De literatuur draait door : de schrijver in het mediatijdperk
Sander Bax
Sander Bax (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, cop. 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 851.6 MULISCH |
Fleur Speet
rt/aa/18 m
Onze berichten verplaatsen zich al met de snelheid van het licht, onze lichamen al vele malen sneller dan het geluid, sinds kort ook richting hemel; per televisie zijn wij zoiets als alomtegenwoordig; wij maken de blinden ziende, wekken de doden op (al mogen zij voorlopig niet langer dan een minuut of tien dood zijn "geweest"), wij zullen de sterfelijkheid opheffen, evenals de zwaartekracht, nemen de evolutie van onze soort in eigen handen, en binnenkort al zullen wij leven scheppen, - dit staat allemaal voor de deur, en zeker is alvast, dat wij de wereld kunnen vernietigen: goddelijk privilege no. I.'
Zo omschreef Harry Mulisch (1927-2010) in 1967 de toekomst. Een constatering die hem later zou brengen tot de roman De ontdekking van de hemel, waarin God het contract met de mensheid verbreekt omdat de technologie de mens te machtig maakt. De mens kan de technologie niet aan, wilde Mulisch eigenlijk zeggen.
Die ideeën spuide hij in een periode dat hij weinig romans schreef, maar veel politieke en cultureel-kritische stukken: de jaren zestig en zeventig. Dat was ook de periode waarin hij zich over Cuba uitsprak, wat hem zijn hele leven zou worden nagedragen, tot in de necrologieën aan toe.
Sander Bax, docent aan de universiteit van Tilburg, raakte geïntrigeerd door die politieke ideeën van Mulisch, een onderbelichte periode in zijn oeuvre. Indertijd werden Mulisch' ideeën nauwelijks op waarde geschat en in de talloze overzichtsstukken bij zijn dood in 2010 hadden maar twee recensenten oog voor zijn engagement, zo schrijft Bax.
Geïntrigeerd
Ik snap Bax wel en ben net zo geïntrigeerd als hij. Want in feite zijn Mulisch' gedachten actueler dan ooit. Ze sluiten aan bij vraagstukken die bijvoorbeeld Joke J. Hermsen nu opwerpt met haar Kairos: vraagstukken over tijd en met name over de macht van machines.
We hebben geen antwoord op het computertijdperk, het snelt ons vooruit, we hollen er achteraan. Zo prikkelt een zinnetje uit De ontdekking van de hemel (1992) mij althans nog steeds: 'Met elk nieuw technisch ding is het menselijk leven automatisch zinlozer geworden.' Dan denk ik: ja, waar heeft de iPhone ons gebracht, waar leidt Facebook eigenlijk toe? In plaats van ons te bevestigen, wist het ons niet uit? Hoe kan het dat er duizenden foto's op mijn computer staan die ik niet kan aanraken, die met enkele verkeerde muisklikken zelfs oplossen in het luchtledige? En ik denk aan de Google-topman die onlangs waarschuwde dat we moeten nadenken over al die technologie, omdat we massa's persoonlijk materiaal zullen verliezen.
Verontrustend
Zolang we achter de technologische ontwikkelingen aan hobbelen, behoudt het werk van Mulisch zijn actualiteit. Hij waarschuwde voor iets wat we nog steeds niet de baas zijn. Dat Mulisch dit al in de jaren zestig aan zag komen, is best bijzonder, en tegelijk verontrustend.
Mulisch was een schrijver van de grote greep. Hij wilde als 'historicus van het heden' de feiten scheiden in dat wat van belang was, wat zijn ideeën versterkte dus, eigenlijk. In zijn nawoord constateert Bax bij een bezoek aan Mulisch' nu openbare werkkamer dat de schrijver zijn romanwerelden opriep terwijl het nieuws onafgebroken binnenstroomde via NOS Teletekst, het logo 'ingebrand' in de televisie. Fabuleren, maar dus niet zonder zich rekenschap te geven.
In Voer voor psychologen (1961) ziet Mulisch annex Mozes het zo: 'De schrijver kijkt uit over het hooggebergte van zijn leven, zijn stad, zijn tijd, en voelt zijn verantwoordelijkheid: een staf in zijn handen. Hij beslist wat vergeten zal worden.'
Dat goddelijke en ook het ziener-zijn heeft Mulisch volgens Bax welbewust uitgevent: hij heeft zijn eigen mythe geschapen. Bax onderzoekt heel wetenschappelijk (en mij wat te dor) hoe wij al die jaren naar Mulisch hebben gekeken. Hij komt tot de conclusie dat het romantische schrijversideaal sterk botste met de publieke intellectueel die Mulisch ook wilde zijn.
Wassen neus
Maar het fijne aan Mulisch is dat hij dit alles met humor bracht, in tegenstelling tot iemand als Hermans. Mulisch grossierde in baldadige hyperbolen, wat hem ook altijd iets ongrijpbaars gaf. Daarom is het zeer te prijzen dat Bax probeert het paradoxale beeld te grijpen dat Mulisch al spelenderwijs van zichzelf opriep. Het is fijn het afgeronde oeuvre van Mulisch daarbij te zien langskomen. Echter, je kunt je afvragen in hoeverre Mulisch zijn beeld daadwerkelijk stuurde. Hij reageerde sterk op wat er in de maatschappij gebeurde, maar ik betwijfel af of hij in schrijversstrategieën dacht (die hedendaagse auteurs volgens Bax helaas niet meer kunnen toepassen). Bax plakt als het ware stickers op Mulisch.
Wel vind ik het ontzettend boeiend dat Bax verklaart waarom geëngageerde literatuur, waar wij allen in deze tijd zo naar uitkijken, een wassen neus blijft. Hij laat zien wat een opgave het voor Mulisch moet zijn geweest om twee tegenstrijdige rollen te spelen. Als mediafiguur voedde hij het beeld van een 'mythisch standbeeld', als publieke intellectueel ondermijnde hij datzelfde beeld juist als een kritische luis in eigen en andermans pels.
Eerlijk is eerlijk: het eigenlijke probleem zit niet bij de schrijver, het schuilt in ons, in de houding van het publiek, in onze roep om vermaak. Wij plaatsen de kunstenaar op een voetstuk, wij verwachten dat hij hogere waarheden onthult, maar helemaal serieus nemen we hem toch niet. De schrijver heeft immers niets in de politieke melk te brokkelen. Ooit een romancier in een regering gezien? We zouden hem ongeloofwaardig vinden.
Bax vergelijkt de macht van de schrijver met die van de prins op het carnavalsfeest: voor even mag de schrijver machtig zijn en ons een spiegel voorhouden. En dan kappen we weer met die malligheid. Het is de spagaat van het engagement en dus ook de spagaat van Mulisch.
Toch blijf ik hopen dat schrijvers net als Mulisch het carnavalsfeest flink weten op te rekken met hun feestneuzen, zodat we onderweg stiekem toch wat wijzer worden als mensheid.
FLEUR SPEET ■
Mark Cloostemans
rt/aa/27 m
'Dit boek is geen biografie in traditionele zin.' Neerlandicus Sander Bax verduidelijkt in het voorwoord van De Mulisch mythe dat hij iets anders geschreven heeft dan het levensverhaal van de in 2010 overleden Nederlandse schrijver: 'het verhaal van het openbare leven van Harry Mulisch en de manier waarop hij zijn identiteit als schrijver daarin vormgaf'. Heeft Bax nieuwe bronnen aangeboord? Nee. 'In dit boek bespreek ik geen ongepubliceerde briefwisselingen, ook maak ik geen gebruik van interviews met mensen die Mulisch gekend hebben. Ik ben niet op zoek naar de "ware auteur" die zich achter alle beeldvorming schuilhoudt, maar ik zoek juist de auteur die in die beeldvorming tot stand komt.'
Sander Bax beschrijft in grote lijnen de evolutie van Mulisch: de autonomistische auteur die activist en publiek intellectueel gaat spelen, zich een nieuw imago aanmeet en zich later verschuilt in het kostuum van de zelfverzekerde, gevestigde auteur. Bax stelt zonder omwegen dat dit niet de echte Mulisch was. 'Zelfs in het sociale leven lijkt Mulisch een muur opgetrokken te hebben. Is het überhaupt wel mogelijk om achter het masker te kijken?'
Adorno en poëzie
Het is bekend dat Mulisch zich vereenzelvigde met de Tweede Wereldoorlog - vader Duitser, moeder Joodse - maar dat beeld verdient nuance: voor 'de Tweede Wereldoorlog', lees 'het irrationele kwaad'. Het raadsel dat een bevolking zich laat opzwepen tot genocide, bijvoorbeeld. Mulisch trachtte dat 'kwaad' boek na boek in te dammen. Daarvoor moest hij het natuurlijk eerst zien te benaderen, en dat was een artistiek dilemma.
'Adorno's uitspraak[dat na Auschwitz geen poëzie meer mogelijk is, red.] mag dan vaak gelezen worden als een verbod op het schrijven van poëzie, zij zou met evenveel recht beschouwd kunnen worden als een gebod tot radicale vernieuwing', schrijft Bax. En dat is wat Mulisch deed: nieuwe vormen zoeken om te schrijven, met name over de Tweede Wereldoorlog. Hij zocht zijn toevlucht in de mythologie, in het depsychologiseren van zijn literatuur.
Ook in zijn non-fictiewerk zocht Mulisch altijd naar nieuwe manieren om over het kwaad te schrijven. In het boek De zaak 40/61 over het proces tegen Adolf Eichmann, de 'administrateur' van de Holocaust, wijst Bax op de stijlbreuken, die een zoekend auteur verraden. De reden is duidelijk: 'Over zaken die duidelijk zijn, kunnen we duidelijk spreken (zoals de bekende gegevens uit Eichmanns biografie), maar voor de dingen die raadselachtig zijn (zoals de beweegredenen en de geestelijke ontwikkeling van Eichmann), is een ander, meer complex taalgebruik nodig.'
Dat heeft Bax niet zelf bedacht - Mulisch zei het zelf, in een lezing die hij in de jaren 50 ettelijke keren heeft gehouden en in 1994 werd gepubliceerd, 'Op weg naar de mythe' - maar hij toont wel goed aan hoe dit zich uitte in Mulisch' vroege werk. Dit oeuvre wordt al te vaak vernauwd tot de Tweede Wereldoorlog en Mulisch' biografie, dus het is goed dat iemand de schijnwerpers weer eens radicaal op het werk richt. Zo zien we de grote spreidstand tussen het imago en de artistieke ambitie. Het is Bax' verdienste dat hij meermaals het publieke imago en het werk confronteert.
Imago en ironie
Bax' studie loopt opmerkelijk parallel met een recent boek over Gerard Reve,Verrek, het is geen kunstenaar van Erwin Praat (Amsterdam University Press, 2014). Ook daarin lag de klemtoon op hoe de schrijver zijn imago vorm gaf. Reve verkocht leugentjes over zijn leven en vervlocht die vervolgens in zijn fictie; het mengsel werd onontwarbaar. Op vergelijkbare wijze gaf Mulisch vorm aan Rudolf Herter, zijn alter ego in zijn laatste roman,Siegfried: een personage als een ironische bundeling van clichés die over de schrijver zelf de ronde deden.
Het verschil is wel dat de late Reve zich verloor in dat soort flauwiteiten, terwijl Mulisch ook aandacht behield voor de wereld buiten hemzelf en de literatuur. Dat is iets wat Bax te weinig onderkent. Hij is snel geneigd om Mulisch' romans te lezen als onderzoeken naar diens schrijverschap. Zijn debuutarchibald strohalm, Het zwarte licht, Voer voor psychologen en zelfsHet stenen bruidsbed: allemaal boeken waarin de auteur niets anders onderzocht dan zijn eigen schrijverschap. Een dergelijke reductie is bepaald geen compliment voor de auteur, en ik geloof het niet. Hier verwart Bax zijn interesses met die van Mulisch.
De Mulisch mythe is als geheel geen voltreffer, maar je kunt er wel je voordeel mee doen. Wie op een toegankelijke manier wil kennismaken met een oeuvre dat niet tot zijn latere succestitels vernauwd mag worden, kan hier terecht. Om te ontdekken hoe Mulisch' ideeën over de 'machinemens' (in De versierde mens) en zijn afkeer van de volmaaktheid van een zentuin ( Wenken voor de jongste dag) culmineren in De ontdekking van de hemel, bijvoorbeeld. Zo'n boek bestond nog niet, maar op een biografie blijft het wachten.
SANDER BAX
De Mulisch mythe. Harry Mulisch: schrijver, intellectueel, icoon.
Meulenhoff, 480 blz., 29,95 euro (e-boek 15,99 euro).
De auteur: docent literatuurwetenschap, cultuurgeschiedenis en vakdidactiek Nederlands en recensent.
Het boek: het verhaal van het schrijverschap en van de publieke figuur Harry Mulisch.
ONS OORDEEL: geen voltreffer, wel toegankelijk.
Mark Cloostermans ■
Hans Renders
Ooit begon literatuurhistoricus Sander Bax een onderzoek naar het politieke engagement van Harry Mulisch. Waarom schreef hij tussen 1959 en 1972 geen romans? In tijden van oorlog schrijf je geen romans, vond de schrijver. In 'De Mulisch Mythe' wordt op mooie wijze beschreven hoe de schrijver zichzelf in het publieke domein geregisseerd heeft. Of Mulisch nu Fidel Castra verdedigde of de gemotoriseerde relletjesvoyeur genoemd werd, kritiek was er altijd en tegelijkertijd maakte het de schrijver ongrijpbaar. Mulisch werd arrogant gevonden, volgens hemzelf was die pose zelfironie. Was hij filosoof, politicus of historicus van zijn tijd? Mulisch heeft op al deze kwalificaties het overheersende stempel van zichzelf weten te zetten, dus de mythe Mulisch. Op 6 november 2010 werd die mythe zichtbaar toen de grote schrijver in zijn kist op een rondvaartboot naar Zorgvlied werd gebracht. Aan de kade stond het zwart van de mensen, waarvan sommigen ooit een boek van de grote meester hadden gelezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.