Karl Abraham : Freuds rots in de branding
Anna Bentinck van Schoonheten (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Garant, 2013 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 414.33 SCHO |
Besprekingen
31/10/2013
Anna Bentinck van Schoonheten (°1951), psychotherapeute en psychoanalytica van opleiding, vandaag met een zelfstandige praktijk in Amsterdam, schreef een doctoraat dat zij op 25 september laatstleden aan de universiteit van Leiden heeft verdedigd. Van dit doctoraal proefschrift verscheen een handelseditie, ruim 500 pagina’s dik. Haar interesse in het onderwerp werd gewekt door een verkorte versie van de briefwisseling tussen Freud en Abraham, die zij cadeau kreeg in 1997. Daarop is ze uitgebreid gaan reizen door Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland om te praten met mensen die ertoe doen, vooral met Karls dochter Hilde.
De stijl van Bentinck van Schoonheten is overwegend sober en accuraat, zelfs in de talrijke anekdotische fragmenten. Het boek blijft erg overzichtelijk door de chronologische aanpak (van geboorte tot dood), verdeeld over tientallen behapbare hoofdstukken. Je moet hoegenaamd niet tot in detail met de psychoanalyse mee zijn om de Abraham die zij ons schetst, te vatten. Zo vermijdt Bentinck van Schoonheten bewust vakterminologie waar dat kan, en toch ligt het peil continu hoog. Verder is het een erg leerrijke en belangwekkende cultuurgeschiedenis van het Duitstalige Europa van het laatste kwart van de negentiende en het eerste kwart van de twintigste eeuw (de moeilijke ontstaansgeschiedenis van de psychoanalyse, het aloude antisemitisme, het opkomende feminisme, de verdere emancipatie van de bourgeoisie, de Eerste Wereldoorlog en zijn nasleep…). Ook wordt ons een inkijk, soms over het randje van het discrete, in de Duitstalige intelligentsia gegund.
De roots van Karl Abraham waren orthodox joods-Duits. Zijn kindertijd was alvast niet zorgeloos, vanwege een astma die hem belette te sporten (alhoewel hij zich later net daarin zou willen bewijzen) en een oogkwaal die later op bijna-blindheid uitliep. Hij studeerde medicijnen, met een thesis over de ontwikkelingsgeschiedenis van de grasparkiet (!), en werd op termijn een gezaghebbend medewerker in een Berlijns psychiatrisch ziekenhuis. Wat Wenen met Freud had, moest en zou Berlijn voor Abraham worden. En toen dat inderdaad vrij gemakkelijk lukte (Abrahams woorden en geschriften kregen al vlug het nodige gewicht), kwamen er ernstige spanningen tussen de aan deze twee steden verbonden scholen.
We leren in de nasleep hiervan over de dubieuze driehoeksverhouding tussen de kleinzerige, gefrustreerde Jung (Zwitser), de intellectuele, wijze Abraham (Duitser) en de zelfgenoegzame, ietwat naïeve Freud (uit de dubbelmonarchie). Nadat Freud begin twintigste eeuw, na lange tijd in de anonimiteit te hebben verkeerd, de onbetwiste leider van de psychoanalyse was geworden, ontstond er een rivaliteit tussen vooral Jung en Abraham (er waren nog kapers op deze kust: Rank, Jones, Eitingon) om zijn favoriet te worden. Toen Freud later ook nog de ‘irrationele’ angst ging vertonen door Jung onttroond te worden, smeedden de deftige heren in ‘geheime’ kring een plan om Jung weg te pesten. Met succes. Na Abrahams dood zal precies ditzelfde gekonkelfoes ervoor zorgen dat hij, Abraham, zogoed als onmiddellijk ‘vergeten’ werd: Eitingon en Anna Freud (dochter van) werden de nieuwe leiders en dan kon je maar beter hen te vriend houden. Afgunst was blijkbaar niet alleen een psychoanalytisch studieobject…
Rekening gehouden met zijn voortijdige dood op 48-jarige leeftijd, was Abraham een veelschrijver. Zijn interesses deinden mee op de items waarmee zijn collega’s (vooral Freud) bezig waren, in casu de invloed van de kinderseksualiteit op de karakteriële ontwikkeling en de psychische stoornissen die daarmee gepaard kunnen gaan. Precies daarom is het niet zo moeilijk om de verschillen tussen Abraham en Freud (die elkaar hun hele leven het grootste respect betoonden) in kaart te brengen. Waar Freud aan iedereen een sterk door de vader bepaalde pathologie (een opgesplitst ik, vol seksuele drift) toekende, hield Abraham een plaats voor normale en abnormale mensen, waarbij deze laatsten een door de moeder gestuurde (zelf)vernietigende agressie met zich droegen. Bentinck van Schoonheten meent hier, en waarschijnlijk terecht, dat de kindertijd van Abraham, met de sterk aanwezige moeder, zijn ideeën ter zake heeft gevoed.
De geschiedenis heeft Karl Abraham pas veel later recht gedaan: kenners rekenen hem vandaag tot de hele groten. Zij baseren zich hierbij op zijn ideeën, zijn uitgebreide casestudy's en de sterk wetenschappelijke aanpak — die schril afstak tegen de veeleer voluntaristische van Freud. Omdat veel van die informatie tot hiertoe op briefniveau was gebleven, heeft Bentinck van Schoonheten de Nederlandstalige lezer met deze uitgave een grote dienst bewezen.
[Jacques Helaers]
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.