Offerkind
Rob Ruggenberg
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2015 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : RUGG |
Silvester van der Pol
Samen met zijn oudere broer Pieter monstert Roemer in 1722 aan op een van de schepen die koers zetten naar het vermeende Zuidland in de Stille Oceaan. Scheurbuik zorgt voor veel dodelijke slachtoffers, waaronder Pieter die sterft als ze op een koraaleiland stranden. In het besef dat hun overlevingskansen klein zijn, besluit een vijftal schepelingen te deserteren en achter te blijven. Een van hen is Roemer. Het eiland lijkt louter paradijselijk te zijn, maar al gauw worden de mannen geconfronteerd met de duistere kanten van Takapoto. Inmiddels zesde, deels op feiten gebaseerde, historische avonturenroman van deze voormalige journalist, die zich opnieuw nauwkeurig gedocumenteerd heeft, dit keer onder andere door zelf zes weken op de atol te gaan wonen. In het goed geschreven en spannende verhaal worden geen doekjes gewonden om de wrede zaken die zich afspeelden bij en tussen de diverse bevolkingsgroepen toen. Stoer verhaal voor dito lezers over een deels geromantiseerde geschiedenis van dit afgelegen gebied. Vanaf ca. 12 jaar.
Veerle Uyttersprot
ru/eb/15 f
Rob Ruggenbergs nieuwste historische roman is gebaseerd op de ontdekkingsreis van de Nederlander Jacob Roggeveen. In 1721 vertrok hij met drie schepen in de hoop om het legendarische Zuidland te vinden dat ergens in het zuidelijk halfrond moest liggen, zo dacht men toch. Roggeveen ontdekte wel het Paaseiland maar Zuidland bleef onvindbaar. De reis werd bovendien gekenmerkt door voortdurende tegenslagen: de expeditieschepen verloren elkaar geregeld uit het oog, aan boord van de schepen heerste scheurbuik, de bemanning leed honger en dorst en voortdurende werden ze geplaagd door hevige stormen. Tot overmaat van ramp sloeg het kleinste van de drie schepen – de Africaensche Galey – te pletter op de riffen van het kleine atol (ringvormig koraaleiland) Takapoto. Niet voor niets bedacht Roggeveen het met de naam ‘Schadelijke Eiland’. Vijf bemanningsleden hielden het na deze scheepsramp voor bekeken en vluchtten weg op het eiland. Wat met hen nadien gebeurde, is niet bekend. Maar toen de Engelse ontdekkingsreiziger John Byron veertig jaar later bij het eiland Takapoto aankwam, zagen hij en zijn bemanning een oude man met een lange baard die een lied zong dat westers klonk, hoewel Byrons matrozen hem niet begrepen. Het is niet onmogelijk dat het hier ging om een overlevende van de vijf deserteurs van de Nederlandse expeditie.
Deze historische feiten greep de auteur aan om een avonturenroman te schrijven met de (fictieve) scheepsjongen Roemer Jonasse als hoofdpersonage. In het boek wordt Roemer de jongste van de vijf weglopers. In tegenstelling tot zijn landgenoten past Roemer zich wonderwel aan zijn nieuwe leven op het Polynesische eiland aan. Zijn open, nieuwsgierige geest zit daar zeker voor iets tussen, maar waarschijnlijk ook de aanwezigheid van Nu’i, een mooi, jong inheems meisje. Het is echter geen idyllisch bestaan daar op dat paradijselijke eiland. De hitte is moordend en het gebied wordt geteisterd door verwoestende orkanen. De Nederlandse nieuwkomers gedragen zich vaak onbehouwen en dominant tegenover de lokale bevolking en tussen de bewoners van verschillende eilanden heerst een grote rivaliteit. De meest beruchte krijgers komen van Ana’a, wrede kannibalen die de vrouwen en meisjes wegroven uit hun dorpen, de mannen doden en opeten. Met al deze ingrediënten maakte Ruggenberg een spannend boek dat ook uitnodigt om meer te weten te komen over de periode en de omstandigheden waarin Roemer leefde.
De auteur heeft zich goed gedocumenteerd (ook ter plaatse) en hij deelt zijn kennis graag met zijn lezers. Achterin het boek wordt een verantwoording opgenomen met historische informatie en met bijzonderheden over het leven en de taal op de Polynesische eilanden. Aantrekkelijk – ook voor schoolgebruik – is de website waarin al deze aspecten uitgebreider en voorzien van heel wat beeldmateriaal worden behandeld. Eén schoonheidsfoutje toch: het achttiende-eeuwse Nederlands van Roemer en zijn landgenoten kan bezwaarlijk ‘Oudnederlands’ worden genoemd zoals Ruggenberg dat herhaaldelijk doet. Volgens de puntjes op de taalhistorische i wordt de term Oudnederlands gebruikt voor de taalfase vóór 1150.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.