De Groote Oorlog : het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog
Sophie De Schaepdrijver
Sophie De Schaepdrijver (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Houtekiet, 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 927.5 SCHA |
31/05/2014
Sophie De Schaepdrijver, geroemd om haar standaardwerk De Groote Oorlog: het koninkrijk België in de Eerste Wereldoorlog (1997) en in 1999 bekroond met de Arkprijs van het Vrije Woord, heeft sedertdien over de Eerste Wereldoorlog en het interbellum nog veelvuldig gepubliceerd. Uit haar essays en voordrachtteksten van de afgelopen tien jaar heeft zij in Erfzonde van de twintigste eeuw een keuze gemaakt uit haar 'notities bij '14-'18'. De zeer verscheiden onderwerpen houden vaak geen rechtstreeks verband – behalve dat ze diverse aspecten belichten van een voor Europa tragische ramp, die niet aan het noodlot toegeschreven mag worden. In voorbereiding en voltrekking was het dom en misdadig mensenwerk.
En België in dit alles? De Schaepdrijver ziet het zo: 'België als staat en België als samenleving stonden in een welbepaalde positie binnen de Eerste Wereldoorlog. Drie dimensies zijn hierbij van belang: het internationaal recht, de mobilisatie en de bezetting.' België bevond zich inderdaad in een speciale positie. Zijn neutraliteit werd in 1914 geschonden en vooral koning Albert I bleef heel de oorlog lang gehecht aan die neutraliteit, zelfs tegenover de bondgenoten — die veeleer als garanten werden beschouwd. Daardoor wijzigde de houding tegenover België. Van de slogans uit 1914 over 'poor little Belgium' bleef in 1918 bitter weinig over. Integendeel, Frankrijk en Groot-Brittannië oordeelden dat de Belgische offers aan het IJzerfront ondermaats waren. Nochtans sneuvelden vele Belgen, vooral in 1914 en bij het eindoffensief in 1918. In bezet België werd verzet geboden en gespioneerd, waarbij doden vielen, zoals de 'nationale heldin' Gabrielle Petit, die wegens spionage voor de Britten in 1916 op 23-jarige leeftijd werd gefusilleerd. Inmiddels groeide in de loopgraven echter het ongenoegen en het protest wegens onrechtvaardige taaltoestanden. Ook dat was typisch Belgisch.
Maar in 1914 lag dat taalgeschil nog in de toekomst. Aanvankelijk overheerste in België, zoals overal, het hoerapatriottisme. In Erfzonde kan de lezer volgen hoe dat tegen 1918 was geëvolueerd naar ontgoocheling, afschuw en 'het verpletterend gewicht van de rouw'. In de jaren twintig belandde men in het van hogerhand georganiseerde officieel patriottisme. Tegelijkertijd groeiden de rangen van de pacifisten. Helaas brandde bij de verliezers ook de vlam van de wraaklust, die uiteindelijk alles overweldigde, met de bekende gevolgen.
De Schaepdrijvers essays behandelen zeer verscheiden onderwerpen. Zij keek ook over de grenzen, naar de Duitse beeldhouwster Käthe Kollwitz bijvoorbeeld. Het is verrassend dat Kollwitz bij het sneuvelen van haar zoon Peter niet vrij was van vaderlandslievende exaltatie. Al doet zulks niets af van haar anti-oorlogsgevoelens, zo prachtig uitgedrukt in haar beelden van het treurend ouderpaar te Vladslo. Tevens spaart De Schaepdrijver haar lof niet voor de Duitser Sebastian Haffner, niet zozeer een klassiek historicus als wel een 'burgerlijk geschieddenker', die in zijn conclusies over de schuld voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet mals was voor het Duitse keizerrijk van Willem II.
Dit is slechts een greep uit deze lectuur, die niet altijd gemakkelijk leest maar zeer leerrijk is.
Dit is een abstract van een recensie van Robert Schoeters. Het is verschenen in De Leeswolf 2, 2014. [Robert Schoeters]
Drs. Madelon de Swart
Deze selectie van negentien artikelen over aspecten van de Eerste Wereldoorlog en de weerslag ervan in de literatuur opent met vier tijdschriftcolumns over onder andere de grote geestdrift bij het uitbreken van de oorlog en de manier waarop kunstenares Kathe Kollwitz omging met de dood van haar zoon in 1914. Dan volgen een bespreking van twee boeken over de oorlog, artikelen over onder andere de half-Vlaamse/Engelse oorlogsdichter Siegfried Sassoon, de oorlogsaantekeningen van bekende Vlaamse schrijvers als Stijn Streuvels, de in 1916 gefusilleerde verzetsheldin Gabrielle Petit en het laatste over de eeuwherdenking van Wereldoorlog I vanaf 2014. De Vlaamse historica (1961) doceert sinds 2000 Europese geschiedenis aan Pennsylvania State University. Haar boek 'De Groote Oorlog' (1997)* werd in 1999 bekroond met de Arkprijs van het Vrije Woord. De goede en met veel kennis van zaken geschreven, eerder in tijdschriften gepubliceerde columns en essays zijn heel lezenswaard voor lezers met interesse in en enige kennis van Wereldoorlog I en de literatuur in die tijd. Omslagreproductie in kleur van een oorlogsspotprent.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.