Alles wat is
James Salter
James Salter (Auteur), Gerda Baardman (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SALT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 1997 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SALT |
Daan Heerma Van Voss
il/pr/29 a
De nog net 89-jarige James Salter is wat men noemt een writer's writer. De New Yorkse schrijver van romans en korte verhalen is in zijn carrière overladen met eerbewijzen en loftuitingen, en evenwel nooit doorgebroken bij het grote publiek, zoals leeftijdgenoten als bijvoorbeeld J.D. Salinger of Jack Kerouac dat deden.
Het is overdreven te stellen dat schrijvers hem meer lezen dan lezers dat doen, maar het is desalniettemin opvallend hoe vaak Salter opduikt als Nederlandstalige schrijvers praten over hun vak. Tommy Wieringa, Ernest van der Kwast, Cees Nooteboom, Frits Abrahams en vele anderen hebben Salter in meer of mindere mate als een voorbeeld genoemd. Salters laatste boek dateert van twee jaar geleden, toen hij na een periode van dertig jaar met All That Is (vertaald als: Alles wat is) een nieuwe, geslaagde roman afleverde.
Salters populariteit valt te verklaren. Enerzijds door de kwaliteit van zijn werk (waarover later meer), anderzijds door hetgeen Salter vertegenwoordigt. Op YouTube circuleren filmpjes van Salter die uitkijkt over de zeebranding, de meeuwen, en zegt: 'I decided to write, or perish. It was like starting life from scratch.' We zien een dromerige, niet-cynische man die schrijft in ouderwetse notitieblokken, nergens in zijn huis ligt een MacBook, en van Twitter heeft hij nog nooit gehoord. Iemand die volledige opoffering voorstaat, die zegt niet masculien te willen schrijven, die stelt dat alleen het gedroomde echt kan zijn. Hij schotelt ons een ideaalbeeld voor dat contrasteert met de werkelijkheid die wij kennen. Hij vertegenwoordigt kortom alles waar wij, hyperbewuste schrijvers en lezers van de 21ste eeuw, niet goed meer bij kunnen.
Zo bezien valt het feit dat hij niet groots is doorgebroken op te vatten als een teken van oprechtheid, van a-commercialiteit, van authenticiteit. Zaken die in het opgehitste hedendaagse culturele klimaat, bepaald door soundbites en verkoopbaarheid, uiterst zeldzaam zijn.
Lichtdeeltjes
Daarnaast is Salter zonder meer een uniek schrijver. Zijn boeken hebben iets magisch. Zijn roman Light Years, over het huwelijk van Viri en Nedra, is mijns inziens een hoogtepunt in de wereldliteratuur. Salter is een meester in het beschrijven van onbeschrijflijke zaken: ouder worden, hoe een bepaalde lichtval een nieuw zicht op je leven kan bieden, hoe het leven bestaat uit fragmenten, uit lichtdeeltjes, niet uit blokken die simpel kunnen worden benoemd als 'Geluk' of 'Ongeluk'. Alles wat hij schrijft is een protest tegen categorieën. Zijn universum is weemoedig en gevoelig. Inderdaad, niet masculien.
Soms gaat hij in zijn 'vrouwelijkheid' iets te ver. In natuurbeschrijvingen, zinnelijkheid, levensinzichten. Bij een geslaagde zin voel je het gewicht van een voor een schrijver opvallende wijsheid, bij een minder geslaagde zin denk je: hier is een schrijver aan het harpspelen. (Denk aan een zin als: 'Ze was van glorie gemaakt.') Desalniettemin behoort Salter tot de weinige schrijvers die ik absoluut nooit had willen missen.
Dynamiek van het leven
Morgen verschijnt de vertaling van Salters memoires, die in 1997 in het Engels verschenen onder de titel Burning the Days. Het werk leidt ons op de losse, associatieve wijze die we van Salter gewend zijn door het leven. We lezen over zijn jeugdjaren ('Ik was een klein jongetje, een soort huisdiertje'), zijn tijd op de militaire academie West Point ('Je was nooit alleen'), zijn jaren als gevechtspiloot in het leger, zijn naoorlogse tijd in Europa. In het voorwoord schrijft hij dat hij alleen gebeurtenissen en gevoelens aan bod heeft laten komen die volgens hem 'essentieel' zijn. 'De rest is banaal.'
Van tevoren had ik verwacht dat het genre van de memoires het beste in Salter naar boven zou brengen. Al zijn kwaliteiten en gaven lijken gemaakt om het leven te herbeschouwen, om terug te blikken. En het lukt hem wederom om in enkele zinnen gehele levens te onthullen. Over zijn moeder: 'Ze had een afwisselende jeugd gehad - de saaiheid kwam later -, de bals op de country clubs, de ambassades, ze ging er allemaal heen; de ambassade van Argentinië was de beste.' De lezer voelt de snelheid en de gretigheid van het jonge leven, maar door de tussen haakjes geplaatste bijzin krijgt dit jonge leven onherroepelijk de schaduw van latere teleurstellingen, van een leven dat zich niet hield aan de beloftes.
Nog een beeldschone alinea: 'Onbelangrijke families - er gaat zoveel verloren, hele geschiedenissen, er is allemaal geen ruimte voor. Er zijn alleen de generaties die opkomen als de vloed, de jaren die vollopen met klanken en schuim en dan door de rest worden overspoeld. Dat is de erfenis van de steden.' In Dwars door de dagen heeft Salter weinig woorden nodig om de dynamiek van het leven te vatten; vederlicht toont hij hoe vriendschappen ontstaan en uit elkaar vallen, hoe verliefdheid kan branden en doven, hoe onvergetelijke bijfiguren in het licht stappen en weer verdwijnen, en uiteindelijk toch vergeten worden. Salter als chroniqueur van het ontluikende leven enerzijds en van vergane tijden, van vergleden woorden, gebeurtenissen en families anderzijds: soms is Dwars door de dagen perfect.
Ultiem eerbewijs
Maar naarmate ik vorderde in het boek, diende de vraag zich aan: wat zijn 'essentiële jaren' eigenlijk? Een schrijver bepaalt wat de essentiële jaren zijn van zijn personages, natuurlijk, maar kan hij dat ook als het gaat om zijn eigen leven? Een belangrijke bron van schoonheid in het leven is: 'grote dingen die worden opgeroepen door kleine', aldus Salter in Dwars door de dagen. Precies waar hij normaliter zelf in uitblinkt.
Maar deze gave bezit hij niet wanneer hij zichzelf beschouwt. Hij vertelt beter over anderen dan over zichzelf, simpelweg omdat hij niet helemaal lijkt te weten wat niet te vertellen. Wat essentieel is geweest voor de jongen en later de man Salter is niet noodzakelijkerwijs essentieel voor de schrijver, en daarmee voor de lezer.
Wat is de bron van fictie? Verderop in het YouTube-filmpje probeert Salter het uit te leggen: 'It comes from life, but it's not life.'
Maar wat we lezen in Dwars door de dagen lijkt het echte leven te zijn, en niet het destillaat. Banaal is het allerminst, maar toch. Het zijn de raw materials, weliswaar salteriaans opgepoetst, maar nog niet met voldoende afstand bezien om van het boek een werk te maken met dezelfde zeggingskracht als bijvoorbeeld Lichtjaren. Misschien verwachtte ik iets onmogelijks van het boek, maar aan de andere kant: is dat niet het ultieme eerbewijs dat je een schrijver kunt toekennen?
James Salter, Dwars door de dagen, De Bezige Bij, 384 p., 19,90 euro. Vertaling Gerda Baardman.
DAAN HEERMA VAN VOSS ■
Kathy Mathys
2/ei/22 m
Stel dat je leven zich afspeelt op een overzichtelijke lap grond, dat alle dagen op elkaar lijken en dat er niet veel meer is dan het ruisen van de bomen in de voortuin en de was aan de draad achterin, dan zou je nooit een autobiografisch boek als Dwars door de dagen kunnen schrijven. Te weinig variatie, te weinig bravoure en snelheid. Salter reist, ziet mensen komen en gaan, er is geen sprake van stilstand. Zijn leven is er een van onstuitbare beweging en energie. En die energie zit ook in dit boek.
In Dwars door de dagen, dat voor het eerst verscheen in 1997, schrijft hij over de mensen die belangrijk zijn geweest voor hem: sommigen speelden jarenlang een sleutelrol in zijn leven, anderen kende hij slechts voor één avond.
Verwacht geen keurig verslag van alle gebeurtenissen, netjes geordend. Dit boek lijkt nog het meest op een reeks korte verhalen of portretten, aan elkaar geregen door een ik-verteller, Salter zelf. Toch zit er een chronologie in de tekst. Het verhaal begint in New York in de jaren 20 en 30, waar Salter opgroeit in een beschermd milieu. De schrijver herinnert zich het eerste telefoonnummer van de liftbediende, het geluid van de sleutel in de voordeur, de rode watersalamanders die hij op kamp met de jongens door zijn handen laat glijden.
Salters vader is ambitieus, maar na de Tweede Wereldoorlog zit zijn leven hem te krap. Alle kansen zijn vervlogen en wat rest, is een ontgoochelde, verbitterde man.
Net als zijn vader studeert Salter aan de militaire academie van West Point. De fabriek, zo wordt dit oord van ijzeren discipline genoemd. Salter hunkert er naar eenzaamheid, 'een ogenblik alleen, in woorden gehuld'. Wat hem aantrekt in het militaire leven is de mogelijkheid te kunnen stralen. Als militair piloot reikt hij naar dat goddelijke, vliegt hij richting zon. De aarde onder het toestel is vol schaduwen en 'mythische slangen van water, meren, rivieren zo glad als marmer'. Doodsangst lijkt de jonge Salter geen parten te spelen, zelfs niet na een dramatische noodlanding of wanneer hij naar de oorlog in Korea wordt gestuurd.
In deze fase van zijn leven probeert Salter rollen uit, de ene keer speelt hij de nihilist, dan de stoere verleider in uniform. De schrijver doet niet veel aan zelfbespiegeling, het zijn vooral de anderen naar wie zijn aandacht uitgaat.
Ladies' man
Wie Salters romans Lichtjaren en Alles wat is kent, weet dat de man geïnteresseerd is in vrouwen. Die fascinatie blijkt ook uit deze autobiografie. Dat begint al in zijn jongensjaren, hij beschrijft hoe hij zicht heeft op de 'zijden benen' van de vriendinnen van zijn moeder. Als tiener bezoekt hij feestjes bij meisjes thuis - de ouders houden zich discreet op in de slaapkamer. Ze zijn te vertrouwd en te ironisch, die meisjes, er valt niet veel met hen uit te halen. Dan volgen de verliefdheden op veelal getrouwde vrouwen. Salter houdt van sterke, onverschrokken vrouwen, van mooie vrouwen. Naar eigen zeggen is hij minder geïnteresseerd in kwetsbaarheid dan in het goddelijke. Sommige vrouwen in dit boek dragen hun naam 'als een zijden peignoir die je graag terug zou slaan', anderen zijn ouder inmiddels, maar Salter ziet nog het vuur in hun ogen.
Over zijn twee echtgenotes heeft Salter het nauwelijks. Het eerste huwelijk was geen succes, de schrijver had veel affaires. Kay Salter, de tweede echtgenote, komt enkel in het laatste hoofdstuk voorbij. Een van Salters kinderen stierf, daarover kan hij niet schrijven, het is te afschuwelijk.
Personages als spiegels
Een tijdlang werkte de schrijver als scenarist en er passeren veel bekende namen in de beschrijving van dit tijdperk: Robert Redford, Roman Polanski, Federico Fellini. Salter zet ze neer in die weergaloze stijl van hem. Het is een genot om deze prachtig vertaalde zinnen te lezen. De schrijver combineert eigenzinnige observaties met weetjes over het leven van de geportretteerden. Hij geeft geen saaie biografische feiten, wel schrijft hij als een romancier, laat hij de personages opleven, ook al zijn velen van hen al lang dood of vergeten.
Je leest dit boek vooral omdat Salter je verrast met zijn combinatie van woorden en zinnen, om de glanzende details en beelden, de aforismen die zich onverwacht aandienen. Deze bijvoorbeeld: 'Een naam is een lotsbestemming. Het eerste van alle gedichten.'
Vooral in de laatste hoofdstukken wordt dit een boek over het schrijverschap. Volgens Salter kan een auteur zijn werk nooit echt bevatten. Anders dan een architect kan hij het geheel niet overzien. Hoewel Salter vooral portretteert, laat hij toch zichzelf zien. De personages zijn als spiegels, in hun ogen bespeur je de nieuwsgierige dan wel bewonderende blik van hun maker.
JAMES SALTER
Dwars door de dagen.
Vertaald door Gerda Baardman, De Bezige Bij, 430 blz., 19,90 euro (e-boek 12,99 euro). Oorspronkelijke titel: 'Burning the days'.
De auteur:Amerikaanse auteur van romans en verhalen, bekend van Lichtjaren en Alles wat is.
Het boek: herinneringen van een avontuurlijke schrijver.
ONS OORDEEL: glanzende details en aforismen bij de vleet.
Kathy Mathys ■
Redactie
Pas op zijn dertigste begon de schrijver (1926) aan zijn carrière als auteur. Op zijn 71e schreef hij deze autobiografie. Hij begint met een beschrijving van zijn tijd als gevechtspiloot bij de Amerikaanse luchtmacht. Tijdens de Korea-oorlog maakte hij tientallen vluchten in dat gebied. Hij publiceerde een aantal romans en verhalen. Door zijn werk in 'Hollywood' leerde hij vele beroemde mensen kennen, zoals Robert Redford, Roman Polanski en Norman Mailer. In een onopgesmukte stijl weet hij zowel zijn oorlogsvluchten als de vele contacten met mensen indringend en boeiend te beschrijven. Af en toe worden andere namen gebruikt om bekende, nog levende personen niet te kwetsen. Deze autobiografie geeft een beeld van een uiterst interessant leven. De vertaling voldoet aan alle eisen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.