Het verloren land : Israel : een persoonlijke geschiedenis
Göran Rosenberg
Göran Rosenberg (Auteur), Jasper Popma (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11088 |
Willem van Zadelhoff
ua/an/24 j
Op 22 juli 1960 wordt het lichaam van David Rosenberg gevonden in het Mälarmeer, in de nabijheid van het psychiatrisch ziekenhuis waar hij sinds enige tijd verpleegd wordt: zelfmoord door verdrinking. Zijn zoon Göran is op dat moment twaalf jaar oud. InEen kort oponthoud op de weg van Auschwitz probeert Göran Rosenberg vijftig jaar later te begrijpen hoe zijn vader tot deze daad gekomen is. Vanuit het perspectief van het kind dat hij toen was, probeert hij zijn vader terug te vinden. Scherven van herinneringen, literatuur, archiefmateriaal. gedetailleerd, maar bovenal liefdevol sleurt hij ons mee op die ontdekkingstocht.
Vader David Rosenberg wordt op 20 augustus 1944 vanuit het getto van de Poolse stad Lodz op transport naar Auschwitz gesteld. Hij wordt er niet vergast, maar samen met honderden anderen geselecteerd om als dwangarbeider te werken bij vrachtwagenfabriek Büssing Werke in Braunschweig. Duitsland is de oorlog aan het verliezen en alle Duitse mannen, jong en oud, zijn opgeroepen om aan het front te vechten. De behoefte aan 'slaven' is groot.
Modelstaat
Hier begint de weg van David Rosenberg van Auschwitz, via allerlei doorgangskampen, naar Zweden. In de zomer van 1947 arriveert hij in de kleine provinciestad Södertälje, zo'n veertig kilometer ten zuiden van Stockholm. Daar vindt hij werk bij de vrachtwagenfabriek Scania, een bedrijf dat tijdens de Tweede Wereldoorlog groot is geworden door het leveren van pantservoertuigen aan Duitsland.
In Södertälje herenigt hij zich met zijn jeugdliefde Hala, die Auschwitz ook heeft overleefd. Ze trouwen. Alles lijkt voorspoedig te gaan. Hala vindt werk bij een confectiefabriek waar ze tegen stukloon op muziek kleding naait. Al snel kunnen ze hun pensionkamer verruilen voor een eenkamerflat; na de geboorte van hun tweede kind verhuizen ze naar een iets ruimere tweekamerflat.
Halverwege de jaren 50 schrijft een lokale krant dat Zweden 'goed op weg is' een sociale modelstaat te worden. Inderdaad, ogenschijnlijk is deze plek het paradijs. De kinderen groeien voorspoedig op. Halverwege de jaren 50 kan er zelfs via de Scania-fabriek met personeelskorting een Volkswagen aangeschaft worden.
Toch wringt er iets. Er is een toekomst. Ontegenzeglijk. Maar er is ook dat verleden. Rosenberg vergelijkt het lot van de overlevenden van de Holocaust met dat van de vrouw van Lot uit het Bijbelboek Genesis. Zij kunnen alleen verderleven als ze zich niet omdraaien en terugblikken omdat ze anders net als Lots vrouw het risico lopen te verstenen tot een zoutzuil bij de aanblik van hun gruwelijke verleden. Maar ze kunnen evenmin verderleven als niemand ziet en begrijpt wat ze hebben overleefd. De stap van overleven naar voortleven is niet mogelijk zonder dit ogenschijnlijk paradoxale samengaan van individuele verdringing en collectieve herinnering.
Geen Auschwitzboek
Spraakverwarring en ontheemding zijn steeds terugkomende begrippen in Rosenbergs relaas. Niet alleen de verwarring die ontstaat tussen mensen die elkaars taal nog niet voldoende beheersen, maar vooral de spraakverwarring die ontstaat tussen mensen die afkomstig zijn uit verschillende werelden. Er is een muur tussen deze werelden die met taal nauwelijks te doordringen is. De woorden zijn er: getto, dodenkamp, gaskamer, vernietiging, uitroeiing. maar niemand aan de andere kant van de muur bevat wat ze betekenen. Als het ze al iets kan schelen wat ze betekenen.
Het is die spraakverwarring die ervoor zorgt dat de vader zich steeds minder thuis voelt op de hem toebedeelde plek in de sociale modelstaat. Wat voor de zoon vanaf het prille begin een thuis is, zal het nooit voor de vader worden. Thuis zijn is begrepen worden zonder veel te hoeven zeggen, merkt Rosenberg op. De plek waar de zoon de wereld tot de zijne maakt is de plek waar de wereld ten slotte de vader de rug toekeert.
Rosenberg heeft bewust geen boek over Auschwitz willen schrijven maar een boek over zijn vader, geschreven vanuit het perspectief van een kind dat hem terug probeert te vinden in zijn herinnering. Anders gezegd: over de invloed van de nachtmerrie die Auschwitz was op zijn vaders leven. De feiten alleen zeggen nauwelijks iets over de gruwelijke gebeurtenissen van destijds. De foto's, de cijfers, de details. ze zorgen hoogstens voor spraakverwarring.
Degenen die het niet hebben meegemaakt zullen nooit kunnen begrijpen wat er in Auschwitz gebeurd is. Rosenberg heeft de gevolgen van deze spraakverwarring genadeloos onder woorden gebracht. Heeft het meer dan wie ook voor ons inzichtelijk gemaakt. Juist daardoor werd dit hoogstpersoonlijke boek een boek over alle overlevenden die er niet in slaagden voort te leven. Zonder overdrijving, zonder sentimenteel te worden, maar met alle middelen van grote literatuur, neemt Rosenberg ons mee op de weg die zijn vader moest afleggen. We zullen nooit begrijpen wat hij precies voelde tijdens die tragische tocht maar dat neemt niet weg dat we moeten blijven proberen dat wel te doen. Want dat we het onbegrijpelijke niet kunnen begrijpen, betekent dat niet dat het niet gebeurd is.
Een meesterwerk!
GÖRAN ROSENBERG
Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz.
Vertaald door Jasper Popma, Atlas/Contact, 352 blz., 21,95 ? (e-book 14,99 ?).
De auteur: Zweedse journalist en auteur, zoon van Holocaust-overlevers uit Polen. Schreef eerder een boek over zijn teleurstelling in de staat Israël.
Het boek: Rosenberg documenteert het leven en de zelfmoord van zijn bijna onbekende vader.
ONS OORDEEL: nooit overdreven, nooit sentimenteel, een genadeloos maar liefdevol meesterwerk.
¨¨¨¨¨
Willem van Zadelhoff ■
Willem Van Zadelhoff
ua/an/24 j
Op 22 juli 1960 wordt het lichaam van David Rosenberg gevonden in het Mälarmeer, in de nabijheid van het psychiatrisch ziekenhuis waar hij sinds enige tijd verpleegd wordt: zelfmoord door verdrinking. Zijn zoon Göran is op dat moment twaalf jaar oud. InEen kort oponthoud op de weg van Auschwitz probeert Göran Rosenberg vijftig jaar later te begrijpen hoe zijn vader tot deze daad gekomen is. Vanuit het perspectief van het kind dat hij toen was, probeert hij zijn vader terug te vinden. Scherven van herinneringen, literatuur, archiefmateriaal. gedetailleerd, maar bovenal liefdevol sleurt hij ons mee op die ontdekkingstocht.
Vader David Rosenberg wordt op 20 augustus 1944 vanuit het getto van de Poolse stad Lodz op transport naar Auschwitz gesteld. Hij wordt er niet vergast, maar samen met honderden anderen geselecteerd om als dwangarbeider te werken bij vrachtwagenfabriek Büssing Werke in Braunschweig. Duitsland is de oorlog aan het verliezen en alle Duitse mannen, jong en oud, zijn opgeroepen om aan het front te vechten. De behoefte aan 'slaven' is groot.
Modelstaat
Hier begint de weg van David Rosenberg van Auschwitz, via allerlei doorgangskampen, naar Zweden. In de zomer van 1947 arriveert hij in de kleine provinciestad Södertälje, zo'n veertig kilometer ten zuiden van Stockholm. Daar vindt hij werk bij de vrachtwagenfabriek Scania, een bedrijf dat tijdens de Tweede Wereldoorlog groot is geworden door het leveren van pantservoertuigen aan Duitsland.
In Södertälje herenigt hij zich met zijn jeugdliefde Hala, die Auschwitz ook heeft overleefd. Ze trouwen. Alles lijkt voorspoedig te gaan. Hala vindt werk bij een confectiefabriek waar ze tegen stukloon op muziek kleding naait. Al snel kunnen ze hun pensionkamer verruilen voor een eenkamerflat; na de geboorte van hun tweede kind verhuizen ze naar een iets ruimere tweekamerflat.
Halverwege de jaren 50 schrijft een lokale krant dat Zweden 'goed op weg is' een sociale modelstaat te worden. Inderdaad, ogenschijnlijk is deze plek het paradijs. De kinderen groeien voorspoedig op. Halverwege de jaren 50 kan er zelfs via de Scania-fabriek met personeelskorting een Volkswagen aangeschaft worden.
Toch wringt er iets. Er is een toekomst. Ontegenzeglijk. Maar er is ook dat verleden. Rosenberg vergelijkt het lot van de overlevenden van de Holocaust met dat van de vrouw van Lot uit het Bijbelboek Genesis. Zij kunnen alleen verderleven als ze zich niet omdraaien en terugblikken omdat ze anders net als Lots vrouw het risico lopen te verstenen tot een zoutzuil bij de aanblik van hun gruwelijke verleden. Maar ze kunnen evenmin verderleven als niemand ziet en begrijpt wat ze hebben overleefd. De stap van overleven naar voortleven is niet mogelijk zonder dit ogenschijnlijk paradoxale samengaan van individuele verdringing en collectieve herinnering.
Geen Auschwitzboek
Spraakverwarring en ontheemding zijn steeds terugkomende begrippen in Rosenbergs relaas. Niet alleen de verwarring die ontstaat tussen mensen die elkaars taal nog niet voldoende beheersen, maar vooral de spraakverwarring die ontstaat tussen mensen die afkomstig zijn uit verschillende werelden. Er is een muur tussen deze werelden die met taal nauwelijks te doordringen is. De woorden zijn er: getto, dodenkamp, gaskamer, vernietiging, uitroeiing. maar niemand aan de andere kant van de muur bevat wat ze betekenen. Als het ze al iets kan schelen wat ze betekenen.
Het is die spraakverwarring die ervoor zorgt dat de vader zich steeds minder thuis voelt op de hem toebedeelde plek in de sociale modelstaat. Wat voor de zoon vanaf het prille begin een thuis is, zal het nooit voor de vader worden. Thuis zijn is begrepen worden zonder veel te hoeven zeggen, merkt Rosenberg op. De plek waar de zoon de wereld tot de zijne maakt is de plek waar de wereld ten slotte de vader de rug toekeert.
Rosenberg heeft bewust geen boek over Auschwitz willen schrijven maar een boek over zijn vader, geschreven vanuit het perspectief van een kind dat hem terug probeert te vinden in zijn herinnering. Anders gezegd: over de invloed van de nachtmerrie die Auschwitz was op zijn vaders leven. De feiten alleen zeggen nauwelijks iets over de gruwelijke gebeurtenissen van destijds. De foto's, de cijfers, de details. ze zorgen hoogstens voor spraakverwarring.
Degenen die het niet hebben meegemaakt zullen nooit kunnen begrijpen wat er in Auschwitz gebeurd is. Rosenberg heeft de gevolgen van deze spraakverwarring genadeloos onder woorden gebracht. Heeft het meer dan wie ook voor ons inzichtelijk gemaakt. Juist daardoor werd dit hoogstpersoonlijke boek een boek over alle overlevenden die er niet in slaagden voort te leven. Zonder overdrijving, zonder sentimenteel te worden, maar met alle middelen van grote literatuur, neemt Rosenberg ons mee op de weg die zijn vader moest afleggen. We zullen nooit begrijpen wat hij precies voelde tijdens die tragische tocht maar dat neemt niet weg dat we moeten blijven proberen dat wel te doen. Want dat we het onbegrijpelijke niet kunnen begrijpen, betekent dat niet dat het niet gebeurd is.
Een meesterwerk!
GÖRAN ROSENBERG
Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz.
Vertaald door Jasper Popma, Atlas/Contact, 352 blz., 21,95 ? (e-book 14,99 ?).
De auteur: Zweedse journalist en auteur, zoon van Holocaust-overlevers uit Polen. Schreef eerder een boek over zijn teleurstelling in de staat Israël.
Het boek: Rosenberg documenteert het leven en de zelfmoord van zijn bijna onbekende vader.
ONS OORDEEL: nooit overdreven, nooit sentimenteel, een genadeloos maar liefdevol meesterwerk.
¨¨¨¨¨
Willem van Zadelhoff ■
31/05/2014
In zijn meest recente non-fictiewerk beschrijft Göran Rosenberg hoe zijn vader aan de hel van Auschwitz ontkwam en na lange, pijnlijke omzwervingen in een kleine stad in de buurt van Stockholm belandde. Het verhaal begint in het getto van Łódź, waar de nazi’s de ene selectie na de andere doorvoeren tot David Rosenberg uiteindelijk zelf ook op transport wordt gezet. Als bij wonder ontsnappen hij en zijn broer aan de gaskamers en wordt hij overgeplaatst naar een werkkamp in Noord-Duitsland. In de nadagen van de oorlog krijgt hij te horen dat Zweden bereid is hem asiel te verlenen, iets wat hij zelf niet goed begrijpt. In Zweden zelf komt hij ook in een paar vluchtelingenkampen terecht, en op een dag komt hij daar te weten dat zijn jeugdliefde nog leeft en in Polen op hem wacht. David en zijn toekomstige echtgenote Hala schrijven lange brieven naar elkaar die Göran Rosenberg voor ons uit het Pools heeft vertaald. Het zijn natuurlijk in de eerste plaats verhalen over trauma’s en frustraties, maar ook over hoop op een enigszins leefbare toekomst. Ten slotte slaagt Hala erin om onder een valse naam naar Zweden over te steken, waar ze meteen met David trouwt. Hiermee is de lijdensweg van het jonge paar echter niet afgelopen. David lijdt overduidelijk aan posttraumatische stress en probeert om die reden een schadevergoeding van de Duitsers los te krijgen. Volgens regels die de Duitsers zelf hebben opgesteld, voldoet hij echter niet aan de vereisten voor zo’n vergoeding. Hij wordt depressief en laat zich inopnemen in een psychiatrische instelling, waar hij steeds dieper wegzakt en uiteindelijk een einde aan zijn leven maakt. Göran zelf is dan twaalf, dus erg goed heeft hij zijn vader nooit gekend. Voor dit boek heeft hij dus behoorlijk wat opzoekwerk moeten verrichten, zowel over de petite histoire als over de algemene achtergronden, zoals de structuur van de archipel van werkkampen in Nazi-Duitsland. Hij verwerkt heel wat jeugdherinneringen in zijn relaas, maar schenkt ook veel aandacht aan de dubbelzinnige houding van Zweden tegenover Joden en Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo citeert hij een paar lokale krantencommentaren uit de jaren twintig, dertig en veertig met duidelijke antisemitische ondertoon en hekelt hij dat zijn speelkameraadjes iemand die vals speelt met knikkeren een knikkerjood noemen. Göran groeit op in een wereld die even vreemd is voor hem als voor zijn ouders. Het is duidelijk dat de overlevenden niet weten waar het heen moet, net omdat ze zich voortdurend bewust zijn van het feit dat zij nog leven en zoveel anderen niet. Een kort oponthoud, dat de belangrijkste Zweedse literaire prijs, de Augustpriset, in de wacht sleepte, zit propvol zulke beschouwingen, uitweidingen en historische reflecties. En net daar zit een beetje het probleem. Het heel persoonlijke verhaal over Görans vader raakt wat bedolven onder al dat filosoferen en de talrijke lange beschrijvende passages. Het resultaat is bezwaarlijk meeslepend te noemen, hoogstens een interessante poging om in het reine te komen met een moeilijk verleden. [Freek Adriaens]
Drs. B. Hummel
De vader van de joodse Göran Rosenberg pleegde zelfmoord toen Göran een kind was. Onverwerkte gebeurtenissen uit de oorlog speelden daarbij een rol. Afkomstig uit het Poolse Lodz, belandde de vader na een kort oponthoud in Auschwitz via enkele nevenkampen in 1945 in Zweden. In een kleine stad begon hij een nieuw leven: een gezin, een baan, kinderen. Hij werkte hard, maar was rusteloos; vol plannen, maar het verleden raakte hij niet kwijt. Tomeloze energie sloeg om in moedeloosheid, in depressie en uiteindelijk in zelfmoord. Vol inlevingsvermogen kijkt de nu ruim 60-jarige zoon naar zijn vader en volgt hem op deze reis. Met enkele foto's en een lijst van geraadpleegde literatuur. Van de auteur verscheen in 2000 'Het verloren land'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.