Vin
Ruth Lasters
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij Antwerpen, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LAST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij Antwerpen, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9865 |
Dirk Leyman
2/ei/21 m
"Literatuur is een luxeproduct", zo verklaarde Ruth Lasters (°1979) ooit in een interview met De Standaard. "Schrijven is maar één aspect van mijn persoon, een aspect waar ik niet zonder kan, maar wel eentje naast vele andere."
Is het daarom dat deze leerkracht Frans in het multiculturele Borgerhout minder op de voorgrond treedt dan haar generatiegenoten? Lasters, verfrissend down to earth, miste nochtans haar start niet en ontving voor haar debuutroman Poolijs in 2006 de Vlaamse Debuutprijs.
Lasters situeert haar nieuwe roman in een Vlaams kuststadje, waarin je makkelijk Blankenberge zou kunnen herkennen. De touwtrekkerij rond een dijkverbreding en het alarmisme van de plaatselijke middenstand klinkt als een herkenbaar refrein.
Tweede centrale as van het verhaal zijn de peripetieën rond een strandcabine. De ruimdenkende familie Verhee stelt haar meubilair ter beschikking aan een gezin Ghanese asielzoekers, maar dat is niet naar de zin van autochtone die-hards, die de verloedering van hun stadje én de gekelderde vastgoedprijzen toeschrijven aan de toevloed van buitenlanders. Wanneer de Verhees hun cabine ook nog van een Afrikaanse vlag voorzien, gaan de poppen aan het dansen.
Maar de alziende spilfiguur van Vlaggenbrief is de bejaarde Thérèse Eckaert, "een oud, dwaas wijf", zoals ze zelf zegt. Vanuit haar appartement slaat ze met een verrekijker het kustleven gade. Af en toe nodigt ze een toerist, strandopzichter of passant bij haar uit, met het barmhartige aanbod om van haar toilet gebruik te maken. Maar Thérèse heeft ook een manipulatief trekje én dat brengt enige dramatiek op gang.
Dobberen
Er spoelt veel mentale eenzaamheid aan in Vlaggenbrief. Lasters toont een opmerkzaam oog voor haar personages, die vrijuit in een eigen idioom hun levensverhalen mogen opdissen. Thérèse vertelt uitentreuren over haar huwelijk met de aanvankelijk welgestelde, goedmoedige Henri en Patrick herbeleeft zijn drugskick: "Ik voelde me als een jaren in zijn reet getackeld voetballertje dat eensklaps belandt in het compilatiefilmpje van alle stergoals uit zijn carrière."
Problematisch wordt het als Lasters maar geen genoeg lijkt te krijgen van haar verhalentrommel. Het leidt tot eindeloos uitgesponnen hoofdstukken, zonder dat er wezenlijk schot in de zaak komt.
Vlaggenbrief wil maar schoorvoetend een roman worden, ondanks de talloze thema's die Lasters op haar vork neemt. Ze schippert tussen milde satire, scherts of mededogen voor haar soms aandoenlijke creaturen. Net daardoor mist haar boek snedigheid en laat het een wat disparate indruk na.
Na verloop van tijd overvalt je het gevoel te verdwalen in dichte bosschages, zonder dat je over het gereedschap beschikt om je een uitweg te banen. Bovendien strooit Lasters kraaienpoten en wolfijzers op je pad, in de vorm van merkwaardige, kromgegroeide zinnen: "Hoe vaak Henri en ik ook van bankstel zijn veranderd, telkens veruitwendigde zowel zijn comfortcirkel als de mijne zich in een mum van tijd tot een zitkring in het leder. Als een afdruk van ledigheid, van nietszucht."
Zo is het alsof Lasters haar woorden wil optuigen met een hermelijnen mantel, maar zich uiteindelijk tevreden stelt met een confectiejasje van de C&A.
Ruth Lasters, Vlaggenbrief, De Bezige Bij, 288 p., 19,99 euro.
DIRK LEYMAN ■
Sofie Gielis
i /un/20 j
Een referendum over de verbreding van een dijk verdeelt de bewoners van een verpauperd kuststadje in twee kampen: voor of tegen enkele extra meters verharding die meer zon zullen vangen, meer plaats kunnen bieden voor terrassen en zo meer toeristen moeten lokken. Wat de achterdochtige 'Nee-aan-dijkverbreding-groep' bindt, meer nog dan frustratie over de stedenbouwkundige plannen, is een sluimerende haat tegen de aanstokers van de slechte reputatie van de badstad: de inwijkelingen zonder papieren die in afwachting van een ticket naar het beloofde (Enge)land het toeristische centrum overspoelen.
Op haar website bekent Ruth Lasters dat het alfabet met zijn beperkte set van zesentwintig tekens met oneindige combinatiemogelijkheden haar uitdaagt om te schrijven. InVlaggenbrief test ze die mogelijkheden uit om door te dringen tot het karakter van een handvol voor- en tegenstanders. En dat gaat twee kanten op.
Delicate inkijk
Af en toe komt er tussen de zinnen van een roman een personage tot leven. Een warm product van iemands verbeelding dat de aandacht vangt en een verhaal kan schragen. Ruth Lasters heeft uit de zesentwintig tekens van het alfabet zo'n figuur gesprokkeld: Thérèse Eckaert.
In mooie, ingeleefde zinnen raak je langzaam vertrouwd met deze op het eerste gezicht vreemde vertelster. De oude vrouw leeft samen met haar zieke man in een flat met zeezicht. Ze vult de uitgerekte tijd met het bestuderen van het strandleven en het zelfverzonnen spelletje 'ocharme-octopus': het opsommen van acht onbetwistbare redenen om zich te beklagen. Al heeft ze schijnbaar het ergste al achter de rug. Lasters schetst in zorgvuldige anekdotes het delicate evenwicht tussen Thérèses armoedige jeugd met een dronken vader en haar kabbelende huwelijk met een zachte, gemoedelijke rijkeluiszoon.
Thérèse noemt Henri met een prachtig woord een 'dagdief', maar wel een van het onweerstaanbare soort. Hij heeft de 'dankbare aardigheid van een lagereschoolkind' dat geniet van gestolen tijd. 'Hij spijbelde van al zijn talenten en mogelijke bestanen met zijn gelummel, dat hij elke dag leek te perfectioneren tot een ogenschijnlijk onverstoorbare gelijkmoedigheid.' Henri springt bedachtzaam met zijn geërfde geld om, en dat verbindt hem met Thérèses simpele afkomst. Als hij zijn geld zonder veel zorgen zou besteden, zou zijn vermogen tussen hen in gesprongen zijn als 'een verraderlijk huisdier (.) dat hem rond zijn benen fleemde en mij aldoor geniepig in de hals beet'. Lasters vangt de tederheid en de verstikkende intimiteit tussen Thérèse en Henri. En precies daardoor kan ze, met weinig middelen, barsten in hun geïsoleerde geluk laten verschijnen die leiden naar een verrassende ontknoping.
Bij het begin van hun huwelijk genoot Thérèse van de afzondering waarin Henri haar meetrok. Ze wentelden zich in een gezellige cocon die ze alleen verlieten als het echt niet anders kon. Maar nu Henri bedlegerig moet bekomen van een eerste infarct en hun enige zoon al een aantal jaar bezoekjes aan hun flat vermijdt, valt het isolement Thérèse steeds zwaarder. Ze slijt haar dagen achter het raam van de woonkamer met een verrekijker in de aanslag. Ze selecteert strandbezoekers uit de rij bij de openbare wc en nodigt hen uit in haar appartement. Wat aanvankelijk een vriendelijk gebaar lijkt - de smerige reputatie van het wc-gebouw is immers legendarisch - blijkt een duistere aanleiding te hebben.
Leegloperlingo
Helaas zijn niet alle personages van hetzelfde kaliber.Vlaggenbrief focust in afwisselende hoofdstukken op verschillende kustbewoners en hun besognes. Naast Thérèse, zijn paramotorinstructeur Stef Coenjaerts, Thérèses nukkige zoon Patrick en de eeuwig onzekere Vera Paesschen, wc-dame 'van het miserabele openbare strandcloset', prominente personages. Voor elk van die tenoren hanteert Lasters een ander vertelmechanisme: eenzame Thérèse spreekt de lezer aan, egocentrische Patrick heeft het (ook in de monologen die hij afsteekt tegen zijn zwangere ex-vriendin) alleen maar over zichzelf, simpele Vera en observerende Stef worden afstandelijk beschreven. Een beproefde techniek die de eenvoudige verhaallijn wat meer gewicht geeft, maar die ook het kwaliteitsverschil tussen de hoofdstukken aandikt.
Vooral de passages waarin Lasters Patrick Eckaert het woord geeft, steken bruusk af tegen het empathische proza van zijn moeder. Patrick is al sinds zijn puberteit een hasjrokende en pillen slikkende leegloper die spreekt alsof er een omgekeerde pet op zijn hoofd staat. Zijn taal is doorweven met chills, wacko's en fuckers. De literatuur lezende Thérèse spreekt in mooie volzinnen, maar wie freaky spreekt, schrijft geen literatuur dus botst Patricks hippe lingo met de nettere en inventievere verteltaal die Lasters nodig heeft om zijn verhaal te vertellen.
De ironie wil dus dat voor de vorm van een boek dat gaat over de gevolgen van keuzes, niet helemaal de juiste beslissingen genomen zijn. Zonder de geforceerde stijlbreuken wasVlaggenbrief misschien een onvergetelijke roman, nu strandt hij bij een onvergetelijk personage.
RUTH LASTERS
Vlaggenbrief.
De Bezige Bij Antwerpen, 281 blz., 19,99 ? (e-boek 15,99 ?).
De auteur: heeft al drie boeken en twee bekroningen op haar palmares. Lasters (1979) won in 2007 de Debuutprijs met de romanPoolijs, en in 2009 de Debuutprijs Het Liegend Konijn met de dichtbundelVouwplannen.
Het boek: een roman over een verlopen stadje aan de kust.
ONS OORDEEL: een dapper boek over de menselijke aard dat slaagt én hapert in karakterschetsen.
¨¨¨¨è
Sofie Gielis ■
15/08/2014
Poolijss van Ruth Lasters was een debuut om te koesteren. Na de wat tegenvallende opvolger Feestelijk zweet was het dus met belangstelling uitkijken naar haar derde roman. De setting en thematiek van Vlaggenbrief zijn alvast veelbelovend. Lasters, die als lerares Frans in het multiculturele hart van Borgerhout werkt, laat een gezin Ghanese asielzoekers een prominente rol spelen. Het verhaal speelt zich af tijdens de zomer, in een niet nader genoemd kuststadje. De vastgoedprijzen zijn er fors aan het dalen en dichte drommen toeristen zijn er evenmin. De plaatselijke middenstanders morren steeds luider. Mondain kan je deze badstad al lang niet meer noemen. Een ambitieuze dijkverbreding moet soelaas brengen, maar eerst moet er nog een volksraadpleging georganiseerd worden. De bevolking toont zich erg verdeeld. Spilfiguur is Thérèse Eckaert, een eenzame dame op leeftijd met een plan. Met haar verrekijker beloert ze de strandgangers. Ze nodigt onbekenden uit op haar flat en laat strandliggers toe om van haar sanitair gebruik te maken. Wat ze precies van plan is, wordt slechts beetje bij beetje prijs gegeven, maar het liefst zou ze alle mensen ter wereld ontmoeten. Ook de familie Verhee, die de migranten een warm hart toedraagt, speelt een rol in deze broeierige microkosmos. De grimmigheid neemt toe als de gastvrije Verhees hun strandcabine opsmukken met de Afrikaanse vlag. Er komt een actiecomité dat zich hardnekkig verzet tegen de plannen om de dijk te verbreden. Hun kop van jut is de familie Verhee, omwille van hun nauwe banden met de Ghanese migranten.
Vlaggenbrief leest als een breed uitwaaierende maatschappelijke satire. Het wisselend vertelperspectief legt de intriges, bekrompenheid en dorpsmentaliteit steeds scherper bloot. Groepsbelangen botsen met individuele noden en men vindt hierin geen evenwicht. Verknipte personages, latent racisme, eenzaamheid, het is geen klein bier dat Lasters serveert. Maar de dialogen zijn levensecht, de plot zit vakkundig ineen en stevent af op een zinderende finale. In het bedrieglijke decor van een kuststad in de zomer schreef Lasters een overtuigend pleidooi neer voor meer begrip en medeleven in onze samenleving. [Laurent Meese]
Jos Radstake
Afwisselend volgen de hoofdstukken in deze roman van Ruth Lasters (1979) een van de personages. Aanvankelijk is niet duidelijk wat deze personages met elkaar te maken hebben, maar een hechte constructie blijkt. Plaats van handeling is een Vlaamse kustplaats. Een vrouw op leeftijd, getrouwd met een oude hartpatiënt, kijkt vanuit haar appartement, een ‘decadent luxueuze isoleercel’, uit op het strand. Zij laat mensen gebruik maken van haar sanitair om haar isolement te doorbreken en om haar man de dood aan te doen. Er is een zoon die als paramotorglider over de Vlaamse kust vliegt. Er zijn acties voor en tegen de verbrede zeedijk (oorzaak van schaduw en neergang). Er is een Ghanese familie die medeleven ondervindt, waar niet ieder van gediend is. Kleine daden, geholpen door toeval, hebben grote gevolgen in een zomer aan de kust. Met meesterhand en in mooie taal leidt Ruth Lasters haar roman tot een apotheose. Een bijzonder en zorgvuldig boek over gefnuikte ambities, isolement en over het individu versus de groep. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.