Neem mijn hand
Kate DiCamillo
Kate DiCamillo (Auteur), Keith Campbell (Illustrator), Harry Pallemans (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2015 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : DICA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2015 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : DICA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2015 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DICA |
Silvester van der Pol
Flora Belle (10) redt ternauwernood een eekhoorn uit de op hol geslagen nieuwe stofzuiger van haar buurvrouw. Door de bijna-doodervaring beschikt het diertje inmiddels over een aantal zeer bijzondere capaciteiten. Flora ziet in hem een held en modelleert hem in gedachten aan de hoofdpersoon van haar favoriete stripserie 'De verluchte avonturen van de lumineuze Incandesto'! Toch moet ze hem vooraleerst beschermen tegen haar eigen moeder die het beestje liever om zeep ziet geholpen. Prachtig geschreven verhaal over een meisje dat vanwege de scheiding van haar ouders een zelfverklaard cynicus is geworden met als motto ‘Ga niet hopen, observeer’. Allengs wordt de reden van haar houding duidelijk: Flora hunkert boven alles naar acceptatie en liefde. Het heerlijk droogkomische, absurde en hartverwarmende verhaal, waarin uiteindelijk de liefde overwint, wordt geïllustreerd met potloodtekeningen die af en toe de tekst overnemen en een kort stripfragment vormen. Behalve de voor sommige lezers wellicht wat storende uitdrukking ‘alle luja’s’ is dit een vlekkeloos prachtverhaal in 67 korte hoofdstukken voor iedereen met een hart voor goede literatuur en voor intermenselijke liefde. Winnaar Newberry Medal 2014. Voor gevorderde lezers vanaf ca. 10 jaar.
Jan Vancoillie
2/ei/13 m
Wie ooit 'Despereaux, of het verhaal van een muis, een prinses, een schoteltje soep en een klosje garen' las of 'De wonderlijke reis van Edward Tulane', zal zich Kate DiCamillo allicht nog herinneren. Ze lijkt een patent te hebben op wonderlijke verhalen met een eigenzinnige mengeling van verbeelding en emotie. Net als in eerder werk speelt een dier een belangrijke rol in het boek, in dit geval de fantastische eekhoorn Odysseus. Zo noemt Flora hem, niet naar de Griekse held, maar wel naar een nieuw type stofzuiger waaruit ze hem redde. Dat ze hem daarbij reanimeert door mond-op-mond-beademing, zet meteen de toon voor dit verhaal waarin de auteur erin slaagt om de meest fantastische gebeurtenissen als vanzelfsprekend te presenteren.
De intro met de stofzuigergeschiedenis trekt meteen de aandacht omdat die in stripvorm is weergegeven. Daarna neemt de tekst het over, al wordt die geregeld onerbroken door paginagrote prenten en stukjes strip. DiCamillo sluit hierdoor aan bij de trend om woord en beeld evenveel ruimte te geven en zo meer jonge lezers uit de beeldcultuur aan te spreken. Dat doet ze ook door striphelden een belangrijke rol te laten spelen: Flora is er dol op, zelfs zozeer dat ze voortdurend een voorbeeld probeert te nemen aan haar favoriete stripheld.
DiCamillo zet haar personages trefzeker neer: de fantasierijke Flora, haar hulpeloze vader, haar ontredderde moeder, de betweterige maar gevoelige William Spiffer, de dappere eekhoorn en nog een aantal nevenfiguren. Ondanks of liever net door hun kleine kantjes wekken ze stuk voor stuk sympathie op bij de lezer. Flora is een buitenbeentje, een vreemd kind dat in aanvaring komt met haar moeder, een schrijfster van romantische romannetjes die het liefste alles heel gewoon wil. Het karakter van de moeder is het zwakst uitgewerkt in het boek, waardoor haar ommekeer op het einde onwaarachtig overkomt. De 'eekhoornpoëzie' aan het slot maakt dan weer veel goed, net als Williams uitspraak dat normaal niet bestaat. Hierdoor wordt dit verhaal tegelijk een ode aan de kracht van de fantasie en een loflied op de liefde tussen ouder en kind. Overigens bevat het verhaal nog meerdere boeiende uitspraken over hoop, heldhaftigheid, geluk en wat liefde met sardientjes te maken heeft.
DiCamillo's taal is helder en eenvoudig, al schuwt ze moeilijke woorden niet als cynicus, hysterisch, hallucinatie, eufemisme of existentiële angst. Net als in haar vorige boeken daagt ze hiermee de lezers uit, maar loopt ze tegelijk het risico dat lezers afhaken. Soms doet die keuze wat verkrampt aan, zeker wanneer er zonder problemen een eenvoudiger alternatief mogelijk was. Belangrijker is echter dat het boek ook een pleidooi is voor mooie woorden en beeldrijke taal. 'Poëzie' vindt William een mooi woord: het was klein en had in het midden net twee oogjes. Elders gaat het over 'prachtige' woorden als 'spiegelei' of 'gepaste' woorden als 'zoetsappig' of nog over woorden die Flora in de kuil van haar maag voelde of in haar hart, die eenzame, veelarmige inktvis die alle kanten opslingert in haar borst. Alleen al om deze taalvondsten is dit een fantastisch boek om te lezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.