Een film met Sophia
Herman Koch
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Vermist |
Ambo|Anthos, © 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2016 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2016 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2016 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo|Anthos, © 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7375 |
Magazijn |
Ambo|Anthos, © 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7625 |
Dirk Leyman
em/ec/07 d
'Hij bleek een buitengewoon aardige man te zijn die weinig tot geen last had van die specifieke vorm van ijdelheid die nauwelijks van verbittering is te onderscheiden en waaronder zo veel schrijvers gebukt gaan.' Zo noteerde Arnon Grunberg onlangs in zijn Parool-column over Herman Koch (°1953).
Uiteraard schuilt er steeds een stekelige, ironische ondertoon in de typeringen van Grunberg. Zeker is dat Herman Koch bijzonder goed overweg kan met zijn status van gefêteerde laatbloeier. Geen dolle fratsen, geen excessen en geen borstgeroffel over de opulente verkoopsuccessen en slierten buitenlandse vertalingen die hem sinds Het diner (2009) te beurt vallen. Maar ook geen valse bescheidenheid.
Nee, Koch schrijft bedaard verder. Hij leidt zijn gezapige leventje waarin hij zich slechts een extra toef luxe gunt. Dat kan een eenvoudig glas bier zijn. 'Ik werk elke ochtend een uurtje of twee en na afloop voel ik me altijd beter dan voor ik begon; niet omdat ik mijn werk heb gedaan, maar omdat ik iets heb bedacht dat er nog niet was. En dan ga ik de rest van de dag mailtjes beantwoorden, een rondje hardlopen, uit eten, naar de film', getuigde hij kort geleden over zijn dagindeling in de Volkskrant.
Als schrijver kent Koch geen faalangst meer. Sinds Het diner spreidt hij een bewonderenswaardig vakmanschap tentoon, zonder in herhaling te vallen. Al is er die voorkeur voor waanwijze hoofdpersonages die de pedalen verliezen en hun omgeving bitter en satirisch op de korrel nemen. Dat was het geval in Zomerhuis met zwembad (2011) en in Geachte Heer M. (2014).
Undercover in eigen huis
Ook Robert Walter uit Kochs negende roman De greppel is zo'n creatuur. De 60-jarige burgemeester van Amsterdam heeft zijn zaakjes op orde: een welverdiende tweede ambtstermijn en een modelgezin met een mooie buitenlandse vrouw en een schrandere dochter. 'Een paar jaar geleden heb ik in de Time-top 100 van wereldwijd belangrijke persoonlijkheden gestaan', laat hij ons onbescheiden weten.
Tot Robert, 'de menselijke burgemeester', plots wordt bevangen door het green eyed monster van de jaloezie. Wanneer hij op een nieuwjaarsreceptie zijn vrouw uitbundig ziet lachen om een grap van de saaie wethouder Maarten van Hoogstraten, ruikt hij onraad. Is dat mogelijk, overspel met dat bloedeloze heerschap, 'Nederlandser dan een struik andijvie waar één nacht vorst overheen was gegaan'?
Vanaf dat moment ontwaart Robert overal aanwijzingen dat zijn Sylvia zich in de armen van Van Hoogstraten heeft geworpen. 'Hoe kijkt een vrouw die haar man bedriegt? Hoe moest zij vooral niet kijken?'
We mogen driftig meefreaken in zijn alle richtingen op wiekende geest. 'Ik ben een undercoveragent in mijn eigen huis.' Niet alleen voor zichzelf lijkt Robert wolfijzers en schietgeweren uit te zetten. Als zijn hoogbejaarde ouders hem op de hoogte stellen van hun euthanasieplannen, gaan de poppen helemaal aan het dansen. Onverkwikkelijker wordt het wanneer een journaliste bezwarende foto's opduikelt. Heeft de burgervader tijdens zijn jeugdjaren bij een betoging een agent gemolesteerd? Het lijkt erop alsof Roberts bestaan langzaam in een puinzooi verandert. Hoe diep is de greppel, hoe onstuitbaar de val?
Venijn op de tong
Koch is in De greppel weer vaardig in het doseren én accumuleren van suspense, het spelen met cliffhangers en het uitzetten van dwaalsporen. Op het eerste gezicht weinig ter zake doende details blijken later pertinent en betekenisvol.
En natuurlijk is Robert Walter opnieuw het gedroomde vehikel voor een hoop snedige oprispingen en vermakelijke uitweidingen, maar ook botte vooroordelen. De ecologische doordrammers en hun Birckenstock-sandalen, veganisten ('Ben ik de enige die bij het woord veganisme aan iets heel anders moet denken?'), zelfmoordenaars ('Het is de rode draad die zelfmoordenaars met elkaar verbindt: een gemiddelde intelligentie'), euthanasie of het koningshuis: Koch legt zijn protagonist nogal wat venijn op de tong.
Van de democratie heeft de zogenaamd weldenkende Robert geen hoge pet op. En de Nederlandse burgermanmentaliteit krijgt het wederom hard te verduren. Hoe ergerlijk zijn Hollanders niet als ze door Parijs banjeren? 'Ze wisten niet dat je ook al op het midden van de dag van het leven kon genieten.' Zelfs uit twee minuten onhandig elektrisch tanden borstelen weet Koch een sneer te puren. 'Ik zag er intussen uit als een kwijlende bejaarde.'
De zich vergalopperende Robert zet de lezer regelmatig op zijn achterste poten. Toch ontsnap je niet aan een rare sympathie voor deze machtige klojo. Menschliches, Allzumenschliches?
Robert Walter krabt voortdurend aan het vernislaagje van zijn eigen pseudobeschaafde bestaan. Erg kochiaans, zoals Haro Kraak de term onlangs muntte in de Volkskrant: telkens zijn we in zijn boeken getuige van de 'botsing tussen wat betamelijk is en wat mensen werkelijk vinden'.
Deze nieuwe Koch haalt nét niet het niveau van zijn voorgangers. Misschien omdat de nevensprongen en stationaire gedachtegangen van zijn hoofdpersonage soms van het goede te veelzijn. Maar wat dondert het? Op leesplezier heeft Koch nauwelijks bespaard en zijn stijl is als vanouds franjeloos accuraat. Je wordt meegevoerd alsof je op een lopende band stapt.
Een knieval naar zijn lezerspubliek maakt Koch evenmin. Hij heeft ons al langer om zijn vingers gewonden.
Ambo/Anthos, 319 p., 21,99 euro.
Jan Desloover
em/ov/18 n
Bedriegt ze hem of niet? Op die vraag drijft de plot in de negende roman van Nederlands succesrijkste naoorlogse schrijver. 'Ik noem haar Sylvia', zegt de verteller in de eerste zin. Doet denken aan 'Call me Ishmael', de opening van Moby-Dick. Tot daar de gelijkenis, maar net als bij Melville zijn we dus meteen gewaarschuwd voor wat komt: best niet blind vertrouwen, die verteller. Dat was ook zo in Het diner, Koch zijn best verkochte boek, in Zomerhuis met zwembad en in Geachte heer M. Wat is waar en wat is waan, welke verbanden zijn reëel en welke bestaan alleen in het hoofd van die verteller? Soms weet je het pas laat in het verhaal, soms helemaal niet. Het is een van Kochs voornaamste technieken om spanning op te bouwen.
Hier heet de verteller Robert Walter. Zestiger, en burgemeester van Amsterdam. Zijn ego blaakt van gezondheid. 'Ik ben de motor van het gesprek. Van elk gesprek.' Of over die lunch met Bill Clinton: 'Het was een van de weinige keren dat ik de aanwezigheid voelde van een sterkere persoonlijkheid dan ik.'
Maar nu lijdt die sterke persoonlijkheid slapeloze nachten. Pleegt Sylvia, zijn vrouw, de liefde van zijn leven - 'Met Sylvia en mij is het heel simpel: waar wij zijn is het leuk.' - overspel met een van zijn wethouders?
'Het gebeurde op de nieuwjaarsreceptie', lezen we al na een paar bladzijden. Zo'n typisch Koch-zinnetje dat je meteen op de punt van je stoel zet. 'Het' blijkt flinterdun: een lach, een vluchtige aanraking. Maar voor Robert genoeg om het ergste te vermoeden en overal aanwijzingen te beginnen zien. Een soort zelfgeïnduceerd vlindereffect.
Geen uitblinkers
Koch geeft zijn hoofdpersonage graag een Jekyll en Hyde-kant. Ze weten hoe zich netjes te gedragen, maar onder het laagje vernis zit een hoop venijn, walging, agressie. Precies omdat ze zichzelf kennen, vermoeden ze ook bij anderen smeerlapperij achter de façade.
Zijn vertellers controversiële standpunten laten verdedigen, dat doet Koch ook graag, vaak via inwendige monologen. In Geachte heer M. moesten onder meer leraren het ontgelden: toonbeelden van middelmatigheid. Robert Walter vindt suïcidale mensen sukkels. 'Geen uitblinkers in elk geval.' Als zijn hoogbejaarde ouders hun euthanasieplannen communiceren, voelt dat dan weer prettig. Van groene jongens moet hij niet weten. De wethouder is er eentje. 'Hij is uit zijn boerendorp naar de grote stad vertrokken, maar heeft het platteland meegebracht. De windmolens. De blije, zich in de modder rondwentelende biologische varkens. Zijn eigen mestgeur.'
En zo smokkelt Koch in elk van zijn romans wel een paar thema's binnen die aan de orde van de dag zijn. Diep graaft hij niet maar je kijkt wel even door een andere bril. Altijd minstens geestig, soms is het stof tot verder nadenken.
'Ik was bang voor het besmeuren van het verleden', zegt Walter nog, door zijn vermoedens van overspel. Wat betekent een leuk moment nog als het achteraf niet helemaal was wat het leek? Een antwoord krijgen we ook hier niet. Maar als het over dit boek gaat: het was bijzonder genietbaar.
Ambo/Anthos, 320 blz., 21,99 € (e-boek 12,99 €).
Marnix Verplancke
em/ov/23 n
Robert Walter lijkt het helemaal gemaakt te hebben. Hij is als burgemeester van Amsterdam aan zijn tweede ambtstermijn bezig, heeft een knappe buitenlandse vrouw en een slimme dochter die zowel op school als in de liefde haar mannetje kan staan, Diana. Op zijn zestigste is hij een rots in de branding tot hij op een nieuwjaarsreceptie merkt dat Sylvia, zijn vrouw, toch wel heel erg dicht bij wethouder Maarten van Hoogstraten staat. Die twee hebben iets, schiet het door zijn hoofd, en als een Hollandse Othello begin hij dol te draaien.
De burgemeester wordt een undercoveragent in zijn eigen huis en ziet in iedere onbenulligheid een nieuwe bevestiging van zijn vermoeden. Wanneer Robert en Sylvia naar Parijs gaan en zij tijdens een etentje van tafel wegloopt omdat ze een dringende oproep heeft gekregen, groeit zijn overtuiging nog. Zeker wanneer Sylvia na haar terugkomst zegt dat het telefoontje van een Japanse vriendin was die vermoedt dat haar man er een maîtresse op na houdt. Steeds blijft diezelfde gedachte door zijn hoofd spoken: oké, als het nu George Clooney, Clint Eastwood of Sean Connery was, maar toch niet Maarten van Hoogstraten. Wat zegt dat over hem, dat Sylvia het met zo’n lulletje rozenwater aanlegt?
Wanneer Robert om zich heen kijkt, ziet hij overal spiegels van zichzelf rondlopen. Maar gelukkig is er Bernhard, een succesvolle astronoom met de dood op het lijf die de vinger op de wonde legt. Waarom al die menselijke – en in de praktijk vooral mannelijke – grootspraak, vraagt hij zich luidop af? Wie zijn wij dan wel? Een onooglijk detail op deze aarde, die zonder mensen niets minder waard zou zijn. We zijn zo verdomde geciviliseerd dat we niet meer weten wat een mens werkelijk is, klinkt Kochs boodschap vanuit de krochten en greppels van deze roman. Of zo verdomde Hollands, want Koch fulmineert veelvuldig tegen de kneuterige en krenterige mentaliteit van zijn landgenoten.
Maar het kan anders. Neem nu Roberts vader. Vierennegentig is de man wanneer hij tegen zijn zoon zegt dat het zo stilaan welletjes is geweest en dat hij er binnen het halfjaar samen met zijn vrouw een eind aan gaat maken. ‘Maar je bent nog kerngezond’, krijgt hij als tegenwerping. Waarop de bejaarde man: ‘Precies, net daarom.’ Maar zijn plan mislukt. Zijn vrouw sterft en hij overleeft de dubbele zelfmoordpoging, waarna hij zijn persoonlijke Indian summer beleeft. Al wat hij van zijn vrouw nooit mocht, doet hij nu in ijltempo. Zo koopt hij een iPhone en niet veel later ziet Robert hem voorbijscheuren in een rode sportwagen, een jong ding met fel aangezette lippen en bloemetjessjaaltje op het hoofd incluis. Is hij alsnog achter het geheim van het mannengeluk gekomen? Heeft hij zijn naturel gevonden en geniet hij van het bestaan zonder zich iets aan te trekken van het geweten dat de anderen hem proberen aan te praten? Misschien, maar lang zal hij er natuurlijk niet van kunnen genieten.
Herman Koch hanteert een licht absurdistische stijl die aan Arnon Grunbergs werk doet denken, inclusief de soms dode momenten waarop je je als lezer afvraagt waar het boek in feite heen wil. Al blijken die passages bij nader inzien niet altijd zo overbodig. Wat loopt Sylvia’s broer hier nu opeens door het beeld te lanterfanten, vraag je je bijvoorbeeld op een gegeven moment af. Tot de man een paar honderd pagina’s verderop weer opduikt en heel relevant blijkt. De greppel lijkt misschien bij elkaar gegooid, maar is dat echt niet.
****
Ambo/Anthos, 319 blz., € 21,99.
Drs. Yura Hollander
Toegankelijk geschreven psychologische roman, van de schrijver van onder andere 'Het diner' (2009) en het Boekenweekgeschenk 2017, over een zelfverzekerde burgemeester van Amsterdam die aan het wankelen gebracht wordt. Hij vermoedt namelijk een buitenechtelijke relatie tussen zijn vrouw en een wethouder. De lezer leest zijn gedachten en ervaart zo de toenemende twijfel. Terwijl de burgemeester zijn vrouw in toenemende mate wantrouwt, moet hij omgaan met de sterfwens van zijn hoogbejaarde ouders en met de verantwoordelijkheden op zijn werk. De spanning zit in de opbouw van het verhaal, dat verrassende wendingen bevat. Passages over de twijfel en jaloezie van een mogelijk buitenechtelijke relatie en uitgebreide herinneringen wisselen elkaar af. Thematiek als het voltooid leven, het milieuvraagstuk en natuurwetenschappelijke ontwikkelingen komen zijdelings aan de orde. Interessant is het overkoepelende thema van aanhoudende onzekerheid over de blik van een persoon op de realiteit: in hoeverre bestaat deze, wat doe je ermee en is een mens in staat de werkelijkheid te bevatten?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.