Arkadia : een drieluik
Sipko Melissen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Oorschot, cop. 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10242 |
Mark Cloostermans
em/ec/12 d
De fictieve schrijver Wijnand Brandt wordt niet uitgegeven door De Bezige Bij Antwerpen. Toch overkomt hem hetzelfde als de echte schrijvers. Op een doodgewone zaterdagmiddag merkt hij dat in een Amsterdamse kunstenaarssociëteit de nieuwjaarsreceptie van zijn uitgeverij plaatsvindt. Hij kan het feestje zien door de ramen van het pand. Maar hij kan niet naar binnen. Geen uitnodiging. De niet al te best verkopende auteur is in alle stilte op straat gezet. Zou de weinig bekende Nederlandse schrijver Sipko Melissen een en ander zelf meegemaakt hebben? Vroeger publiceerde hij bij Querido; de uitgever die zijn fictieve schrijver dumpt, heet Ypsilon.
Het zit Wijnand Brandt overigens echt niet mee. Eerder dat jaar is hij al aan de kant gezet door zijn partner van jaren. Met reden, want Wijnand kon niet kiezen tussen zijn rustige relatie met Eric en de mogelijkheden van de jonge Saïd - en hij verloor ze allebei. En nu dus de uitgeverij. Wijnands enige perspectief is een middernachtelijk spaghettifeestje, eenspaghettata di mezzzanotte, bij zijn jeugdvriend Abe. De rest van de middag zal hij door Amsterdam zwerven. Dit is het kader van Oud-Loosdrecht.
Gestremden
In eerste instantie mijmert Wijnand vooral over de roman waaraan hij werkt. Die heet, u zag het aankomen,Oud-Loosdrecht en handelt over een intense jeugdvriendschap tussen een heterojongen en een homojongen. Over Wijnand zelf en Abe, dus.Kartonnen dozen revisited, met een toets Onno en Max uitDe ontdekking van de hemel, want Wijnand en Abe waren tienerjongens van het zelfingenomen soort, met grote woorden en inzichten. 'Dat zij op hun lange nachtelijke wandelingen nooit iemand tegenkomen geeft hun een superieur gevoel en een besef oneindig ver verwijderd te zijn van de Hilversumse lanen, "waar de gestremden wonen die hun tuinen verzorgen."'
Voor Wijnand is deze misgelopen liefde bepalend geweest. 'We hadden elkaar gevormd en, tot op zekere hoogte misschien, ook misvormd.' Belangrijk voor de lezer is dat Melissen zinnige dingen zegt over jeugdvriendschappen in het algemeen. Over de intensiteit daarvan, en hoe vrienden op latere leeftijd met elkaar omgaan: elkaar eigenlijk te goed kennend om nog makkelijk contact te maken.
Een positievere invalshoek is er ook. Vriendschapsbanden trekken zich niets aan van tijdsverloop en ouderdom, merkt Wijnand. Tegenover Abe gezeten, ziet hij de achttienjarige in de kale man: 'de achttienjarige was veel dominanter in hem aanwezig dan welke leeftijd ook'. En zo komt ook de aloude opdeling tussen lichaam en geest aan de orde: 'Het lichaam had geen boodschap aan wat we allemaal voelden en wilden. We waren gespleten wezens. Terwijl het lichaam onderhandelt met de dood over uitstel van executie, denkt onze ziel eeuwig te zijn.'
De roman begint met een schrijver die zijn uitgeverij kwijtraakt omdat hij onvoldoende verkoopt. Als reactie daarop ontwikkelt Melissen de gedachte dat de literatuur slechts 'een kleine gemeenschap' nodig heeft. Hoge verkoopcijfers zijn voor een goed boek niet nodig: 'een dorp van drieduizend inwoners' volstaat. Her en der keert die gedachte terug. 'Van het ene moment op het andere voelde ik mij totaal alleen, [...] zonder dak waaronder ik kon schuilen', denkt Wijnand eerst nog. Maar later: 'De wereld die Plato bij monde van Socrates had opgeroepen was een prachtige poëtische wereld waarin Wiland [d.i. Wijnands literaire alter ego] onderdak had gevonden.' En: 'Als je zo'n verhaal in gaat, dan kom je een andere wereld binnen, een wereld waar je zelf niet woont. Je zou er ook niet kunnen of willen wonen, maar je loopt erin rond, zoals je op vakantie in een andere omgeving rondloopt.'
Baloe de beer
In het tweede deel van de roman trekt Wijnand een tijdlang op met drie Italiaanse toeristen die op zoek zijn naar een goed Italiaans restaurant. Een van de toeristen wekt Wijnands belangstelling: 'Zijn ogen moest ik voorlopig vermijden.' Een licht erotisch geladen dwaaltocht à laHet dwaallicht, kortom.
Maar dat is, zoals gezegd, slechts het kader. Er komt veel langs in dit boek. Psychologie, metaproza, poëzie en filosofie: dit is een roman waarvan je iets opsteekt. En veel van de ideeën die Melissen de revue laat passeren, zetten je echt aan het denken. De passage over Diogenes, bijvoorbeeld, de filosoof in de ton, die zich afvroeg wat wij in het leven echt nodig hebben. Kunnen we ons neerleggen bij de wijsheid dat we best zo weinig mogelijk bezitten, want 'het is draaglijker en gemakkelijker niet te krijgen dan te verliezen'? Alleen maarthe bare necessities, om de grote filosoof Baloe de beer te citeren?
Het zijn boeiende denkpistes, al wijst alles in deze roman, tot en met het bitterzoete einde, op een finaal nee. De mens wil altijd die dingen waarvan het verlies hem pijn zal doen. Hij krijgt zijn gevoelens nooit helemaal onder de knoet.
Door de nogal ouderwetse, maar adequate stijl wekt Melissens boek de indruk weinig ambitieus te zijn. Bij nadere beschouwing blijktOud-Loosdrecht een boek waarin je nooit precies weet wat het volgende hoofdstuk zal brengen: een flashback of een ontmoeting, de romanrealiteit of de roman-in-de-roman, een filosofische uitweiding of een bruuske stemmingswisseling. Sipko Melissen verrast zijn lezer hoofdstuk na hoofdstuk.Oud-Loosdrecht is een dorp waarin ik graag gewoond heb.
SIPKO MELISSEN
Oud-Loosdrecht.
Van Oorschot, 198 blz., 17,50 ?.
De auteur: Nederlandse auteur (1941) die eerder een dichtbundel en vier romans publiceerde.
Het boek: een gesjeesde schrijver bezoekt een oude vriend en behandelt met hem en andere passanten de grote levensvragen.
ONS OORDEEL: adequaat geschreven, rijk en verrassend. En je steekt er iets van op.
¨¨¨¨è
Mark Cloostermans ■
Wim Fievez
Het thema van deze intrigerende roman is de grilligheid van erotische gevoelens. Het verhaal wordt op klassieke wijze, via een raamvertelling, en met respect voor de eenheid van ruimte en tijd, aan de lezer voorgesteld. Hoofdpersoon, schrijver van beroep, bezoekt, in Amsterdam, een lezing over Stoïcisme door een oude vriend, professor in de antieke filosofie. Na afloop wordt hij uitgenodigd voor een party later op de avond. In de tussenliggende tijd trekt hij van café naar café. Op het betreffende feest krijgt hij slaande ruzie met zijn vriend. We weten inmiddels dat de woedeuitbarsting teruggaat op door de professor niet beantwoorde homo-erotische gevoelens in hun jeugd, tijdens een vakantie aan de Loosdrechtse plassen. Deze onverwerkte gevoelens hebben vroeger de vriendschap verpest, maar leiden ook op het feest tot ruzie, conflict en verwijdering. De roman is knap gecomponeerd, leest goed en is een mooie, misschien iets te exemplarische, illustratie van de stoïcijnse visie op de relatie tussen verstand en gevoel. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.