Billy the Kid & de sheriff
Siska Goeminne
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuwezijds, cop. 2012 |
VERDIEPING 3 : FEESTPALEIS : OVER MUZIEK-FILM : 781.3 COPL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zomer en Keuning, [s.a.] |
Muziek Informatief : 781.3 COPL |
15/01/2013
Het werk van Aaron Copland omarmt verschillende stijlen, van de modernistische vroege composities, met invloed van jazz en avant-garde, over de toegankelijke balletten naar de gedeeltelijk seriële late werken. Waar je naar moet luisteren in muziek is het resultaat van vijftien lezingen die Copland in 1936 en 1937 in New York hield. Hoewel het boek vooral een technische inleiding tot de muziekwetenschap is, zijn de normerende en poëticale uitspraken niet helemaal verdwenen.
Copland wil in zijn boek de ‘grondslagen’ beschrijven ‘van begrijpend luisteren naar muziek’. Hij richt zich daarbij tot de leek, maar die moet wel noten kunnen lezen: er staan veel muziekvoorbeelden in het boek en in de appendices zijn ze essentieel. Bovendien moet Coplands lezer geïnteresseerd zijn in de technische dimensies van de muziek: de zintuiglijke en expressieve dimensies worden slechts kort vermeld.
Stapsgewijs introduceert Copland de bouwstenen voor een vrij omvattende technische benadering van de muziek. Eerst besteedt hij aandacht aan het creatieve proces, dat hij voorstelt als een evolutie die begint met een thema, overstapt naar een genre en zo naar de ontwikkeling en uitbreiding van het thema binnen het genre. Dan komen de vier basiselementen van muziek aan bod: ritme, melodie, harmonie en klankkleur. Daarna bespreekt Copland de muzikale textuur: de monofonie, de homofonie en de polyfonie.
Nog een stap verder in de complexiteit brengen ons de hoofdstukken over de muzikale structuur. Herhaling en variatie zijn de cruciale manieren om coherentie te bereiken. Copland bespreekt achtereenvolgens de symmetrische herhaling, de herhaling door variatie, de fugatische vormen, de sonate (zowel op het niveau van één beweging als op het niveau van een compleet werk), en tot slot de vrije vormen (de prelude en het symfonisch gedicht). Al die technische kennis komt van pas in Coplands bespreking van de opera, de hedendaagse muziek en de filmmuziek. Het slothoofdstuk gaat over het belang van de vertolkers en de eisen die aan hen gesteld moeten worden.
Deze droge samenvatting doet geen recht aan Coplands heldere en bevlogen stijl. Hij overtuigt de lezer ervan dat er geen toekomst is voor de muziek zonder goede luisteraars. Copland onderstreept de rol van opvoeding en aan het eind zelfs die van de smaak. Zijn grootste eis is dat de luisteraar onbevooroordeeld naar muziek luistert. Technische kennis vergemakkelijkt die openheid, omdat je de muziek beter begrijpt. Uiteindelijk doel van dat begrijpen is bij Copland de reconstructie van de bedoelingen van de componist.
Copland pleit voor orde en grenzen, maar eveneens voor experimenten, die noodzakelijk zijn voor de vitaliteit van de muziek. Hij heeft duidelijke ideeën over goede en slechte thema’s, over goed en slecht gebruik van vormen als de sonate, over het niveau van componisten en composities, maar relativeert zijn definities, oordelen en classificaties.
Een aangename en leesbare inleiding op muziektheorie, uiteraard zonder moderne uitgeefmogelijkheden als een cd-rom met muziekvoorbeelden.
(Dit is een abstract van een artikel van Bart Vervaeck. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 6 2012.)
[Bart Vervaeck]
Ria Warmerdam
Heruitgave van de Nederlandse editie 'Luister zo naar muziek' (1960), een klassieker uit de muziekliteratuur. De Amerikaanse componist Aaron Copland schreef dit boek in 1939 naar aanleiding van een aantal lezingen die hij hield over het leren luisteren naar klassieke muziek. Hij bespreekt daarin onder andere de vier elementen: ritme, harmonie, melodie, klankkleur en een aantal fundamentele vormen zoals fuga, sonate en variatie. Hij betoogt overtuigend dat door het herkennen van de structuren, de luisteraar de muziek veel beter kan waarderen. Copland schreef voor leken. Nog steeds een zeer informatief en onderhoudend boek, mede door de geactualiseerde vertaling, maar voor de leken van nu is het instapniveau aan de hoge kant. Enige voorkennis is wel wenselijk. De illustraties bijvoorbeeld bestaan uit notenvoorbeelden die lang niet voor iedereen verhelderend zullen werken. Een cd met klinkende voorbeelden zou deze heruitgave beter bij de huidige tijd doen aansluiten, maar het is nog altijd zeer geschikt voor de enigszins ingevoerde liefhebber en de muziekstudent. Met register, werkenlijst en bibliografie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.