Doorgang
David Mitchell
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, cop. 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MITC |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10065 |
Kathy Mathys
ru/eb/13 f
Kathy Mathys
David Mitchell (46) denkt op de lange termijn. In de loop van ons interview heeft hij het meer dan eens over zijn vier of vijf volgende boeken. De man heeft haast, er is geen tijd te verliezen. Hij staat nu eenmaal, naar eigen zeggen, in het midden van zijn leven. De Engelse auteur schreef eerder onder meer Wolkenatlas, dat qua vormelijke ambitie vergelijkbaar is met Tijdmeters, en het autobiografische Dertien.
Tijdmeters is het tweede deel van zijn zogenaamde Marinus-trilogie, genoemd naar een personage dat het eeuwige leven heeft en eerder voorkwam in Mitchells roman. De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. 'Het derde deel zal volledig in de toekomst spelen. Ik ben er al mee bezig maar wil eerst een ander boek afwerken dat dit jaar nog verschijnt, een verzameling spookverhalen.'
Heeft een ingewikkeld boek als 'Tijdmeters' een net zo ingewikkelde ontstaansgeschiedenis?
'Het boek vloeit voort uit mijn midlifecrisis. Onze levens zijn begrensd en dat hield me de laatste tijd bezig. Niet Jupiter was de machtigste god tijdens de antieke oudheid, wel Terminus, de god van de grenzen. Ik word ouder en daarom wilde ik me in Tijdmeters buigen over mijn sterfelijkheid. Tot nu toe ben ik altijd bang geweest van de dood. Ik vroeg me af of dat ook anders kon.'
'Het boek is een gedachte-experiment. Aan de ene kant heb je de verhaallijn over Holly Sykes, een gewone Engelse vrouw. Aan de andere kant bevat Tijdmeters een plotlijn over wezens die niet doodgaan. De Anachoreten staan hun ziel af en voeden zich met het vlees van de levenden om de dood te vermijden; de Chronometristen reïncarneren, ze zijn onschuldig en kunnen het niet helpen dat ze steeds terugkeren. Ik vroeg me af of ik dat zou willen. Wanneer je je bewustzijn afstaat, zoals de Anachoreten, ben je niet langer menselijk, dat lijkt me geen benijdenswaardige bestemming.'
'De Chronometristen vertellen iets over ons. Zij hebben het ene leven na het andere, maar ook wij sterven en worden herboren, zij het dan binnen één leven. Wanneer een van onze ouders sterft, wanneer we vernemen dat we ernstig ziek zijn of een kind krijgen, sterft ons oude ik. We zijn allemaal Chronometristen.'
Dacht u vroeger minder na over de dood?
'Tenzij je pech hebt, oorlogsreporter of soldaat bent, blijft de dood voor jonge mensen veelal abstract. Ben je midden de veertig en kijk je in de spiegel, dan zie je iets nieuws. Je jeugd is verdwenen. Dat je sterfelijk bent, voel je in je knieschijven en je longen vanaf dat moment. Ik vind het belangrijk om die sterfelijkheid niet te negeren.Tijdmeters schrijven heeft me daarbij geholpen. Dankzij dit boek weet ik dat de dood een metgezel is, hij staat ons niet op te wachten aan het einde, hij is er de hele tijd al aan de zijlijn. Ik vind dat niet deprimerend, want hij fluistert me in het oor: "Het leven is kort, verspil het niet. Het is zo voorbij." En dan heb ik het niet alleen over het maken van kunst. Of we een goede of een slechte dag hebben, ligt dikwijls aan onszelf. Misschien hadden we een ruzie kunnen vermijden door een zin anders te formuleren. Door zachtmoedig te zijn hadden we een veel mooiere dag gehad dan door te schelden. Ik klink nu als een sentimentele goeroe, niet? En toch is het zo.'
Heeft u ooit geloofd in een leven na de dood?
'Als kind nam mijn moeder me mee naar de kerk, maar vanaf mijn vijftiende kwam ik daartegen in opstand. Ik heb me erbij neergelegd dat ik een atheïst ben. Soms benijd ik gelovigen om de manier waarop ze in het leven staan. Ik wou dat ik het kon. Ondanks mijn atheïsme denk ik na over wat er rest van een mensenleven na de dood. Om artistieke onsterfelijkheid geef ik niet, want je kunt er als kunstenaar toch niet van genieten in je graf.'
'Standbeelden zeggen me net zo min iets, niemand kijkt ernaar en duiven schijten ze vol. Toch is er een vorm van onsterfelijkheid die mij aanspreekt. Wanneer iemand iets vertelt dat ons wijzer laat worden, dan leeft die verteller in ons voort. Het kan om kleine dingen gaan. Elke keer wanneer mijn vrouw roept dat het eten klaar is, moet ik denken aan een verhaal van A.S. Byatt. Daarin schrijft ze dat het grof is tegenover de kok om niet meteen aan tafel te komen wanneer het eten geserveerd wordt. Dat soort opmerkingen leeft in me verder.'
U heeft al duizenden bladzijden geschreven. Het is moeilijk voor te stellen dat u het gevoel heeft tijd te hebben verspild.
'Vergeleken met sommigen heb ik nog niets bereikt. Niet dat ik mezelf met anderen wil vergelijken, maar toch. Ik wil veel en ik wil telkens iets anders. Ik had ook een boek kunnen schrijven waarin elk hoofdstuk verteld is vanuit Holly Sykes, maar dat soort boeken is er al. Er is geen boek zoals Tijdmeters. In elk hoofdstuk probeer ik de essentie van de tijdgeest te vatten: in het eerste deel gaat het om de strijd tussen socialisme en neokapitalisme. In het tweede krijg je de triomf van het neokapitalisme, de ouders van Hugo zijn rijke bankiers. Het derde deel gaat over Holly's man, een oorlogsjournalist in de jaren na 11 september 2001. Deel vier gaat voor mij om de impact van sociale media. In vijf zit te veel actie om iets te vertellen over de tijdgeest, zes gaat over de toekomst van onze planeet.'
'Tijdmeters is een vreemd artefact met in elk hoofdstuk een nieuwe verteller en een nieuw genre. Die genres in één boek samenbrengen en er een geheel van maken dat niet ontploft: dat soort uitdagingen zoek ik op. Niet iedereen vindt de mix van realisme, pastiche en fantasy geslaagd. Ik denk dat het wel werkt.'
Ziet u zichzelf als iemand die de roman heruitvindt?
'Die vormexperimenten hangen samen met mijn persoonlijkheid. Ik kan enkel opgewonden geraken over een schrijfproject als ik naast schrijver ook uitvinder mag zijn. Is dat niet toegestaan, dan zou ik niet schrijven, dan zou ik een baantje nemen in een winkel of zo.'
Hoe reageren lezers op het fantasydeel in de roman?
'De reacties zijn gemengd. Voor sommigen ben ik niet langer een literaire schrijver omdat ik me aan dit genre waag. Er was een Amerikaans journalist die me, heel betuttelend, een schouderklopje gaf en zei: "Niet meer doen hoor, fantasy schrijven". Ik kan best tegen kritiek, het was de manier waarop hij het zei die me niet aanstond. De taal is lastig voor sommige lezers. Voor hen is het een muur waar ze niet doorheen kunnen.'
'Ik bereid de lezer heel geleidelijk voor op de fantasyknal in hoofdstuk vijf. Ken je die legende over de kikker die uit de pan springt wanneer je hem in kokend water gooit? Wanneer je de hitte geleidelijk opvoert, merkt de kikker niet dat hij langzaamaan gekookt wordt. Jullie zijn mijn kikkers. Dat neemt niet weg dat er gevoelige kikkers zijn, die toch niet goed tegen de langzaam oplopende hitte kunnen. Ik snap het heus wel.'
Ik hield van de rust van het laatste hoofdstuk, na het fantasygeweld. Had u dit slot in het begin al voorzien?
'Ik ben een planner, maar onderweg verandert er veel. Over het slot had ik al vroeg een idee. Ik besef nu dat het een vreemd slot is, want ik lijk er de rest van het boek mee te ontkrachten. Wat is de zin van eeuwig leven als de toekomst van de wereld zelf op het spel staat? Ik vind het wel mooi dat die paradox in het boek zit.'
'In het laatste hoofdstuk, dat in 2043 speelt, is de wereld onherkenbaar geworden. Dat is over minder dan dertig jaar. Ik acht die ontwikkeling waarschijnlijk, al ben ik geen profeet. Onze energiebronnen geraken opgedroogd, het zou zomaar kunnen. We zijn verslaafd aan olie en we zitten nog steeds in de ontkenningsfase. Ik heb eerder over die thema's geschreven, maar nooit op zo'n realistische manier.'
'Een van de personages draagt poëzie voor in de donkerste uren. Het vertellen van verhalen en het reciteren van gedichten blijft bestaan, wat er ook gebeurt. Mensen hongeren ernaar. Misschien komt er een moment waarop er geen tablets meer zijn, maar de literatuur zal niet verdwijnen. Dankzij verhalen hebben we toegang tot de gedachten van iemand die eeuwen geleden is gestorven. Is dat niet wonderlijk?'
DAVID MITCHELL
Tijdmeters.
Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema, Nieuw Amsterdam, 592 blz., 24,95 ? (e-boek 17,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'The bone clocks'.
¨¨¨èè
Kathy Mathys ■
Kathy Mathys
em/ec/26 d
Verhalen ontstaan uit het leven, uit de verbeelding, maar het zijn geen weeskinderen. Elk verhaal heeft voorouders, de victoriaanse roman bij Sarah Waters bijvoorbeeld. David Mitchells verhalen hebben niet enkel een rits ooms en tantes, ze zijn ook innig met elkaar verstrengeld. InTijdmeters komen personages voor die we tegenkwamen inWolkenatlas of inDe niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. Mitchells verhalen houden nooit op, uit het een vloeit het andere voort. En precies het idee dat niets ooit stopt en dat de dingen blijven voortduren is het centrale gegeven vanTijdmeters, een roman die qua vorm en ambitie doet denken aan Mitchells voorlopige meesterstukWolkenatlas.
Tijdmeters bestaat uit zes delen, het eerste speelt in 1984, het laatste in 2043. In het eerste weerklinkt de onbezonnen, dolverliefde stem van Holly Sykes, cafédochter, fan van Talking Heads en liefje van een veel oudere klootzak die, dat voel je, haar dra zal dumpen. Mitchell vangt haar manier van praten, de tijdgeest. Oer-Engels is de textuur van dit deel, met verwijzingen naar fish-and-chips. Maar Mitchell houdt altijd het hele universum in het vizier. De van huis weggelopen Holly staat op het punt de grote wereld te ontdekken. In Holly's deel gebeuren er bizarre dingen, het kind is paranormaal begaafd, haar broer verdwijnt. Toch lezen de eerste vier delen grotendeels als realistische fictie. Pas in deel vijf gooit Mitchell de fantasysluizen open. Behalve in 2043 en in 1984 dus, horen we andere vertellers dan Holly, zij komt wel in elk verhaal voor.
Hugo Lamb, verteller in deel twee, schittert in een parodie op de campusroman. Dit Cambridge-heerschap schrijft essays over Ronald Reagan, filosofeert met zijn vrienden over macht en over het gegeven dat hoeveel geld een mens ook bezit de kans groot is dat je in eenzaamheid sterft. Deel drie voert ons recht in het hart van Holly's gezin. Haar man, een oorlogsjournalist die verslaafd is aan de gevarenzone, krijgt daarin het woord. In het grappige vierde deel ontmoeten we een schrijver die er niet langer in slaagt om volle zalen te trekken en die vriendschap sluit met Holly, schrijfster van esoterische bestsellers.
Gemengd
Mitchell is een rasverteller, dat laat hij andermaal zien. Het gemak waarmee hij een nieuwe verhaallijn aanzwengelt is indrukwekkend, niemand die hem op dat vlak iets kan leren. Stilistisch is hij de man van de originele metafoor. De Cambridgestudent en de schrijver, die zowel doet denken aan Mitchell zelf als aan Martin Amis, zijn geschikte kanalen voor deze woordtovenarij. Meestal gaat het goed ('De vochtige lucht strijkt langs mijn voorhoofd als een verfrissend doekje in de business class'), een andere keer slaat hij de plank mis ('Zijn handdruk is een knokige greep, als die van een ufo-jager').
Waarover gaatTijdmeters? Sterfelijkheid, ouderliefde, het mechanisme van macht, de trucs die de Tijd met ons uithaalt, onze bezorgdheid om het onmiddellijke nageslacht, niet om het mensenras op zich. Mitchells engagement spreekt het meest uit de laatste episode die in een post-apocalyptische toekomst speelt. De thema's zijn belangwekkend, alleen werkt Mitchell niet alles even grondig uit. Je merkt dat hij zijn uiterste best doet om de personages vlees op de botten te geven. Toch zijn ze op psychologisch vlak niet erg memorabel. Dat deert niet voor een bijrol, wel voor Holly. Je zou kunnen zeggen dat Mitchell zoveel doet in zijn romans dat karakterontwikkeling ondergeschikt wordt. Toch mikt hij wel degelijk op emotionele vervoering van de lezer en laat hij zijn hoofdpersonage op dramatische en intieme momenten zien, met wisselend succes.
En dan is er deel vijf, een fantasy-achtige episode van ruim honderd bladzijden over de strijd tussen de Chronometristen en de Anachoreten. De eersten verplaatsen hun ziel van lichaam naar lichaam en leven zo eeuwenlang, de tweede groep doodt om het eeuwige leven te verkrijgen. Dit deel duurt te lang en het is moeilijk te lezen over chakraogen zonder aan het magazineHappinez te denken. Op zich staat het vijfde luik niet los van de rest. Mitchell vraagt zich af wat er van ons overblijft na de dood. Wat geven we door? Wie herinnert zich ons? Thematisch is er dus een verband, alleen jammer dat je zoveel onmogelijke zinnen moet slikken. Een voorbeeld: 'Het magnesiumlicht van het psychoduel wordt te fel om in te kijken, zodat ik alleen met mijn chakra-oog zie dat de lange tafel drie meter de lucht in stijgt.'
Gemengde gevoelens dus bij deze nieuwe roman die zowel de onmiskenbare talenten van David Mitchell laat zien als zijn zwakke punten blootlegt.
DAVID MITCHELL
Tijdmeters.
Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema, Nieuw Amsterdam, 592 blz., 24,95 ? (e-boek 17,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'The bone clocks'.
De auteur: Britse auteur, bekend vanWolkenatlas enDe niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet.
Het boek: een veelkoppige ideeën- roman over sterfelijkheid en tijd.
ONS OORDEEL: belangwekkende thema's, slecht uitgewerkte personages.
¨¨¨èè
Kathy Mathys ■
C.C. Oliemans
In deze fantasierijke roman volgen we verschillende personages, zoals het pubermeisje Holly (de centrale figuur) dat in 1984 van huis wegloopt, een student die bijverdient als oplichter, een oorlogsverslaggever die getrouwd is met de nu volwassen Holly, en een zelfingenomen schrijver. Elk van hen krijgt echter te maken met inwendige stemmen en vreemde visioenen, en dan blijkt dat zij allen betrokken zijn geraakt bij een groot conflict tussen de ‘Chronometristen’ (die eeuwig kunnen bestaan) en de ‘Carnivoren’, die proberen onschuldige zielen in te palmen en te offeren. Wanneer het verhaal tot 2020 is gevorderd, ontsporen deze sterke psychologische portretten tot een onnavolgbare sciencefiction / fantasy-achtige strijd tussen de twee bovennatuurlijke groepen, totdat de roman eindigt in 2040, in de duistere periode nadat de klimaatcrisis en de energiecrisis de beschaving zo goed als uitgeroeid hebben en de oude Holly haar dagen slijt in een Iers dorpje. Bizar, experimenteel, grappig, zeer goed geschreven, zelfverzekerd, soms onbegrijpelijk en irritant, maar steeds interessant.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.