Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - afdeling Rumbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2016 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANB |
Besprekingen
Naakt voor de kunst
Dirk Leyman
em/ov/09 n
Boeken over de amoureuze verhouding van schilders en hun model? Het is bijna een volwaardige niche in de romanliteratuur. Lang hoef je niet te grasduinen in de boekenkast om ze naar boven te spitten, van Patricia de Martelaeres De schilder en zijn model (1989) en Margriet de Moors De schilder en het meisje (2010) tot het verfilmde Girl with a Pearl Earring (1999) van Tracey Chevalier. En wacht even. Liet David Van Reybrouck in zijn debuut Slagschaduw niet een journalist kortstondig verliefd worden op een naaktmodel?
Om maar te zeggen dat het onderwerp geregeld schrijverspennen in beroering brengt. Ook Katrijn Van Bouwel (°1981) bleek er door getriggerd. Ze voert in haar debuut De muze en het meisje een academiemodel op met dweperige trekjes, die absoluut de muze van een kunstenaar wil worden.
Van Bouwel is de laatste tijd alomtegenwoordig in de media. De flamboyante improvisatieactrice fleurt beeldschermen op in zomerse tv-programma's, bestijgt de podia als comédienne, twittert zich een lamme arm én heeft sinds kort ook een column in Knack Weekend.
Maar in een interview met Cutting Edge geeft ze ruiterlijk toe dat haar manusje-van-allesschap haar soms dwarszit. Ze koesterde al langer schrijfambities: "Af en toe kwam dat oude plan om een boek te schrijven opnieuw bovendrijven, maar ik klasseerde het telkens als: ooit, misschien. Tot ik weer ongelukkig was in job 3.025 en dacht: misschien moet ik het maar gewoon doen."
Stuurloos schepsel
In De muze en het meisje mag de taal vrijuit wentelen en rollebollen, in een opvallend geëxalteerd debuut. Geen wonder dat Van Bouwel af en toe tegen de pathetiekgrens aanschurkt.
Hoofdpersonage Mila is een enigszins stuurloos schepsel, zeker na de breuk met haar lamlendige vriend Wolf. Om aan de kost te komen, poseert ze als naaktmodel aan de Academie, een bezigheid die Wolf smalend als 'prostitutie' deklasseert.
Makkelijk is het natuurlijk niet, je kwetsbare, blote lijf etaleren, met al die geconcentreerde blikken én schaamtedrempels. Van Bouwel, die het ooit zelf een tijdje beproefde, beschrijft het allemaal plastisch: 'Als ik op handen en voeten zit - ik ben de Wolvin van Rome - voel ik de lucht tussen mijn billen langs mijn lipjes strijken. Ik was even vergeten hoe bloot ik hier ook alweer zit. De blos die over mijn wangen strijkt, is er niet alleen een van gêne.'
De licht tegendraadse Mila heeft evenwel een missie met haar lichaam. Ze droomt ervan om te gloriëren als muze van een beroemd kunstenaar. Tot ze bij toeval ontdekt dat de gelauwerde schilder Torven Storm haar al op doek heeft vereeuwigd.
Hun eerste ontmoeting op zijn vernissage is een bijna religieus gebeuren. 'Zoals een bril beslaat, wanneer je van de koude in een warme ruimte komt, zo condenseert mijn ziel op mijn hart wanneer ik hem zie', staat er. Dichter bij edelkitsch en suikerspinromantiek kun je niet komen. Volledige devotie is noodzakelijk als je de geliefde wilt zijn van deze Storm ('Dat eigendomsrecht heeft hij verdiend door mij in verf te vertalen') en zo krijgt dit boek gaandeweg een decadent fin-de- siècletintje.
Natuurlijk loopt de affaire met een sisser af en likt Mila na drie maanden haar gapende wonden. Wie hoog draaft, valt ook laag. Om vervolgens soelaas te vinden in de taxidermie. En dat is geen toeval.
Happende tepels
Van Bouwel neemt een lange aanloop voordat ze de liefdesvonken echt laat ontbranden. Ze weidt uit over Mila's vriendschap met Lisa, van wie de comedycarrière aanvankelijk een sputterend verloop kent - goed voor milde satire op het haar welbekende wereldje. Of ze grijpt terug naar jeugdherinneringen waarin de ironie met dikke stiftletters is aangezet.
Ze toont zich een pittig observator van het kleine deficit in onze grillige levens. Maar bij voorkeur zwelgt ze in de taal en ciseleert ze haar zinnen tot ze fonkelen vanop honderd meter afstand. Helaas doet die pronk- en praalzucht soms pijn aan de ogen. Van Bouwel weet zich amper in te tomen. Dat leidt tot krakkemikkige zinnen als: 'De straten glanzen als ogen op begrafenissen'. Of: 'Een familie is een onhandige puzzel van het toeval, dat geen mensenkennis heeft'. Het kan veel erger: 'Mijn tepels happen naar lucht als vissen naar brood'. Een scène die we ons - ook tijdens het liefdesspel - liever niet voor de geest halen.
Ook compositorisch betaalt Van Bouwel nog leergeld. Op het moment suprême van de kennismaking, tijdens de eerste autorit met de aan haar oor frutselende Torven Storm, last ze een hoofdstuk in waarin Mila plots doodleuk over kerstversiering begint door te bomen. Het breekt de scène, die even later ook nog potsierlijke allures krijgt wanneer Mila voor de koplampen van Torven een onhandige striptease opvoert.
Toch zou het behoorlijk onkies zijn om deze debuutroman af te serveren. Daarvoor heeft de schrandere Van Bouwel een te rijk palet en weet ze de lezer ook regelmatig met veel vuur op sleeptouw te nemen. Pel de Grote Gevoelens af en negeer het soms bakvisachtige gedweep van Mila met haar schilder en je behoudt een aangenaam weglezende roman - op het ritme van de vier seizoenen - over een vrouw op zoek naar haar identiteit. In de ingetogener slothoofdstukken trekt de schrijfster de balans recht.
Prometheus, 220 p., 19,95 euro.
De muze en het meisje
Marnix Verplancke
ob/kt/19 o
Mila, vooraan in de twintig, is een onzeker academiemodel. Voor haar vriend Wolf is dat zoiets als prostitutie, dus blijft Mila alleen achter, ‘tussen kunst en quiche’, zoals ze het zelf zegt, verwijzend naar de maaltijden die haar vriendin Lisa haar soms voorzet. Op een dag ziet ze zichzelf naakt op een aankondiging voor een tentoonstelling staan, een werk van de illustere Torven Storm, die vijf jaar eerder gestopt was met schilderen. Ze gaat naar de vernissage, wordt meegenomen door Torven en komt in een wereld terecht waar kunst, devotie en martelaarschap elkaar voor de voeten lopen. De schilder heeft haar nodig, begrijpt ze. Ze moet hem voeden en sturen, als model, muze en mecenas. Tot het drie maanden later tussen hen spaak loopt en Mila ervaart dat er twee momenten zijn waarop alle liedjes over jou lijken te gaan: die wanneer je pas de liefde hebt gevonden en die wanneer de liefde je zieltogend weer achterlaat.
Katrijn Van Bouwel, improvisatieactrice, comédienne, tv-fenomeen en columniste, heeft een debuutroman geschreven over het licht en het donker dat heel diep in ons allemaal zit, over de ijdelheid die we ongewild achternalopen en uiteindelijk ook over de redding die de taxidermie biedt. Al is dat laatste eerder iets persoonlijks, vermoeden we. Niet vies van enige pose en pathetiek schrijft ze zinnen als: ‘Ik vecht tegen het zomeruur en houd me op in de schemering, waar vertrouwd verdriet me vergezelt, samen met haar vriendinnen Insomnia, Melancholia en Zelfbeklag.’ Dat soort ironische zelfrelativering maakt De muze en het meisje zo rijk en subversief. En daarbij grossiert Van Bouwel ook nog eens in originele beelden. Of wat dacht u van deze beschrijving van onhandig bedcontact: ‘Niet lepeltje-lepeltje, maar eerder kaasschaaf-ijsschep’?
Prometheus, 220 blz., € 19,95.
J.J. Wolrich
Debuutroman van de Vlaamse actrice (1981). De hoofdpersoon Mila werkt als naaktmodel voor studenten van de kunstacademie. Door naakt te poseren laat ze zichzelf ontdekken. Ze krijgt een relatie met de kunstenaar Torven Storm. Hij heeft haar vereeuwigd in een schilderij waar zij naakt in een metrostation zit en op een tentoonstelling van hem is dat schilderij het hoogtepunt. Mila gaat met Torven mee naar zijn huis en blijft de hele winter bij hem. Hun relatie is heftig en intens, maar kortstondig, want beiden laten zich niet leren kennen. Na een enorm verdriet over dit verlies hervindt Mila zich en vraagt zich ook af of ze verliefd was op hem of op zijn beeld van haar. Zij zag zichzelf als een object, maar ontdekt dat ze haar leven zelf moet vormgeven. De ontwikkeling van de hoofdpersoon volgt de seizoenen, waarbij ze uiteindelijk in het opzetten van dieren de eeuwigheid, zingeving en vergankelijkheid met elkaar kan verzoenen. Het verhaal is rijk aan taal en woorden, die mooie beelden oproepen. Voor een breed lezerspubliek.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.