De wraak van de geografie : wat de wereldkaart ons voorspelt over komende conflicten en het gevecht tegen het onvermijdelijke
Robert D. Kaplan
Robert D. Kaplan (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Het Spectrum, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 330.6 KAPL |
31/12/2002
Sinds de val van de Berlijnse muur in 1989 is er een scala aan theorieën geopperd over de toekomst van de wereldpolitiek. De optimistische daarvan berusten op de aanname dat welvarende en rationele elites dominant genoeg zullen zijn om de wereld in de richting te sturen van meer democratie, respect voor mensenrechten en economische integratie. De pessimistische theorieën, die slecht functionerende democratieën, botsende beschavingen en anarchie voorspellen, wijzen op de zwakte van dergelijke elites en vooral op hun onvermogen om greep te krijgen op irrationele en weerbarstige schurken, die vaak wraakzuchtig zijn doordat ze zijn achtergesteld". Beroemde optimisten zijn Francis Fukuyama en Tom Friedman, beroemde pessimisten zijn Samuel Huntington en ook Robert Kaplan zelf. Kaplan -- een gerespecteerd opiniemaker -- is buitenlandverslaggever van het invloedrijke blad 'The Atlantic Monthly' en schreef de afgelopen jaren verschillende goedverkopende boeken, waarin hij op basis van eigen reiservaringen een apocalyptisch beeld van Centraal- en Oost-Europa, het Midden-Oosten en Centraal-Azië schetste. De kracht van die publicaties was dat de boude stellingen van Kaplan steeds waren gebaseerd op empirische waarneming ter plaatse en zo een zekere geloofwaardigheid kregen. In de nasleep van 11 september werpt Kaplan het nu over een totaal andere boeg. In Krijgspolitiek analyseert hij het werk van klassieke, kloeke denkers als Confusius, Thucydides, Livius, Machiavelli, Hobbes, Malthus en Churchill en past hij hun theorieën zonder veel omhaal op de 21e-eeuwse wereldpolitiek toe. Al die geselecteerde denkers huldigen een realistische, niet-idealistische aanpak van de grote wereldconflicten. De wereld is en blijft een strijdtoneel, vrede kan slechts worden bereikt door weerbaarheid, barbarisme kan wel worden beteugeld, maar niet worden uitgeroeid, politiek kan niet worden gebaseerd op hoogstaand moralisme. Hoewel Kaplan -- die vlot schrijft -- erin slaagt de theorieën van die denkers in hun essentie weer te geven en af en toe ook op een interessante wijze de brug naar het heden weet te slaan, wordt toch snel duidelijk dat hij geen groot politiek filosoof of theoreticus is. De storende factoren zijn legio. Hij bedrijft een erg instrumentele, partiële vorm van "geschiedschrijving", waarbij hij alleen weerhoudt wat in zijn kraam past, soms op de rand van het intellectueel oneerlijke. Het boek wemelt van de anachronistische uitschuivers, huldigt een te psychologiserende, antagonistische (bv. de realistische Churchill versus de naïeve Chamberlain) kijk op de werkelijkheid en geeft een pseudo-wetenschappelijke onderbouw aan zeer betwistbare theorieën. Overigens hebben de gebeurtenissen van 11 september Kaplans beoordelingsvermogen duidelijk vertroebeld. Waar vroeger nog kon worden gesproken van polemische, tot nadenken stemmende stellingnames, helt de balans nu over naar het simplisme, de veralgemening en de ongenuanceerdheid. Bovendien ontpopt Kaplan zich meer en meer tot een opruiende macho-militarist, getuige bv. deze uitspraak: "De uiterst complexe verstedelijkte gebieden zijn de slagvelden van de toekomst. Als Amerikaanse soldaten niet van dichtbij kunnen vechten en doden, staat de status van Amerika als supermacht op de tocht". Hij pleit ook onomwonden voor een beperking van de democratie als antwoord op de terroristische dreiging. Zo klaagt hij: "Door de logge democratische instituties worden militaire planning en de aankoop van wapens niet alleen zeer moeizaam, maar moet er ook in het openbaar verantwoording over worden afgelegd". Dat dit boek moeiteloos onze non-fictie toptien bereikte, dat Kaplan op handen wordt gedragen door leidinggevende figuren als Henry Kissinger en Robert McFarlane en mee de politiek van het Witte Huis bepaalt, is dan ook merkwaardig en verontrustend. Er zijn grenzen aan de politieke incorrectheid. [Gunter Bousset]
Drs. H.H.M. Meyer
De auteur is een van de invloedrijkste schrijvers over buitenlandse politiek. Hij schreef eerder onder meer 'Reis naar de einden der Aarde' (1997), 'Het einde van Amerika' (1999) en 'Balkanschimmen' (1999). Veelgelezen door machthebbers, maar niet alleen daarom ook voor andere lezers interessant. Goed vertaald in vlot Nederlands pleit hij voor realpolitik, de praktijk van het menselijk handelen. Hij gaat daarbij uit van oude, klassieke schrijvers zoals Churchill, Thucydides, Macchiavelli en Hobbes. En dat is totaal iets anders dan het blindelings geloven in vrijhandel en democratie als panacee voor alle internationale treurnis. Verfrissend, belangrijk en leesbaar. Zonder jargon en zo; voor iedereen met wat interesse goed te volgen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.