Mijn konijn van vaderskant
Etgar Keret
Etgar Keret (Auteur), Adriaan Krabbendam (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Podium, cop. 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13839 |
Daniël Van Der Meer
il/pr/02 a
De Israëliër debuteerde in 1992 en wordt inmiddels in meer dan dertig landen vertaald. Zijn verhalen zijn kort - vaak maar een paar pagina's - en niet zelden gespeend van absurde elementen: pratende vissen, openritsbare mensen.
Nu is Zeven vette jaren verschenen. Het is de eerste keer dat Keret zich waagt aan autobiografische, 'zo goed als waargebeurde' verhalen. Voor de literaire talkshow Literaturfest vertelde hij over zijn favoriete boek: Slaughterhouse-Five (1969) van de in 2007 overleden Kurt Vonnegut, waarin het bombardement op Dresden en de ontvoering door aliens hand in hand gaan. "Er zijn schrijvers die met hun verhalen controle willen krijgen op het leven. En er is Vonnegut, die juist bereid is de controle te verliezen. Daar voel ik me verwant mee. Als je ergens controle kunt verliezen, dan is het wel in een verhaal. Wat kan er gebeuren? In het slechtste geval heb je een mislukt verhaal."
Een dag later spreek ik Keret in de bibliotheek van zijn hotel, omringd door boeken, verstopt achter het scherm van zijn telefoon. Slaughterhouse-Five is niet in de bibliotheek aanwezig.
Heb je Vonnegut ooit ontmoet?
"Eén keer, in 2001 in Iowa, waar ik een workshop gaf. Het was vlak na elf september en het eerste wat anderen mij als mediterrane, donkere man who talks English funny telkens op het hart drukten was dat ze ervan overtuigd waren dat ik niets met de aanslagen te maken had. Heel geruststellend. Ik heb de oude Vonnegut maar tien minuten gesproken, maar toch was hij alles wat ik van hem hoopte.
"Vonnegut was mijn voorbeeld van de schrijver en de mens die ik wilde zijn. In Israël wordt heel gewichtig omgegaan met schrijvers. Het zijn veredelde waarzeggers, mensen die geheimen kennen en af en toe bereid zijn die te delen. Ministers hangen aan hun lippen - ouderwets en misplaatst gedoe. Vonnegut liet me zien dat je de invulling van een beroep zelf bepaalt.
"Een schrijver hoeft geen epische figuur te zijn die sterft in de sneeuw, aangeraakt door goddelijke inspiratie. Hij mag een normaal mens zijn.
"Ik las Slaughterhouse-Five toen ik als 19-jarige militaire dienstplicht had. Mijn beste vriend en ik hadden grote moeite met het autoritaire gedrag van onze superieuren. Toen we daar blijk van gaven werden we naar een aparte afdeling gestuurd, waar we in een raamloze ruimte wacht moesten houden bij een computer. Voor mijn vriend werd het met de dag ondraaglijker. Op een dag vroeg hij me om iets voor hem te gaan halen. In mijn afwezigheid schoot hij zich dood.
"Als iemand dicht bij je zich van het leven berooft, kun je op zoek gaan naar wat hem anders maakte: hij was mentaal niet helemaal in orde, of zijn vriendin had hem net verlaten. Maar als je bereid bent die persoon te zien als een gelijke, dan is de enige redelijke vraag die je nog kunt stellen: waarom maak ik er niet ook een einde aan? Voor mij was dat een ommekeer.
"De eerste achttien jaar leidde ik een redelijk bestaan, maar had ik een ontevreden houding ten opzichte van het leven. Teleurgesteld en nukkig. De confrontatie met zelfmoord deed me inzien dat leven een keuze is en dat ik blijkbaar koos om te leven. Twee weken na zijn zelfmoord schreef ik mijn allereerste verhaal, 'Buizen', over een jongen die buizen maakt waar knikkers in verdwijnen. Hij vergroot de buis tot hij er zelf in kan en komt in het paradijs terecht."
Wanneer iemand je verhalen 'absurd' noemt - wat bij herhaling gebeurt - reageer je defensief. Wat is er mis met die kwalificatie?
"Ik neem me nooit voor: nu ga ik iets absurds schrijven. Ik vind het leven zelf meestal absurder. Zoveel verhalen zijn hyperrealistisch, maar niet oprecht. Ze vertellen geen waarheid. Ik kan je een opsomming van gebeurtenissen geven die niets zegt, of je een metafoor voorschotelen die een veelvoud blootlegt.
"Ik zie 'het verhaal' als een rennende roedel wilde honden waarvan je er eentje moet vastpakken. Welke kies je? Welke hond mag jou naar de afgrond sleuren?
"Wat Kafka en Vonnegut uitzonderlijk maakt is dat ze geen verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor de werkelijkheid. Dat geeft hun vrijheid. Ze willen de werkelijkheid ontleden tot ze iets hebben gevonden waarover ze kunnen zeggen: dit is echt. Vonnegut zegt in het boek nooit dat Dresden niet gebombardeerd had moeten worden. Hij zegt alleen: ik was er en het was afgrijselijk."
Zowel jij als Vonnegut geeft humor een grote rol in het beschrijven van ellende.
"Humor is het wapen van de zwakken. Als je sterk bent, kun je zonder humor. Leerlingen maken grappen over de leraar, een leraar heeft geen grapjes nodig. Hij heeft macht. Humor is een manier van protest tegen de werkelijkheid die onveranderlijk lijkt. En wanneer je onderdrukt wordt, maakt humor overuren.
"In mijn verhalen schrijf ik dingen die veel slimmer zijn dan ik zelf ben, ontdek ik kennis die ik zelf niet bezit. Daar ben ik me op het moment van schrijven ook niet bewust van. Het is als een zwart-witcomedy: een ober met een dienblad in zijn hand struikelt, valt, glijdt nog eens over de bar en maakt een paar koprollen. Aan het eind staat hij overeind met een keurig dienblad bij de juiste tafel. Elke keer wanneer ik een verhaal af heb, is er een wonder geschied."
Maar dan heb je al honderden wonderen verricht.
"Schrijven is ook geen normale bezigheid. Je zit in een kamer personages te bedenken die niet bestaan en laat ze handelingen uitvoeren die je zelf bedacht hebt. In die tijd had je ook wat te eten kunnen maken, je tuin kunnen bewerken, je moeder een voetmassage kunnen geven - iets met zichtbaar effect.
"Wie begint met schrijven, doet dat uit een gevoel van mislukking. Schrijven is het plan B. Als ik een meisje ontmoet dat ik wil verleiden en het lukt niet, dan schrijf ik misschien een verhaal om indruk op haar te maken. Als het meteen gelukt was, had ik nooit een verhaal geschreven. Dan had ik wel betere dingen te doen. Was ik iets competenter geweest, dan was ik nooit gaan schrijven."
Keret lacht kort en gaat meteen door met praten. Hij heeft een opmerkelijk accent, dat nog het meest weg heeft van een Amerikaan die doet alsof hij een Engelssprekende Fransman is die een mop vertelt.
"Wanneer ik schrijversvrienden tegenkom, hoor ik ze vaak klagen over literaire festivals, interviews, familieverplichtingen - alles wat ze van het schrijven afhoudt. Daar snap ik echt niets van. Als ik iets beters te doen heb dan alleen in een kamertje te zitten, doe ik dat meteen. Natuurlijk, ik houd ervan om te schrijven, maar ik houd er nog meer van om te leven. Ik kan een babysitter bellen en vragen om op mijn zoontje te passen zodat ik een verhaal kan schrijven over hoe erg ik hem wel niet mis. Maar ik kan ook gewoon bij mijn zoon blijven. Die keuze is niet moeilijk."
De ondertitel van Zeven vette jaren is: 'zo goed als waargebeurde verhalen'. Een fijne gelijkenis met het motto van Slaughterhouse-Five: 'All this happened, more or less'. Waarom heb je voor het eerst iets autobiografisch geschreven?
"Toen ik een jaar of tien was, kreeg ik een boek van mijn oudere broer. Hij vertelde me dat het een 'autobiografie' was. Ik beeldde me in dat het een door een machine geschreven biografie was. Dat concept fascineerde me. Een biografie die ik zou kunnen vertrouwen, zonder ego, zonder belangen. Toen ik de ware betekenis ontdekte, leek het me het afschuwelijkste wat er bestond: een boek zonder eerlijkheid en waarachtigheid, iets waarmee je indruk wil maken op je lezer, dingen wilt rechtvaardigen die dat misschien niet zijn.
"Tot Slaughterhouse-Five had ik nooit een autobiografie gelezen. Want dat is het uiteindelijk. En het is raar om vast te stellen dat Zeven vette jaren ook een autobiografisch boek is. Het heeft even geduurd om die cirkel te maken en ik weet ook niet of ik ooit weer iets autobiografisch schrijf. Maar de timing voor dit non-fictieboek was uniek: ik had een kind en mijn vader had kanker. Ik was erg close met mijn ouders - tot mijn dertigste deed ik nog regelmatig een dutje in hetzelfde bed als mijn vader - en werd nu zelf vader. Het was een onwaarschijnlijke overgangsfase. Ik wilde een snapshot van dat moment, vastleggen wat het echt was, want ik wist: het komt niet meer terug."
Daniël van der Meer is redacteur van Literaturfest en Das Magazin.
Etgar Keret, Zeven vette jaren. Zo goed als waargebeurde verhalen, Podium, 175 p., 17,50 euro.
Vertaling: Adriaan Krabbendam.
DANIËL VAN DER MEER ■
Joost Houtman
rt/aa/12 m
Etgar Keret (°1967) is een Israëlische schrijver van korte verhalen, graphic novels en scenario's. Veel van zijn verhalen handelen over de paradoxen die het leven in een gecompliceerde staat als Israël meebrengt en de struggle for life die iedereen elke dag voert. Keret schrijft ronduit streetwise. Het maakt hem razend populair in zijn thuisland, waar hij de literaire variant van Quentin Tarantino wordt genoemd.
Maar ook buiten de grenzen van het beloofde land wordt hij graag gelezen. Zo verschijnen zijn boeken in meer dan dertig landen en publiceert hij onder andere in Le Monde en The New York Times. Wie door Salman Rushdie als "briljant. Ik ken niemand die schrijft zoals hij" wordt omschreven en een fan vindt in Jonathan Safran Foer ("Dit zijn de grappigste, donkerste en treffendste verhalen die ik in lange tijd gelezen heb") kan iets. In het Nederlandse taalgebied doet zijn naam, ondanks lovende recensies over de verhalenbundels Verrassing en Superlijm, echter niet echt een belletje rinkelen bij het grote publiek. Daar zal met het ronduit geniale Zeven vette jaren hopelijk snel verandering in komen. Heerlijke cover, geinige ondertitel en strakke humoristische verhalen maken er een kleinood van.
Keret mixt journalistiek, autobiografie en fictie. Via de microkosmos van zijn eigen leven schetst hij een indringend en ontroerend beeld van het huidige Israël gekruid met een meer dan gezonde dosis (Joodse?) humor. Er zit behoorlijk veel Israël in dit boek: zijn ouders (Holocaustoverlevers), zijn zus die moeder is van elf (!) kinderen en in de meest orthodoxe buurt van Jeruzalem woont, maar ook zijn progressieve broer, die pleit voor de legalisering van softdrugs... Het huidige Israël blijkt zich niet in één beeld te laten vatten.
Tragikomisch
Zeven vette jaren is ook het tragikomische verslag van de zeven eerste levensjaren van zijn zoon Lev. Lev blijkt over dezelfde geinigheid te beschikken als zijn vader. Voor zijn zesde verjaardag vraagt hij dat zijn papa zijn snor laat staan. Wat die dan ook doet en maar goed ook: "De timing van mijn kersverse snor - tien dagen nadat mijn vrouw een miskraam had, een week nadat ik mijn rug verwondde bij een auto-ongeluk en twee weken nadat mijn vader erachter kwam dat hij onbehandelbare kanker had - had niet beter kunnen zijn. In plaats van praten over de chemo van mijn vader of de bloedtransfusie van mijn vrouw, kon ik al het geklets omleiden naar het dicht begroeide bosje gezichtsbeharing boven mijn bovenlip."
Voor de fans van schrijvers als David Sedaris en Kluun en regisseurs als de Coen brothers en Terry Gilliam is Zeven vette jaren verplichte lectuur. Maar ook voor wie de ontroering wil opzoeken doet dit boek wonderen. Zo denkt de schrijver terug aan de verhaaltjes die zijn overleden vader vroeger voor het slapengaan aan hem vertelde. "Ik realiseer me dat ze meer dan hun fascinerende plots bedoeld waren om me iets te leren. Iets over de bijna wanhopige menselijke behoefte iets goeds te vinden op de minst voor de hand liggende plaatsen. Iets over het verlangen de werkelijkheid niet te verfraaien, maar te volharden in het zoeken naar een perspectief van waaruit lelijkheid in een beter licht wordt gesteld en dat genegenheid en empathie creëert voor elke wrat en rimpel op haar gehavende gelaat." Net dat doet Etgar Keret met deze verhalenbundel ook. Op elke pagina. Letterlijk zo goed als waargebeurd. Hulde.
Etgar Keret, Zeven vette jaren. Zo goed als waargebeurde verhalen, Podium, 175 p., 17,50 euro. Vertaling: Adriaan Krabbendam.
JOOST HOUTMAN ■
Drs. B. Hummel
Na de absurdistisch surrealistische bundels 'Verrassing' en 'Superlijm' tapt de Israëlische schrijver (1967) in deze verhalenbundel uit een ander vaatje. De verhalen, eerder verschenen in onder andere de New York Times, zitten dicht op de huid van het alledaagse Israël. Ze beslaan in zeven hoofdstukken de zeven eerste levensjaren van Kerets zoontje Lev - al komt die niet in alle verhalen voor. Vader- en schrijverschap komen aan de orde, evenals zijn ouders die de Holocaust overleefden. De alledaagse waanzin in Israël is nooit ver weg. De toon van de verhalen is soms even cynisch als realistisch, dan weer relativerend en ontroerend. Kerets boodschap is een simpele: 'Het leven is zoals het is'. Achter in is een verantwoording toegevoegd. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.