Roofvogels in het Meetjesland
Daniël Acke
Daniel Acke (Redacteur), Elisabeth Bekers (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
VUBPRESS, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : 825.5 ACKE |
Kathy Mathys
il/pr/15 a
Sla eender welk boek over Charlotte Brontë open en je leest over haar kleine gestalte, haar onknappe uiterlijk, haar passionele inborst. Ze had veel gemeen met het hoofdpersonage uit haar bekendste roman, Jane Eyre. Ze was slim, sociaal onhandig en ambitieus. Ze vond het oneerlijk dat vrouwen zich enkel mochten bezighouden met huis en tuin. Met de dood was ze vertrouwder dan haar lief was: haar moeder stierf jong en begin 1855 was ze als enige van de zes kinderen nog in leven. In datzelfde jaar stierf ze, 38 was ze.
Iedereen heeft weleens gehoord van Jane Eyre en haar meneer Rochester. Lucy Snowe uit Brontës zwanenzang Villette is minder beroemd. Voor dit boek gebruikte ze haar Brusselse jaren als basismateriaal.
Emily (schrijfster van Woeste hoogten) en Charlotte Brontë reisden in 1842 van Yorkshire naar de Belgische hoofdstad om Frans te leren in het pensionaat van mevrouw Héger. Charlotte, die er langer bleef dan haar zus, werd verliefd op de heer des huizes maar meneer Héger beantwoordde die liefde niet. Eerst schreef Brontë over deze tijd in haar roman The professor, die postuum gepubliceerd werd, later in Villette.
Net als Jane Eyre is Lucy Snowe een wees die in haar onderhoud dient te voorzien. Ze is protestants, slim en houdt niet van emotioneel vertoon, van dames 'die lopen te trillen als een blad'. Europa is een onbekende voor Lucy, 'een droomland, ver weg'. Enigszins toevallig komt ze in Brussel terecht, een stad die de schrijfster de naam Villette geeft. Onderweg merkt het meisje de slijmerige kanalen op die zich als slangen door het landschap slingeren.
Kalkoenkuiken
Het beeld dat Brontë van onze hoofdstad ophangt is gemengd. Snowe is onder de indruk van de statige pleinen en boulevards, van wat ze meemaakt in het theater. Vlakbij het pensionaat van mevrouw Beck, waar Snowe lesgeeft, zit een steegje waar ze geniet van het zoete geluid van de kerkklokken. Snowe noemt Villette 'een kosmopolitische stad'. Op school zitten er meisjes van alle Europese nationaliteiten. Bij monde van haar hoofdpersonage bewondert Brontë het egalitaire klimaat waarin burgermeisjes en aristocraten de schoolbanken delen. We zijn hier mijlenver van de grimmige sfeer op Lowood, de school waar Jane Eyre het zo zwaar te verduren kreeg. De meisjes van mevrouw Beck maken wandelingen op het platteland; ze krijgen wafels en wijn onderweg.
Toch is Snowes eindoordeel over Brussel negatief, vindt VUB-docent Elisabeth Bekers in haar essay over de weergave van Brussel in de Engelstalige literatuur (zie kaderstuk). Aan de naamgeving merk je al hoe Brontë over Brussel denkt. Villette (klein stadje) is de hoofdstad van Labassecour (neerhof). Prins Leopold, de latere Leopold II, noemt ze Comte de Dindonneau ofwel Graaf van Kalkoenkuiken.
Snowe vindt de leerlingen hedonistisch en oppervlakkig. Het katholicisme dat ze belijden is inferieur aan haar protestantse geloof. Brontë, zo vindt Bekers, gebruikte Brussel vooral om te beklemtonen hoe goed en deugdelijk het in Engeland is.
Toch is Villette uiterst leesbaar. Het is een meeslepende romanover een originele vrouw. Villette laat bovendien een schrijfster zien die nog veel in haar mars had. Helaas stierf ze, kort nadat ze in het huwelijk trad met een vriend van haar vader.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.