Noordwaarts : reizen van Groenland tot Noord-Rusland
Aart De Zitter
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2013 |
Thema: migratie 4.MIG.LO |
31/03/2014
Aart De Zitter schrijft als journalist voor dagbladen en tijdschriften over economie en lifestyle, en publiceerde in 2005 de informatieve verhalenbundel Noordwaarts: reizen van Groenland tot Noord-Rusland (Lannoo). Op de achterflap van zijn kinderboekendebuut valt te lezen: ‘Een verrassend en grappig verhaal over emigratie, cultuurshocks en familieconflicten.’ Dat schept grote verwachtingen bij de lezer.
De genoemde onderwerpen staan zeker centraal in dit verhaal over de pinguïnfamilie Pingo, die van de Zuidpool naar de Noordpool emigreert. Vader Pako vindt het namelijk veel te druk worden op de Zuidpool en neemt de beslissing om te vertrekken. De emigratie gaat gepaard met de nodige problemen, doorgaans veroorzaakt door zoon Puk. Het komt erop neer dat het gezin als gevolg van zijn gedrag steeds weer snel moet vertrekken uit de plaatsen waar ze pauze houden.
De cultuurshocks zijn vaak letterlijke botsingen als gevolg van het gedrag van Puk. Als hij tijdens een ijshockeywedstrijd in Zuid-Afrika ‘Sla op die Puk!’ hoort roepen, vliegt hij als een dolle het ijs op en veroorzaakt een en al chaos. In een Noord-Afrikaans land krijgt hij ruzie als hij zich met schoenen aan tussen de biddende moslims begeeft. In het Spaanse Pamplona rent hij voor stieren uit en wordt hij onbedoeld een held. In Antwerpen demonstreert hij in de dierentuin voor de vrijlating van pinguïns als vertegenwoordiger van het pinguïn-bevrijdingsfront. In Zweden laat hij de sauna te heet worden zodat de menselijke bezoekers er naakt uit moeten vluchten. Vlakbij de Noordpool ontmoet hij wodka drinkende, snordragende Russen en op de Noordpool staat hij oog in oog met een vegetarische ijsbeer.
Familieconflicten zijn er te over. Dat blijkt al uit de manier waarop Puk, die besloten heeft om beroemd te worden met een verhaal over hun emigratie, aan het begin over zijn familie schrijft: ‘Vanaf hier begint mijn verhaal. Het verhaal over mezelf, de knapste en slimste pinguïn op aarde, en over mijn familie. Domme pa, lieve ma en zeurzus.’
Verrassend, of misschien beter: origineel, is de basis van dit verhaal: een emigrerende pinguïnfamilie. Grappig is een lastigere kwalificatie: misschien dat er lezers zijn die het grappig vinden dat alle uitdrukkingen aangepast zijn aan pinguïns (‘Ik wilde hen gewoon een vleugeltje helpen.’), dat er veel woorden opeens met een ‘p’ beginnen, dat er de nodige krachttaal wordt gebezigd of dat er slapstick in het verhaal zit. Minder grappig vind ik de links die de auteur met de werkelijkheid legt: de familie is blij uit Zuid-Afrika te vertrekken, want ‘Hier heerst apartheid, pinguïns hebben hier nauwelijks rechten’, terwijl hun behandeling niets met apartheid te maken heeft. En zeker niet grappig zijn alle stereotypen die een voor een passeren, waarvan de Zweedse sauna en de wodka drinkende Russen nog de minst erge zijn. Wanneer de auteur spreekt over de oproep tot het gebed als ‘zingend jammeren’, over gesluierde vrouwen als pinguïns, over bidden als ‘de grond zoenen’, over een tempel in plaats van over een moskee, en over boze moslims die Puks vel als offer willen, dan breekt echt mijn spreekwoordelijke Nederlandse klomp.
Dat Puk als emigrant alles wat hij tegenkomt vanuit de blik van een onwetende passant beschrijft, is geen verklaring, want Puk weet voortdurend al hoe dingen heten en gaan, mede omdat de familie over een iPad beschikt. Van naïeve verwondering is dus absoluut geen sprake. Verder hinkt het verhaal op twee gedachten: de pinguïnfamilie ziet eruit als een mensenfamilie, maar eenmaal op de Noordpool wil Puk dierentuinpinguïns opvangen en begeleiden naar een terugkeer in de natuur.
Een avontuurlijk reisverhaal, die kwalificatie houdt wel steek. De illustraties passen overigens perfect bij de stijl van het verhaal.
[Karen Ghonem-Woets]
Linda Ackermans
Vader van pinguïnfamilie Pingo vindt de Zuidpool overbevolkt en wil naar de Noordpool reizen. Zoon Puk doet verslag van hun reis, die voert door Afrika en West- en Noord-Europa. Onderweg komt Puk in aanraking met gebruiken uit verschillende culturen, wat soms leidt tot hilarische momenten. Zo start Puk een Pinguïn Bevrijdingsfront als hij ziet dat in België pinguïns opgesloten zitten. Debutant Aart De Zitter had de confrontatie met de andere wereld scherper mogen aanzetten. Hij ondervangt bepaalde problemen door pinguïns alle talen te laten spreken. Kinderen van tien jaar zullen echter niet meer aannemen dat pinguïns kunnen autorijden. Wat dat betreft is de inhoud te kinderlijk voor de beoogde doelgroep. De auteur had dit verhaal beter op een jongere doelgroep kunnen afstemmen. Uitspraken als ‘sapperdesnavel’ of ‘een vleugeltje helpen’ zijn wat flauw, vooral omdat ze vaak terugkomen. Verder kent het boek een vlotte schrijfstijl. De potloodtekeningen met een rode steunkleur dienen ter aanvulling. Plaatsing van de tekeningen is – gelet op de aansluiting bij de inhoud – niet altijd geslaagd. De auteur schreef in 2005 een bundel reisverhalen, tevens met de titel 'Noordwaarts'. Vanaf ca. 10 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Puk, de ik-figuur, vertelt hoe hij met zijn ouders en zijn zus van de Zuidpool naar de Noordpool reist met een Pingobiel. Papa Pako vindt het veel te druk worden op de Zuidpool. Daarom, en ook omdat ma Pinga een meer dan gewone belangstelling heeft voor die gozer van de Pingobielgarage, vat hij het plan op om naar de Noordpool te verhuizen want daar wonen geen pinguïns. Ze reizen door Afrika, waar ze halt houden in Kaapstad, ergens aan de Angolese grens en ergens in Noord-Afrika. Dan gaat het over Spanje (Pamplona: stierenloop), Antwerpen, Stockholm, Spitsbergen om zo hun doel te bereiken. In al die stopplaatsen veroorzaakt Puk opschudding en zelfs rellen door zijn impulsief karakter. Zus Pella zeurt de hele tijd om ijsjes en ma ratelt in haar gsm en soms fluistert ze. Zus Pella is er vooral op uit om op tv en in 'de boekjes' te komen. En Pa, die rijdt overstoorbaar door.
De taal is soms dialectisch, de dialogen doen aan een theaterscript denken. De grapjes zijn af en toe leuk, maar meestal flauw. De auteur wil vooral lollig doen. De plaatsbeschrijvingen zijn stereoptiep: de gesluierde vrouwen in een niet nader genoemd Noord-Afrikaans land doen aan reuzenpinguïns denken, een associatie die er nog mee door kan. Maar in de moskee wordt vooral de onverdraagzame kant van de islam in de verf gezet. Puk wordt beschuldigd van godslastering en moet vluchten. Dat doet hij in regelrechte James Bond-stijl, hij springt van de minaret recht door het dak van een fruittent. Appelmoes. Heel veel appelmoes. Tomatenketchup. Dat soort overdreven en hilarische situaties komen nog voor. De illustraties vallen mee maar verder is dit een boek om snel te vergeten.
©Bibliotheek Gent
ru/eb/01 f
De vader van Pingo Puk beslist dat de hele pinguïnfamilie zal verhuizen naar de Noordpool. De Zuidpool is hem te druk. Pingo, reisverhalenschrijver in spe vindt dit een uitgelezen kans. Vader, moeder, zus en Pingo zelf vertrekken in de pingomobiel. Het verhaal zit vol misverstanden en conflicten, zowel binnen de familie als met de bevolking onderweg. Cultuurverschillen leiden tot grappige en soms minder grappige situaties. Na een bezoek aan de Antwerpse zoo wordt het Pinguïn Bevrijdingsfront opgericht. De pinguïns maken gebruik van alle hedendaagse communicatiemiddelen op een voor volwassenen zeer herkenbare manier. Aart De Zitter deed zelf alle landen waar hij over schrijft aan en is bekend met de gebruiken daar. Humoristisch verhaal met meerdere lagen, voor jong en oud, zo ook de illustraties van Bert Dombrecht.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.