De mislukkingskunstenaar Willem Frederik Hermans
Willem Otterspeer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : OTTE |
Peter Swanborn
ua/an/12 j
Otterspeer kennen we als biograaf van de filosoof Bolland en van schrijver W.F. Hermans. Van 2000 tot 2015 werkte hij aan de levensbeschrijving van de laatste, en deze roman laat zich lezen als Otterspeers poging om zich van Hermans te ontdoen. Daartoe heeft hij twee personages geschapen, een schrijver en een biograaf.
De schrijver, die veel overeenkomst vertoont met Hermans, overweegt een roman te schrijven over 'Iemand die in mijn papieren kop kan kijken, mijn archief. Die mij kan maken en breken als een alter ego. En mij misschien kan redden.' Tegelijk zint de biograaf op een mogelijkheid om zijn eigen leven aan dat van de schrijver te spiegelen. In een echte biografie is zoiets not done.
Dat Otterspeer over een fijne pen beschikt, wisten we al. Ook deze roman valt op door de scherpe observaties. Bijna elke alinea wordt afgesloten met een oneliner.
Toch knaagt er iets, want waar is het raadsel? Beide mannen vertellen uitvoerig wat hun bezighoudt en dwarszit, maar stellen nauwelijks vragen. En als er al een vraag is, dan hebben ze direct hun antwoord klaar. Gevolg is dat de lezer zich weinig aangesproken voelt.
In die zin kun je dit boek moeilijk een roman noemen, het is eerder een soort documentaire fictie en ook dan valt de overeenkomst met W.G. Sebald op, met name met diens De emigrés. Wat nog eens versterkt wordt door de vele zwart-wit foto's die een belangrijk onderdeel vormen. Net als bij Sebald.
***
De Bezige Bij; 288 pagina's; € 19,99.
Marnix Verplancke
em/ov/21 n
Meer dan tien jaar werkte de Leidse hoogleraar universiteitsgeschiedenis Willem Otterspeer aan zijn tweedelige biografie van Willem Frederik Hermans. De mislukkingskunstenaar verscheen in 2013, De zanger van de wrok twee jaar later. Een betere Hermans-biograaf dan Otterspeer was er in heel Nederland en Vlaanderen allicht niet te vinden: Otterspeer bezit een fenomenale kennis over de schrijver en is gefascineerd door diens nihilistische kijk op het leven. Zo gefascineerd dat hij Hermans en zichzelf nu opvoert in een roman, zijn eerste ooit, waarin hij zich de vrijheid van de fictie veroorlooft om zich te verlossen van dat nihilisme. Een ontgifting heet het boek niet toevallig.
Dat Otterspeer meer wilde doen dan zomaar een romannetje schrijven, maar ook in de clinch wilde gaan met zijn grote voorbeeld mag blijken uit de vorm die hij zijn boek heeft gegeven. Net als Hermans’ eerste grote roman, De tranen der acacia’s (1949), heeft het eerste deel van Een ontgifting een gevorkte structuur. Afwisselend vertellen de schrijver en zijn biograaf over hun kindertijd, waarbij naar het grote kantelmoment toegewerkt wordt, waarop hun beider zussen voor het voetlicht treden en blijkt hoe belangrijk die voor hun verdere leven waren. Zeker voor Hermans, weten we al uit Otterspeers biografie, want haar zelfmoord op haar eenentwintigste maakte van hem een schrijver.
De biograaf volgt zijn onderwerp op de voet. Hij bezoekt de steden, straten en huizen waar Hermans gewoond heeft, probeert de geuren op te snuiven die ook de schrijver geroken moet hebben en heeft in feite maar één doel voor ogen: verder komen dan het archiefmateriaal hem toestaat. Hij wil de man en zijn denken leren kennen en beseft maar al te goed de moeilijkheid van die opzet, dat dat zelfs schier onmogelijk is. Met ieder nieuw boek dat over Napoleon verschijnt, wordt die weer wat ongrijpbaarder, weet Otterspeer, hoe zou Hermans dan begrijpelijker kunnen worden door hem te doorgronden? Een ontgifting moest dan ook noodgedwongen op een desillusie uitlopen, niet voor de lezer, want die wordt getrakteerd op een hoogst originele, erudiete roman, wel voor de biograaf, wiens zoektocht naar peis en vree in een wereld vol hermansiaanse beroering alleen maar op de eigen grenzen kon botsen.
****
De Bezige Bij, 287 blz., € 19,99.
L. Torn
Karakterstudie en sleutelroman over de schrijver Willem Frederik Hermans (1921-1995). Op het eind van zijn leven schrijft ‘de schrijver’ (lees: WFH) een roman over een biograaf. Zijn biograaf. Alleen hij is nog in staat betekenis te geven aan het leven van de schrijver. Zelf heeft de schrijver het universum beschreven als een zinloze chaos. Deze fatalistische visie slaat nu terug op de schrijver zelf: zijn schrijverschap bezwijkt onder de zinloosheid die hij in zijn boeken heeft uitgedragen. In een andere verhaallijn zoomt ‘de biograaf’ Willem Otterspeer in op de miserabele jeugd en laatste levensfase van de schrijver. Met deze roman wil Otterspeer (hij werkte vijftien jaar aan de WHF-biografie) zich ontgiften van de negatieve invloed die WHF op hem heeft uitgeoefend. Tegelijk wil hij verhalen over zijn eigen gelukkige kindertijd hiertegenover zetten. Dat hij hiervoor (zonder expliciet zijn naam te noemen) WHF als schrijver opvoert, zegt iets over zijn fixatie door WHF. Een met tientallen foto’s geïllustreerde, prachtig geschreven, maar ook complexe roman.
Jaap Goedegebuure
em/ov/24 n
Het decor: Brussel, jaren negentig. De hoofdpersoon: een beroemde, controversiële Nederlandse auteur aan het eind van zijn leven. Het onderwerp: een wanhopige poging om nog één roman te schrijven. Ziedaar drie voorname ingrediënten van Willem Otterspeers als fictie gepresenteerde boek 'Een ontgifting'.
Zo samengevat valt er niet veel bijzonders over op te merken. Een roman over een roman die niet van de grond wil komen, het is een overbekend genre in de literatuur van de afgelopen honderd jaar. Interessant, om niet te zeggen uiterst curieus, wordt 'Een ontgifting' pas zodra de plot begint te draaien om de moeizame verhouding tussen de schrijver en de in zijn roman door hem verzonnen biograaf.
Helemaal verzonnen? Wel, zo simpel is het niet. Losjes door 'Een ontgifting' gestrooide jeugdfoto's en specifieke personalia maken het aannemelijk dat Otterspeer in de figuur van de verzonnen biograaf zijn zelfportret heeft getekend. En de oude, gedesillusioneerde en dodelijk vermoeide auteur, Lodewijk Schrijver, beantwoordt in menig opzicht aan het signalement van Willem Frederik Hermans (1921-1995), over wie Otterspeer behalve een lijvige biografie ook nog een aantal andere boeken publiceerde. Die inspanningen moeten hem niet alleen jaren van zijn leven hebben gekost, maar ook een flinke aanslag hebben gepleegd op zijn incasserings- en uithoudingsvermogen.
Niet alleen kreeg hij het flink aan de stok met een kleine kring van slippendragers en wierookbranders die Hermans veel beter dachten te begrijpen dan de door hen benoemde biograaf, hij moest zich ook inleven in een man die zich van jongs af aan had volgezogen met het gif van de rancune, om dat in de nachtelijke uren dat hij achter zijn schrijftafel zat uit te spuwen over alles en iedereen, zichzelf incluis.
Lodewijk (naamgenoot van een hermansiaanse antiheld die vindt dat hij altijd gelijk heeft) ziet zijn tegendraadsheid niet als een handicap, maar als een missie. Met zijn versie van de waarheid aangaande het bestaan wil hij zijn lezers verbazen én onderwerpen. "Ik zou hun hersens binnendringen, als een gif hun afweer uitschakelen, de functies overnemen, richten op totale vernietiging."
De titel ' Een ontgifting' bevat een duidelijke boodschap: wie met gif omgaat loopt de kans om ook zelf te worden vergiftigd. Bij wijze van therapie contrasteert Otterspeer het (min of meer gefictionaliseerde) verhaal over zijn eigen jeugdjaren met dat van Lodewijk Schrijver alias W.F. Hermans. Waar die werd getiranniseerd en gekleineerd door zijn vader, kreeg de biograaf vooral liefde, genegenheid en bevestiging. Waar de pseudo- en de echte Hermans zwaar hebben geleden onder de aanwezigheid van een oudere zuster die hun ten voorbeeld werd gesteld, maar die op 14 mei 1940 koos voor de dood en daarmee de beslissende stoot gaf tot het in zwavelzuur gedrenkte schrijverschap van haar broer, daar denkt de biograaf met warmte terug aan zijn jong overleden zus. Omdat parallelle lijnen elkaar alleen in het oneindige snijden, construeert Otterspeer in een hiernamaals een gesprek tussen de twee vrouwen. Daarbij houdt hij vaag wie spreekt en wie antwoord geeft. "Mogen zusters hun broer in de steek laten? Zijn broers niet veel eenzamer dan hun zusters? Alleen een zusje kan daar iets aan doen. Ze is eigen en anders, half vriend, half vrouw. Ze is het volledige antwoord."
Dat antwoord heeft in het geval van Schrijver/Hermans betrekking op de oorsprong van zijn oeuvre. Volgens hem kwam dat voort uit het gat dat het fatale pistoolschot in haar hoofd achterliet.
In het geval van de biograaf was het de oudere zuster die hem al vroeg op het spoor van Hermans zette en daarmee ook in aanraking bracht met het gif. "Alle angst die in je zat bracht hij aan de oppervlakte. Hij liet je de achterkant van het leven zien, chaotisch en ondoorzichtig. Tegelijk liet hij de voorkant van de literatuur zien, orde en helderheid. Die man heeft me gemaakt, ik zou hem kunnen zijn."
Tegen het einde van deze intrigerende, hier en daar nogal uitgesponnen, maar al met al toch geslaagde dubbelroman bevinden we ons, heel toepasselijk, op het slagveld van Waterloo. Daar beleeft Lodewijk Schrijver, en zijn biograaf met hem, de ultieme identificatie met zijn jeugdidool Napoleon. Veertigduizend boeken zijn er over deze tiran geschreven. "Veertigduizend grafstenen; en daaronder ligt 'de onbekende soldaat'. Elke biograaf kan het zich aantrekken. Begrafenisondernemers, dat zijn we."
oordeel
Hier en daar uitgesponnen maar geslaagde dubbelroman.
De Bezige Bij; 287 blz. € 16,90.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.