Goede mannen
Arnon Grunberg
Arnon Grunberg (Auteur), Vic van de Reijt (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nijgh & Van Ditmar, © 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13902 |
Persis Bekkering
em/ec/02 d
Dat Arnon Grunberg als schrijver en columnist duizelingwekkend productief is, wisten we al. Maar dat hij productief is op het maniakale af, blijkt pas echt uit De dagen van Leopold Mangelmann - Een keuze uit de archieven van Arnon Grunberg. De dikke pil is een selectie uit Grunbergs jeugdwerk, gekozen uit alles wat hij voor zijn officiële debuut Blauwe maandagen in 1994 heeft geschreven.
En dat was nogal veel, getuigt zijn uitgever in ruste, Vic van de Reijt, in het nawoord. Geduldig heeft hij Grunbergs garage zitten uitpluizen, waar chaotische torens bananendozen stonden opgestapeld tot aan het plafond, gevuld met premature schrijfsels en boekjes uitgegeven in eigen beheer. Grunberg had alles bewaard van zijn vroege toneelteksten, brieven, romans en gedichten, zelfs alle versies daarvan. Van de Reijt vond een 'nooit gepubliceerde roman', Woord dat God schuimbekkend afwees, die de opening van de bundel is geworden. De verzameling is niet chronologisch maar ingedeeld per genre - verhalen, eenakters, prozagedichten - en zo krijgen we een geordende dwarsdoorsnede van Grunbergs productie als late tiener en vroege twintiger, in de jaren voorafgaand aan zijn debuut.
Er kleeft natuurlijk altijd een probleem aan het publiceren van vroeg werk, of in elk geval aan het beoordelen ervan: waarom zouden we al die teksten, die begin jaren negentig werden afgewezen door tijdschriften, toneelgroepen en uitgevers, nu wél goed vinden? Nu we weten dat Grunberg een van de belangrijkste, vaakst bekroonde auteurs van de hedendaagse Nederlandse letteren is: verandert zijn status iets aan ons oordeel?
Het antwoord ligt ergens in het midden. De kwaliteit van het werk wisselt, van aandoenlijke, vormloze gedichten naar een adembenemende brief vol verlangen, humor en inzicht.
De roman Woord dat God schuimbekkend afwijst lijkt achteraf bezien vooral een voorstudie voor Blauwe maandagen. Het joodse personage is min of meer dezelfde als Arnon in de debuutroman, even nerveus en verlangend, het geruzie aan de ouderlijke keukentafel is er ook (en even grappig), evenals de korte, afstandelijke stijl die de onderdrukte (oorlogs-)trauma's alleen maar schrijnender maakt. Maar wat structuur betreft is de schrijver minder scherp.
Soms, tussen het gekeuvel over de kleur van zijn urine en zorgwekkend aantal moedervlekken door, analyseert de verteller zichzelf haarscherp. 'Ik wilde iemand anders worden. Dat is dus niet gelukt. De andere adem bleef demarcatielijn, het andere lichaam is front. Ik deserteer. Zeg dat het een nederlaag is, gebrek aan verantwoordelijkheid, angst om te leven. Ik zal niets ontkennen.'
De roman zet de toon voor de rest van de bundel. Het is interessant om te zien hoe vaak de schrijver zichzelf herhaalt, in zinnetjes, verlangens, namen van personages, de verschillende serveersters die de jonge Grunberg begeerde. 'Laten we elkaar verlepte muizen noemen', zegt 'Jongen' tegen 'Mariette' in de eenakter Mariette. De zin keert terug in het gedicht 'Morgen' (waarin de dichter besluit: 'Laten we misschien een feest geven, vanavond, voor andere verlepte muizen.'). Dit soort herhalingen is voer voor literatuurwetenschappers en biografen. Hoe vaker een zin terugkeert, hoe meer het waar lijkt te zijn. Grunberg is vanaf het begin van zijn schrijverschap al pijnlijk eerlijk, hij geeft zichzelf volledig aan de taal.
Misschien is dat inzicht, dat meer een bevestiging is dan een blikseminslag, wat beklijft na lezing van de bundel. Met als bonus het literaire hoogtepunt 'Brief aan M', een beeldschone meditatie op taal, herinnering en angst, geschreven aan een serveerster. Je begrijpt niet dat M nooit heeft gereageerd op dit prachtige essay. Of wel, de schrijver was weer eens te eerlijk. 'In mensen ben ik geïnteresseerd, omdat ik bang voor ze ben en voor jou ben ik het allerbangst.'
***
Nijgh & Van Ditmar; 464 pagina's; € 24,99.
F. Hockx
Toen hij op 2 mei 1994 de Nederlandse literatuur instormde met 'Blauwe maandagen' had Grunberg er al veel ‘schrijfkilometers’ opzitten. Enkele teksten waren gepubliceerd bij kleine uitgevers, onder meer in 'De dagen van Leopold Mangelmann' (1993). Onder diezelfde titel verschijnt deze omvangrijke bundel, waarvoor Van de Reijt, jarenlang Grunbergs uitgever, het archief van de schrijver doornam. De teksten uit de eerdere uitgave verschijnen nu in een andere ordening, aangevuld met een groot aantal voor 1994 geschreven teksten. Na een (onvoltooide) roman volgen verhalen, brieven, toneelwerk en (proza)gedichten. Terugkerende motieven, stijlfiguren en personages laten zien hoe Grunberg steeds uitkomt bij zaken die we uit zijn latere werk kennen, zoals het getraumatiseerde joodse gezin, de absurdistische situaties en dialogen en de onaangepaste jongeman met mislukkende liefdes en maniakale schrijfdrift. Deze bundeling is, mede door de uitgebreide toelichting, een waardevolle uitgave voor wetenschappers die zich op Grunbergs werk zullen gaan storten en voor de hardcore-fans van de schrijver.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.