De vrouw met het rode haar
Orhan Pamuk
Orhan Pamuk (Auteur), Hanneke van der Heijden (Vertaler), Margreet Dorleijn (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2016 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PAMU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10482 |
Inge Schelstraete
il/pr/15 a
Mevlut Karataş verkoopt boza, een drankje van gefermenteerde tarwe dat met kaneel en geroosterde kikkererwten wordt geserveerd. Als Mevlut in 1969 op zijn twaalfde naar Istanbl komt om zijn vader te helpen bij de verkoop, zijn straatventers van boza al een nostalgische rariteit aan het worden. Om rond te komen werkt Mevlut ook als verkoper van yoghurt, ijs of rijst met kip, als kelner, gerant van een buffet, parkeerwachter en nog veel meer. Maar diep in zijn hart identificeert hij zich als bozaventer. Hij is zichzelf als hij 's avonds het juk met de twee schalen over zijn schouders hangt en door de wijken van de stad loopt 'alsof hij door zijn eigen hoofd loopt'.
Het vreemde in Mevluts hoofd is ook het vreemde aan Istanbul, waar Pamuk niet voor het eerst over schrijft. Hij haalde de titel van zijn negende roman bij dichter William Wordsworth: 'Dat vreemde in mijn hoofd, Een gevoel niet voor dat uur, Voor die plek te zijn.' Als de Portugese saudade melancholie is naar een plek, dan is de Turkse hüzün melancholie naar een plek uit het verleden. Pamuk beschreef het zonder wee te worden in Istanbul. Herinneringen en de stad, maar hier voelt het vaak routineus aan.
Het is wel de eerste keer dat Pamuks hoofdpersonage niet uit de hogere middenklasse komt, zoals hijzelf. Mevlut is een mens met een uitermate meegaand karakter. Hij schaakt Rayiha met de hulp van zijn neef Süleyman, beseft bijna meteen dat zij niet de zus is op wie hij verliefd werd en dat Süleyman baat had bij de persoonsverwisseling, maar legt zich opvallend snel en goedmoedig neer bij wat het lot hem heeft toebedeeld. Het stel wordt ondanks zijn penibele financiële toestand bijzonder gelukkig. Je vraagt je af of Mevlut zo'n goedzak is omdat Pamuk de kritiek wilde vermijden dat hij neerkijkt op zijn Anatolische landgenoten, de kiezersbasis van president Erdogan, maar hij is vaak wel erg nobel. De mannen uit Het Museum van de Onschuld hadden tenminste ook kleine kantjes.
Reportage
Pamuk vertelt in de roman vooral hoe tussen 1969 en 2012 tien miljoen Turken naar Istanbul migreerden, hoe de heuvels werden volgebouwd met gecekondular - letterlijk 'in één nacht gebouwde' woningen - en hoe die weer weken voor snelwegen en woontorens. Hij doet het met humor en levendige details, soms stokpaardjes zoals sigaretten: ambtenaren roken Yeni Harman, scholieren Bafra. Maar na de eerste tweehonderd pagina's, die je in een ruk uitleest, geven al die alinea's over lichtknoppen, liften en conciërges, je soms de indruk dat je een goed geresearchte reportage leest, veeleer dan een roman.
In de tweede helft worden de amoureuze verwikkelingen van Mevluts vrienden en neven wat grimmiger en duiken de thema's van Pamuks vorige roman Het Museum van de Onschuld op. Heeft Mevlut zijn vrouw bedrogen door te corresponderen met haar zus in gedachten, of moet de man van die zus zich bedrogen voelen? Het levert sprankelende dialogen op, maar Pamuk gaat niet diep op het thema in . De stukken stadsbeschouwing en seksuele politiek staan vreemd naast elkaar.
Pamuk heeft zeven jaar gedaan over Dat vreemde in mijn hoofd. Het is zo ambitieus om veertig jaar geschiedenis te vertellen, van bewogen maar overzichtelijke tijden - 'wie rechts was, was altijd ook religieus, en wie links was, was steevast nationalistisch' - naar steeds verwarrender conflicten en etnische, politieke, religieuze en financiële breuklijnen. Maar Pamuks gewoonlijk messcherpe zinnen zijn hier vaak veel te lang en ze rammelen. Het vreemde in Mevluts hoofd, waar het toch om zou moeten draaien, verrast je nooit door zijn originaliteit.
Vertaald door Hanneke van der Heijden en Margreet Dorleijn, De Bezige Bij, 640 blz.
Verschijnt op 18 april.
De auteur: hartstochtelijk aan Istanbul en zijn Ottomaanse verleden verknochte Nobelprijswinnaar.
Het boek: het leven en dromen van de bozaventer Mevlut Karataş en een beeld van Istanbul tussen 1969 en 2012.
ONS OORDEEL: een turf voor het strand: Pamuk speelt met favoriete thema's en serveert charme en kleur, maar raakt je niet zoals met zijn vorige boeken.
Jos Radstake
Deze roman van de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk (1952) is een familieroman waarin Istanbul mee ademt. We volgen gedurende zo’n vier decennia de boza-verkoper Mevlut, die de traditionele drank vooral ’s avonds uitvent. Hij ziet een meisje en valt op haar. Hij schrijft liefdesbrieven, maar door een naamsverwisseling belanden die bij een oudere zuster. Hij schaakt haar, aanvankelijk ongezien en trouwt. Er ontstaat zuivere liefde, maar de brieven komen tussen hen. Vertellershoofdstukken worden gevolgd door passages van verhaalfiguren in de ik-vorm. Het wisselend perspectief omcirkelt de handeling, die met voorname traagheid voortgaat. Maar altijd is er boza. De innerlijke stem van Mevlut gaat een wisselwerking aan met wat hij ziet in de stad (haast een personage). De eenling te midden van velen; de familie in de veranderende wereldstad (de geschiedenis); de traditie tegenover vernieuwing; de kleine, naïeve mens en zijn liefdes, dat zijn de onderwerpen van deze mooie roman. Uiteindelijk is het de ultieme liefde en de melancholie om het voorbijgaan die overblijven. Een slot om niet te vergeten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.