Vielleicht Esther : Geschichten
Katja Petrowskaja
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10520 |
Joseph Pearce
rt/aa/30 m
In 2014 verscheen bij de Duitse uitgeverij Suhrkamp Vielleicht Esther, het debuut van Katja Petrowskaja. Geboren in Kiev in de Sovjet-Unie in 1970, woont ze met haar man sinds eind jaren 90 in Berlijn. In het boek probeert ze te achterhalen wat er met haar Joodse voorouders is gebeurd.
De Esther van de titel is haar overgrootmoeder, omgekomen bij de massamoord op de Joden van Kiev in september 1941. Haar speurtocht leidt haar voorts naar stalinistische showprocessen, naziconcentratiekampen in Polen en Oostenrijk en naar alle plekken in de wereld waar ze een echo van haar bloedverwanten meent te kunnen opvangen.
Maar Misschien Esther is veel meer dan een kroniek van een zo goed als volledig van de aardbodem weggeveegde familie. Het boek is ook, en misschien vooral, een buitengewoon opwindende reis door het hoofd van de schrijfster zelf, een hoofd barstend van verbeeldingskracht, vindingrijkheid en scherpzinnigheid.
Bovendien zet Petrowskaja die talenten om in een stijl die nu eens vorstelijk schuimt en parelt, en dan weer door zijn eenvoud en natuurlijkheid ontroert. De Duitse pers was over die stijl trouwens laaiend enthousiast. 'Grote literatuur', aldus Der Spiegel. 'Een godsgeschenk voor de literatuur', zo de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Liever Engels
Afgelopen maand was Katja Petrowskaja writer in residence in Passa Porta in Brussel. Een weekend lang verbleef ze ook in Antwerpen. Overnachten deed ze in de airbnb van schrijfster Anne Provoost. Puur toeval dat Petrowskaja kort voor haar vertrek naar België in Berlijn een goede vriendin van Provoost tegen het lijf was gelopen.
Het is evenwel allesbehalve toevallig dat het toeval toesloeg. Ook in haar boek denkt ze voortdurend na over de 'eindeloze varianten van het lot'. 'Wat als, wat in het geval dat, wat als het niet gebeurd was, of wat was er gebeurd als (haar verwanten) in 1915 in Warschau waren gebleven of naar Amerika geëmigreerd, allemaal samen.'
Tijdens onze wandeling door Antwerpen laat Petrowskaja echter niets aan het toeval over. Ze wil naar de Cogels-Osylei, naar de Sint-Carolus Borromeuskerk, naar het MAS, naar het Red Star Line Museum, en als het kon zou de zon die dag nooit hebben mogen ondergaan, want ze wil alles zien, alles fotograferen, alle verhalen optekenen, alle geuren opsnuiven, want ook Antwerpen ligt in Misschien Esther verscholen. Het boek is immers geen optelsom van namen en plaatsen, geen geschiedenis van halfvergeten of in archieven vergeelde gebeurtenissen, geen persoonlijke tragedie. Het is het verhaal van het leven zelf, en de bronnen van het leven ontspringen overal, wellicht nog het vaakst op onverwachte plekken, als bij toeval.
"Ik heb liever dat we Engels in plaats van Duits praten, mijn Engels is roestig, ik wil wat oefenen."
Roestig? De Oekraïens-Duitse schrijfster overdrijft. Zelf vindt ze van niet. Toen Hilde Keteleer haar in een interview (ze spraken Duits) in Passa Porta met haar talenkennis loofde, wimpelde ze het compliment met een glimlach af. Dat was geen valse bescheidenheid. Petrowskaja denkt werkelijk dat ze enkel haar moedertaal, het Russisch, beheerst. Dat ze zich daarnaast ook in het Engels, Frans, Spaans, Italiaans, Oekraïens, Pools en Hebreeuws meer dan vlot kan uitdrukken, speelt geen enkele rol.
Zelfs over haar Duits is ze ontevreden "Ik maak veel fouten", zegt ze. "Mijn redacteur verbeterde soms tot vijftien fouten op een bladzijde."
Leren en bijleren
Het klinkt vreemd uit de mond van een schrijfster, alom geprezen voor de gloedvolle schoonheid van haar proza. Op de boekenbeurs in Leipzig in 2013 hadden buitenlandse uitgevers slechts zestien bladzijden van haar manuscript onder ogen gekregen. Dat bleek voldoende. Tien uitgevers stonden meteen in de rij om de rechten te kopen. In datzelfde jaar kreeg ze de prestigieuze Ingeborg-Bachmann-Preis. Ook de jury had slechts een handvol bladzijden nodig: 'Ein grossartiges Geschenk an die deutsche Sprache'.
Inmiddels is het boek in twintig talen vertaald en zijn de auteur nog vier andere literatuurprijzen te beurt gevallen, waaronder de Premio Strega Europeo 2015, de Europese variant van de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs.
Maar waarom is Petrowskaja er eigenlijk van overtuigd dat ze enkel het Russisch machtig is? "Ik wil wel voortdurend leren en bijleren," zegt ze, "maar zodra ik me ergens in verdiep, wordt mijn aandacht alweer naar iets nieuws afgeleid, ik ben o zo ongeduldig. Thuis heerst bovendien altijd chaos. Geen georganiseerde chaos, gewoon chaos, in alle rust aan mijn schrijftafel zitten is me zelden gegund."
Van gedachte naar gedachte
Wat Petrowskaja als een verlies aanvoelt, maakt nu net de rijkdom van haar boek uit. Zoals een kind al hinkelend een houtje verder schopt, zo springt zij voortdurend van gedachte naar gedachte en van associatie naar associatie.
Het resultaat is een mozaïek van verkenning en reflectie, ontdekking en herinnering. Europa, opgroeien in de Sovjet-Unie, haar familie, de geschiedenis, het Jodendom, de oorlog, geen enkel onderwerp of thema wordt in een keurslijf geperst, alles ademt vrijelijk, overal is betekenis, overal bestaat de kans om iets te vinden dat haar dichter bij haar doel zal brengen.
Tegelijk vraagt ze zich af of het wel zinvol is wat ze doet. 'Als je de drang om te zoeken naar wat verdwenen is, eigenlijk wel een doel mocht noemen', schrijft ze wanneer ze beseft dat het gevoel van verlies van haar Joodse familie opeens bezit van haar heeft genomen.
Een gebrek aan zelfvertrouwen? "Telkens als ik aan een boek begin, eindig ik met een tekst van een paar bladzijden", zegt ze. Het klinkt haast hulpeloos, alsof ze nog steeds niet kan verklaren dat ze daadwerkelijk van een volwassen boek is bevallen.
Toch schreeuwt de verklaring zich op elke bladzijde de longen uit haar lijf. De taal is daarbij haar navelstreng, haar enige houvast, een dienaar en een meester. De oorsprong van de woorden, hun klankkleur en hun uitspraak, hun spelling en verwantschap, elk facet verbindt, alsof ze niet alleen arm in arm lopen maar ook samen met hun bedenker hetzelfde fortuin en dezelfde tragedies delen. Verbindingen moeten evenwel tot in de fijnste puntjes kloppen, anders verdwijnt de magie.
'Wie niet liegt, kan niet vliegen', staat er helemaal voorin het boek. Een belangrijk beginsel. Werkelijkheid en verbeelding, samen sterk. Het zit Katja Petrowskaja hoog dat sommige vertalingen dat perfecte verband niet bereiken. "In het Engels moet voor de leugen en het vliegen lie en fly gebruikt worden. Die woordklanken staan te dicht bij elkaar, ze versmachten elkaar, in het Duits is het wer nicht lügt, kann nicht fliegen, daar zit net voldoende spanning op."
Haarspeld
Achter deze schijnbaar onbeduidende verschillen schuilt een schrijfster met een fanatieke wil om door te dringen tot de kern van alles wat de mens bezielt en voortdrijft. Het levert adembenemende en hartverscheurend mooie portretten op. Zeker, het zijn portretten van haar familie, van een overgrootmoeder of een tante, een grootmoeder of een oudoom. Maar het is tegelijkertijd familie van de hele mensheid, mannen en vrouwen en kinderen die we allemaal kennen, die we allemaal zelf kunnen zijn.
Desondanks duiken voortdurend twijfels op. Het verleden reconstrueren is met een hakmes een weg banen door verwarring en vergissingen, de doden het leven schenken is overal valkuilen ontwijken en misverstanden uiteenrafelen.
De eeuwige twijfel als een reddingsboei? Petrowskaja beseft dat ze over geen andere wapens beschikt. "Ik dacht in het Russisch, zocht mijn Joodse verwanten en schreef in het Duits. Ik had het geluk me in de kloof tussen de talen te kunnen bewegen, in de uitruil, in de verwarring van rollen en gezichtshoeken."
"Kijk daar!" roept ze ineens. We zijn op weg naar het Centraal Station. Op de grond ligt een haarspeld. "Mijn grootmoeder, mijn baboesjka Rosa, droeg net dezelfde spelden." Met de punt van haar schoen schuift ze hem opzij. "Ik kom ze op al mijn reizen tegen. Crazy!"
Ze glundert. Alsof de vondst van de haarspeld het bestaan van haar boek rechtvaardigt.
De Bezige Bij, 240p. Vertaald door Wil Hansen
M.G. van Mourik
Epische debuutroman van de Oekraïens-Duitse schrijfster (1970, Kiev). De speurtocht naar de geschiedenis/levens van haar (joodse) verwanten, waar de weinige overlevenden van nazisme en stalinisme nooit over spraken, leverde genoeg stof: een oudoom pleegde in 1932 in Moskou een aanslag op de Duitse ambassaderaad, diens revolutionaire broer uit Odessa veranderde zijn naam en ging ondergronds, familieleden werden vermoord in Babi Jar, de overgrootmoeder die misschien Esther heette en alleen achterbleef toen de familie vluchtte. En dan een overgrootvader die in Warschau een tehuis/school stichtte voor doofstomme kinderen en wiens kinderen datzelfde deden in Polen, Frankrijk en Israël. Petrowskaja reist langs plaatsen waar deze mensen hebben geleefd, spreekt ooggetuigen, speurt in archieven en voltooit zo die te vroeg afgebroken levens. Zij vindt brokstukken en zo is dit boek ook opgebouwd: uit brokstukken die telkens het beeld verder voltooien. Daar tussen haar prachtig verwoorde gedachten, met een heel eigen woordkeus. En daarin verschilt deze roman van andere ‘speurtochtverslagen’. De Italiaanse vertaling won de Premio Strega Europeo. Met enkele zwart-witfoto’s.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.