Welkom in Amerika
Linda Boström Knausgård
Linda Boström Knausgård (Auteur), Maydo Van Marwijk Kooy (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
World Editions, cop. 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14079 |
Fleur Speet
ob/kt/08 o
Het kan een handicap zijn, maar ook tot voordeel strekken wanneer je de vrouw van een inmiddels beroemde schrijver bent en voor het eerst met een roman op de proppen komt. Een handicap omdat je altijd vergeleken wordt, zeker wanneer je man in zijn boeken over je geschreven heeft. Maar daar weegt de gretige nieuwsgierigheid tegenop: aan belangstelling geen gebrek. Dat blijkt ook op te gaan voor Linda Boström Knausgård, wederhelft van Karl Ove Knausgård.
Laten we evengoed een poging wagen haar vorig jaar verschenen en nu vertaalde roman zonder al die bagage te bekijken. De val van de Helios staat in lijn met literatuur van Sylvia Plath, Ken Kesey en Jane Campion. Het is licht sprookjesachtig door mythische verwijzingen en tegelijk spookachtig door psychologische ontwrichting en suïcidale neigingen. Het gaat net als hun literatuur over alleen zijn tussen anderen en over sociale breekbaarheid.
Knisperen
Niet voor niets is 'sneeuw' het meest gebruikte woord in Knausgårds boek: de 12-jarige verteller die zich Anna laat noemen gaat gebukt onder een dikke donslaag van woorden. Daardoor is de taal in het eerste deel letterlijk onderkoeld en afgemeten. De woorden zijn sneeuwvlokken die neerdwarrelen, verfijnd, breekbaar en knisperend.
Anna denkt te zijn geboren uit het hoofd van haar vader, zoals Athena uit het hoofd van Zeus. Ja, wie wil er geen almachtige womanizer als vader? Een man om je veilig bij te voelen en trots op te zijn. Maar haar vader is het tegendeel, dus het verhaal van Anna neem je beter met een korrel zout. De man die Conrad heet en nooit als vader wordt aangesproken (de vraag is zelfs of hij Anna's vader is), belandt vanwege zijn schizofrenie in een kliniek. De val van de Helios laat zien hoe daardoor de bodem onder een kinderleven vandaan geslagen wordt.
Weliswaar komt Anna terecht in een liefdevol, wat emotioneel pleeggezin, maar ze gaat niet naar school en spreekt wekelijks in tongen op de preekstoel van een pinkster- gemeenschap. Ze blijft sociaal geïsoleerd. Dat is een wankele basis. Bovendien vraag je je af waar de moeder is gebleven. Zij bestaat niet, er wordt zelfs niet naar haar verlangd. Anna's grootste wens is gezien te worden door haar vader. Het is een irreëel verlangen, een sprookje op zich, omdat haar vader dat nooit kan. De wanhoop die daaruit voortvloeit, roept doodswensen op.
In het tweede deel, wanneer Anna is opgenomen, is alles zwart. Dan klinkt er dramatisch verwrongen taal van een meisje dat zich afsluit. De zinnen hebben een hoge intensiteit, ze zijn compact, zoals een stem een scheur in een kamer maakt. Gewone dingen worden zo nadrukkelijk benoemd, dat ze in een ongewoon daglicht komen te staan. Op een gegeven moment verandert dat iedere pagina in lood, vooral de laatste tien pagina's zorgen voor een disbalans.
De beste Scandinavisch literatuur bevat iets tragikomisch (Lars Saabye Christensen, Mikael Niemi), hier ontbreekt echter iedere relativering en dat maakt het boek tot een wurgkoord. Knap, zorgvuldig in elkaar gezet, maar uiteindelijk te uitzichtloos en verstikkend.
Linda Boström Knausgård, De val van de Helios, World Editions, 112 p., 15,95 euro. Vertaling: Maydo van Marwijk Kooy.
FLEUR SPEET ■
Alexander Van Caeneghem
em/ov/28 n
Wat Karl Ove Knausgård in zijn autobiografische romanLiefde ook beweerde over de kostbare tijd die hij verliest met luier- en buggyproblemen, blijkbaar is toch vooral Linda Boström Knausgård de spil van het huishouden, dat intussen al vier kinderen telt. Terwijl Karl Ove als een Scandinavische Proust niet op duizend bladzijden meer of minder kijkt in zijn zesdelige romancyclusMijn strijd, klokt deze novelle van Linda af op amper 112 pagina's. Marketingtechnisch is het ongetwijfeld interessant om de naam Knausgård op de cover van een boek te zetten, maarDe val van de Helios staat erg ver af van het hyperrealistischeMijn strijd. Boström heeft een eigen stijl en stem, zonder essayistische uitweidingen en zonder schaamteloosheid, maar ook eigen literaire doelen, zonder focus op het uitbannen van alle mogelijke sentimentaliteit. Het belangrijkste wat ze deelt met het (vroege) werk van Knausgård, is een stevige portie symbolisme.
Dat blijkt al meteen in de eerste regels vanDe val van de Helios, wanneer een twaalfjarig meisje in volle wapenrusting geboren wordt uit het hoofd van haar vader. Ze legt haar harnas en lans af en trekt naakt, met alleen een gouden helm op, de straat op in Noord-Zweden. De buurvrouw en de maatschappelijk werkster die haar het eerste zien, voldoen aan enkele christelijke taken: ze voeden het meisje, lessen haar dorst en kleden haar. Ze geven haar ook de naam Anna, maar het meisje voelt zich vooral Athena - de Griekse godin die in volle wapenrusting geboren werd uit het hoofd van Zeus, nadat die haar zwangere moeder Metis had verorberd.
Griekse volzinnen
Anna wordt in een pleeggezin ondergebracht, maar verlangt naar haar vader, die in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft. Ze aardt niet echt tussen haar nieuwe broers en trekt zich in een eigen wereld terug. Wanneer blijkt dat de 'tongen' waarmee ze de aandacht trekt van de lokale Pinkstergemeente Griekse volzinnen zijn, wordt ze ook opgenomen in de psychiatrie. Daar verliest ze alle houvast.
Het stralende licht van Athena wordt een zwarte zon, en Anna verzeilt in de diepste krochten van een depressie. Boström trekt hier alle symbolische registers open: stemmen in het hoofd, zelfverminking, een gevoel van grenzeloosheid, doodsverlangen, zelfs een hedendaags equivalent van de mythische veerman Charon.
Depressie, en de vraag wat normaal en gezond is en wat niet, is een belangrijk thema bij Boström. Omdat ze het onderwerp allerminst schuwt in interviews en in 2005 voor de Zweedse radio een documentaire maakte over haar bipolaire stoornis, is een deels autobiografische lezing verleidelijk. Boström brak enkele jaren geleden door met de verhalenbundelGrand mal, waarvan de titel verwijst naar een zware epileptische aanval. Ze verkende daarin ook al de dynamiek van gezinnen en van hallucinaties in gebalde, claustrofobische verhalen.
'Mensen nemen zoveel plaats in beslag in je hoofd [...]. Ze graven zich een weg naar binnen en blijven daar, terwijl je liever alleen wil zijn', bedenkt Anna. Ze verlangt alleen nog maar naar de dood en naar haar verdwenen vader, met wie ze communiceert zoals dat alleen binnen een complexe vader-dochterrelatie kan. Zijn schizofrenie is een mooie metafoor voor het ouderschap: wat doet het met je hoofd als er plots iets of iemand verschijnt van wie je meer houdt dan van jezelf.
Wanneer vader en dochter elkaar uiteindelijk terugvinden, vluchten ze van het duister naar het witte licht. De even intense als prachtige laatste pagina's gevenDe val van de Helios de bezwerende kracht die misschien wel Boströms literaire doel is: schrijven om het onheil op afstand te houden, jezelf eraan te herinneren dat er ondanks alles nog perspectief en hoop is, dat je moet willen leven, ook al denk je alleen aan de dood.
LINDA BOSTRÖM KNAUSGÅRD
De val van de Helios.
Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy, World Editions, 112 blz., 15,95 ? (e-boek 12,99 ?).
De auteur: de Zweedse vrouw van de Noorse literaire superster Karl Ove Knausgård. Ze publiceerde eerder een dichtbundel en een verhalenbundel.
Het boek: een hedendaagse mythe over vaders, dochters, verlies en hoop.
ONS OORDEEL: bezwerend en intens.
¨¨¨èè
Alexander Van Caeneghem ■
Redactie
‘Ik word geboren uit een vader. Ik splijt zijn hoofd’, zo begint het verhaal van de 12-jarige Anna. Korte tijd later wordt ze opgenomen in een pleeggezin, Conrad (haar vader) is met schizofrenie in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen. Anna trekt zich steeds verder terug in haar eigen wereld, gaat niet naar school en spreekt elke zondag in tongen in een Pinkstergemeente. Van Conrad ontvangt ze enkele brieven, haar verlangen naar hem is sterk. Anna wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting en uiteindelijk met Conrad herenigd. Compacte, knappe debuutroman in een poëtische schrijfstijl, over onder meer de relatie dochter-vader, psychoses en mythen. De Zweedse schrijfster (1972), vrouw van auteur Karl Ove Knausgård, publiceerde eerder verhalen en gedichten. Gebonden boek met twee afgeronde hoeken. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.