Relmuis!
Moniek Vermeulen
Moniek Vermeulen (Auteur), Gitte Vancoillie (Illustrator), Frank Pollet (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2014 |
Thema: diversiteit 3.2.DIV.KO |
31/07/2014
Het begin van Berta: voor niets of niemand bang doet denken aan Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt: alleen kijkt het buurjongetje hier over het tuinpoortje in plaats van door een gaatje in de heg. Maar ook in dit boek klikt het meteen met het buurmeisje, ook al zijn de twee kinderen heel verschillend. Die verschillen worden overduidelijk in de verf gezet: Emiel fluistert, Berta roept. Emiel wordt getypeerd als ‘voorzichtig’ en Berta als ‘stoer’. Berta betrekt Emiel meteen bij haar spel en ook daarbij blijken ze duidelijk anders: Emiel klinkt ‘bezorgd’, Berta praat ‘kordaat en lief tegelijk’. Emiel zou je een watje of doetje kunnen noemen, maar zo ziet Berta hem helemaal niet. Als hij op school gepest wordt door de grote jongens, neemt ze het zonder verpinken voor hem op. Ze is immers voor niets of niemand bang. De grootste pestkop leert ze zelfs een lesje dat hem nog lang zal heugen. Wat ze gedaan heeft, kan eigenlijk niet door de beugel en de juf stuurt haar dan ook naar de directeur. Vreemd genoeg krijgt ze geen straf, maar de pestkop wordt wel bij de directeur geroepen. De jongen is razend en bedreigt Berta. Dat laat Emiel echter niet zomaar gebeuren: plotseling blijkt hij veel dapperder dan gedacht. Eind goed al goed, al loopt dat einde wel heel erg op wieltjes. Daardoor beklijft het boek weinig: de les is goedbedoeld, maar gaat te gladjes binnen.
Het rooskleurige einde wordt al vroeg in het boek weerspiegeld in de prenten. De vlekkerige waterverf en lichte kleuren roepen een ‘milde’, zachte sfeer op. Tegelijk zijn de kinderen dynamisch in beeld gebracht met veel vlekken en vegen en expressieve gezichten. Je kunt meteen goed zien dat Berta voor niets of niemand bang is. Op het eind is het feest en zijn de twee buurkinderen nog iets dichter naar elkaar toe gegroeid, wat in de tekst subtiel wordt verwoord: een mooi einde dat kinderen uitnodigt om commentaar te geven.
[Jan Van Coillie]
Jacqueline Wouda
Emiel is een dromerig, wat angstig jongetje. Zijn nieuwe buurmeisje Berta is precies het tegenovergestelde. Ze zit vol daadkracht en is heerlijk zelfverzekerd. De vriendschap die de twee kinderen sluiten, wordt voortgezet op school. Als Emiel wordt gepest, neemt Berta het voor hem op én andersom. De tegenstellingen tussen de twee blijken dan ook kleiner dan gedacht. Dit prentenboek van een bekend Vlaams kinderboekenschrijversechtpaar is kleurrijk en vrolijk geïllustreerd en warm van toon. Het verhaal kent af en toe wat overbodige uitweidingen en de schrijvers lijken soms de leeftijd van hun hoofdpersonen wat uit het oog te verliezen. Ook is de thematiek van het pesten wel wat erg zwaar aangezet voor de doelgroep. Desondanks is het een sympathiek boek dat ouders en leerkrachten aanknopingspunten geeft om met jonge kinderen te praten over onderwerpen als pesten, dapper zijn, vriendschap en verschillen tussen kinderen. Vanaf 4 jaar.
Hilde de Boeck
il/pr/24 a
Emiel krijgt een nieuw buurmeisje, Berta. Ze is een stoere meid en houdt van leeuwen, tijgers, krokodillen, racen en boomhutten maken. Emiel daarentegen houdt van vissen, vogels, katten, tenten, kastelen. Berta knutselt graag. Ze maakt een tafel en Emiel helpt daarbij. De laatste dag van de vakantie wil ze een boomhut voor Emiel bouwen, maar Emiel durft niet zo hoog en de hut komt dan maar op de grond. Wanneer de school weer begint, merkt Berta dat Emiel gepest wordt door een aantal grote jongens. Ze lachen hem uit omdat hij de kleuren nog niet kent. Hij durft zich nauwelijks te verdedigen. Maar Berta neemt het voor Emiel op. Ze plaagt de grote jongen terug en verft z'n groene fiets rood. De jongen is boos en wil Berta een mep geven, maar Emiel z'n ogen staan woest. Zijn rugzak knalt tegen het hoofd van de jongen. Emiel durft meer dan hij denkt. Vooral nu hij merkt dat hij niet meer alleen staat.
Emiel en Berta zijn elkaars tegenpolen. Berta is dapper, creatief, voor niets of niemand bang. Emiel houdt van schommelen, hinkelen, tenten en kastelen. In zijn kasteel is hij ridder, maar soms ook prinses. Dit boek is heel eenvoudig. De illustraties zijn sober en in zachte tinten. Ze zijn slechts gedeeltelijk ingekleurd. Op een heel subtiele manier wordt aangegeven dat Emiel anders is. Zijn tong hangt een beetje uit zijn mond. Hij is stil en verlegen. Het thema wordt origineel gebracht en kan aanleiding zijn tot mooie gesprekken met oudere kleuters.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.