Onzichtbare inkt
Patrick Modiano
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MODI |
Dirk Leyman
il/pr/22 a
Waar bevond Patrick Modiano (69) zich toen hem de Nobelprijs werd toegekend? Toepasselijker kon haast niet: flanerend in een Parijse straat, waar hij nietsvermoedend telefoon kreeg van zijn dochter. Zijn eerste woorden: "C'est bizarre." Modiano bekende: "Ik had het totaal niet verwacht. En het was alsof ik buiten mezelf trad en naar een buitenstaander keek." De schrijver besloot verder te wandelen door Parijs, "om in de sfeer te komen".
Net als zijn personages liet hij zich meevoeren door de maalstroom van de anonieme stad. Net als hen is Modiano een gepatenteerde achteromkijker. Vluchtig als ether dolen zijn scheppingen door een verdroomd Parijs. Het zijn dobberende schepen zonder kompas. Ze klampen zich vast aan details, aan namen én aan tijdelijke ankerplekken, zoals cafés, hotels en verlaten appartementen. Telkens loodst Modiano je met spaarzame maar meerduidige zinnetjes naar het perpetuum mobile van zijn oeuvre. En hoe meer romans je van hem leest, hoe sterker je de samenhang ontdekt.
Bezwaard verleden
Sinds zijn debuut La place de l'étoile uit 1968 voert Patrick Modiano al bijna dertig boeken lang dit subtiele schimmentheater op. In zijn eerste prangende romans als La Ronde de Nuit (1969) en De ringboulevards (1972) is de bezettingsperiode manifest en verbeten aanwezig. Vanaf Villa Triste (1975) nemen weemoed en desolaatheid de overhand. Als een snuffelende hond drentelt Modiano rond de residu's van zijn bezwaard verleden, maar de toon is milder, zoals in La petite bijou (2001) of het prachtige Dans le café de la jeunesse perdue (2007).
In zijn zopas vertaalde nieuwe roman, die welgeteld één maand verscheen voor zijn onverhoedse bekroning met de Nobelprijs Literatuur, zijn alle thema's, motieven, obsessies en spiegeleffecten weer omnipresent. Ook hier wandel je mee door een vibrerende schaduwmetropool, die zowel een unheimische angst als een troostende vertrouwdheid biedt.
De uitgangssituatie is een kolfje naar de hand van Modiano. Er is een vage, sinistere dreiging die een inzinking veroorzaakt bij het hoofdpersonage. Ditmaal volgen we Jean Daragane, een gedesillusioneerde oudere schrijver die zijn dagen slijt in zijn kantoor, mijmerend over de dingen die voorbij zijn. Vaak voelt hij de behoefte zich 'los te maken' van de mensen of zijn gezelschap. Houvast vindt hij tijdens het staren naar bomen en het lezen van de Natuurlijke historie van Buffon: 'Je vestigt je blik op een grasspriet, een boom of de blaadjes van een bloesem alsof je je vastklampt aan een reddingsboei.'
Het verleden legt opnieuw een grijpgrage hand op zijn schouder wanneer hij opgebeld wordt door de opdringerige Gilles Ottolini, weer zo'n louche figuur waar Modiano het patent op heeft. Het telefoontje is 'als de beet van een insect waar je aanvankelijk weinig last van hebt'. Ottolini heeft in de restauratie van het Gare de Lyon het adresboekje van Daragane teruggevonden. Ottolini wil hem het schrift per se persoonlijk overhandigen. Hij laat zich daarbij vergezellen door Chantal Grippay, zijn vriendin met 'de brede jukbeenderen en de schuinstaande ogen'.
Het tweetal lijkt Daragane in het nauw te drijven tijdens deze lange en hete nazomer 'waarin alles in het luchtledige hangt'. Fanatiek zijn ze op zoek naar informatie over een zekere Guy Torstel, van wie de naam voorkomt in de roman van Daragane, De duisternis van de zomer, én in zijn adresboekje. Maar Daragane tast grotendeels in het duister over de herkomst van de naam, hoe dicht Ottolini hem ook op het vel zit.
Morsetekens
Gaandeweg krijgt de roman de tinten van een misdaadverhaal, maar Modiano speelt voortdurend met ons verwachtingspatroon. Het is hem wel degelijk om iets anders te doen: 'Een boek schrijven was voor hem ook een manier om lichtsignalen of morseseinen uit te zenden, gericht aan bepaalde mensen van wie hij niet wist wat er van hen was geworden'.
Talloos zijn de sleutels die Modiano's ons aanreikt. Waarom verliezen Modiano's personages telkens vaste grond onder hun voeten en raken ze verstrikt in het vangnet van het verleden? Omdat de protagonisten evenzovele afspiegelingen vormen van zijn verwarde jeugd, als zoon van de Antwerpse tweederangsactrice Louisa Colpeyn en de Italiaanse Jood Albert Modiano, die in schimmige zaakjes was verwikkeld. Verdwijnen is hun ultieme noodsprong: 'Hij kende in Parijs een groot aantal gebouwen met twee uitgangen, zodat hij zijn gezelschap eventueel altijd kon afschudden.' Dankzij het fluïdum van Modiano's stijl raak je voorgoed ingesnoerd in een Paris éternel. En voor de afwikkeling van deze delicate roman past slechts een royale buiging.
Om niet te verdwalen is meer dan zomaar een addendum bij Modiano's rijke oeuvre. Weer laat hij tijdzones 'als een palimpsest' over elkaar heen schuiven en weet hij de lezer te magnetiseren. Modiano is de meester van de suggestiviteit. Nee, je moet de Franse herinneringsestheet geen trucjes meer leren.
Patrick Modiano, Om niet te verdwalen, Querido, 152 p., 18,99 euro. Vertaling: Maarten Elzinga.
BALLET ZONDER BRIL
Jeugdboek. Catherine Certitude uit 1988, het enige adolescentenboek van Modiano, is nu eindelijk een Nederlandse vertaling waard. Een herkenbare Modiano blijft het. Maar ondanks de melancholische gloed is De kleine ballerina vrolijker en lichtvoetiger van tinctuur. En daar zijn ook de speelse, fragiele tekeningen van de befaamde Jean-Jacques Sempé debet aan.
Het bebrilde hoofdpersonage Catherine blikt terug op haar jeugd. Ze woonde met haar vader in Parijs boven zijn merkwaardige transportbedrijfje, terwijl haar moeder - gekweld door heimee - weer naar Amerika is getrokken om daar haar balletcarrière vleugels te geven. Maar ook Catherine droomde al jong van een danstoekomst. Lukt dat wel, met haar gezichtsproblemen?
Bij het oefenen aan de barre moet ze telkens haar bril afzetten. 'Ik leefde in twee verschillende werelden, een met en een zonder bril. En de wereld van de dans was niet het echte leven, maar een wereld waarin je kunstige luchtsprongen maakte in plaats van gewoon te lopen. Ja, een droomwereld zoals de zachte, wazige wereld die ik zonder bril zag.'
Modiano zorgt zo voor een mooi leidmotiefje in het boek en biedt zijn geroutineerde fans verder ook genoeg handvaten. Straatnamen en Parijse plekken voorziet hij van een emblematische betekenis en er figureren personages met duistere trekjes. Let daarbij vooral op de zakelijke kompaan van Catherines vader Raymond Casterade ('De Klier'), die iedereen graag de les spelt, brieven dicteert en kickt op het voorlezen van rampen uit het dagblad. En er zijn cocktailparty's waarin de personages kosmopolitische contouren krijgen. En waarom wonen ze in de Rue d'Hauteville? 'Hij vond dat het een ideale buurt was om in te wonen, omdat hier zoveel stations zijn. Dat was handiger als we ooit weg wilden gaan.'
Opnieuw is er die fascinatie voor het plotse verdwijnen. Een ontknoping moet je evenwel niet verwachten: Catherine en haar vader voegen zich opnieuw bij de moeder, waarna zij later de door haar opgerichte balletschool gaat leiden. Niettemin toont het alleraardigste De kleine ballerina een intimistischer en fragieler aspect van Modiano's talent.
Patrick Modiano, De kleine ballerina, Querido, 46 p., 19,99 euro. Vertaling: Marijke Arijs.
DIRK LEYMAN ■
J. Hodenius
Deze roman van een van Frankrijks meest gelezen en bekroonde auteurs (de prestigieuze oeuvreprijs Prix Mondial 2010, Nobelprijs voor de Literatuur in 2014) heeft ook weer de bekende suggestieve stijl en hoofdthema’s als weemoed en desolaatheid tot onderwerp. De gedesillusioneerde en teruggetrokken levende schrijver Jean Daragane wordt op een dag gebeld dat zijn adresboek is teruggevonden. De man die het gevonden heeft, lijkt een louche figuur die een ongezonde interesse heeft voor een bepaald persoon uit het adresboek. Ook over Daragane zelf schijnt hij veel te weten en overhandigt hem een dossier met pasfoto’s van hemzelf als kind. Het hele zaakje roept beetje bij beetje herinneringen bij Daragane op aan zijn jeugd in de jaren vijftig, waarin verwaarlozende ouders, een pleegmoeder die door de politie werd gezocht en een labyrintisch Parijs dat nog niet een lege, gerenoveerde museumstad was, de hoofdrol spelen. Het semi-autobiografische thema van jeugdverwaarlozing, en de spanning erin houdende onverwacht opborrelende herinneringen eraan, vormen de hoofdmoot.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.