Geloof me maar : roman
Christophe Bell
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BELL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Manteau, 2017 |
Woord Volwassenen Romans : BELL |
Marnix Verplancke
rt/aa/01 m
Zes jaar geleden eindigde een Antwerps studentenfeestje in een drama. Christophe Bell en Mattias Van Der Stighelen, zoon van de bekende reclameman Guillaume Van der Stighelen, vielen per ongeluk in een onafgeschermd keldergat. Mattias was op slag dood. Christophe werd in coma afgevoerd naar het ziekenhuis en herstelde. De brulaap is Bells saluut aan zijn vriend Mattias, geen autobiografisch treurdicht, maar wel een los gecomponeerde, impressionistische roman waarin iemand terugdenkt aan alle plezier en onschuld van weleer.
Het boek bestaat uit een aantal op zich staande fragmenten waarin telkens een facet belicht wordt van de vriendschap tussen het luipaard en de brulaap, zoals hun totemnamen in de scouts luidden. Tijdens een kamp in Schotland steelt Christophe bijzonder symbolisch een aantal brandende kolen van zijn vriend om zo ook vuur te hebben. In de Pyreneeën trekken ze de haringen van een meisjestent uit de grond, waardoor deze zachtjes in elkaar zijgt. En dan is er natuurlijk nog de studententijd, toen de jongens samen op kot zaten en dachten dat niets hen kon raken.
Bell schrijft een bijzonder poëtisch proza waaraan de psychische verwarring na de dood van de brulaap makkelijk af te lezen valt. Op iedere straathoek meent hij zijn dode vriend te zien. Dat die fatale dag niet precies zo had moeten verlopen als ook maar één enkel detail anders was geweest, als bij wijze van spreken het verkeerslicht op rood had gestaan en niet op groen, houdt hem sterk bezig. Hij overweegt zelfs zelfmoord en bezoekt een psychiater om er weer bovenop te raken.
Zwaarwichtig wordt het boek daardoor niet. Daarvoor schrijft Bell te etherisch en te kwetsbaar, immer laverend op de slappe koord tussen esthetiek en pathetiek. En soms gaat het op dat vlak wel eens mis. Dan lijkt hij al te zeer meegesleept te worden door zijn eigen emoties, waardoor hij zinnen schrijft als ‘In duisternis neemt men enkel schimmen waar. In spiegels enkel zichzelf.’ of ‘Waar zoek ik iets wat ik niet kan vinden?’ Ergens doet het aan Peter Verhelst denken, maar dan wel aan een heel jonge, die nog moet leren doseren.
***
Manteau, 143 blz., € 19,99.
C.C. Oliemans
In een lange monoloog (wellicht gericht aan een psychiater die soms genoemd wordt) probeert een naamloze ik-persoon onder woorden te brengen welke gevoelens hij allemaal ervaart wanneer hij terugdenkt aan het verleden: zijn jeugd, middelbare school- en studententijd, meisjes, geluk en verdriet, en vooral de tijd die hij bij de padvinders doorbracht met de verschillende jongens die hij daar leerde kennen. Soms zijn de zinnen helder en logisch geconstrueerd, soms meer impressionistisch met poëtische beelden, half afgemaakte woorden en persoonlijke associaties, maar altijd is het duidelijk dat elke fragment van deze non-lineaire roman zorgvuldig geboetseerd en fijn afgewerkt is. Een dichterlijke mijmering over heden en verleden, trauma en verlies, kwetsbaarheid en openheid. Niet geschikt voor wie een duidelijk verhaal met kop en staart zoekt, wel voor wie zich op golven van weemoed wil laten meedrijven. Debuutroman.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.