Gedichten 2
Yahya Hassan
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12411 |
Arjan Peters
i /un/18 j
Achthonderd exemplaren, hadden ze gedacht bij de gerenommeerde Deense uitgeverij Gyldendal. Toegegeven, dat was misschien wat groot gedacht, maar omdat het ging om een ongewoon poe?ziedebuut van een 18-jarige Deens-Palestijnse zoon van vluchtelingen, namen ze de gok. Op 19 oktober 2013 verscheen de zwarte bundel, die in witte letters slechts de naam van de dichter toonde, Yahya Hassan, en daaronder de genreaanduiding Digte, plus de naam van de uitgever.
Eenvoudiger kon niet. Een half jaar later lijkt die sobere presentatie een meesterzet, nadat er inmiddels meer dan honderdduizend exemplaren van de bundel zijn verkocht, Hassan de Literatuurprijs van het Deense dagblad Politiken won, de Weekendavisens Literatuurprijs en de Deense Debutantenprijs, bijna alle critici zijn ritmische, rauwe grappige en consequent in kapitalen gestelde verzen prezen, en die zwarte bundel met 170 pulserende pagina's in grote stapels ieders aandacht trekt in boekhandels en kiosken.
"Die verkoop is zeer ongewoon voor een land met 5 miljoen inwoners. De respons is de buitengewoon feestelijke kant van de zaak", zegt Sofie Voller, manager buitenlandse rechten van Gyldendal, op een regenachtige middag, in het sfeervolle uitgeverspand in het oude centrum van de Deense hoofdstad. "Maar er zit ook een zorgelijke kant aan", laat Voller hier op volgen, doelend op de ophef die meteen losbarstte na het verschijnen van Yahya Hassans bundel, en na de eerste interviews die hij aan kranten en televisie gaf.
De heftige taal, extreme situaties en uitgesproken opvattingen die de lezer bij de lurven grijpen, correspondeerden met Hassans uitlatingen. In de jaren tachtig waren de Palestijnse ouders van Hassan als de eerste groep immigranten uit een Libanees vluchtelingenkamp naar Denemarken gekomen. Daar werd hij in 1995 in Aarhus geboren. Hij groeide op in een gezin met vele zusters en broers in een achterstandswijk, werd op zijn dertiende als onhandelbare probleemjongere (diefstal, inbraak, drugs) opgenomen in diverse internaten, en ontwikkelde daar een belangstelling voor lezen en schrijven.
In zijn gedichten gaat het er onzachtzinnig aan toe: hij hekelt zijn vader, die zijn vrouw en kinderen sloeg om vervolgens met een vroom gezicht in de moskee te bidden. "Als iemand arbeidsongeschikt wordt verklaard, is dat een reden voor feest", schamperde hij in een interview. Ouders hebben jongeren ermee geïndoctrineerd dat alles wat niet op henzelf lijkt, bestreden moet worden, aldus Hassan op tv. "Daarom loopt er nu een hele generatie van kutbuitenlandertjes rond die de maatschappij waarin ze leven niet erkennen. Iedereen verkoopt hasj, iedereen steelt, iedereen heelt. En om te zeggen dat er een paar zijn die het voor iedereen verpesten, is absurd. Het is precies omgekeerd."
Dat zette kwaad bloed bij veel fanatieke moslims, door hem onomwonden 'theedoeken' genoemd. Hassans faam als dichter groeide, ook door zijn bezwerende en melodieuze voordrachten op festivals en literaire avonden: vorige maand noemde Der Spiegel hem "de laatste Europese romantische dichter", The New York Times citeerde wat de Deense dichter Lars Bukdahl over Hassan zei: "een mix van Rumi (13de-eeuwse Perzische dichter) en Eminem".
Maar ook ontving de Angry Young Poet tientallen doodsbedreigingen, een militante islamist viel hem aan in het centraal station van Kopenhagen (de dader werd overmeesterd en kreeg vijf maanden celstraf) en politici van allerhande signatuur voelden zich gedwongen te reageren, o?o?k op Hassans uitspraken over "de verschrikkingen en pedagogische dictatuur in de internaten, waar ze jongens in elkaar slaan en vol stoppen met psychofarmaca, en niet gei?nteresseerd zijn om voor jongens als ik een scholing en opvoeding mogelijk te maken".
OP ALLE AFDELINGEN VAN SOLHAVEN/
HANGT EEN NUMMER OP HET PRIKBORD/
DAT DE BEGELEIDERS KUNNEN BELLEN/
ALS ZE ZELF DE GEMOEDEREN NIET KUNNEN SUSSEN/
DAN KOMT ER ASSISTENTIE VAN ANDERE AFDELINGEN/
KENNISSEN VAN DE DIRECTEUR/
EN ANDERE BOEREN KOMEN AANDRAVEN/
EN ALS IEDEREEN KLAPPEN HEEFT GEHAD EN NAAR ZIJN KAMER IS GESTUURD/ DRINKEN ZE KOFFIE/
BOVEN BLANCO FORMULIEREN VOOR GEBRUIK VAN GEWELD
Het leven van de jonge dichter staat op zijn kop. Zijn familie wil hem niet meer zien, en met de straatschuimers van vroeger kan hij geen contact hebben, nu hij een door de staat beveiligd auteur is. Gyldendal-manager Sofie Voller kan het tweekoppige bezoek - de tolk die nodig is omdat Hassan zijn Engels niet vertrouwt, en de interviewer - pas het verhoorkamertje binnen loodsen nadat de beveiliging de kleine ruimte grondig heeft gecontroleerd.
Dan verschijnt hij zelf in de deuropening: een grijnzende jongen van negentien, zelfbewust, rijzig, staartje in het haar, pakje sigaretten in de ene (elke tien minuten sigaret opsteken), iPhone in de andere hand (elke tien minuten berichten scrollen).
Al kunnen de antwoorden die Yahya Hassan geeft kort zijn, hij geeft je precies wat hij wil.
Een dichter die voor zijn debuut prijzen en loftuitingen krijgt, én doodsbedreigingen: had u zulke extreme reacties verwacht?
"Natuurlijk kan ik zeggen dat ik verrast ben door het aantal exemplaren dat van mijn bundel is verkocht, en door de gunstige kritieken. Maar door de bedreigingen en het geweld ben ik niet verrast, want daar ben ik mee opgegroeid, die hoorden bij het milieu. Zo was het altijd bij ons, thuis met mijn broers en zussen, en in de periferie. Overal was geweld.
"Mijn dichtbundel is een publieke zaak geworden. Daardoor is de omvang van de bedreigingen veranderd. Maar dat ze kwamen, verbaast me niet. Ze waren er eigenlijk altijd al."
De opening van de bundel heet 'Jeugd'. Dit zijn de eerste regels:
VIJF KINDEREN OP EEN RIJ EN VADER MET EEN KNUPPEL/ VEELHUILERIJ EN EEN POEL VAN PIS/ WE STEKEN OM DE BEURT EEN HAND UIT/ VANWEGE DE VANZELFSPREKENDHEID/ DAT GELUID ER ALS EEN KLAP VALT.
Wilde u de lezer met die openingsregels ook een klap verkopen, als om u te verzekeren van zijn aandacht?
"Die opening is geen bewuste keuze. Het was mijn ambitie om over mijn leven te vertellen. De chronologie bepaalt dat de jeugd dan eerst komt."
In de jeugdcentra hebt u cursussen hiphop en schrijven gedaan. Wat deed u besluiten niet te kiezen voor rap, maar voor poëzie?
"Twee redenen zijn daarvoor. Om te beginnen was rap de muziek waar ik mee ben opgegroeid. Toen de gemeente steun gaf om rapscholen op te zetten voor jongeren, om hun creatieve mogelijkheden te bieden, ben ik daar begonnen. Na verloop van tijd merkte ik dat er nogal wat beperkingen aan die rapvorm zitten. Je moet je aan een bepaalde versmaat houden, de teksten moeten een voorgeschreven aantal regels hebben, bijvoorbeeld zestien, en dan volgt het refrein.
"De keuze van onderwerpen is in rap ook beperkt. Het moet allemaal boefjes- en gangsterachtig zijn, en dat voelde karikaturaal aan. Ik wilde over problemen schrijven, en niet op de trotse manier die in raps verplicht is. Daarin sla je jezelf op de borst als je veel alcohol drinkt en je omringt met vrouwen en gouden kettingen. De dogma's van de rap. Daar wilde ik vanaf.
"Na verloop van tijd begon ik zelf teksten te schrijven en ze niet meer in te zingen. Daar zijn die gedichten uit voortgekomen. Ik heb dus niet voor poe?zie gekozen, het is het resultaat van een ontwikkeling. Wat gedichten mij bieden, is de vrije vorm. Als ik zin heb om te rijmen dan kan dat, en hoef ik dat niet het hele gedicht vol te houden. Als ik zin heb om lyrisch te zijn, of even een verhaaltje wil vertellen, dan kan dat ook.
"Die kapitalen had ik ergens gezien, ik weet niet meer bij wie. Ziet er goed uit, vind ik. De gedichten ogen als een statement, door die hoofdletters, dat bevalt me eraan."
Een docente gaf u de verzamelde gedichten van Michael Strunge (1958-1986), die de Deense Rimbaud werd genoemd, die zijn verzen ook in kapitalen schreef, en die zelfmoord pleegde. Vermeldt u die gift in uw gedichten omdat die docente u tot de poëzie heeft gebracht?
"De potentie was er denk ik al, want toen ik rapteksten schreef was er nog geen sprake van een docente. Naast mensen aan wie je niets hebt, ontmoet je ook behulpzame mensen op je weg. Die vrouw die mij Strunge gaf was niet de enige die mij iets goeds en leerzaams schonk. Er zijn wel meer mensen geweest die mij hebben aangepord. (lachend) Er is niet één dader aan te wijzen. Het is niet de fout van die ene mevrouw dat ik schrijver ben geworden."
Je kunt Strunge een zwartromantische punkdichter noemen. Der Spiegel noemde u 'de laatste Europese romantische dichter'. Niet vreemd, gezien de grote gevoelens, wrange humor en de ontroerende details:
EET EENS DOOR ZEGT MOEDER/ IN DE LAATSTE HAP KAN GELUK ZITTEN.
"Daar kan ik geen commentaar op geven. Superlatieven laat ik graag aan de media over."
Tot twee keer toe valt de naam Karl Ove Knausgård, en diens grote roman Vader, het eerste deel uit de cyclus Mijn strijd. Doet u dat als eerbetoon aan de Noor die nietsontziend over zijn vader heeft geschreven?
"Dat boek noem ik, omdat de politie op een zeker moment bij me binnenviel. Huiszoeking. Net toen ik met een grote bundel baar geld in mijn handen zat. Die centen moest ik gauw kwijt, en het bleek verdomd handig om de biljetten in die dikke pil van Knausgard te verstoppen.
"Los van dat praktische nut is juist dat boek belangrijk voor me geweest. Zó over je vader durven schrijven, keihard alles benoemen wat je dwarszit; Knausgard heeft me laten zien dat dat mogelijk is. Dat je er niet aan onderdoor hoeft te gaan, maar er iets tegenover kunt stellen."
Trekt u het zich aan dat rechtse politici gebruikmaken van wat u hebt geschreven, dat uw gedichten als islamkritiek worden opgevat? En dat vervolgens een islamitische sociaaldemocraat u wegens racisme aanklaagt?
"Ik houd mijn bek niet dicht. Ik weet dat mensen misbruik kunnen maken van wat ik heb geschreven, maar voor de conclusies die zij trekken zijn ze ook zelf verantwoordelijk. Ik heb er geen zeggenschap over wat anderen met mijn gedichten doen - ze op het toilet hangen, of ze voorzichtig in hun huisbibliotheek zetten.
"Sommigen noemen mijn gedichten islamkritisch. Maar mijn gedichten zijn eerder religiekritisch. Religieuze controle, indoctrinatie, het patent nemen op waarheden, Gods waarheden kennen, jezelf als het uitverkoren volk beschouwen, denken dat je zelf naar de hemel gaat, dat vind je in alle religies terug. Toevallig kom ik uit een moslimfamilie, en die beschrijf ik omdat ik die ken.
"Sommigen noemen mijn gedichten racistisch of rechts. Maar stel nu dat ik kaas koop in een supermarkt. Die kaas kan er niets aan doen dat hij nu eens voor pizza wordt gebruikt, dan weer voor een vleessaus, of als broodbeleg. Of neem dat ik een rol toiletpapier koop. Dan kan de rol toiletpapier er niets aan doen of hij wordt gebruikt om je kont mee af te vegen, dan wel een colavlek mee op te vegen."
"(pauze, sardonische blik) Laat me even doordrijven. Stel dat ik een racist ben met een racistische dichtbundel. Van de honderdduizend kopers zijn er dan negentigduizend racisten, die erg blij zijn met mijn reuze racistische gedichten. Toch zou het dan erg zijn dat er van die honderdduizend niettemin tienduizend gewone lezers zijn die zich distantie?ren van dat racisme. Dan is de vraag: is het de verantwoordelijkheid van de racist dat er, ondanks zijn vlekkeloos racistische dichtbundel, toch tienduizend mensen zijn die afstand nemen van zijn poe?zie?
"Of als ik een heel gewone dichter zou zijn, die gewone gedichten heeft geschreven voor heel gewone mensen. Onder die honderdduizend kunnen zich dan tienduizend racisten bevinden. Daar is die gewone dichter niet aansprakelijk voor."
In het gedicht 'Vriendendicht' koopt u met een kameraad vuurwerk,
'RIJDT DE STAD IN EN LOOPT NAAR HET HUIS VAN BEWARING/ WAAR JE BROER VASTZIT/ SINDS HIJ IS OPGEPAKT OP HET VLIEGVELD/ JE FLUIT TWEE KEER EN HIJ HIJST ZICH OP AAN DE TRALIES/ ZOALS HIJ DEED DE DAG/ DAT WE HIER WAREN OM VROLIJK KERSTFEEST TE ROEPEN/ JE STEEKT EEN VUURPIJL AF EN ROEPT GELUKKIG NIEUWJAAR BROER.'
Uw leven is compleet veranderd sinds uw bundel is verschenen. Ziet u uw vrienden van vroeger nog?
"Wie me vroeger niet mocht, die mag me nu ook niet. Wie me nu mag, die mocht me vroeger niet. Zo veel vrienden had ik vroeger niet, en er zijn er ook geen bij gekomen. Van de culturele elite is er niemand bij gekomen, uit de journalistieke branche misschien een enkeling. Maar dat moet ik oppervlakkigheid noemen en geen vriendschap, het is tof doen met de toffen. Omdat ik nu hip ben."
Ziet u een heel schrijverschap voor zich, na deze bundel die uw leven beschrijft tot het moment dat uw vrienden van vroeger u 'de dichter' noemen?
"Nee, ik zie het niet als een carrie`re. Je gaat ook niet altijd naar het toilet om elke keer een mooie drol te leggen. Om iets te kunnen uitdrukken moet je eerst voldoende indrukken hebben. Ik moet het maar afwachten."
Thuis was het verboden om Deens te praten, schrijft u, en op school was Arabisch niet toegestaan. Vanwaar het eerste verbod?
"Als je een minderheid bent in een vreemd land, dan houd je zo veel mogelijk vast aan je eigen taal en cultuur, bang om op te lossen in de nieuwe cultuur. Daarom was het ons thuis verboden Deens te praten. Het was trouwens ook niet toegestaan om Deense televisie te kijken, maar alleen naar Arabische. Thuis en school, dat waren twee totaal verschillende werelden, ieder met eigen voorschriften."
U bent geboren in Aarhus, met uw ouders naar een vluchtelingenkamp in Libanon en Syrië gereisd om familie te bezoeken, u woont nu in Kopenhagen. Aan welke plaats denkt u bij het woord thuis?
"Geboren in Denemarken, heb vanaf mijn 13de in jongerencentra gezeten. Inderdaad heb ik ook mijn grootouders en ooms in Libanon en Syrië bezocht. Maar op de vraag waar ik me thuisvoel, kan ik niet zo snel antwoord geven. Ik woon in dit land, heb hier mijn vrienden, maar mijn ouders zijn geen Denen, dat kun je aan hen zien. Ik ben dus ook geen echte Deen.
"Waar ik wel een relatie toe heb, is de Deense taal. Daar denk ik aan bij het woord thuis. In mijn gedichten voel ik me thuis."
Yahya Hassan, Gedichten, De Bezige Bij, 170 p., 15 euro.
Uit het Deens vertaald door Lammie Post-Oostenbrink.
---
Yahya Hassan
1995 geboren op 19 mei te Aarhus, Denemarken.
2008 uit huis geplaatst, rondgang langs internaten en jeugdinstanties.
2013 in september toegelaten tot de Forfatterskolen in Kopenhagen (tweejarige opleiding voor schrijftalent). Op 19 oktober verschijnt zijn dichtbundel Yahya Hassan, eerste oplage 800 exemplaren. In november wordt hij aangevallen op treinstation Kopenhagen. Hassan krijgt permanente staatsbeveiliging. In dezelfde maand klaagt de Deense sociaaldemocraat Mohamed Suleban hem aan wegens racisme.
2014 Al 110.000 exemplaren verkocht. Maart: optreden op Buchmesse Leipzig ter gelegenheid van de Duitse vertaling, eerste druk van 9.000 exemplaren binnen een week verkocht. 10 juni: presentatie Nederlandse vertaling van zijn dichtbundel in Amsterdam.
ARJAN PETERS ■
Sarah Vankersschaever
i /un/13 j
'HIER MIJN VERHAAL! DISCUSSIEER EROVER / MET SUIKERKLONTJES EN KOFFIE IN JULLIE MELK'.
Het spuug druipt net niet van de pagina's in de veelbesproken debuutbundel van Yahya Hassan. We mogen zijn verhaal hebben: in schreeuwerige blokletters, 160 bladzijden lang. ZijnGedichten is een autobiografisch relaas dat leest als een associatieve woordenbrij en zich nog het best laat samenvatten in een uitroepteken. Of in een middelvinger.
Hassan is de zoon van Palestijnse vluchtelingen die naar Denemarken migreerden. Hij woont samen met zijn ouders, broers en zussen in een achterstandswijk of 'getto' zoals ze de buurt daar noemen.
Vorig jaar, op zijn achttiende, maakte Hassan al dichtend de balans op van een tot dusver teleurstellend leven: zijn religieuze vader slaat zijn kinderen met de knuppel tot de pis op de vloer ligt en zijn moeder heeft in huis niets te zeggen. Buiten de vier muren van hun appartement wacht een samenleving die hem weinig kansen biedt en hem ongegeneerd bestempelt als 'theedoek'. Het resultaat is een jeugd vol criminaliteit die zich langs alle regels heen stilaan eigen wetten weeft.
In de gedichten rijgt Hassan de meest hallucinante voorvallen aan elkaar: nachtwerk in het zwart dat wordt uitbetaald met een doos vol ramsjboeken, zijn moeder die hem besteelt, zijn vader die hem neerknuppelt. Het zijn donkere jaren die zich neerschrijven. Middeleeuwen bijna, die net als zijn bundel niet eens aanspraak maken op een volwaardige titel. 'OP SCHOOL MOGEN WE GEEN ARABISCH SPREKEN / THUIS MOGEN WE GEEN DEENS SPREKEN / EEN KLAP EEN KREET EN GETAL'.
En nog: 'MISSCHIEN HAD IK VAN JE KUNNEN HOUDEN / ALS IK JE VADER WAS GEWEEST EN NIET JE ZOON'.
Doodsbedreigingen
Een dichter die enkele honderden exemplaren van zijn bundel verkoopt, mag van een bescheiden succes spreken. Hassan verkocht van zijn debuut al ruim honderdduizend exemplaren.
Gedichten leidde in Denemarken dan ook tot controverse: de moslimgemeenschap zag de poëtische middelvinger van Hassan als een aanklacht tegen de islam, alsof die met zijn bundel wilde vertellen dat de criminaliteit en de familiale problemen hun roots vonden in het geloof van zijn ouders. 'Hij generaliseert een problematiek die niet eigen is aan de islam', reageerden Deense moslimgelovigen. Hassan ontving niet veel later doodsbedreigingen en krijgt ondertussen politiebegeleiding.
'Wie mijn poëzie leest als een aanklacht tegen de islam heeft mijn boodschap niet begrepen', reageerde Hassan in het Nederlandse televisieprogrammaNieuwsuur. 'Geweld en criminaliteit kent geen huidskleur of geloof - het komt voor in elke onderklasse.'
Maar die reactie van Hassan had niet dezelfde weerklank als de blokletters in zijn bundel. In Denemarken haastte (extreem)rechts zich om de bundel te claimen 'als een bewijs dat de islam rot is'. Links claimde op zijn beurt de boodschap 'als een bewijs voor hoe nefast uitsluiting in een samenleving is'. Want als een jonge dichter met Palestijnse roots zichzelf in zijn debuutbundel consequent beschrijft als een theedoek, zegt dat schrijnend veel over de samenleving.
Fileren
Het contrast kan moeilijk groter zijn: de jonge delinquent die een groot deel van zijn tienerjaren doorbracht in jeugdgevangenissen, is vandaag een gevierd dichter die op internationale belangstelling kan rekenen. De politie die hem achter de tralies hield, zijn nu zijn lijfwachten.
Die breuklijn heeft vooral te maken met de stem die Hassan in zijn bundel vertolkt en niet zozeer met zijn stijl. Die laatste is eenvoudig, associatief, parlando. Ook al hameren de blokletters de zinnen op de pagina, de mokerslagen die hij vers na vers toedient, lezen als een mitrailleur: automatisch, vlot en zonder haperen.
Boeiender is de stem van Yahya Hassan. Koel en afstandelijk observeert hij zichzelf en zijn omgeving, beschrijft hij zonder schroom hoe hij en zijn kompanen de auto's leegroven van ouders die hun kinderen even verderop aan de schoolpoort opwachten. Zelfs ten opzichte van zijn ouders kent hij geen genade. 'ALS IK WILDE KON IK HEM IN ELKAAR SLAAN / EEN PAAR KLAPPEN OP ZIJN HOOFD TOT HIJ OP DE GROND LAG / OP HEM BLIJVEN STAMPEN / HEM DOODTRAPPEN / HIJ WAS WEERLOOS TEGEN DEGENE / DIE HIJ OP DE WERELD HAD GEZET'.
Gedichten is rauw. Hassan fileert kwaad maar koelbloedig zijn jeugd en duwt ons met onze neus in het bloed. Terecht. Zijn stem is het debat waard, ook in België: hoe willen we teleurgestelde jongeren kansen geven? Hoe willen we immigranten die een verblijfsvergunning krijgen ook de kans geven om een volwaardig bestaan op te bouwen? En welke houding neem je als autochtone Belg aan ten opzichte van mensen met roots over de landsgrens?
Het wordt tijd dat we de theedoek opnemen.
Yahya Hassan
Gedichten.
Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink, De Bezige Bij, 166 blz., 15 ? (e-boek 9,99 ?).
De auteur: jonge, Deense dichter met Palestijnse roots houdt de generatie en het geloof van zijn moslimouders tegen het licht.
De dichtbundel: een teleurgestelde, boze en autobiografische woordenvloed in parlandostijl.
ONS OORDEEL: Hassans stem is belangwekkend (zijn stijl minder).
¨¨¨¨è
Sarah Vankersschaever ■
Joris Lenstra
Yahya Hassan, een 19-jarige Palestijnse jongeman opgroeiend in Denemarken, heeft een explosief debuut geschreven waarin het stereotype van de agressieve, stelende, hypocriete, niet-geïntegreerde moslim in het Westen bevestigd wordt. Opmerkelijk is dat het geschreven is door iemand die in deze omgeving is grootgebracht. Vooral zijn vader moet het ontgelden. Als een blanke dit geschreven had, zou die waarschijnlijk voor racist uitgemaakt worden. Deze gedichtenbundel heeft meer weg van een fragmentarische roman. Het is volledig in hoofdletters geschreven. De teksten doen sterk denken aan die van de rapper Eminem die op eenzijdige, beschuldigende en gangsta-rapachtige wijze het mislukken van zijn leven aan de zelfkant van de moderne Westerse samenleving bezingt. De vertaling lijkt degelijk. Er zijn in het dunbevolkte Denemarken ruim 100.000 exemplaren van verkocht. Het onderwerp, de sociale problematiek van moslimintegratie in het moderne Westen, is actueel, waarbij de spreker een extreem standpunt inneemt. In interviews zegt Hassan dat hij de generatie van zijn vader haat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.