De rotskruiper
Nell Zink
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : ZINK |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ZINK |
Kathy Mathys
ua/an/19 j
De familie van Penny is een 'ontspoorde trein'. De moeder werd door de vader gevonden op een Colombiaanse vuilnisbelt. Dertien was de moeder toen en hij raakte haar pas voor het eerst aan toen ze achttien werd. De vader is een Joodse sjamaan die ten tijde van zijn reis door Colombia al getrouwd was. Penny heeft dan ook twee halfbroers.
Wanneer de sjamaan overlijdt, bekvechten de achterblijvers over zijn nalatenschap. Penny's vader, die naar eigen zeggen niet geloofde in God, wel in religie, bezat verschillende huizen. Een ervan staat in Jersey City en wordt gekraakt door activisten die nicotinegebruik als een burgerrechtenkwestie beschouwen. Penny trekt naar Nicotine, zoals het huis heet. Ze is werkloos, rouwt en zoekt een tijdelijk onderdak. Ze mag dan wel een diploma bedrijfskunde op zak hebben, toch is ze door haar excentrieke achtergrond geen buitenbeentje.
Zink neemt de lezer mee naar feestjes van transseksuele anarchisten en feministische mannen, naar Tranquility, een zusterhuis van Nicotine, waar de inwoners strijden voor de rechten van inheemse volkeren. Niet dat ze daarvoor altijd keihard hun best doen. Sommigen zamelen geld in of trekken de straat op, anderen maken zich er vanaf met een like op Facebook. Immers, het kost bijna niets om in een huis als Nicotine te wonen. Vind je het geen bezwaar om te teren op supermarkt-eten waarvan de houdbaarheidsdatum overschreden is, dan is het een prima leven.
Gekkigheid
Bij het sterfbed van haar vader ziet Penny zichzelf 'als klaagster in een lange traditie van uitzinnige klaagvrouwen die teruggaat tot de Griekse tragedies'. Nochtans doet dit boek niet denken aan Griekse tragedies, daarvoor is het te frivool en te weinig doorleefd. Qua ritme, plot en gekkigheid is een vergelijking met de romantische komedies van Shakespeare relevanter. Vooral in het tweede deel ligt de nadruk sterk op het aan elkaar knopen van alle touwtjes: de schrijfster houdt in de gaten dat elke speler aan het eind zijn partner heeft gevonden.
Nu is Nell Zink niet het soort schrijfster dat je leest voor de personages of om de emotionele impact van het verhaal. Daarvoor schrijft ze te nerveus en springerig, wil ze te veel scoren op komisch vlak. Het portret dat ze schetst van de krakers is gedetailleerd, scherp en vaak grappig. Zo schrijft ze dat woongemeenschappen als Nicotine waarschijnlijk gefinancierd worden door de gebroeders Koch om links rustig te houden. En ook: 'Een ziektekostenverzekering is bedoeld om mensen te onderdrukken. De revolutie zou allang zijn uitgebroken als de armen op straat stierven zoals het hoort.' Zink laat de personages zowel slimme als uitzinnige uitspraken doen. De dialogen zijn wervelend, al is het natuurlijk niet realistisch dat iedereen even gevat is.
Diepgang gevraagd
Dat Nell Zink lof ontving voor haar eerste twee romans, De rotskruiper en Misplaatst, komt vooral door haar aparte verteltoon. Rusteloos, roekeloos en ja, anarchistisch, zo zou je die kunnen noemen. Lees je haar werk, dan waan je je in een auto zonder stuur. Of je daarvan houdt, zal afhankelijk zijn van hoe je lezershoofd in elkaar steekt. Een andere reden waarom deze schrijfster werd geprezen, was haar aandacht voor personages die je niet elke dag tegenkomt in romans. Zink schrijft over excentriekelingen, anarchisten, figuren die zich op een ambivalente wijze verhouden tot de status quo.
Inhoudelijk is Zink zonder twijfel een bijzonder originele schrijfster. Op technisch vlak valt er een en ander op haar werk aan te merken. Zo beschrijft ze enorm veel textuur en uiterlijkheden in dit boek, te veel. Ze vertelt ook vaak op een opsommerige manier: Penny doet dit, dan dat, dan weer iets anders. En dan de beschrijvingen van de emoties. Soms zet de schrijfster een emotie heel sterk aan en dan laat ze dat 'doorleefde' moment meteen volgen door een ironische kwinkslag. Of ze benoemt een emotie al te letterlijk: 'Ze wil dicht bij hem zijn maar ze zit vast in een emotionele paradox'. Natuurlijk hoeft Zink haar eigenheid, haar specifieke toon, niet weg te schaven. Toch zouden haar romans aan kracht winnen als de personages wat meer diepgang hadden en als ze durfde te gaan voor een emotionele onderlaag.
Vertaald door Gerda Baardman, Ambo Anthas, 311 blz., 21,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Nicotine'.
Hans Bouman
ua/an/06 j
'Pap.' 'Zeg het eens, wat is er?' 'Matt heeft geprobeerd me te verkrachten.'
'En? Is het gelukt?'
'Nee.'
'Dan heeft hij het niet echt geprobeerd.'
'Pap!'
Aldus een fragment uit een dialoog tussen vader en dochter, vroeg in Nell Zinks derde roman, Nicotine. Het mag typerend worden genoemd, zowel voor de personages als voor de schrijfstijl van de auteur. Na een leven van verscholen schrijven debuteerde Zink in 2014 op 50-jarige leeftijd met het verrassende The Wallcreeper (De rotskruiper), kort daarop gevolgd door Mislaid (Misplaatst).
De boeken werden enthousiast ontvangen. Zinks eigenzinnige, satirische, onvoorspelbare plotwendingen en droge, absurdistische humor hebben haar een eigen plek gegeven in het Amerikaanse literaire landschap. In besprekingen valt steevast het woord 'zany' (absurd).
Al na een handvol pagina's weet de lezer van Nicotine dat hij een heuse Zink in handen heeft. We bevinden ons in Colombia. Bij een vuilnishoop staat een 13-jarig meisje met een metalen staaf op een zeug in te hakken. Ze is bang, plast, de urine loopt langs haar benen. Dan doemt er een middelbare Amerikaan op die haar aanspreekt. Ze gaat met hem mee.
Wordt dit een roman over kindermisbruik? Deze vraag lijkt bevestigend te worden beantwoord als het boek na één pagina een tijdssprong van twintig jaar maakt. We belanden in 2005 en lezen hoe een 12-jarig meisje naakt op een stapel beestenvellen ligt te roken. Ze bevindt zich in de 'zweethut' van haar vader, zo leren we later. Die betrapt haar, zegt dat ze allang in bed had moeten liggen.
Vervolgens krijgt het meisje, Penny, ruzie met Matt, een van haar halfbroers, wanneer ze diens slaapkamer binnenvalt, aangetrokken door de 'seksgeluiden' die ze daar hoort. Ze maakt enkele provocerende opmerkingen, waarop Matt boos en nog in duidelijke staat van opwinding het bed uitstapt en haar naar haar eigen kamer draagt. Daarop gaat Penny naar haar vader en voert het gesprek waaruit hierboven werd geciteerd.
Nog steeds vermoed je als lezer dat je een roman over seksueel misbruik aan het lezen bent. Maar je bent pas een paar bladzijden gevorderd. Er volgt opnieuw een tijdssprong, nu van elf jaar. Gaandeweg wordt de samenhang tussen de raadselachtige openingshoofdstukken duidelijk. Penny is de dochter van het Colombiaanse meisje bij de vuilnishoop, en haar veel oudere Amerikaanse redder. Hij heeft keurig gewacht tot Amalia 18 was en is toen met haar getrouwd.
Penny is inmiddels 23 en afgestudeerd. Vader Norm is 82 en ligt in een hospice op sterven. We leren dat hij zijn hele leven actief is geweest als joods-sjamanistisch genezer die terminaal zieken ayahuasca toediende om ze te helen. Nu hij zelf stervende is, ligt hij in een christelijk hospice, waar men geen pijnstillers geeft omdat die de dood bevorderen, en geen vocht omdat dat het leven verlengt.
Dan 'houdt Norm op met sterven' en krijgt Penny de opdracht diens nog altijd in familiebezit zijnde ouderlijk huis te traceren. Dat blijkt gekraakt door een bont gezelschap activisten die opkomen voor de rechten van rokers, een groepering die nog lager in de maatschappelijke pikorde staat dan drugsgebruikers, zo menen ze. Het kraakpand draagt dan ook de naam Nicotine.
De lezer heeft op dat moment ongeveer een vijfde deel van Zinks roman gelezen en is al diverse malen op het verkeerde been gezet. Wees gerust: dat gaat zo blijven. De verwachte roman over seksueel misbruik en gecompliceerde familierelaties ontwikkelt zich tot een onderhoudende soort-van-satire over idealisme en obsessie, maar getuigt tevens van genegenheid voor de personages die die idealen en obsessies dragen.
Zink is een onnavolgbare, maar dankzij haar stijl en humor uiterst volgbare vertelster. Misschien vat dit citaat haar stijl samen, als ze vertelt hoe iemand op een warme dag haar shirt uittrekt en tegen de zon zegt: 'Zonlicht. Vul mijn hart.' Monter schrijft Zink: 'Daarop vult het zonlicht haar hart (onverklaarbaar procedé, niet in proza te vatten).' Ja, dat is zany.
Drs. G. van Aken
Penny Bakers vader sterft nadat zij als enige voor hem gezorgd heeft. Het hospitium waar hij lag, mocht zijn dood vertragen noch versnellen, dus stierf hij een afschuwelijke dood. Penny erft van haar vader het geboortehuis in een achterbuurt in Jersey City, maar dat blijkt een krot te zijn dat gekraakt is door anti-antirook activisten, voor wie ze uiteindelijk wel sympathie opvat. Ze wordt zelfs verliefd op de huisfietsenmaker. Na veel verwikkelingen betrekt Penny toch het gerenoveerde huis. Droogkomische roman over een land in moreel verval, waar de alternatieve sector bepaald niet gespaard wordt: hypocrisie en opportunisme regeert. De auteur is vrij nieuw in het Amerikaanse literaire landschap, vergelijkbaar met Jonathan Franzen. Erg geestig en goed geschreven. Bevat wat expliciete seks en grof taalgebruik. Derde roman van Nell Zink, die eerder 'De rotskruiper'* (2015) en 'Misplaatst'** (2016) publiceerde.
Hanna De Heus
em/ov/11 n
De Amerikaanse Nell Zink (1964) verwierf twee jaar terug bekendheid toen kort na elkaar haar eerste twee romans in vertaling verschenen: 'De Rotskruiper' en 'Misplaatst'. Zink was als 50-jarige tot publiceren aangezet door Jonathan Franzen met wie ze als mede-vogelaar lange brieven uitwisselde. Haar romans baarden opzien vanwege hun droogkomische stijl, spitsvondige zinnen en met name hun excentrieke satirische inhoud. Zeker 'Misplaatst' waarin de witte antiheldin Peggy de identiteit van de Afro-Amerikaanse Meg overneemt en iedereen in haar nieuwe omgeving haar en haar hoogblonde dochtertje zonder problemen als kleurlingen ziet. Een bizarre romanvondst die toevalligerwijs in de werkelijkheid de nodige ondersteuning kreeg toen rond het verschijnen van Zinks roman ook de zaak van Rachel Dolezal aan het licht kwam, de voor zwart doorgaande voorzitster van de NAACP (National Association for the Advancement for Colored People) die uit witte ouders geboren bleek te zijn.
Ook in haar derde roman speelt Zink met verwachtingen rond gender, etniciteit en religie; motieven als wreedheid tegen dieren, mensen in de marge, een verhaalverloop vol bizarre wendingen - het zit er allemaal weer in.
Op de eerste bladzijde wordt de 12-jarige Penny verrassend geïntroduceerd: naakt met sigaret, liggend op een stel dierenvellen. Ze wordt er aangetroffen door haar vader, een joodse sjamaan met hippievrienden, die zich verder niet druk maakt over zijn rokende dochter, behalve dat hij vindt dat ze eigenlijk al in bed had moeten liggen. Dat belooft wat voor Penny, denk je dan als lezer.
Het verhaal gaat door naar 2016, als Penny een net afgestudeerde twintiger is en haar vader, Norm, op sterven ligt. De roman neemt hier een tragische vlucht. Vader en dochter, die oprecht van elkaar houden, zijn allebei hulpeloos: "De kracht en moed waar ze naar verlangen - en waar het hun beiden aan ontbreekt - zijn de kracht en de moed om elkaar nooit meer te zien." Tussen Norm en het personeel van het christelijke hospice waar hij verblijft, loopt het niet goed. Nadat het personeel de stervende man gegoogeld heeft, verschijnt de directrice aan zijn bed: "Bij de staf is bezorgdheid ontstaan, ik weet niet hoe ik het moet zeggen [...] vanwege een soort satanische drugssekte of zoiets waar u in Brazilië bij betrokken zou zijn geweest."
Zo komt hier ook de lezer erachter dat Norm zelf een bejubeld centrum bezit waar doodzieke mensen met ayahuasca kunnen hallucineren, om tot nieuwe inzichten te komen voordat ze sterven. Toch is er geen moment sprake van dat Norm daar zelf zijn eigen dood tegemoet zal treden. Hij aanvaardt een einde in het hospice, waar zijn sterven langzaam en pijnlijk is, zijn dochter Penny met groot schuldgevoel achterlatend.
Vervolgens switcht de roman naar de krakersscene, waar Penny na de dood van haar vader in terechtkomt als ze woonruimte nodig heeft. Ze raakt bevriend met de krakers van het huis Nicotine, waar het roken de bewoners bindt. Zink beschrijft het wel en wee van de idealistische, activistische krakers met spot: hun houding deugt van geen kanten, maar tegelijkertijd merk je dat ze deze personages als vriendelijke, sullige, welwillende weirdos toch het hart van de lezer wil laten veroveren.
Tot zover een allegaartje aan gebeurtenissen en decors, maar wat de verschillende locaties en omstandigheden in deze roman bindt, is dat Zink overal ballonnen vol lucht doorprikt. Niets is wat het pretendeert te zijn. Het naakte meisje op de beestenvellen wordt geen erotische vamp. Penny houdt aan haar vrije opvoeding geen trauma over. Bij de afscheidsceremonie van Norm dansen zijn volgelingen tot in de vroege uurtjes extatisch door. Niemand plaatst vraagtekens bij het feit dat hun goeroe blijkbaar in twee totaal verschillende werelden leefde. In het universum van Zink wordt niets uitgelegd, en als lezer moet je dat willen aanvaarden. Het levert open proza op dat alle kanten uitkan en uitgaat. Het zal niet voor iedereen zijn, maar voor wie het aanspreekt is het een verademing.
oordeel
Wonderlijk allegaartje, prikkelend, open.
Vert. Gerda Baardman. Ambo Anthos. 232 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.