's Middags zwem ik in de Noordzee
Wim Brands
Wim Brands (Samensteller), Nikki Brands (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11650 |
Dirk Leyman
rt/aa/18 m
Wie literatuur bloemleest, waagt zich in een mijnenveld. Eerst mag je je in het uniform van ijkmeester hijsen. Vervolgens kun je maar beter je kogelvrij vest omgorden. Want je bent gegarandeerd schietschijf en mikpunt als je een Staat van de Letteren opmaakt. Bij verschijning van je bundel turven en tellen schrijvers driftig of ze al dan niet zijn opgenomen. En als ze uit de boot vallen, gaan ze kniezen in een hoekje of ventileren ze hun ongenoegen. Joost Zwagerman kent het verschijnsel sinds zijn drie vuistdikke bloemlezingen met verhalen en essays uit de Nederlandse literatuur. En wie herinnert zich niet de bonje die Gerrit Komrij zich sardonisch op de hals haalde toen hij zijn geruchtmakende poëziebloemlezingen wereldkundig maakte?
Nu steekt de Nederlandse VPRO-presentator Wim Brands zijn nek uit met een bloemlezing. Daarin maakt hij de balans op van 'de nieuwe schrijvers van het nieuwe millennium', met zestig auteurs die vanaf 2000 zijn gedebuteerd. De man die op zondagmorgen schrijvers ontvangt in Brands met boeken, het enige nog lopende boekenprogramma op de Nederlandse televisie, geniet autoriteit. Toch ziet hij zijn klus slechts als 'een momentopname' van 'een enthousiasteling' en 'een leesbevorderaar'.
Namen als Gerbrand Bakker, Gustaaf Peek, Esther Gerritsen, Peter Buwalda en A.H.J. Dautzenberg staan prominent. Net als de jongens en meisjes rond Das Magazin: Maartje Wortel, Hanna Bervoets, Niña Weijers, Jamal Ouariachi én ook Thomas Heerma van Voss - maar niet broer Daan. Met opvallend veel 'kaalschrijvers', geheel volgens de geliefkoosde Nederlandse soberheid. Debat gegarandeerd. Was het niet vooral 'een Amsterdams feestje'? Achtentwintig vrouwen van de zestig, dat kan tellen. Maar waarom zijn allochtone auteurs zogoed als afwezig? En slechts zeven Vlaamse auteurs (Thomas Blondeau, Saskia De Coster, Ann De Craemer, Griet Op de Beeck, Jan Vantoortelboom, Margot Vanderstraeten en Annelies Verbeke) op een totaal van zestig, is dat niet wat weinig, zo vond Knack?
Missie
Wim Brands doet een bekentenis: "Ik had eerst helemaal geen zin om een bloemlezing te maken. Hoe kun je in godsnaam het kaf van het koren scheiden als de nieuwe eeuw nog maar vijftien jaar telt? Dus ik zei nee. Waarna me werd verzekerd dat het geen lijst hoefde te worden. Ik mocht een collage maken van fragmenten uit romans en verhalen. Ik heb mijn dochter Nikki van begin twintig laten meelezen op jacht naar geschikte fragmenten. Vooral omdat ik een boek wilde dat in het onderwijs gebruikt kan worden."
Een "aanzet tot een nieuwe canon" hoefde niet van de uitgever. "Ik beschouw dit als een serie leesvoorstellen. Ik sluit zelfs niet uit dat ik het grote talent van de 21ste eeuw ben vergeten. Een fout die mij misschien vrolijk zou stemmen want literatuur is voor mij juist een permanent gesprek waarin - zoals ook in het beste gesprek - fouten worden gemaakt. Voor elke goede kunstenaar geldt trouwens dat hij begon met te proberen op anderen te lijken en daarin is mislukt."
Toch kostte het Brands enige tijd voor hij zijn reserves opzij kon zetten. Hij begon met lange tanden én flinke scepsis aan het samenstellen. 'Ik vermoedde namelijk dat ik leed aan fictiemoeheid', schrijft hij in de inleiding. En bovendien: 'Rangorde is een illusie.' Tijdens het lezen raakte hij dan toch bezield. Hoe kwam dat? "Dat ik lange tanden had, is te sterk uitgedrukt. Als vijftiger betrap ik mij er weleens op dat ik non-fictie boven fictie verkies. Toch wachtten mij al samenstellend aangename verrassingen. Net daardoor ben ik weer meer fictie gaan lezen. Mijn aarzeling betrof vooral het lijstjesidee. Wat er nu gebeurt, verbaast me dan ook niet: Groningers missen Groningers, allochtonen zien te weinig allochtonen, Vlamingen tellen hun ontbrekende Vlamingen. Maar zo'n boek wilde ik dus niet. Het moet hier en nu een levendig karakter hebben. We zijn daarom te werk gegaan als een beeldend kunstenaar die een collage maakt, zodat de fragmenten ook met elkaar in gesprek raken. Zo begint het fragment van Gerbrand Bakker over Sinterklaas én dat van Franca Treur ook. Of we haalden een sterk fragment uit een niet zo sterk boek, omdat het zo mooi in het geheel paste."
Brands heeft ook een missie met zijn bloemlezing: jongeren uitdrukkelijk weer op het spoor brengen van de hedendaagse literatuur. Hij vindt dat het literatuuronderwijs het grondig laat afweten in Nederland. "Het is totaal verwoest", zo liet hij optekenen in de TROS Nieuwsshow. Dus concipieerde hij "een schatkamer voor boze pubers".
Hoe erg is het dan wel gesteld met het Nederlandse literatuuronderricht? "Ik moest twintig boeken lezen toen ik eeuwen geleden op de middelbare school zat. Mijn kinderen zijn met een paar boeken aan de eindstreep gekomen. Ze hebben ook geen leraar gehad die klassikaal een boek las en besprak zoals ik dat meemaakte. Dat leidt tot regelrechte rampen. De hedendaagse literatuur blijft onbesproken, van een canon is al helemaal geen sprake meer. Ik stel voor dat die 'ouderwetse' manier van lesgeven weer mogelijk wordt. Jongeren leren over hun eigen leven door het lezen van literaire werken. Klinkt eenvoudig? Het is eenvoudig."
Maar kunnen bloemlezingen nog wel zo'n vooraanstaande, leesbevorderende rol vervullen in dit tijdperk van iPad en smartphone? "Natuurlijk kan dat", steigert Brands. "Trek parallellen met het heden. Sterker nog, maak ook gebruik van die moderne media. Zo'n bloemlezing kan tenslotte ook op een iPad worden gelezen."
Trends
Brands ontdekte een grote veelstemmigheid, méér dan het geval was in de jaren zestig of zeventig. En maakt gewag van 'vitaal proza dat vrijmoedig is en waaruit niet zelden een groot gevoel voor zelfspot spreekt'. Nochtans is er ook veel kritiek op de kleinschaligheid en soms egocentrische thema's die de jonge garde Nederlandse auteurs aansnijdt. 'Navelstaarderig huiskamerproza is veel van dit proza wel genoemd, geschreven door jonge vrouwen die hun moderne leed uitventen - zoals opgevoed worden door gescheiden ouders', schrijft Brands. Maar hij verzet zich nét tegen deze kwotering. Want 'aan een keukentafel heb je soms genoeg'.
Wat zijn de belangrijkste trends? "Mij viel allereerst op hoeveel goede schrijfsters er zijn, ook in Vlaanderen: Annelies Verbeke, Griet Op de Beeck en Saskia De Coster. En ze schrijven vrijpostiger over hun leven dan de vrouwen in mijn tijd. Ook is er een sterkere beïnvloeding door de Angelsaksische literatuur. En wanneer hun drama's zich afspelen in huiskamers, betekent dat nog niet dat ze in een klein kringetje ronddraaien. Mijn net overleden vriend, de filosoof René Gude, kon heel mooi uitleggen hoe vrij je kunt zijn in je kleine privéleven maar hoe kwetsbaar je daar ook bent, hoeveel oorlog er aan de keukentafel plaatsvindt. En verder, Flaubert heeft ooit een verzameling idées reçues aangelegd, misschien is dit er ook wel één: dat de huidige literatuur navelstaarderig is. Overigens komen in mijn boek fragmenten voor over hoe de Sovjet-Unie in elkaar klapte en over Poolse vrouwen die hier hun geluk komen zoeken. De huiskamer is nooit veraf, maar de wereld ook niet."
Bloemlezingen zijn gedoemd om debat op te wekken. Dat is bij Brands niet anders. Van de zestig geselecteerde teksten zijn er slechts zeven van Vlaamse auteurs. Twee mannelijke schrijvers - Jan Vantoortelboom en de in 2013 overleden Thomas Blondeau - en vijf vrouwen: Griet Op de Beeck, Saskia De Coster, Ann De Craemer, Margot Vanderstraeten en Annelies Verbeke. Waarom koos hij voor hen? "Griet Op de Beeck, Saskia De Coster en Annelies Verbeke zijn absolute talenten. Thomas Blondeau is veel te vroeg doodgegaan. Ik heb van hem een tamelijk barok fragment opgenomen. En het is je inderdaad opgevallen dat ik niet zo van de barok ben. Mijn grote held heet Gordon Lish, die het werk van Raymond Carver zo bijpuntte dat het je ging duizelen van de briljante eenvoud. Dus toen ik voor Blondeau had gekozen en me voor mijn doen te goed had gedaan aan de chocoladetaart, koos ik ervoor om bijvoorbeeld Yannick Dangre en Roderik Six niet meer op te nemen. Dangre beschouw ik overigens als een groot talent. De fragmenten van Vanderstraeten en De Craemer pasten mooi in het geheel, Vanderstraeten met een verhaal over een topkok dat voor mooie variatie zorgde. De Craemer vertegenwoordigt dan weer een groep schrijvers die goed over hun directe omgeving weten te schrijven, zoals in Nederland Franca Treur en Hannah van Wieringen. Van Jan Vantoortelboom verwacht ik veel, maar zeker ben ik niet."
Roekeloos
David van Reybrouck of Peter Terrin zijn er ook niet bij, merkte Knack op. En je zou je kunnen afvragen waarom Bart Koubaa, Jan Van Loy, Joost Vandecasteele en Christophe Van Gerrewey uit de boot vielen. "David van Reybrouck is voor mij in de eerste plaats een zeer voortreffelijke schrijver van non-fictie. Peter Terrin is bij mijn weten toch echt voor 2000 gedebuteerd en dat was nu eenmaal mijn richtsnoer. Maar toen de bloemlezing ter perse was en ik alle namen nog eens naliep, miste ik iemand. Christophe Van Gerrewey. Hij had er bij gemoeten. Ik ga daar ook weer niet te zwaar aan tillen. Ach, missen doe je altijd. Ook in een geslaagde liefde. Zoals Willem Jan Otten al dichtte: 'Jou zien was missen op het eerste gezicht' (lacht)."
Hoe schat Brands ten slotte de rol in van het tijdschrift Das Magazin als kweekvijver en aanjager? "Ik zit zelf in de redactieraad van Hollands Maandblad en ik kan je zeggen dat jonge schrijvers nog steeds op papier willen debuteren. Over Das Magazin wordt veel geklaagd, ze zouden ook te navelstaarderig zijn. Ik heb intussen een paar keer meegedaan aan hun avonden, over Murakami bijvoorbeeld, en je praat er uren op een verstandige manier over een boek. Zij doen wat het onderwijs in Nederland verzuimt. Ik heb geen enkele reden om op die jongens af te geven."
Toch heeft de bloemlezing van Brands ook iets roekeloos. Sommige auteurs moeten nog alles bewijzen en hebben amper één boek op de teller. "Dat is risicovol als je ze behangen met medailles het veld in stuurt. Maar dat doe ik niet. Hannah van Wieringen is een mooi voorbeeld. Knap debuut, geen idee hoeveel ze nog gaat schrijven. Maar ze staat in deze bloemlezing omdat het een momentopname is van een samensteller die met zijn camera op een mooie zondagochtend langs het veld staat en plaatjes schiet. Waarbij het niet uitgesloten is dat er zich ook nog een plaatje achter zijn rug afspeelt dat hij niet heeft gezien."
Dit zijn de namen
Gerbrand Bakker, Boven is het stil
Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus
Walter van den Berg, Van dode mannen win je niet
Hanna Bervoets, Alles wat er was
Thomas Blondeau, Het West-Vlaams versierhandboek
Merijn de Boer, Nestvlieders
Thijs de Boer, Vogels die vlees eten
Mark Boog, De warmte van het zelfbedrog
Chre?tien Breukers, Een zoon van Limburg
Peter Buwalda, Bonita Avenue
Ricus van de Coevering, Sneeuweieren
Saskia De Coster, Wij en ik
Ann De Craemer, Vurige tong
Emma Curvers, Iedereen kan schilderen
A.H.J. Dautzenberg, Extra tijd
Esther Gerritsen, Roxy
Elke Geurts, Lastmens
Erik Jan Harmens, Kleine doorschijnende man
Sanneke van Hassel, Ezels
Thomas Heerma van Voss, De derde persoon
Toine Heijmans, Op zee
Roman Helinski, Bloemkool uit Tsjernobyl
Bregje Hofstede, De hemel boven Parijs
Philip Huff, Niemand in de stad
Daphne Huisden, Alles is altijd fictie
Auke Hulst, Kinderen van het ruige land
Pia de Jong, Lange dagen
Shira Keller, M.
Bertram Koeleman, De huisvriend
Ernest van der Kwast, Mama Tandoori
Rene?e van Marissing, Strak blauw
Jan van Mersbergen, Naar de overkant van de nacht
Marente de Moor, De Nederlandse maagd
Hannah van Munster, Onder de dreven
Jamal Ouariachi, Vertedering
Gustaaf Peek, Ik was Amerika
David Pefko, Het voorseizoen
Ilja Leonard Pfeijffer, La Superba
Joubert Pignon, Er gebeurde o.a. niets
Nina Polak, We zullen niet te pletter slaan
Barry Smit, Om het nu
Philip Snijder, Zondagsgeld
Rinus Spruit, Een dag om aan de balk te spijkeren
Anneloes Timmerije, Zwartzuur
Franca Treur, Dorsvloer vol confetti
Carolina Trujillo, De terugkeer van Lupe Garc?ia
Anton Valens, Het boek Ont
Sana Valiulina, Kinderen van Brezjnev
Margot Vanderstraeten, Mise en place
Jan Vantoortelboom, Meester Mitraillette
Lot Vekemans, Een bruidsjurk uit Warschau
Annelies Verbeke, Slaap! Wytske Versteeg, Boy Joost de Vries, De republiek Robert Vuijsje, Alleen maar nette mensen Nin~a Weijers, De consequenties
Christiaan Weijts, Art. 285b
Robbert Welagen, Het verdwijnen van Robbert
Hannah van Wieringen, De kermis van Gravezuid
Maartje Wortel, Dit is jouw huis
DIRK LEYMAN ■
Jelmer Soes
In 'De Nederlandse literatuur van de 21ste eeuw' heeft dichter, journalist en VPRO’s ‘Boeken’-presentator Wim Brands (1959-2016), samen met dochter Nikki een bundeling gemaakt van werken van 52 Nederlandse en Vlaamse schrijvers die hun prozadebuut maakten na 2000. De bloemlezing bevat korte verhalen van bekende en minder bekende auteurs. Dit zijn vrijwel altijd fragmenten uit eerder gepubliceerde prozatitels, met een lengte van rond de 5 pagina’s. Voorin het boek staat een korte inleiding van de samensteller, maar verder ontbreken motivaties voor de keuze van de fragmenten. Achterin de bundel staan korte biografieën van de auteurs. Een mooie, verzorgde bundeling, maar meer een animerende selectie dan een complete staalkaart van de 21ste-eeuwse literatuur in het Nederlandse taalgebied.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.