Stikvallei
Frank Westerman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2016 |
Thema: vrede en conflicten 7.3.VRE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14157 |
Karel Verhoeven
2/ei/06 m
Verwacht van Een woord een woord geen heldere analyse over het geweld dat ons overvalt. Daarvoor is wat we meemaken te nieuw, niet alleen in de betekenis dat het te vers is, maar dat de terreur echt van een andere orde is. Plotseling slaan in Europa terroristen toe die niet geïnteresseerd zijn in eisenbundels, gijzelingen, vliegtuigkapingen, mediastunts, rechtstreekse telefoonlijnen met regeringsleiders, kortom in het theater van terreur waar we in Europa in de jaren zeventig en tachtig mee leerden omgaan. Halverwege de jaren zeventig werd minstens een keer per maand een vliegtuig gekaapt. RAF (Duits), ETA (Baskisch), IRA (Iers) en PLO (Palestijns) legden bommen en pleegden moordaanslagen. Hun doel was politiek. Hun doelwitten stonden in dienst daarvan. Dat had een vertrouwde logica.
Nu, veertig jaar later, moorden jihadisten lukraak. Ze geven geen uitleg en doden ook zichzelf. Kamikazes op Europese bodem veranderen wat we dachten te begrijpen over terreur. Hun nihilisme verbijstert. Ook al zijn het onze jongens, de zonen van onze buren, we kunnen niet meer met hen praten. Dat willen we trouwens niet langer, we verafschuwen hun geweldsdrift. Ze zijn niet meer van onze wereld. En dus lopen we vast in onze pogingen om te begrijpen wat het geweld voedt en hoe we het kunnen bekampen. Radicalisering blijft een mysterie. Voor journalisten is dat bijzonder frustrerend. Jaren maken we er reportages per strekkende meter over, we lieten jihadi's aan het woord, brachten verslag uit van de talrijke terreurprocessen die justitie voerde, en we komen niet dichterbij.
Taal
Frank Westerman, voormalig buitenlandcorrespondent voor de Volkskrant en NRC en intussen veertien jaar schrijver, neemt een verrassend eenvoudig alternatief pad. Wat terroristen drijft en waarom iemand terrorist wordt, laat hij links liggen. Hij verlegt het perspectief naar onszelf. Hij gaat terug naar zijn ervaring als correspondent in Rusland ten tijde van het oplaaiend geweld in Tsjetsjenië. Hij wilde toen verslag uitbrengen, getuigen horen, feiten optekenen en gebeurtenissen uit eerste hand beschrijven. Kortom, het belangrijke grondwerk verrichten van de journalist en schrijver. Maar hij moest op de vlucht voor de dreiging van kidnapping door de Tsjetsjenen en voor het geweld van de Russen. De man die taal gebruikt werd de mond gesnoerd door mannen die geweld gebruiken.
Nu wij een nieuw terreurtijdperk beleven, vraagt Westerman zich af of ons geen andere optie rest dan terroristen te bestormen, te bestoken en te bombarderen tot ze verpletterd zijn. Kunnen we als samenleving geen verbaal weerwerk bieden tegen terreur? Haalt praten of schrijven iets uit tegen de zwarte vlag en de kalasjnikov?
Nu Westerman die vraag op tafel gooit, voelen we ons betrapt dat we er eigenlijk nog niet goed over nagedacht hebben. In de zelfverdedigingsmodus waarin we zitten, zien we alleen de optie van tegengeweld. We zijn in oorlog. De vijand is amper menselijk. 'IS bestaat uit gevaarlijke gekken, door seks geobsedeerde verkrachters die opgewonden raken van bloed', zei de Europees coördinator terrorismebestrijding Gilles de Kerchove. Met IS praten zou onverantwoord naïef zijn, dwaas en gevaarlijk. Niemand die het voorstelt. Ook Westerman niet.
Molukkers
Maar hij brengt ons terug naar een moment toen terreur in Nederland wel nog beantwoord werd met woorden. Eindeloos onderhandelen, palaveren, bruggen zoeken, ompraten, normaliseren. Niet scherpschutters maar psychiaters gingen in de tegenaanval. In een korte periode vergaarde de methode wereldfaam. Toen Nederland in drie jaar tijd, in 1975, 1977 en 1978, af te rekenen kreeg met vijf grootschalige gijzelingsacties. Molukse jongemannen voerden in en om Assen, in het noordoosten van Nederland, twee treinkapingen uit, een schoolgijzeling en een gijzeling in het Provinciehuis. In Amsterdam gijzelden ze het consulaat van Indonesië. Het ging er gewelddadig aan toe. Gijzelaars werden gedood, kinderen dagenlang onder schot gehouden. Ook dat was radicalisering van eigen bodem door fout gelopen migratie en mislukte integratie. Het gebeurde allemaal in het geboortedorp van Westerman, sommige jongens zaten bij hem op school.
Geen enkele keer kregen de terroristen de vrije aftocht met volgetankt vliegtuig die ze eisten en toch raakten de gijzelaars bevrijd. De Nederlandse overheid bereikte dat in vier van de vijf gevallen met praten. Twee psychiaters specialiseerden zich in de onderhandelingen. Westerman vindt een van hen terug en reconstrueert de negotiaties. Hij zoekt een van de kapers op die dichter geworden is. Hij hoort internationale experts in bemiddeling uit. Hij gaat op training in conflictinterventie en volgt een onderhandelingscursus. Zodat hij aan den lijve kan ondervinden hoe in gesprek te gaan en te blijven met terroristen en geweldenaars.
Het is een te verre bocht rond jongemannen die zich in een luchthaventerminal opblazen of een terras onder vuur nemen. Maar Westerman krijgt de opdracht zich volledig in te leven in de terrorist. Wat was zijn drijfveer? Waarom beschouwde hij geweld als de enige oplossing? Praten lukt niet zonder empathie. Die kan niet gefaket zijn. Hoe weerzinwekkend de daden of drijfveren ook zijn. Over alles kan worden onderhandeld. 'Zelfs met terroristen die vooraf hun eigen martelaarsdood aankondigen. Ze beroepen zich op tekst en dus op taal.' Kunnen we een gemeenschappelijke grond vinden zodat we ze uit hun delirium kunnen halen?
Westerman ontvouwt geen pleidooi. Daarvoor is zijn proza te intelligent. Hij houdt ervan te beschrijven, zelfs de details die er niet toe doen. Hij maakt een omtrekkende beweging. En hij blijft helaas ver van IS. Misschien is IS immuun voor taal. En levert het niets op om 'de wereld te bezien door de ogen van de terrorist'. Maar dat kan niet opgaan voor elke jongere die radicaliseert. In een beschaafd land laat het gif zich uiteindelijk toch alleen oplossen met woorden en met het begrip dat die woorden brengen. Op een indirecte manier is dit dus een belangrijk boek.
De Bezige Bij, 285 blz., 19,90 €.
Mede naar gegevens van Hans Renders
Onderzoek naar het effect van onderhandelingen in crisissituaties, zoals bezettingen, gijzelingen en kapingen. Een persoonlijke zoektocht van de auteur naar het antwoord op de vraag wat woorden kunnen bereiken in dergelijke crisissituaties. Hij doet dat onder meer aan de hand van de treinkaping door Molukkers in de jaren zeventig in Nederland en de bezetting van het Indonesisch consulaat, maar beschrijft ook een gijzeling in Tsjetsjenië in 1995. Een van de Molukse kapers was de handenarbeidleraar van de auteur. De Nederlandse overheid reageerde destijds omzichtig en via psychiater Dick Mulder werd met de terroristen onderhandeld. Hij weet beide acties tot een einde te praten. Buitenlandse kranten spreken van een succesvolle 'Dutch approach'. In Tsjetsjenië liepen de onderhandelingen anders: het Russische leger maakte met gebruik van 'disproportioneel geweld' een einde aan de kaping in Grozny.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.