De Koran uitgelegd
Rachid Benzine
Rachid Benzine (Auteur), Katelijne De Vuyst (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2017 |
Thema: vrede en conflicten 7.3.VRE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Polis, 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14087 |
Dirk Leyman
rt/aa/01 m
Hectoliters inkt en scheepsladingen papier zijn er intussen besteed aan de opkomst van IS en de jihadterreur. Bijna elke dag verschijnen er nieuwe geopolitieke studies, alarmerende pamfletten of essays van (al dan niet zelfverklaarde) terrorismespecialisten. Is de impact van religie of van sociale achterstelling doorslaggevend of is er een zucht naar zelfdestructief avontuur?
Wat kun je aan dat hoog oplaaiende debat toevoegen met een literaire blik, zo vroeg de Frans-Marokkaanse islamoloog en onderzoeker Rachid Benzine (°1971) zich af na de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs. Benzine heeft zelf ettelijke boeken op zijn conto over de islam en predikt daarbij de nuance. Zowel vrijzinnigen als gelovigen zijn het er roerend over eens dat Benzine met Les nouveaux penseurs de l'islam (2004) de hand uitstak naar andersdenkenden. Hij heeft lak aan de groeiende groep scherpslijpers die de Koran al te letterlijk interpreteren.
"We moeten het begrip IS ontleden en alles wat gezegd wordt in naam van de islam. En dan zullen we merken dat het om fictie gaat, een imaginaire de terreur met als bedoeling angst te zaaien", zei hij daarover in 2014 aan Brussel deze week.
De charismatische Benzine - ooit Frans kampioen kickboxen - breekt er zich het hoofd over hoe hij zo veel mogelijk jongeren kan bereiken met zijn teksten, enigszins zoals Tahar Ben Jelloun destijds rond racisme, met het succesvolle Papa, wat is een vreemdeling? (2000). Benzine schreef op zijn beurt Le Coran expliqué aux jeunes (2013) en serveert toneelbewerkingen of lezingen, ook in de Brusselse KVS, waar opvallend veel jonge moslims aan zijn lippen hingen.
Vorig jaar boog hij zich in een toegankelijke briefroman over de kwestie die hem als 'een terugkerende, vertrouwde migraine' tergt. Waarom trekken jongeren met vrijwel dezelfde achtergrond en cultuur als hij blindelings naar een land in oorlog en moorden ze er 'in naam van een God die ook de mijne is'?
Dovemansgesprek
In Nour, waarom zag ik het niet aankomen? lezen we een (fictieve) briefwisseling tussen een vader en zijn twintigjarige dochter. Ze bestrijkt de periode februari 2014 - november 2016.
Nour, studente filosofie en godsdienstwetenschappen, verdwijnt spoorloos uit haar (Noord-Afrikaanse?) thuisland, wat tot grote onrust bij de vader leidt. Tot hij een brief krijgt dat ze in Irak verblijft. Razendsnel is ze bekeerd tot de radicale islam en getrouwd met een regioleider van IS, 'om de ongelovigen te verjagen'.
De vader is ontdaan, maar houdt de dialoog gaande. Het leidt tot een dovemansgesprek. 'Terwijl zo veel westerse vrouwen hun lichaam aan Satan offeren, aan een ontketende, vuile seksualiteit, offeren onze zusters hun zuiverste bezit', schrijft Nour. 'Ik heb het gevoel dat ik honderdduizend maal intenser leef, met alle vezels van mijn lichaam, nu ik een missie heb voor Allah soebhana wa ta'ala, voor de wereld, voor de hele mensheid.'
De vader wijst erop dat ze ooit 'fabelachtige woordenwisselingen' hadden over de Koran, waarbij ieder netjes zijn standpunt verdedigde. Maar de kritische en open geest van de vader wordt tegen hem gebruikt. Hij vraagt zich ontsteld af of hij bepaalde voortekenen niet heeft opgevangen. 'Hoe komt het dat ik, voordat onze wegen fysiek van elkaar scheidden, niet heb begrepen dat ze ook al op intellectueel, moreel en affectief vlak van elkaar waren verwijderd?'
Het dunne draadje dat hen nog met elkaar verbindt, is wederzijdse dochter-vaderliefde. 'Laten we alleen nog luisteren naar onze harten', klinkt het sentimenteel.
Zijn pogingen om haar terug te halen, lopen op niets uit. Zij wil per se dat hij naar Irak komt om de weldaden van het kalifaat met eigen ogen te aanschouwen: propere straten en vrouwen die niet langer aan mannenblikken worden blootgesteld. Wat volgt is een stellingenoorlog. Zij veracht 'zijn pathetisch betoog'.
Verontrustend is dat Nour geen naïef gansje, losgeslagen delinquente of een psychisch geval was. De vader gaf haar een gedegen opleiding, ze is kennelijk heel beredeneerd op de lokroep van Daesh ingegaan. Benzine wees er al vaker op hoe hij met verbazing vaststelde dat 'jihadstrijders in Syrië en Irak zeker niet in hoofdzaak jonge, psychologisch, economisch of sociaal gedesoriënteerde jongeren zijn. Er zitten briljante geesten bij die lange studies deden'.
Er vallen keiharde woorden in dit boek, waarin de strijd tussen waarheid, fake news en propaganda op het scherp van de snee wordt uitgevochten. Nour zet haar vaders studieuze en gematigde aanpak weg als 'de vergeefse zoektocht van een lafaard' en neemt herhaaldelijk zijn 'leeg leven van intellectueel onderzoek' op de korrel. Zelf noemt ze zich 'een opengebloeide vrouw'. Ze blikt bitter terug op haar jeugd: 'Ik was slechts een bange larf, slaaf van haar uiterlijk en van andermans blik (...), verstikt door het verleden.'
Nour lijkt gehersenspoeld en verblind. De vader riposteert: 'Hoe kun je je zo in hun slijk wentelen?' en hekelt 'de operettemoslims van de barbarij'. Hij wijst erop dat de voornaamste slachtoffers van IS moslims zijn.
Wake-upcall
Steeds feller blijft hij haar tegenargumenten voor de voeten werpen, terwijl hij intussen in eigen land beschimpt en zelfs verdacht wordt van medeplichtigheid aan het vertrek van Nour: 'Als je op zoek gaat naar de waarheid over onze godsdienst, geldt dat tegenwoordig als heiligschennis'.
Benzine kraakt in zijn tekst geregeld harde noten over de islam. 'De afwezigheid van humor, dat is de grote handicap van de islamisten.' Hij beschouwt de lach als 'mooiste uiting van subversief gedrag'.
In ieder geval weet de denker het drama van de bekering tot de jihad zeer aanschouwelijk te maken. In de woordentwist tussen vader en dochter werpt hij slim, zij het soms schematisch, pro en contra op. Wie heeft de waarheid in pacht? De lezer mag het zelf uitmaken in deze stoomcursus gematigde islam versus IS-propaganda. Wanneer Nour in Fallujah een dochtertje krijgt, treedt de roman in een noodlottige stroomversnelling.
Is het geloofwaardig dat de brieven in deze precaire omstandigheden écht aankomen? Misschien niet. Toch is Nour, waarom zag ik het niet aankomen? een onheilspellende en bezwerende leeservaring. Niet zozeer vanwege de literaire kwaliteiten: Benzines stijl is soms nogal exclamatief, iets te vaak bedient hij zich van uitroeptekens en af en toe ligt het sentiment op de loer. Wél om de onthutsende inhoud: 'In plaats van zin te geven aan hun leven, willen (de jihadi's) zin geven aan hun dood'.
Benzine ging de boer op met deze tekst, op maat gesneden voor gebruik in het onderwijs, en herwerkte hem tot een prangend toneelstuk, onder meer te zien in het Théâtre de Liège. Die theaterdialoog omschreef Le Monde als 'een soort uppercut'. Ook nu IS op het terrein flink van zijn pluimen laat, blijft dit boek inderdaad een pijnlijk accurate wake-upcall, des te dwingender omdat hij uit de pen van een liberale moslim komt.
Polis, 117 p., 17,50 euro. Vertaling Katelijne de Vuijst.
Menno Gnodde
De briefwisseling tussen een vader en zijn naar het kalifaat in Irak vertrokken dochter Nour ('Licht') tekent invoelend hoe jihadisme hun harmonieuze, liefdevolle eenheid dreigt te ondergraven. De vader, hoogleraar wijsbegeerte, staat voor de verlichte islam, voor vrijheid en tolerantie, de dochter zingt de lof van de Islamitische Staat en is blind voor de wreedheden. Vanuit die posities groeit nu van 2014 tot 2016 een dialoog, waarin beiden hun argumenten en rechtvaardiging rationeel dan wel emotioneel uitserveren. De dochter trouwt ter plekke, raakt in verwachting en bewierookt vooralsnog, ingekapseld en kortzichtig, haar man. De vader, weduwnaar, botst ook op de universiteit zwaar met agressief obscurantisme. Hoe nu verder? Welke zeggenschap rest hun nog, voor haar, voor hem? Rachid Benzine (Marokko, 1971), islamoloog en boegbeeld van de liberale islam, illustreert aldus in deze briefroman significant de intellectuele, spirituele en religieuze ontwaarding die ideologische radicalisering kan oproepen. Een scherpe visie en een krachtig pleidooi voor een open samenleving!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.