Karateslag ; Minna zoekt oefenruimte
Dorthe Nors
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : NORS |
Marnix Verplancke
2/ei/30 m
'Het ruikt naar seks, vindt ze. Ja, het ruikt naar poepdoos, schoolkamp en geheime hutten. Het ruikt naar de bekleding van afgedankte auto's, naar de zure doppen van limonadeflesjes en naar kinderen met vieze onderbroekjes.'
Tegen haar zin in is Sonja meegegaan met haar masseuse Ellen en nog een stel andere vrouwen. Ze gaan mediteren in een Kopenhaags park. Ruik aan de bomen en streel over het gras, geeft Ellen de met hun armen molenwiekende vrouwen de raad. Dus raapt Sonja een dot mos op en dit is wat ze ruikt. Ik moet dringend plassen, denkt ze daarop meteen, waarna ze naar het pretpark even verderop jogt en geniet van de drukte en een stuk taart.
Sonja, die tot haar eigen wanhoop dag in dag uit gore Zweedse misdaadromans zit te vertalen, laat zich trouwens niet alleen door Ellen ringeloren. Ook de relatie met haar rij-instructrice Jytte is problematisch te noemen. Het mens tatert er hele dagen op los, bezweert Sonja dat ze niet kan schakelen en doet dit dus altijd in haar plaats, waardoor zij in feite alleen maar wat stuurt en geen stap verder geraakt. En dat zou wel eens haar grote probleem kunnen zijn. Ze kijkt de hele tijd achterom, zoals de titel Spiegel spiegel schouder van Dorthe Nors' roman suggereert, naar het moment waarop haar huwelijk met Paul stuk liep, en ook wel verder terug, naar haar onschuldige opgroeien in Jutland, waar ze de mooiste herinneringen aan heeft.
Zo kan het niet verder, beseft ook Sonja, en dus neemt ze heel voorzichtig het heft in eigen handen. Ze stapt het kantoortje van de directeur van de rijschool binnen, doet haar beklag over Jytte en vraagt of hij haar voortaan les wil geven.
O jee, zo'n boek, denkt u nu wellicht, maar dan kent u Dorthe Nors nog niet. Niet alleen schrijft zij bijzonder gevat, met ingehouden ironie en soms zelfs wat feeëriek, ze is ook nog eens volstrekt onvoorspelbaar. Sonja zal inderdaad, zoals dit het ondergeschoven stiefzusje in ieder sprookje betaamt, het geluk vinden, maar niet daar waar ze het in eerste instantie zoekt.
Nadia Ezzeroili
ru/eb/24 f
In Spiegel spiegel schouder van de Deense Dorthe Nors (1970) is hoofdpersoon Sonja ook slim, grappig en ongemakkelijk en woont ze als single 40-plusser ook in een grote stad (Kopenhagen). Maar de vraag is of iemand Sonja zou willen zijn, want voor glamour is helemaal geen ruimte. Ze heeft niet eens echte vriendinnen.
In haar dagelijkse leven vertaalt Sonja populaire krimi's van de gevierde Zweedse auteur Gösta, die in zijn lugubere romans opmerkelijk vaak vrouwen laat verkrachten en vermoorden. Dit vertaalwerk is het enige waar Sonja een beetje status aan kan ontlenen. Ondertussen probeert ze vooral haar rijbewijs te halen; met haar perfecte zus Kate om te gaan; te snappen waarom haar liefdesrelaties steeds ellendig eindigen.
Dorthe Nors schrijft op duistere en onderkoelde toon. Zo denkt Sonja tijdens een hopeloze rijles opeens aan een uitzending over een Deense professor in de psychologie, die het vermeende slechte oriëntatievermogen van vrouwen en zwarte mannen wilde aantonen door ze in een centrifuge wiskundige vraagstukken te laten oplossen. Tussendoor merkt Sonja droogjes op dat de krimi-auteur Gösta zo'n centrifuge ook kon gebruiken, om een slachtoffer ('een vrouw, vastgebonden, het liefst naakt en met iets in haar mond gepropt') zo wreed mogelijk te laten sterven.
Sonja's gedachten lijken warrig en willekeurig, maar het onderliggende onbehagen is voortdurend voelbaar - en dat werkt beklemmend.
Er is, kortom, helemaal niets hygge aan het leven van Sonja in wereldstad Kopenhagen, maar wel aan het lezen van deze sinistere roman.
*****
Uit het Deens vertaald door Edith Koenders.
Podium; 174 pagina's; € 18,50.
Roderik Six
ru/eb/28 f
Iedereen met een rijbewijs op zak herinnert zich nog de stress van de rijopleiding. Het theoretische gedeelte lukt best, zolang je maar niet te hard nadenkt over voorrangsregels en bandenspanning, maar als je eenmaal met klamme handen in de auto, de heilige koe van het gezin, naast je panische verwekkers zit, is het altijd afwachten wie het eerst een hartverzakking krijgt.
Ook Sonja (veertig, woont in de grote stad, vertaalt Zweedse krimi’s om den brode) heeft er moeite mee. Invoegen en dode hoeken controleren, dat gaat vanzelf. Schakelen, dat is het probleem. Meermaals hoor je de versnellingen knarsen en meermaals valt ze stil. Ze krijgt maar geen vaart in de wagen, én in haar leven. Alles zit knel, ook in haar ‘achterhart’ zoals haar massagetherapeute Ellen het noemt: het stukje tussen de schouderbladen waar sluipmoordenaars hun dolk planten zodat het mespunt precies het hart raakt. Sonja denkt dat de verkrampte spieren een gevolg zijn van het bureauwerk, Ellen is ervan overtuigd dat haar chakra’s verknoopt zitten. Met haar slapen tussen het massagekussen geplet denkt Sonja na over haar krakkemikkige leven: haar mislukte relatie met Paul, die haar liet staan voor een twintigjarig meisje, de heimwee die ze voelt naar de ouderlijke boerderij en de ondertussen verdwenen vrede die ze ervoer toen ze daar nog tussen het koren speelde. Bovenal maakt ze zich zorgen over haar zus Kate, die zelden aan de lijn komt wanneer ze haar belt. Misschien moet ze Kate een brief schrijven, misschien moet ze een andere rijinstructeur inschakelen, misschien moet ze haar appartement opzeggen en misschien moet ze met haar diploma tolk toch iets beters aanvangen dan thrillers vertalen.
De twijfel stuitert door Sonja’s brein en haar Deense bedenker Dorthe Nors doet geen toegevingen aan het leesgemak: de gedachtenstroom warrelt ook in de tekst alle kanten op. Aanvankelijk wekt dat vernauwde perspectief sympathie op voor de weifelachtige Sonja, maar gaandeweg sluipt het ongemak binnen – ligt het probleem bij de wrede buitenwereld, of zijn bij Sonja een paar stoppen doorgeslagen?
Op zich is het een knoert van een seksistisch cliché, een vrouw die niet kan autorijden, maar Nors danst daar vaardig omheen en toont via haar originele taalgebruik hoe verpletterend eenzaamheid kan zijn. Volledig terecht dus, die finaleplek voor de Man Booker International.
****
Podium (oorspronkelijke titel: Spejl skulder blink), 176 blz., € 18,50.
Roderik Six
ru/eb/28 f
Iedereen met een rijbewijs op zak herinnert zich nog de stress van de rijopleiding. Het theoretische gedeelte lukt best, zolang je maar niet te hard nadenkt over voorrangsregels en bandenspanning, maar als je eenmaal met klamme handen in de auto, de heilige koe van het gezin, naast je panische verwekkers zit, is het altijd afwachten wie het eerst een hartverzakking krijgt.
Ook Sonja (veertig, woont in de grote stad, vertaalt Zweedse krimi’s om den brode) heeft er moeite mee. Invoegen en dode hoeken controleren, dat gaat vanzelf. Schakelen, dat is het probleem. Meermaals hoor je de versnellingen knarsen en meermaals valt ze stil. Ze krijgt maar geen vaart in de wagen, én in haar leven. Alles zit knel, ook in haar ‘achterhart’ zoals haar massagetherapeute Ellen het noemt: het stukje tussen de schouderbladen waar sluipmoordenaars hun dolk planten zodat het mespunt precies het hart raakt. Sonja denkt dat de verkrampte spieren een gevolg zijn van het bureauwerk, Ellen is ervan overtuigd dat haar chakra’s verknoopt zitten. Met haar slapen tussen het massagekussen geplet denkt Sonja na over haar krakkemikkige leven: haar mislukte relatie met Paul, die haar liet staan voor een twintigjarig meisje, de heimwee die ze voelt naar de ouderlijke boerderij en de ondertussen verdwenen vrede die ze ervoer toen ze daar nog tussen het koren speelde. Bovenal maakt ze zich zorgen over haar zus Kate, die zelden aan de lijn komt wanneer ze haar belt. Misschien moet ze Kate een brief schrijven, misschien moet ze een andere rijinstructeur inschakelen, misschien moet ze haar appartement opzeggen en misschien moet ze met haar diploma tolk toch iets beters aanvangen dan thrillers vertalen.
De twijfel stuitert door Sonja’s brein en haar Deense bedenker Dorthe Nors doet geen toegevingen aan het leesgemak: de gedachtenstroom warrelt ook in de tekst alle kanten op. Aanvankelijk wekt dat vernauwde perspectief sympathie op voor de weifelachtige Sonja, maar gaandeweg sluipt het ongemak binnen – ligt het probleem bij de wrede buitenwereld, of zijn bij Sonja een paar stoppen doorgeslagen?
Op zich is het een knoert van een seksistisch cliché, een vrouw die niet kan autorijden, maar Nors danst daar vaardig omheen en toont via haar originele taalgebruik hoe verpletterend eenzaamheid kan zijn. Volledig terecht dus, die finaleplek voor de Man Booker International.
****
Podium (oorspronkelijke titel: Spejl skulder blink), 176 blz., € 18,50.
Marian Verstappen-Naus
Veertigplusser Sonja vertaalt romans van een succesvolle Zweedse schrijver. Ze is niet gelukkig, haar vriendenkring bestaat uit haar rijinstructeur en een massagetherapeut. Sonja durft niet voor zichzelf op te komen en heeft heimwee naar het platteland waar ze vandaan komt. Maar als ze terug zou gaan, is het een bewijs van falen. Het lijkt allemaal even somber maar eigenlijk zijn de verhalen die Sonja, in gedachten, vertelt, best humoristisch. Zo schrijft ze een brief aan haar zus die heel anders uitvalt dan de bedoeling is en die ze toch maar niet verstuurt. Sonja heeft een scherpe blik op andere mensen en ze verzint er hele verhalen bij. Het verhaal is ontroerend, soms tenenkrommend als Sonja over zich laat lopen, maar vooral een zoektocht naar geluk. Het laat zien hoe mensen in de stad langs elkaar heen leven, maar dat het op het platteland ook niet koek en ei is. Van de Deense schrijfster (1970) verscheen eerder de verhalenbundel ‘Karateslag’.
Vrouwkje Tuinman
rt/aa/17 m
De meeste mensen die hun rijexamen halen kunnen voor geen meter rijden. Dat is dan ook niet wat er getoetst wordt. De vaardigheid waar je na dertig, vijftig of tweehonderd uur les nemen op wordt getest, is die van het doen alsof je een auto kunt besturen. Alleen mensen die dat kunstje beheersen, maken enige kans om in de volgende jaren daadwerkelijk te leren rijden.
Dit weet Sonja, de hoofdpersoon van Dorthe Nors' kleine roman 'Spiegel spiegel schouder', allemaal niet. Ze kan het ook niet weten, want ze zit nog midden in die afgrijselijke mangel die rijles is. Ze verplaatst zich met tegenzin door Kopenhagen. Niet eens hortend en stotend, zoals dat hoort bij leerlingen, maar soepel. Van haar instructrice mag ze namelijk zelf niet schakelen. Ze mag wel meer niet. Maar 'het valt niet mee om grenzen te stellen in een auto'.
Ook in de rest van het leven heeft Sonja daar moeite mee. Voor haar beroep vertaalt ze bloederige thrillers waar ze inhoudelijk niks mee heeft. Ze lijdt onder het botte gedrag van haar zus en laat zich zelfs koeioneren door haar massagetherapeute. Vrouwen, mannen, vrienden, familie, allemaal laten ze Sonja merken dat ze faalt.
En dan is er dus nog die rijles, die een wankel uitzicht biedt op een wonderlijk soort vrijheid. Sonja wenst heen en weer te kunnen rijden tussen het drukke Kopenhagen en de natuur van het platteland waar ze vandaan komt. Twee werelden waar ze niet past, en waar ze zo snel mogelijk tussen wil kunnen bewegen.
Nu is Sonja al ergens in de veertig. Het hele autogebeuren lijkt voor haar een mobiele weegschaal of het met haar nog iets gaat worden in het leven.
Vorig jaar verscheen van Dorthe Nors al de fascinerende verhalenbundel 'Karateslag / Minna zoekt oefenruimte'. Opvolger 'Spiegel spiegel schouder' is lichter en wat conventioneler van toon en neemt meer ruimte om één personage te schetsen. De dingen die haar overkomen - want zo is het vrijwel zonder uitzondering: Sonja zoekt niets op maar laat het gebeuren - zijn klein en heel groot tegelijk. Klein omdat ze weinig voorstellen: Sonja probeert gezellig te doen met een jeugdvriendin, Sonja probeert een wandeltocht te ondernemen. En groot omdat alles, echt alles uitloopt op een bevestiging dat ze in het verkeerde leven terecht gekomen is. Of, zoals ze het zelf noemt: dat ze 'niet helemaal goed afgesteld is als vrouw'.
Vrouwen komen er niet best af bij Nors. Mannen trouwens ook niet. Bijna ieder personage is in haar werk te zeer vervuld van zichzelf om een werkelijke band aan te gaan met anderen.
"Sonja geeft niet op. Dat zou ze wel moeten doen", schrijft Nors. En in zekere zin is het waar. In Sonja's zin. Bij ieder ander zou 'niet opgeven' verwijzen naar manhaftig doorzetten, het roer omgooien, tegen alle voorspellingen in zichzelf verbeteren en overtreffen. Bij Sonja betekent het dat hoezeer haar bestaan ook wringt, ze hardnekkig doorzet haar moeizame zelf te zijn. Weliswaar ontvlucht ze haar tirannieke rijinstructrice, maar in één moeite door wurmt ze zich in een nieuwe afhankelijkheidsrelatie met de volgende.
Wat ik zelf het meest hoorde in de leswagen is het woord 'besluitvaardigheid'. Ik nam wel beslissingen (links, rechts, remmen), maar niet snel genoeg, en vooral: niet openlijk genoeg. Dat kunstje beheersen is essentieel om een papiertje te halen. Je hoeft niet echt in je spiegel, in je andere spiegel, over je schouder te kijken. Je hoeft niets te zien. Je moet de man of vrouw van het CBR doen gelóven dat je hebt gekeken en gezien.
Op geestige, hoewel soms wat karikaturale wijze maakt Nors de pijnlijke waarheid duidelijk dat het echte leven net zo'n kunstje is.
Vert. Edith Koenders. Podium; 176 blz. € 18,50.
oordeel
Geestige, lichte, soms wat karikaturale roman over 'niet goed afgestelde' vrouw.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.