Het dwaallicht : roman
Willem Elsschot
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14004 |
Marnix Verplancke
2/ei/06 m
De Amerikaanse arts en medisch onderzoeker Carleton Gajdusek (1923-2008) kreeg in 1976 de Nobelprijs voor geneeskunde omdat hij ontdekt had dat op Nieuw-Guinea de kuru-ziekte veroorzaakt werd door kannibalisme, meer bepaald door het eten van de hersenen van gestorven familieleden. Deze lugubere ontdekking bracht Gajdusek roem en faam, tot hij in 1996 beschuldigd werd van pedofilie. De man had regelmatig kinderen uit ontwikkelingslanden meegenomen naar de VS om hen daar een opleiding te laten volgen. Een van hen beweerde seksueel misbruikt te zijn. Gajdusek bekende en kreeg negentien maanden cel.
Toen Jamal Ouariachi (36) Gajdusek later ontmoette doordat zijn vriendin een bekende was van de man, raakte hij gefascineerd. Hoe kon een in moreel opzicht voorbeeldige man die vele levens had gered zo diep vallen, vroeg hij zich af. Wat is de som van een mensenleven dan? Hoe weeg je dat tegen elkaar af?
"Als je met hem praatte, had je meteen door hoe briljant hij was", zegt Ouariachi. "Hij wist alles over talloze vakgebieden, en een avondje in zijn gezelschap leek op een ritje op een rollercoaster. Maar af en toe, zo om de twee uur, barstte hij uit en dan ging hij tien minuten te keer over de schandalig hypocriete manier waarop wij met pedofilie omgaan. Zijn verhaal intrigeerde me, omdat ik me afvroeg of het waar was wat over hem beweerd werd. Had hij inderdaad kinderen misbruikt, of was er tijdens zijn gevangenisverblijf iets geknakt?"
Ouariachi heeft van Gajdusek in de roman Een honger een Nederlandse ontwikkelingswerker gemaakt, Alexander Laszlo, een rijke man van Hongaarse afkomst die in het door hongersnoden getroffen Ethiopië van 1984 begint in te zien dat dit land niet alleen een tekort heeft aan voedsel, maar ook aan geschoolde mensen. Daarom zet hij het plan op om regelmatig kinderen over te vliegen naar Amsterdam, om ze daar in zijn herenhuis aan de Keizersgracht te laten opgroeien. Als de opleiding achter de rug is, gaan ze terug naar huis. Alles loopt op wieltjes, tot een van de kinderen klacht tegen hem indient wegens misbruik.
Ouariachi combineert die verhaallijn met een regelrechte lovestory. Laszlo wil een boek schrijven over zijn leven. Hij roept daarvoor de hulp in van Aurélie, een tv-redacteur met wie hij net voor hij gearresteerd werd een passionele relatie had. De vrouw heeft inmiddels een andere man en een dochtertje, Lydia. Het katapulteert Aurélie enerzijds terug in de tijd, naar de intens gelukkige periode die ze met hem beleefde. Tegelijk confronteert het haar met twijfel en angst voor hem, zeker omwille van Lydia. Want Laszlo wil niet minder dan een apologie van de pedofilie brengen.
Een honger is een roman geworden die een stevige thematiek koppelt aan een soepele leesbaarheid, die maatschappijkritisch is maar ook de mooiste pagina's over de liefde bevat die we in jaren lazen. "Ik hou van contrasten", legt Jamal Ouariachi uit. "Een boek mag niet alleen maar donker zijn. Ik ervaar de maatschappelijke problematiek van onze tijd zelf ook wel. Ik loop met open ogen over straat. Ik lees kranten en bekijk het journaal. Maar daarbuiten is er nog iets anders aan de hand. Ik heb een privéleven met vrienden, geliefden en ouders. Als ik over straat loop, denk ik niet: het is crisis."
Een honger was ook een moeilijk boek om te schrijven, vertelt Ouariachi. Hij begon er in 2010 aan en zat na tweeënhalf jaar compleet vast. Even een maandje aan iets anders denken, nam hij zich voor. Hij wou een paar korte verhalen schrijven. De eerste dag kreeg hij echter het idee voor de roman Vertedering, waaraan hij als een gek ging werken. Negen maanden later begon hij aan 25, het eerste deel van de trilogie 25, 45 en 70 die hij samen met David Pefko en Daan Heerma van Voss op papier zette. Het maandje rust werd uiteindelijk anderhalf jaar, waarna hij zijn manuscript van Een honger weer oppakte, helemaal herwerkte en er een dijk van een roman van maakte.
Waarom hebt u niet gewoon een boek geschreven over Carleton Gajdusek?
Jamal Ouariachi: "Ik wilde geen biografie schrijven. Om een roman te kunnen schrijven, moet ik mijn handen vrij hebben. De werkelijkheid is nooit de enige bron, ik gebruik hooguit een paar druppels of scheutjes. Bovendien: er worden veel boeken uitgegeven die over een persoonlijk levensverhaal gaan zonder dat er verder iets gebeurt met stijl of vorm, of zonder een diepere filosofische laag. Dan haak ik af. Dat is het fenomeen van de taxichauffeur die tegen je zegt: 'Nou, ik heb dingen meegemaakt, ik zou er een boek over kunnen schrijven.' Nee dus, dat kan niet, want zo werkt het niet."
Laszlo wordt niet alleen neergezet als een pedofiel, maar ook als een sympathieke man.
"Dat was inderdaad de manipulatie die ik erin wilde stoppen. Zo gauw hij een afstotelijke, klassieke kinderverkrachter wordt, houdt het voor de lezer op, denk ik. Dan creëert hij hetzelfde gevoel als Dutroux: alleen nog maar walging. Ik wou onderzoeken hoe ver je kunt gaan tot je de man gaat haten. Wat hij uiteindelijk wil, gaat de meeste mensen te ver, maar hij weet het op zo'n manier te brengen dat het aannemelijk en niet zo erg klinkt."
In hoeverre horen we hier Alexander Laszlo en in hoeverre Jamal Ouariachi, vraag ik me dan af.
"Om een man als Laszlo te kunnen neerzetten moet je zoeken naar raakvlakken. Er zitten dus ideeën in hem die van mezelf komen en ideeën waar ik wel iets in zou kunnen zien. Wat ik bijvoorbeeld echt vind is dat er op een hysterische manier wordt omgegaan met pedoseksuele delinquenten. Ik snap de woede en de afkeer van ouders als ze over vrijgekomen pedoseksuelen horen, maar toch denk ik dat je op zulke momenten moet proberen rationeel te zijn en te kijken naar wat de beste oplossing is. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat je vrijgekomen delinquenten niet mag isoleren, maar dat je integendeel contact moet zoeken en hen in de gaten moet houden. Dat voorkomt heel wat terugval."
Zijn we op dit vlak de voorbije dertig à veertig jaar niet heel preuts en conservatief geworden? Dat kinderen seksuele wezens zijn, werd in de jaren zeventig bijvoorbeeld toch veel meer aanvaard dan nu?
"De Dutroux-affaire heeft een grote omslag teweeggebracht. Toen ik aan het boek begon, was de zaak-Robert M., de man die honderden kinderen misbruikte in de kinderdagverblijven waar hij werkte, voortdurend in de media. En we horen natuurlijk ook onophoudelijk over de strijd tegen kinderporno. Dat staat in hevig contrast met de jaren zeventig en tachtig, toen zelfs politici voor een versoepeling van de wetgeving pleitten.
"In het boek haal ik een anekdote aan over een moeder die haar vagina laat zien aan een aantal kinderen omdat ze hen wil tonen hoe de vork in de steel zit. Dat is bij mij in de straat gebeurd toen ik een jaar of acht, negen was. Sommige mensen vonden dat een beetje raar, maar daar bleef het bij. Zo waren de jaren tachtig. Ik zie dat vandaag niet meer gebeuren zonder dat er een groot schandaal van komt, want mensen beginnen dan nogal gauw over het hellend vlak en zo en de vraag waar dat uiteindelijk toe leidt.
"Persoonlijk vind ik het in feite niet zo erg wat die vrouw deed. Wat is er mis met het zien van een vagina? We komen er toch allemaal uit?"
Laszlo oreert niet alleen over pedoseks. Wanneer hij het heeft over de cultuur van de angst die vandaag regeert, heeft hij toch gelijk?
"In het boek staat een scène waarin een man een gevallen kind helpt om op te staan, waarna de moeder verschrikt toe komt gelopen en haar kind als de wiedeweerga uit de armen van die man bevrijdt. Dat heb ik zelf meegemaakt. Ik was die man. Ik probeerde dat kind gewoon te helpen, maar blijkbaar is elke volwassen man tegenwoordig verdacht.
"Mensen zijn inderdaad verschrikkelijk bang, ook als het over terrorismedreiging gaat. Die dreiging bestaat, maar anderzijds is ze ook weer niet zo groot dat je er elke dag doodsbang voor moet zijn. Wij kunnen samen een bom maken, waarna we de tram op stappen en die opblazen. Niemand houdt ons tegen, en toch gebeurt dat niet. Al jaren niet. Het valt dus echt wel mee met dat risico."
Waarom zijn we dan zo bang?
"Ach ja, je zit met die ene kleine kans, hè. Het is zoals reizen per vliegtuig: de kans dat je neerstort, is miniem, maar het zal je maar gebeuren. Ik denk dat het zoiets is, gecombineerd met het feit dat je er heel veel over hoort. Media vullen er graag hun pagina's en zendtijd mee, en politici gebruiken het om allerlei privacybeperkende maatregelen door te voeren. Als je iedere dag over terrorismedreiging in de krant leest of over pedofielen die in je buurt rondwaren, word je wellicht vanzelf bang."
Die angst mondt soms in agressie uit, weten we. Bent u niet bang dat mensen u zullen pakken op het onderwerp?
"Ik hoop het in elk geval niet. Anton Dautzenberg had behoorlijk wat last toen hij zijn sympathie betuigde voor de pedofielenvereniging Martijn en er zelfs lid van werd. Hij ontving doodsbedreigingen en verloor zijn baan. En ook al ligt het voorval al jaren achter ons, hij is op bepaalde plaatsen nog altijd niet welkom. De agressie die pedofilie opwekt, is bijzonder groot. 'Kom niet aan kinderen' lijkt een soort oergevoel te zijn. In gevangenissen blijkt er een hiërarchie te bestaan onder misdadigers, en pedofielen staan op het onderste trapje."
We zijn niet alleen seksueel conservatief en bang geworden. Het geldt voor tal van andere zaken. Laszlo's ouders waren Hongaarse politieke vluchtelingen. Ze werden nog met open armen ontvangen, terwijl dat vandaag helemaal anders is.
"Het lijkt wel alsof op alle vlakken de deuren dichtgaan. Die grote boze buitenwereld moeten we vooral buiten houden. Het is verbijsterend hoe anders we in een halve eeuw tijd naar vluchtelingen zijn gaan kijken. De Hongaren die in de jaren vijftig naar Nederland kwamen, werden met open armen ontvangen. Wij waren trots hen te kunnen opvangen. Wellicht had het er veel mee te maken dat het zo kort na de Tweede Wereldoorlog was en dat veel mensen nog wisten hoe erg het is om te moeten vluchten."
En het waren blanke Europeanen natuurlijk.
"Dat zal ook gespeeld hebben, ja. Nog geen decennium later kwamen er Marokkanen en Turken naar Nederland en nog iets later Surinamers. Die waren al wat minder welkom. Dat zal wel iets met huidskleur en gewoontes te maken gehad hebben. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ving Nederland meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen op, zonder enig probleem. Vergelijk dat eens met wat er nu gebeurt. Onlangs wankelde het Nederlandse kabinet vanwege enkele tientallen illegalen die uitgeprocedeerd zijn en nergens meer naartoe kunnen. Die mensen zwerven rond. Sommige steden willen opvang voorzien, maar dat mag niet, want ze zijn illegaal. Negen dagen lang heeft het kabinet bij elkaar gezeten om te bepalen hoe ze met die mensen moeten omgaan. Dat is toch onvoorstelbaar?"
Moeten we de schepen van mensensmokkelaars in Libië laten zinken, zoals onze staatssecretaris Theo Francken afgelopen weekend zei?
"Dat idee is in Nederland ook geopperd. Er is wellicht een alliantie in de maak van rechtse krachten in Europa. Iedereen zou toch moeten weten dat dat niet werkt. In het noorden van Marokko liggen de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla. Ze worden afgeschermd met drie enorme opeenvolgende muren van prikkeldraad en er is permanent bewaking. Niet om door te komen, denk je dan, maar het lukt iedere dag wel een paar vluchtelingen om toch binnen te raken. Dat hou je niet tegen, al zet je honderd muren neer.
"De poorten dichtgooien kan dus nooit de oplossing zijn. De ironie is dat Europa eeuwenlang overal is binnengevallen om er het geluk te zoeken. Nu er eens een paar mensen deze kant op komen om hier het geluk te zoeken, mogen ze meteen weer oprotten."
Jamal Ouariachi, Een honger, Querido, 592 p., 19,99 euro.
MARNIX VERPLANCKE ■
Mark Cloostermans
2/ei/29 m
Contact met je ex is zelden prettig, maar voor Aurélie Lindeboom ligt het nog ietsje lastiger. Een toevalligheid brengt haar weer in contact met Alexander Laszlo, op wie ze tien jaar eerder reddeloos verliefd was. De man die, na dertien gelukkige maanden met haar, de gevangenis in ging op beschuldiging van kindermisbruik.
Het blijft niet bij één toevallig contact. Aurélie, intussen journaliste geworden, krijgt van Laszlo het verzoek om zijn verhaal op te schrijven. Een biografie moet het worden, mét passages over pedofilie.
Een honger is geïnspireerd door het leven van D. Carleton Gajdusek. Deze arts, net als Laszlo zoon van Oost-Europese immigranten, kreeg een Nobelprijs voor zijn onderzoek naar de ziekte 'kuru'. Tijdens zijn werk in ontwikkelingslanden besloot hij enkele kinderen mee naar huis te nemen, waar ze een goede opleiding zouden genieten. In 1996 werd hij door een van die kinderen beschuldigd van seksueel misbruik; hij kreeg een celstraf.
Spiegelpaleis
Laszlo is geen arts, maar hij heeft wel hetzelfde onzalige idee als Gajdusek. In het kader van zijn project 'Future Leaders of Ethiopia' adopteert hij een tiental kinderen en voedt ze zelf op, in Amsterdam. Het idee is dat ze ooit terugkeren naar hun land om daar orde op zaken te stellen.
Of Laszlo een van die kinderen misbruikte, komt Aurélie nooit met zekerheid te weten. De neergang van Laszlo, ooit 'de Nederlandse Bob Geldof', een charismatische man die 'als een goed ingewerkte curator [bewoog] door het vaudevilleachtige magazijn dat zijn denkwereld was, waarbij hij her en der snuisterijen tevoorschijn plukte om aan de ademloze bezoeker te tonen' - die neergang raakt haar voldoende om in te gaan op Laszlo's verzoek: ze zal zijn verhaal schrijven.
Dat creëert een interessant vertelperspectief. De eerste keer dat Laszlo het woord neemt, om het te hebben over zijn kindertijd, weten we nog niet dat eigenlijk Aurélie aan het woord is: de Laszlo-hoofdstukken zijn Aurélies teksten, gebaseerd op haar interviews met Laszlo. Er zit dus flink wat ruis op de feiten: ten eerste is Laszlo's geheugen niet altijd te vertrouwen en ten tweede doet Aurélie haar best om Laszlo in haar boek sympathieker te maken dan hij is.
Dit is slechts het eerste moment waarop Ouariachi toont dat zijn boek ook 'technisch' een hoogvlieger gaat worden. Het verhaal waaiert uit, de onderwerpen vermenigvuldigen zich en Ouariachi vond blijkbaar dat de stijl gelijke tred moest houden. Halverwege de roman begint de stijl te muteren. Opeens schakelt Ouariachi over op het taaleigen van Remco Campert, het door merknamen gedomineerde proza van Bret Easton Ellis, metaproza waarin de auteur sarcastisch commentaar levert bij zijn eigen teksten, enzovoort.
Die persiflages zijn altijd kort. Ouariachi weet zijn momenten te kiezen én te doseren, zodat dit stilistische spierballengerol de boel niet overneemt.Een honger 'bevat' verscheidene maatschappelijke debatten: het voelt juist om dat in een weelde aan stemmen te doen.
Onvrijheid
Wat Ouariachi eigenlijk doet, is het beschrijven van de temperatuurdaling in onze maatschappij, tussen de jaren 80 en heden. Onder lichte druk van de politiek-correctheid toonden we onze betrokkenheid met de wereld door geld te schenken aan mensen in nood, duizenden kilometers van ons verwijderd, en we zongen 'Do they know it's Christmas time'. Vandaag is de deur gesloten: de buitenwereld is veranderd in één grote bedreiging en onze betrokkenheid verminderd.
Vandaar dat het zinnetje 'Hier is de wereld' enkele keren terugkeert in de loop van de roman. 'Hier is de wereld', zegt Aurélies man, en later ook Laszlo, als ze vinden dat Aurélie meer aandacht geeft aan haar smartphone dan aan hen. 'Hier is de wereld', zegt de ontwikkelingswerker die een werkloze Laszlo introduceert in zijn wereld. En 'hier is de wereld', denkt Aurélie in 2003: niet wat er in Irak staat te gebeuren heeft haar aandacht, maar haar liefde voor Laszlo. De wereld, kortom, is zo groot als we hem zelf maken: het kan een telefoon vol weetjes zijn, of een hele planeet.
Ouariachi toont die 'temperatuurdaling' vooral in de figuur van Aurélie. Als jonge vrouw trok ze onverschrokken de wereld in; als jonge moeder loopt ze over van angsten. Vroeger interesseerde het lot van de Ethiopiërs haar, vandaag kan ze zich niet eens aantrekken wat er precies gebeurt met hun psychisch gestoorde buurman, zolang hij maar niet gevaarlijk wordt.
Het is een van de vele pregnante vragen die de roman stelt: wanneer is het juist om te helpen en waar gaat hulp te ver? Het 'Future Leaders'-idee van Laszlo is duidelijk een te extreme ingreep, Aurélies afstandelijkheid het andere uiterste. Gelukkig komt daar aan het einde van de roman verandering in.
Dat ik me die finale verandering echt aantrok, is het bewijs dat Ouariachi tot meer in staat is dan debatteren en persifleren:Een honger is het werk van een rasverteller en alweer een flinke stap vooruit ten opzichte van Ouariachi's vorige werk. Niet te missen.
JAMAL OUARIACHI
Een honger.
Querido, 588 blz., 19,99 euro (e-boek 12,99 euro).
De auteur: schrijver met Nederlandse en Marokkaanse roots, debuteerde in 2010 en brak in 2013 door met de roman Vertedering.
Het boek: weldoener die wegens pedofilie in de gevangenis zat, laat zijn biografie schrijven door zijn ex.
ONS OORDEEL: niet te missen.
Mark Cloostermans ■
Jan van Bergen en Henegouwen
Deze vuistdikke roman is de vierde na 'De vernietiging van Prosper Morèl' (2010)*, 'Vertedering' (2013)** en '25' (2013)***. Een rijke moderne roman, zonder twijfel Ouariachi’s (1978) meesterproef, waarover de pers unaniem lovend is. Door het sociale thema, de aanpak en vorm (verschillende stijlen - pastiches van bekende schrijvers - en verhaallijnen) ligt de vergelijking met 'Max Havelaar' voor de hand. Tot haar verbijstering wordt Aurélie Lindebooms geliefde, de ontwikkelingswerker Alexander Lazlo, gearresteerd voor kindermisbruik. Tien jaar later, Lindeboom is inmiddels getrouwd, moeder en werkzaam als journalist - vraagt Lazlo haar zijn biografie te schrijven. Zij stemt, ondanks haar afkeer van Laszlo’s pedofiele praktijken, toe. De persoon van Laszlo is gebaseerd is op de Nobelprijswinnaar en veroordeelde pedoseksueel Daniel Carleton Gajdusek. In feite onderzoekt Ouariachi het taboe pedofilie door het vanuit verschillende gezichtspunten en vertelperspectieven te beschrijven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.