Beschreven blad : roman
Seppe van Groeningen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2014 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANG |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANG |
Annick Vandorpe
em/ov/05 n
"Verhalen vertellen is altijd mijn ding geweest", zegt Seppe van Groeningen (°1972). "Als tiener kladde ik schriftjes vol met akelige verhalen."
Aan Aards paradijs heeft van Groeningen tien jaar gesleuteld. Omdat hij voor zijn werk als geluidstechnicus van set naar set reist en tussen twee filmproducties door telkens maar enkele weken schrijftijd heeft, boekte hij weinig vooruitgang. Uiteindelijk nam hij een sabbatjaar om het manuscript te voltooien.
De lange incubatietijd heeft duidelijk geloond. Voor een debuut is Aards paradijs merkwaardig matuur. Een rake toon, sterke dialogen, een goede sfeerschepping, personages die echt tot leven komen... De roman heeft het allemaal. Van Groeningen baseerde het verhaal op zijn jeugdjaren in een hippiemilieu. Hij noemt Aards paradijs een 'emotionele autobiografie'.
"Ik heb enkele sterke gevoelens die ik als kind in kaart had willen brengen", zegt hij. "De jaloezie die ik als vijfjarige voelde toen mijn broer Felix werd geboren en ik de centrale plaats in het gezin verloor, bijvoorbeeld. In mijn familie speelde bijna iedereen muziek. Terwijl ik de hemel in werd geprezen omdat ik de enige was die las, benijdde ik mijn neven om hun muzikaal gehoor en tekentalent. Ook dat is een gevoel dat ik heb uitvergroot."
Het verhaal speelt zich af op een boerderij in het Oost-Vlaamse Poeke. Van Groeningen geeft toe dat hij de werkelijkheid naar zijn hand heeft gezet. "We hebben in een commune geleefd, later op een grote boerderij, de eigenlijke setting voor 't Aards paradijs, en nog later in Gent, met allemaal muzikanten. Al die periodes heb ik laten versmelten. Sommige dingen zijn verzonnen of opgeblazen, andere geminimaliseerd. Gabriel García Márquez zei dat voor Latijns-Amerikaanse schrijvers de moeilijkheid erin bestaat de werkelijkheid geloofwaardig op papier te krijgen. Ik heb dat ook ondervonden. Bepaalde zaken kwamen niet geloofwaardig over als ik ze waarheidsgetrouw neerpende."
Zijn protagonist Jules 'John' Castro is de eerste zoon van een in Brussel gestrande Colombiaan en een Gentse. Tot zijn zesde is Jules' wereld het Aards Paradijs, waar hij met Benoit en Marie woont ('mama' en 'papa' mag hij hen niet noemen). De hoeve is een zoete inval voor mensen uit alle windstreken. Als vliegen op stroop komen ze op de tussen maisrijen verstopte wietplantage van Benoit af.
Nevels van wiet
Vrienden die binnen- en buitenlopen, kampvuren waaraan dag en nacht gezongen wordt, feesten in nevels van wiet..., Jules weet niet anders. Tot de dag aanbreekt dat hij naar school moet. De confrontatie met de buitenwereld komt hard aan. Met zijn ruglange blonde haardos en ongewone kleren is hij in de klas een zonderling en wordt hij uitgesloten en geplaagd. Maar de school trekt zijn blik ook in positieve zin open. Jules leert vlot en graag, en op de bus heeft hij tijd om te lezen, een activiteit die zijn vader "voor intellectuelen" vindt en verbiedt.
Benoit - in een vorig leven overigens zelf een intellectueel - wil van zijn zoon een tweede John Lennon maken. Hij noemt Jules alvast John en doet hem elke dag privéles volgen in de hoop dat zich op een dag een groot muzikaal talent zal openbaren. Het was 'den John' die Benoit op het spoor van 't Aards Paradijs zette toen hij als twintiger met zijn eerste vrouw, haar koningspoedel en hun zoontje Bert nog in een villa in Ukkel woonde, als bedrijfsrevisor werkte en rondreed in een blitse Jaguar.
Gelukzalig
Het tafereel waarin Benoit een ommezwaai aan zijn leven gaf, is onwaarschijnlijk, maar het wordt met zo veel aplomb neergezet dat het waarachtig blijft. Een formidabele scène. Als personage tart Benoit overigens de verbeelding. Als een koning regeert hij over de hoeve, waar hij zich laat omringen door een schare volgelingen en dartel de vrije liefde beoefent. Met zijn fabelachtige voorgeschiedenis, zijn onweerstaanbare latino looks en zijn ongelooflijke talenten lijkt hij weggelopen uit een roman van García Márquez.
De Colombiaanse maestro behoort met Haruki Murakami en Fjodor Dostojevski tot Van Groeningens favoriete schrijvers. Een verwoed lezer was hij altijd al, vooral van buitenlandse literatuur. Op school auteurs van eigen bodem 'moeten' lezen vond hij een straf, tot hij Louis Paul Boon ontdekte en later Jeroen Brouwers. Rond zijn dertiende begon hij zelf te schrijven. Zijn ouders huurden toen een groot huis in de omgeving van Gent, waar hij voor het eerst een eigen kamer had.
"We woonden in een herenhuis vol muzikanten. Groepen als K13 met Patrick Riguelle en The Skyblasters met PDW aan de drums hebben daar het licht gezien. Om aan de drukte te ontsnappen, sloot ik me af en toe op in mijn kamer, waar ik me ontfermde over mijn kamerplanten en lugubere korte verhalen schreef. Ik droomde van een typemachine. Dactylo op school vond ik fantastisch, en dankzij dat ene uurtje per week kan ik nog altijd blind typen."
De episode in het Gentse herenhuis eindigde toen zijn ouders scheidden. "Naar de gelukzalige sfeer die daar hing, ben ik altijd blijven verlangen", gaat hij verder. "Rond mijn dertigste vertelde ik mijn toenmalige vriendin er in een nostalgische bui over. Zij moedigde me aan weer te schrijven, maar de inspiratie kwam pas toen ik een laptop kocht en naar hartenlust kon typen. Drie maanden later lag de eerste versie van Aards paradijs op tafel."
De initiële euforie waaide vlug over. Van Groeningen was zonder plan aan het verhaal begonnen en de eerste versie was warrig en langdradig. Tien jaar later had hij eindelijk een versie waarmee hij naar buiten durfde te komen.
"Josse De Pauw was de eerste persoon buiten de kring van vrienden en familie die het te lezen kreeg. Hij was enthousiast en stelde voor het manuscript aan zijn uitgever te laten zien."
Hypnotiserende cadans
"In zijn laatste, autobiografische boek Leven om het te vertellen verklapt García Márquez dat hij altijd gestreefd heeft naar een hypnotiserende cadans die de aandacht van de lezer vanaf de eerste regel in de greep moet houden. Al mijn literaire helden beheersen die cadans, hoewel hun schrijfstijlen totaal verschillend zijn. Haruki Murakami is er ook een meester in."
De toon hangt natuurlijk nauw samen met de perspectiefkeuze. In Jules heeft van Groeningen een uitstekende verteller gevonden. Van de eigenaardige, soms bijna surrealistische taferelen die op 't Aards Paradijs plaatsgrijpen, kijkt de jongen niet op. Hij registreert droogweg, wat een komisch effect sorteert.
Wanneer Jules ouder wordt, gaat de idylle barsten vertonen. Hij schaamt zich voor de fratsen van zijn vader en zondert zich af. De kloof tussen de hoeve en de buitenwereld wordt onoverkomelijk als hij verliefd wordt op een meisje uit een klassiek, intellectueel milieu. Ten slotte breekt hij met zijn familie. Het duurt een kwartleven voor hij inziet dat hij wel degelijk de zoon van zijn vader is. Maar dan blijft van de gedreven goeroe nog slechts een zielig hoopje mens over.
Met veel hippies is het slecht afgelopen, aldus van Groeningen. "Ik heb het in mijn omgeving vaak genoeg gezien. Sommigen zijn ten onder gegaan aan drugs, anderen konden de reële wereld niet aan en zijn in de marge van de maatschappij gesukkeld. Mijn ouders hebben gelukkig geen kleerscheuren opgelopen. Integendeel, de bruisende energie uit die flowerpowerperiode zijn ze blijven koesteren."
Aards Paradijs is geworteld in la Flandre profonde. Toch doet de roman verfrissend on-Vlaams aan, vertel ik van Groeningen. Rouwig is hij daar niet om. "In 'Liefde voor muziek' zingt Raymond van het Groenewoud 'Trek mij uit die Vlaamse klei...' Dat was op school mijn lijfspreuk. Het doet me plezier te horen dat het vruchten heeft afgeworpen."
Seppe van Groeningen, Aards Paradijs, De Arbeiderspers, 227 p., 18,95 euro.
Seppe van Groeningen signeert op
?6/11, 19-21u, stand 401;
?8/11, 13-15u, stand 401;
?10/11, 13-15u, stand 401.
ANNICK VANDORPE ■
Mark Cloostermans
em/ec/26 d
Een roman met de titelAards Paradijs kan niet anders dan over de val gaan. Het begint al op de eerste bladzijde, als de zesjarige Jules voor het eerst naar school gaat. Leerplicht, nietwaar: ''t Zijn de mannen van de staat', zegt Jules' moeder, 'boze mannen zijn dat, die alle kinderen die niet naar school willen gaan thuis weghalen.'
'Thuis', dat is het Aards Paradijs, een commune op het Vlaamse platteland, in 1967 gesticht door Jules' ouders. Een kruising tussen twee idylles: in de winter heeft zijn moeder haar afgezonderd, landelijk paradijs, in de zomer wordt de boerderij overstroomd door blowende uitvreters (m/v) en kan Jules' vader de vrije liefde vieren.
In eerste instantie kunnen de 'mannen van de staat' niet op tegen dit arcadia. Op school blijft Jules dan wel een buitenstaander, thuis zwelgt hij in de romantisch opgepepte verhalen die zijn ouders vertellen over hun afkomst. Jules probeert het vooral zijn vader naar de zin te maken, die stapelgek is op John Lennon. 'Vader zat dagelijks in de woonkamer in lotushouding voor een levensgrote foto van den John.' Als zijn vrouw het niet hoort, noemt hij Jules John, en de jongen moet vooral zijn (helaas onbestaande) muzikale talenten oefenen.
Aards Paradijs bestaat hoofdzakelijk uit smeuïge anekdotes over een heel originele kindertijd. Zo is er een hoofdstuk over de wereldreis met paard en kar die Jules' vader wil ondernemen. De hooggespannen verwachtingen lopen dood op een aftandse knol die geen drie straten ver geraakt.
In een ander fragment wordt er, om een toilet te kunnen installeren, bespaard op eten. Zo extreem zelfs, dat de commune uit arren moede grassoep binnenspeelt. Het gevolg is een uitbraak van groepsdiarree, natuurlijk nét op de dag van bezoek uit de buitenwereld.
Val
Subtiel isAards Paradijs zelden, amusant dikwijls wel. En de hardnekkigheid waarmee alle personages naar een ideale wereld streven is hartveroverend, ook al lopen ze iedere keer weer vast in hun 'eigen, verwarde ideeën'.
De val uit het Paradijs begint langzaam, maar in de tweede helft neemt de valsnelheid hand over hand toe. Ten slotte keert Jules het Aards Paradijs de rug toe. De auteur raast nu plotseling door de jaren, om pas decennia later halt te houden. Jules zoekt, voor het eerst in lange tijd, zijn ouders op: de één in een ziekenhuis, de ander in een klooster. De auteur komt nu aanzetten met twijfelachtige ironie: de zoon moet toegeven dat hij meer lijkt op zijn vader dan hij zou willen, de moeder heeft ten langen leste gedaan wat haar familie altijd wou en is in het klooster gegaan.
Dit slot is onvoldoende doordacht. Van Groeningen heeft zich duidelijk laten inspireren doorDe helaasheid der dingen, nog een boek waarin de leute aan het eind wordt weggeblazen door bittere ernst. Maar bij Dimitri Verhulst is het einde écht navrant. En bovendien heeft Van Groeningen niet de stijl van een Verhulst. Epigonisme valt in een debuut te vergeven, maar het rommelige slot vanAards Paradijs is gewoon slecht calqueerwerk.
Wie tot pakweg bladzijde 178 leest, heeft een leuke roman achter de kiezen. Het vervolg doet, in al zijn onbeholpenheid, afbreuk aan het geheel.
SEPPE VAN GROENINGEN
Aards paradijs.
De Arbeiderspers, 224 blz., 18,95 ? (e-boek 11,99 ?).
De auteur: broer van regisseur Felix Van Groeningen, debuteert als romanschrijver.
Het boek: autobiografische roman over het leven in een commune.
ONS OORDEEL: amusant, maar weinig subtiel. Onbeholpen slot.
¨ ¨¨èè
Mark Cloostermans ■
Dr. E.A. van Kemenade
Romandebuut van de Nederlandse geluidstechnicus (1972). Zijn vader had hem John willen noemen naar zijn idool John Lennon en zag eerst een muzikale, later een artistieke carrière voor zijn zoon voor zich. Maar moeder noemde hem uiteindelijk Jules en op beide gebieden bleek hij ook geen talent te hebben. Later werd zijn broer geboren, die John werd genoemd. Hij kreeg wel een carrière in de muziek. Beiden werden groot gebracht op 't Aards Paradijs met veel wiet en drank en vrije seks. De auteur vertelt het verhaal nauwgezet, met humor en tegelijk vol tragiek. Je moet lachen en het volgende moment voel je de ellende van de hoofdpersoon. Zeer knap geschreven tijdsbeeld van de jaren zestig van de 20e eeuw. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.