net zo goed christelijk hadden kunnen zijn: "Vandaag zal uitwijzen dat schoonheid en beschaving uiteindelijk altijd zullen zegevieren op het heidense en barbaarse." Wie daar een boodschap voor onze tijd in wil zien krijgt genoeg voedsel om niet te kiezen.
Deze roman vol bloedbaden, bijgeloof, beeldenstorm, brandschattende troepen, liefde en haat, knok- en kuspartijen, hongersnood, armoede en immense rijkdom, zondige monniken, decadente prinsen, rondzwervende vaganten en wat dies meer zij is in zekere zin een genadeloos kunstwerk. De lezer die in het voortdurende krijgs- en liefdesgewoel de weg allang is kwijtgeraakt voelt zich intussen wel degelijk ondergedompeld in de Middeleeuwen op z'n ergst en hevigst, maar mist wel het dagelijkse leven en de trivialiteit, zoals de dichter W.H. Auden het beschreef in zijn beroemde gedicht Musée des Beaux Arts: "Ze vergisten zich nooit in het lijden, / De Oude Meesters: hoe goed kenden zij de / Plaats ervan bij de mens: hoe het zich voelen doet / Terwijl een ander eet of een raam openzet of domweg verder loopt." In 'Reconquista' zet niemand het raam open of loopt domweg verder.
Ooit begon Miquel Bulnes als een satiricus die zijn eigen medische wereld (hij is arts) op de hak nam. Die tijd heeft hij met 'Het bloed in onze aderen' en 'Reconquista' definitief achter zich gelaten, lijkt het. Van cartoons zijn we in overvolle epen beland. Overweldigend, maar eerlijk gezegd mis ik die oude ironie wel.
Prometheus; 704 blz. € 24,99.
oordeel
Overweldigend, al mis je de ironie uit eerder werk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.