Volgspot
Joseph O'Connor
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo|Anthos, cop. 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10476 |
Marnix Verplancke
2/ei/13 m
De rockroman lijkt inderdaad een typisch Angelsaksisch gegeven, met als twee grote uitschieters natuurlijk Roddy Doyles The Commitments en Nick Hornby's High Fidelity. Dat de Ier Joseph O'Connor (°1963) ooit zijn eigen bijdrage zou leveren aan het genre leek in de sterren geschreven te staan. Als broer van Sinéad hoefde hij in theorie zijn oor maar te luisteren te leggen bij zuslief om een rollercoaster van een boek in handen te hebben.
Of hij dat ook gedaan heeft, weten we niet. De man staat erom bekend in het openbaar nooit over zijn familie te praten, maar fans van Sinéad willen we waarschuwen: er komt in de roman geen enkel personage voor dat ook maar iets met haar van doen heeft. Nee, O'Connor heeft voor een heel andere band gekozen, een meer klassieke, met Fran, een Vietnamees adoptiekind dat zich graag aan Bowie spiegelt als leadzanger, de Ierse Robbie op gitaar, celliste en 'Oxfam Fatale' Trez op de bas en haar broer Séan op de drums. Samen vormen ze The Ships in the Night.
O'Connor heeft De nacht is jong de vorm gegeven van een autobiografisch geschrift van Robbie. Die put niet alleen uit zijn eigen dagboeken, maar verwerkt ook interviews met de andere bandleden, waaruit blijkt dat - zoals dat met alle bands gaat - geen twee neuzen dezelfde kant uit keken en ieder zijn eigen interpretatie had van de feiten.
Lijstjes
Robbie begint zijn relaas in de vroege jaren tachtig, in Luton, een artificieel stadje niet ver van Londen. Thatcher is aan de macht, de toekomst lijkt op zijn best grijs en muziek is een manier om te reageren. Dat O'Connor zich terdege bewust is van de sociologische omstandigheden van die tijd mag blijken uit de manier waarop hij de tegenstellingen weet te duiden tussen de achtergrond van de bandleden, met Fran die thuis weggelopen is, de burgerlijke Trez en Séan, en Robbie, die moet opboksen tegen de onophoudelijke kritiek van zijn vader, die een andere toekomst in gedachten had voor zijn zoon.
Zoals de meeste bands doorlopen ook The Ships in the Night het bekende parcours: de trage opgang, het succesalbum, de steeds groter wordende zalen, een wereldtournee en de uiteindelijke split. En dan, vele jaren later, de eenmalige reünie, waaruit blijkt dat zo'n band uiteindelijk iets van een familie heeft en veel meer is dan een stel individuen naast elkaar.
O'Connor weet het allemaal beeldend en tot in de details neer te zetten. Robbie is volgens zijn dochter een echte Ier die je zonder enige moeite onder de tafel kan vertellen; het boek staat dan ook boordevol sappige verhalen. Exemplarisch is bijvoorbeeld het relaas over Robbies eerste geliefde. Hij nam het meisje mee naar een voorstelling van Peter Shaffers Equus, omdat hij wist dat ze van paarden hield en had gehoord dat dat een thema was in het theaterstuk. Alleen bleek het over een labiele jongen te gaan die er zachtjes aan achter komt dat hij een paard wil neuken, wat G. - zoals hij het meisje discreet noemt - zo shockeerde dat er een afscheidsbrief volgde.
Roddy Doyle schreef The Commitments in 1987 en Nick Hornby's High Fidelity verscheen in 1995. O'Connor knipoogt naar beide boeken in zijn roman. Er is de aanstekelijke humor die aan Doyle doet denken, en er zijn de lijstjes waarvan Hornby's boek vol staat. Mooi is bijvoorbeeld de lijst bestaande uit songs die Robbie aan Trez doen denken.
Maar door zo expliciet naar boeken te verwijzen van twee of drie decennia geleden heeft O'Connor zijn roman ook iets gedateerds gegeven. Onwillekeurig hoor je de stem van een gezette burger van in de vijftig die op een vrij gemaakte en afstandelijke manier over de jaren tachtig schrijft.
Joseph O'Connor, De nacht is jong, Ambo Anthos, 372 p., 21,99 euro. Vertaling Niek Miedema en Harm Damsma.
MARNIX VERPLANCKE ■
Drs. Madelon de Swart
Het verhaal van de fictieve Britse rockgroep ‘The Ships’ wordt verteld door hun gitarist Robbie Goulding. De Ier die opgroeide in Dublin, verhuist naar Engeland als zijn ontslagen vader werk vindt bij Whipsnade Zoo bij Luton. In 1981, dan 17, gaat hij aan de plaatselijke hogeschool studeren en omdat hij allang gitaar speelt, raakt hij bevriend met medestudent Fran, excentriek zanger van Vietnamese afkomst. Als later celliste Trez en haar tweelingbroer Sean, een charismatische drummer, erbij komen, is de rockgroep die ‘The Ships in the Night’ gaat heten, geboren. Na een moeilijke start trekken ze via een demo de aandacht van DJ John Peel en krijgen succes. Dit is de 8e, goedvertaalde roman van de Ierse auteur (1963) die het bekendst is door zijn historische roman ‘Stella Maris’ (2002). In deze 8e is het verhaal van opkomst en ondergang van de fictieve rockgroep niet alleen heel boeiend, herkenbaar en vaak geestig, het geeft ook een heel goed, levendig beeld van de Britse scene in de 80er jaren. Rood omslag met kleurenfoto van 2 benen in spijkerbroek op gympen, met gitaar ernaast.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.