Stinkbom en Ketchupkop en de ondergrondse pizzabende
John Dougherty
John Dougherty (Auteur), David Tazzyman (Illustrator), Sandra C. Hessels (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Veltman, cop. 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : DOUG |
Niet beschikbaar |
Veltman, cop. 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : MAKKELIJK LEZEN : GEEL : DOUG |
15/06/2014
Ketchupkop wordt als eerste wakker en maakt haar broer Stinkbom wakker. Al snel komt hij erachter dat zijn spaarpot leeg is. Hij verdenkt de dassen ervan zijn tientje te hebben gestolen. Meteen besluiten de kinderen om naar de koning te stappen om hun beklag over de dieven te doen. Koning Wiebel Floeps van het eiland Groot Poeha is alles behalve een doordeweekse koning. Hij wordt bewaakt door een gans leger bestaande uit Maximiliaan de Kat en hij heeft zichzelf een button met het woord ‘butler’ opgespeld om zijn gasten binnen te laten. Eenmaal hij in zijn rol van koning zit, draagt hij de button met daarop ‘koning’. Koning Wiebel Floeps heeft geen idee wat dassen zijn. Hij verwart ze met de neushoorns die hij uit zijn rijk heeft verbannen. Als dit misverstand is rechtgezet, krijgen de twee kinderen de taak om zijn koninkrijk van de dassen te bevrijden.
Het verhaal is zoals de achterflap van Stinkbom en Ketchupkop en de doortrapte dassen belooft: hilarisch. John Dougherty neemt met alles een loopje en creëert zo een bijzonder grappig, maar toch intelligent verhaal. De personages geven zelf commentaar, zowel over de inhoud als de vorm. De personages zijn heel grappig maar meestal niet echt snugger. Zo herkennen de kinderen de dassen niet waardoor ze zichzelf in de problemen kletsen. De vorst blinkt ook al niet uit qua intelligentie. Hij kan nog geen muis van een neushoorn onderscheiden. Het verhaal doet soms surrealistisch aan. Het eiland met de gekke koning is al een paradijs voor kinderen met veel fantasie en dan zijn er ook nog elementen zoals een sprekende winkelkar. Maar hoe angstaanjagend het ook wordt, de kinderen weten perfect dat ze aan het einde van het verhaal bij hun ouders terechtkunnen.
De auteur hanteert een heel beeldrijke taal. Voor zijn omschrijvingen mijdt hij de bijvoeglijke naamwoorden niet. Af en toe houdt hij de lezer ook voor de gek met zaken zoals ‘ondoorzichtig glas’. Wel irritant zijn af en toe de vele diminutieven. Het verhaal leest bijzonder snel. Dit komt deels ook door de typografische elementen en de herhalingen die je met één oogopslag kunt opnemen. De illustraties van David Tazzyman vormen een enorme meerwaarde. Elke pagina heeft wel wat: een tekening die het verhaal ondersteunt, een uitgelopen verfspat in de marge of een typografische uitwerking van de tekst. Bovendien verandert de bladspiegel van een wit blad met zwarte letters naar een zwart blad met witte letters als het donker wordt. Het is wel jammer dat dit laatste alweer verandert voor de kinderen het donkere bos hebben verlaten. Kortom, Stinkbom en Ketchupkop en de doortrapte dassen is een heel bijzonder verhaal waar zelfs kinderen die niet zo graag lezen van zullen genieten omdat het verhaal uitermate grappig en verrassend is en zich bovendien razendsnel laat lezen. [Natascha Coene]
Tj. v/d Velde
Stinkbom en Ketchupkop, broer en zus, wonen op het kleine eiland Groot Poeha. Op een ochtend ontdekt Stinkbom dat er geld uit zijn spaarvarken is verdwenen. Ze denken dat de dassen hier schuldig aan zijn en ze besluiten de koning om hulp te vragen. Deze geeft hen vervolgens de opdracht het koninkrijk te bevrijden van alle dassen. Dit blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn en ze worden zelfs gevangengenomen door de dassen. Het humoristisch verhaal is een aaneenschakeling van gebeurtenissen en woordgrapjes. Het kan zijn dat een aantal grappen (soms gemaakt leuk) de beoogde doelgroep ontgaat. Een boek dat opvalt door de grote hoeveelheid zwart-witillustraties die de tekst aanvullen. Het levert een levendige bladspiegel op, maar onderbreekt enigszins het soepel volgen van het verhaal. De gebruikte lettertypes zijn zeer divers en in allerlei afmetingen. Vanaf ca. 8 jaar.
Elke Verhulst
ua/an/22 j
Stinkbom en Ketchupkop zijn broer en zus in dit knotsgekke boek. Ze vermoeden dat de sluwe stoute dassen het geld uit de spaarpot van Stinkbom hebben gestolen. Ze gaan met hun tweeën op zoek naar de ware toedracht van het verhaal.
De auteur heeft heel hard zijn best gedaan om een knotsgek verhaal te schrijven. Absurde veronderstellingen, levende voorwerpen (zoals een winkelwagentje), sprekende dieren, het kan allemaal. Hoe gekker hoe liever. De talrijke illustraties in zwart-wit vullen de absurditeit aan.
Misschien heb ik niet het juiste gevoel voor humor, maar ik heb zelden moeten glimlachen bij dit verhaal. Er wordt voortdurend van de hak op de tak gesprongen. Het ligt er allemaal een beetje te dik op. Al vind ik het top dat je zo ‘all the way’ kan gaan. Ik ken zeker een heleboel kinderen die het wel leuk gaan vinden. Maar binnen het genre van grappige boeken ben ik er al betere tegengekomen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.