Veerman
Emile Verhaeren
Emile Verhaeren (Auteur), Stefaan van den Bremt (Vertaler), Vic Nachtergaele (Nawoord)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
P, 2013 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERH |
15/10/2013
Het Verhaeren-jaar heeft ervoor gezorgd dat twee essentiële boeken van de in het Frans schrijvende Vlaming Emile Verhaeren (1855-1916) nu in vertaling voorradig zijn. In de twee samenhorende bundels lezen we een stem die aan het eind van de negentiende eeuw de teloorgang van het platteland en de opkomst van de stad schetst. Voorwaar een tragisch, ingrijpend proces, dat de dichter slechts hier en daar met een apocalyptische toon oplaadt (bijvoorbeeld in het haast programmatorische slotgedicht 'Naar de toekomst' uit Tentakelsteden). Een 'authentiek tweeluik', zo worden de bundels genoemd. Eigenlijk is het een triptiek waarvan het toneelstuk Les Aubes het derde deel vormt.
In zijn rake nawoord beschrijft Vic Nachtergaele Verhaerens evolutie en de kenmerken van de vertaalde gedichten. De dichter bezigt een 'nieuwe thematiek en een nieuwe vorm': 'Thematisch: de dichter treedt uit zichzelf en buigt zich over de sociale problemen van zijn tijd. Vormelijk: hij ontwikkelt een soepel, dynamisch vers dat heel wat heibel zal veroorzaken.' Het Frans van Verhaeren werd niet alleen geprezen door zijn 'aanhangers', maar vaak ook verguisd door zijn critici. De soms plompe verwoording is in de vertaling niet weergegeven.
Het is voorwaar geen sinecure deze teksten te vertalen. Naar we van hem gewoon zijn, heeft Stefaan Van den Bremt zich meer dan behoorlijk van deze taak gekweten. Toch heb ik een belangrijke en algemenere bedenking: waarom voelen vertalers zich altijd geroepen rijmvast te werken, ook al verstoren heel wat ongerijmdheden door die trouw de vertaling? Rijmdwang leidt ertoe dat trouw aan andere typische tekstelementen, die minstens even belangrijk zijn, onmogelijk wordt. Zo krijg je een merkwaardige paradox: uit eenzijdige trouw (enkel aan het rijmschema) ontstaat een ontrouw die andere (niet alleen vormelijke!) elementen onder de mat veegt.
De rijmende bravoure die Van den Bremt tentoonspreidt, doet heel vaak afbreuk aan de nauwgezetheid die we van hem gewoon zijn. Zo respecteert de vertaler bijvoorbeeld bepaalde parallellismen in de gedichten niet. Het eerste en voorlaatste/laatste vers van 'De stad' ('Tous les chemins vont vers la ville' en 'Et les chemins d'ici s'en vont à l'infini / Vers elle.', met het parallellisme verwoord in 'aller' en 's'en aller', klinken in de vertaling zo: 'Alle wegen leiden naar de stad' en 'En alle wegen gaan hier eindeloos op pad / Naar haar.' Terwijl die laatste verzen eigenlijk zo mogen klinken: 'En alle wegen leiden hier eindeloos / Naar haar.' Van den Bremts vertaling wordt in dit concrete geval echter gestuurd door het dwingende rijm aanwezig in 'tentakelstad' (v.106) en 'knekelstad' (v. 107) — daarom moet hij in v. 109 het woord 'pad' aanwenden. Ik vind ook dat hier slordig omgesprongen wordt met metrum en ritme, terwijl die misschien kenmerkender zijn dan het rijm. Rijmend vertalen is dus verre van zaligmakend. Maar ondanks al mijn bezwaren is deze vertaling zeker de moeite waard. [Bart Vonck]
Menno Gnodde
Een in vrije verzen gecomponeerd tweeluik (uit 1893 en 1895) van resp. 18 en 20 gedichten, waarin plattelandse verwording en stedelijke expansiedrift de worsteling naar een betere wereld schetsen, de verpaupering voorbij. In zijn utopische toneelstuk 'Les Aubes' (1898) geeft de Franstalige Vlaming Verhaeren (1855-1916) vervolgens nog nadere invulling van dat humanistische engagement. De 'vraatzuchtige drift' schept dan wel ongelijkheid, de 'hartstocht om te doorgronden' wijst de weg naar een heilzame toekomst. De kracht van Verhaeren ligt in zijn empathie, in zijn visionaire beelden, in zijn vermogen de maatschappelijke tweespalt te peilen. Nuances die ook de vertaling van Van den Bremt zuiver weergeeft. Het Franse origineel staat ter vergelijking rechts afgedrukt. Het nawoord van em. hoogleraar Nachtergaele gaat in op de ontwikkelingsgang van Verhaeren en op de receptie van zijn oeuvre. Een verdiepende entrée tot Verhaeren en het artistieke klimaat rond 1900. Naast poëtische beleving biedt de bundel aldus ook leerzame informatie voor m.n. studenten literatuur en cultuurgeschiedenis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.