Vuurvelden : roman
James Webb
Jan Hendrik Van den Berg (Auteur), Jacques de Visscher (Redacteur), Hub Zwart (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pelckmans, 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GENEESKUNDE : 606.24 VISS |
31/05/2014
Jan Hendrik van den Berg was Nederlands voornaamste exponent van de fenomenologische psychiatrie en grondlegger van de historische fenomenologie, die hij in 1956 uiteenzette in zijn magnum opus Metabletica. Zijn memoires werden onder redactie van Jaques De Visscher en Hub Zwart ingeleid in Op het scherp van de snede; dat ook vier teksten van lezingen bevat.
We lezen hoe Van den Berg opgroeit in een eenvoudig gezin in Deventer. Zijn belangstelling voor anatomie leidt tot een opleiding geneeskunde. Van den Berg ontsnapt tijdens de Tweede Wereldoorlog ternauwernood aan het Duitse vuurpeloton, onderneemt talloze reizen en ontmoet o.m. psychoanalyticus Jaques Lacan en de filosoof Martin Heidegger. Toch blijf je als lezer af en toe een beetje op je honger, omdat de schrijver op de vlakte blijft, bijvoorbeeld over de periode die hij bij Heidegger doorbracht. In het hoofdstuk ‘Verval, ofwel studentenopstand 1968’ verhaalt de auteur hoe hij in conflict komt met studenten en vakgenoten en uiteindelijk academisch op een zijspoor wordt gezet. De vier toegevoegde essayistische uiteenzettingen geven de lezer inzicht in zijn ontwikkelde metabletische werkwijze. In zijn metabletica stelde van den Berg zich ten doel een licht te werpen op bepaalde historische periodes. De evolutie van het denken in de loop van de geschiedenis toonde hij aan door te wijzen op de samenhang tussen zich gelijktijdig voordoende ontwikkelingen in de meest uiteenlopende domeinen. Welbeschouwd wordt hier ideeën- of mentaliteitsgeschiedenis bedreven, maar dan minus enige methodologische gestrengheid.
Deze teksten maken — alhoewel hoogst amusant om te lezen — evenzeer duidelijk hoe zijn pogingen om diep te graven in de psyche van een tijdperk verzanden in zijn cultuurpessimistische en reactionaire premissen. In het nawoord verklaart Zwart treffend waarom van den Berg — zelf het product van opwaartse sociale mobiliteit — zo hevig van leer trok tegen het gelijkheidsideaal en de democratisering als volgt: ‘En juist voor de eenling, de pionier, die op eigen kracht weet op te klimmen op de academische ladder, is nivellering een bedreiging, omdat sociale mobiliteit […] dan een algemeen gegeven wordt, en niet meer het voorrecht van enkelingen of uitzonderingen, die zich de nodige opofferingen moeten getroosten en zich kunnen laten voorstaan op hun talent en doorzettingsvermogen.’
Het oeuvre van Van den Berg staat in een eerbiedwaardige continentale filosofische traditie, die zich kant tegen een eenzijdige natuurwetenschappelijke reductie van de mens. Het is daarom enigszins pijnlijk om te moeten vaststellen dat de onbevangen blik, die in de fenomenologie als zo belangrijk naar voren geschoven wordt, bij Van den Berg op den duur door rancune vertroebeld raakte. De lezer mag zich echter door dit hoge ‘O tempora, o mores’-gehalte niet laten tegenhouden om deze neerslag van een rijk gevuld en meeslepend leven tot zich te nemen. Bovendien zijn de ‘metabletische’ teksten een plezier om te lezen. Van den Berg betoont zich een begenadigd en fantasierijk verteller met een uitzonderlijk oog voor de petite histoire. De speculatieve en zeer aanvechtbare inslag moet je hierbij voor lief nemen.
[Frederik Polfliet]
M.A.M. Bomhof, neuroloog-psychiater
In 2012 overleed, 98 jaar oud, de in de tweede helft van de twintigste eeuw door het boek 'Metabletica' zeer bekend geworden en later even omstreden Van den Berg. Zijn eigenhandig geschreven memoires zijn nu samen met vier minder bekende lezingen uitgegeven door twee oude vrienden. Nadat hij via een zeer ambitieus traject psychiater was geworden, schoof hij door als hoogleraar pastorale en conflictpsychologie in Leiden. In 1956 verscheen 'Metabletica' waarin hij uitgaat van de gedachte dat breuken in de geschiedenis zich tegelijkertijd manifesteren op de meest uiteenlopende deelgebieden van de cultuur. Nadien werkte hij dit in talloze boeken op zeer uitlopende gebieden uit. Na 1970 werd hij steeds meer omstreden, onder andere door zijn uitgesproken meningen over apartheid. In zijn autobiografie komt hij naar voren als een zeer ambitieuze, egocentrische en narcistische man waarbij gevoelsaspecten ver weg zijn. Het boek geeft een blik op de academische wereld van de tweede helft van de twintigste eeuw. Alleen interessant voor diegenen die studeerden tussen 1950 en 1975 of die nog kennis dragen van zijn werk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.