Soldaten van Salamis
Javier Cercas
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, © 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14312 |
Maarten Steenmeijer
ua/an/06 j
Als gevolg van de Burgeroorlog (1936-1939) moesten honderdduizenden republikeinen Spanje verlaten. Zo'n 9.000 daarvan belandden in Duitse concentratiekampen, maar dat wist bijna niemand. Rond 2000 kwam daar verandering in. Dat was te danken aan Enric Marco, die zich toen opwierp als de spreekbuis van Amical de Mauthausen, de vereniging die zich bekommerde om de rechten en de nagedachtenis van deze vergeten groep oorlogsslachtoffers. Op scholen, op radio en televisie en in het Spaanse parlement vertelde hij over het leed van de kampslachtoffers in het algemeen en zijn ervaringen in kamp Flossenbürg in het bijzonder.
Marco had de Spaanse nazi-slachtoffers eindelijk een gezicht gegeven. Hij groeide zelfs uit tot boegbeeld van de memoria histórica (historische herinnering), de maatschappelijke beweging die lijnrecht inging tegen het grote vergeten dat de norm was geworden na de dood van dictator Franco in 1975. Eindelijk werden de Burgeroorlog en de dictatuur die daarop volgde onderwerp van een groot maatschappelijk debat.
Tot ieders verbijstering werd Marco in mei 2005 ontmaskerd als een bedrieger. Hij had nooit in een concentratiekamp gezeten, maar was in 1941 vrijwillig naar Duitsland vertrokken om daar als metaalarbeider de kost te verdienen. Dat hij tijdens de Franco-dictatuur in het verzet had gezeten bleek eveneens een leugen te zijn. Hij zat een tijdje in de gevangenis, dat wel. Maar dat was vanwege de diefstallen die hij had gepleegd om geld bij elkaar te sprokkelen voor de prostituee aan wie hij zijn hart had verpand.
Vleesgeworden fictie. Zo omschreef Mario Vargas Llosa Enric Marco in een artikel waarin hij zich verwonderde over het grote fabuleertalent van deze aartsbedrieger. Het was ook Vargas Llosa die Javier Cercas tijdens een schrijversetentje tipte om een boek over Marco te schrijven.
Jarenlang wilde Cercas er niet aan, zo legt hij uit op de eerste pagina's van De bedrieger. Dat had vooral met hemzelf te maken. Welk recht had hij om de geschiedenis van Marco te ontrafelen en publiek te maken? Zou dat niet de doodsteek zijn voor deze hoogbejaarde man? En zou het schrijven van dit boek de schrijver niet op pijnlijke wijze met zichzelf confronteren? Was hij zelf in wezen niet ook een bedrieger?
Met deze aftrap maakt Cercas meteen duidelijk dat De bedrieger niet alleen over Enric Marco gaat, maar ook over hemzelf. Die opzet kenden we al van Soldaten van Salamis (2001), Cercas' roman over een anonieme held uit de Burgeroorlog die in Spanje een ware sensatie was en ook daarbuiten veel aandacht trok. Maar er is een groot verschil: in Soldaten van Salamis pendelde Cercas nadrukkelijk heen en weer tussen feit en fictie terwijl hij zich in De bedrieger nauwgezet aan de feiten houdt.
Waarom noemt hij dit boek dan een 'roman zonder fictie'? Daarop heeft de schrijver in interviews een eenvoudig antwoord gegeven: omdat hij zich bij het schrijven ervan heeft bediend van de gereedschapskist van de romancier. Toch zet hij met de aanduiding 'roman' de deur weer een beetje open: is alles wat hij in De bedrieger schrijft wel echt gebeurd? Liep Cercas, om maar wat te noemen, bij een psychiater toen hij worstelde met zijn onderwerp? Werd hij inderdaad getergd door de vraag of hij zelf een bedrieger was? En klopt het wel wanneer hij schrijft dat hij sympathie en bewondering voor Marco heeft gevoeld of kwamen die gevoelens hem goed van pas voor het complexe beeld dat hij van zijn personage wilde scheppen?
Cercas wil het raadsel Marco niet zozeer oplossen als wel in al zijn complexiteit voor het voetlicht brengen. Daar slaagt hij glansrijk in voor zover het de maatschappelijke context betreft waarin Marco carrière heeft kunnen maken met zijn bedrog. Ook de vergelijking met Don Quichot, waar Cercas veel werk van maakt, is midden in de roos. En zo is er nog veel meer dat je met rode oortjes leest. Maar de indruk die je van Marco krijgt, laat weinig ruimte voor twijfel: dit is een pathologische leugenaar, een gewiekste mythomaan met een groot verteltalent, een onverbeterlijke narcist die nog altijd vindt dat hij niets verkeerds heeft gedaan.
Het raadsel waarmee De bedrieger je achterlaat is niet Enric Marco, maar Javier Cercas. Zou de schrijver daarop uit zijn geweest? Ook dat laat de roman in het midden.
***
Vertaald uit het Spaans door Jos den Bekker. De Geus; 477 pagina's; € 24,99.
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Een zoektocht naar het echte leven van Enric Marco, voorzitter van de Amical de Mauthausen, de Spaanse vereniging van overlevenden van de Holocaust. In 2005 bleek dat hij zich ten onrechte voordeed als overlevende van Duitse kampen. Zijn ontmaskering veroorzaakte een schok. In de overgangsperiode na veertig jaar dictatuur, waarin Spanje zich opnieuw moest uitvinden, lukte het Enric met een verzonnen verzets- en vakbondsverleden een mediapersoonlijkheid te worden. De auteur (1962) doceert literatuur aan de universiteit van Gerona. Daarnaast is hij een succesvol en bekroond schrijver van onder meer 'Soldaten van Salamis' en 'Outlaws', bestsellers in origineel en vertaling. Intrigerende 'faction' die wat traag op gang komt, maar vergeten episodes (zoals het zenden van arbeiders naar Duitsland tijdens) belicht. Biedt ook een boeiend inkijkje in de psyche van een meester-bedrieger.
Berthold Van Maris
em/ec/02 d
Liegen kan een vorm van verleiden zijn. Dat geldt ook voor schrijven. Niet vreemd dus dat een schrijver in de ban raakt van een zeer getalenteerde leugenaar.
Het nieuwste boek van Javier Cercas gaat over een leugenaar die op 12 mei 2005 wereldnieuws werd. Ook Trouw berichtte erover: "Spanjaard verzon verleden in concentratiekamp Flossenbürg." De 84-jarige Enric Marco veroorzaakte in Spanje veel opschudding: hij genoot landelijke bekendheid als een welbespraakte en veel-geïnterviewde overlevende uit een Duits concentratiekamp, maar nu bleek opeens dat de man nooit in zo'n kamp geweest was.
Cercas, die in zijn eerdere geprezen 'Anatomie van een moment' de mislukte Spaanse staatsgreep van 1981 reconstrueerde, reconstrueert in deze nieuwe 'non-fictieroman' het werkelijke leven van Enric Marco.
Dat echte leven van Marco blijkt niet minder interessant te zijn dan het ingewikkelde web van leugens waarmee hij zijn levensverhaal had opgesierd: anarchistische held in de Spaanse Burgeroorlog, overlevende van een Duits concentratiekamp, clandestiene verzetsstrijder onder Franco. Allemaal gelogen, laat Cercas al weten op de eerste bladzijden.
Wat wél klopt en wat ook al in het begin verteld wordt: Marco werd geboren in een krankzinnigengesticht. Zijn moeder leed aan schizofrenie en zou het gesticht nooit meer verlaten. De baby werd ondergebracht bij familie. Het beeld lijkt meteen duidelijk: Enric Marco heeft in zijn jeugd veel moeten missen, en was daarom later voortdurend op zoek naar aandacht en bewondering.
Het bijzondere is dat Marco volledig meewerkte aan dit boek. Niet door de waarheid te vertellen, maar door in lange gesprekken met de schrijver eerst al zijn verzinsels te herhalen, om vervolgens, nadat Cercas alles heeft nagetrokken en hem met de feiten confronteert, schoorvoetend toe te geven dat een deel van wat hij vertelt inderdaad verzonnen is.
Zowel dat fictieve levensverhaal als het wekelijke levensverhaal van Marco weerspiegelt heel mooi de geschiedenis van Spanje tussen 1935 en 2010: de politieke onrust in de jaren dertig, de burgeroorlog van 1936 tot 1939 met een half miljoen doden, de grimmige dictatuur van generaal Franco, de geweldloze overgang naar de democratie rond 1978.
De door Marco zelf verzonnen Marco was in al die periodes een soort held. De echte Marco blijkt een gemiddelde Spanjaard te zijn: een man met linkse sympathieën, die zich in de burgeroorlog zoveel mogelijk gedeisd hield. Later sloot hij zich aan bij de Spaanse vrijwilligers die in de Duitse industrie gingen werken, voor een economisch uitwisselingsprogramma tussen de Spaanse dictatuur en het daarmee bevriende nazi-regime. Paradoxaal genoeg deed Marco dit om te ontsnappen aan de benauwde sfeer in eigen land.
Wie minder geïnteresseerd is in de Spaanse geschiedenis kan het boek op een andere manier lezen: als een fraai portret van iemand die fabuleert. De welbespraakte, charmante of misschien zelfs wel charismatische man, die voortdurend liegt over zichzelf, om met die leugens de aandacht en bewondering te krijgen waar hij naar hunkert - dat verschijnsel kom je overal in de wereld tegen.
Bij zulke mensen valt al gauw het woord 'narcist'. Ze lijken heel erg ingenomen met zichzelf, maar in wezen is het andersom, dat ziet Cercas ook heel scherp: Marco wil juist niet zien wie hij werkelijk is, hij vlucht weg van zijn eigen middelmatigheid.
Neemt niet weg dat de man wel degelijk ook een charmeur is, ook in zijn gesprekken met Cercas. Aanvankelijk voelt de schrijver zich ongemakkelijk: hij zit te veel in de rol van ondervrager, van inspecteur van politie. Er komt een moment dat hij besluit om het anders aan te pakken: hij moet niet alleen de waarheid achterhalen, hij moet ook proberen te begrijpen wie Enric Marco is en waarom hij deed wat hij gedaan heeft.
De lezer evolueert daarin mee: Marco wordt gaandeweg steeds aandoenlijker, steeds sympathieker.
Cercas probeert zich in deze non-fictieroman puur aan de feiten te houden. Maar als door de wol geverfde schrijver ontkomt hij er niet aan om ook een charmeur te zijn, die literaire technieken inzet om de lezer te verleiden.
Gelukkig maar.
Het boek is stijlvol geschreven, en heeft een uitstekend gecomponeerde spanningsboog. Wat een vrij saaie exercitie had kunnen worden, blijft daardoor tot het einde spannend.
Jokken in Memoirs
De Spanjaard Enric Marco is niet de enige die loog over zijn Holocaustervaringen. Vorig jaar juni nog kwam in de VS de zaak van Joseph Hirt (86) aan het licht. Hij was in de oorlog met zijn familie vanuit Polen naar Joegoslavië gevlucht. Hirt vulde zijn ervaringen aan met een ontsnapping uit Auschwitz waar hij Joseph Mengele zou hebben ontmoet. Ook zei hij te hebben gezien hoe Hitler op de Olympische Spelen in 1936 Jesse Owens de rug toekeerde. Hirt werd ontmaskerd toen een historicus meldde dat de ontmoeting met Mengele niet kon hebben plaatsgevonden. Hirt gaf zijn bedrog toe. Hij verklaarde dat hij een en ander aandikte omdat hij zich zorgen maakte over de verminderde impact van de Holocaust-herdenkingen, zoals het Holocaust-museum dat steeds meer een toeristische attractie geworden is.
Eerder sierde Holocaustoverlevende Herman Rosenblatt zijn herinneringen op met de romantische ontmoeting tussen hem en zijn latere vrouw Roma. Zij zou zich met haar familie hebben schuilgehouden in het dorp Schlieben waar ze hem over het hek van kamp Buchenwald appels toewierp.
Rosenblat won een vertelwedstrijd van Oprah Winfrey met deze ultieme liefdesgeschiedenis, maar moest later toegeven dat hij het verhaal verzonnen had. Meer nog dan aan deze slechts ten dele fabulerende overlevenden herinnert het verhaal van Enric Marco aan dat van schrijvers die verzonnen ervaringen als waar gebeurd presenteerden. Zo schreef de Amerikaan James Frey over alcoholverslaving en een verblijf in een drugskliniek, en JT Leroy over een huisvrouw die een leven verzon als hiv-besmette transseksuele hoer en ex-junkie. Hun memoirs over overwonnen leed hadden veel succes. Tot zij als leugenaars, of beter: als fictieschrijvers, ontmaskerd werden.
Vert. Jos den Bekker De Geus; 480 blz., € 24,99.
oordeel
Stijlvol portret van fabulator én schrijver.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.