Als de bergen huilen
Gerda Van Erkel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : VANE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
YOUNG ADULT : VANE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
YOUNG ADULT : VANE |
31/10/2013
Al meer dan twintig jaar schrijft psychotherapeute Gerda Van Erkel succesrijke en vaak bekroonde romans over het groeiproces van adolescenten met problemen. In Een tere huid wacht de zeventienjarige Mette met haar moeder een jaar lang op haar verdwenen vader. Is hij dood? En indien niet, waarom verdween de zo strikte, kleurloze verzekeringsagent, 'de man zonder gezicht'?
Een jaar later staat hij opnieuw voor Mettes neus, een rustige, ontspannen man. Hij haalt de overdonderde Mette over om naar zijn verhaal te luisteren. Daaruit blijkt dat vader Staf op die hete zomeravond zijn inspiratieloze leven een wending van 180 graden gaf. Nadat hij letterlijk uit zijn keurige pak stapte, volgde hij een onbekende, jonge zeilster op zee. Het is de eerste stap naar een wedergeboorte. Later begint hij in Frankrijk een totaal nieuw leven met zijn grote liefde Veronica en haar zoontje Noël. Het is begrijpelijk dat Mette het moeilijk heeft met dit onwaarschijnlijke verhaal en dat zal bij veel leeftijdgenoten niet anders zijn. Alleen wie het verhaal in de realiteit kan kaderen, beseft dat zo’n ommezwaai niet enkel een literaire fantasie is.
De halfzachte figuur van de ‘nieuwe’ Staf helpt ook niet om de lezer te overtuigen. Mette tekent hem in flashbacks naar haar jeugd en in de ontmoetingen na zijn terugkeer, maar informatie over zijn evolutie heeft ze niet. In de hoofdstukken waarin Staf zelf aan het woord is, voert hij een lange monoloog pro domo, maar ook hier leren we te weinig om zijn gedaanteverandering te duiden.
Het uitgebreide verhaal van Staf staat in functie van Mettes groeiende weerbaarheid. Zij — en de lezer — moeten er levenslessen uit trekken, met als eerste: ‘Je moet je eigen droom vinden’. Van Erkel verpakt de les in symbolen: de zee als symbool van bevrijding, het zout als de ultieme zuivering, het afpellen van de oude huid, de platonische geliefde Sivvy als gids. Vanwege het zweverige verhaal vraagt het wel wat welwillendheid om de situatie in die zin te interpreteren.
Staf wendt de droomboodschap van Sivvy aan als excuus voor zijn vlucht en zijn tijdelijke terugkeer: hij kwam terug om ook Mette en haar moeder hun leven terug te geven. Het ontlokt aan de scherpzinnige Mette terecht de schampere opmerking: ‘Hij klonk als een getuige van Jehovah. Ik breng u het Licht.’ De lezer zwelgt mee in verontwaardiging, maar Mette raakt van haar vader niet meer af. Zij en Gerda van Erkel kunnen het prachtig onder woorden brengen: ‘Haar vader heeft zich opnieuw als een plaag processierupsen door haar dromen gevreten’.
Moeder Arlette wordt een stuk scherper geprofileerd, de nuances in haar gedrag maken haar een stuk realistischer.
Mette verwoordt de beginfase van het grote wachten in een treffend beeld: ‘Mama bleef op hem wachten zoals Penelope op Odysseus. Ze was zelfs begonnen een trui voor hem te breien, met extra dunne naalden, zodat ze niet keer op keer een stuk weer hoefde uit te trekken, meer op de hoede voor de tijd dan voor mogelijke minnaars die zijn plaats zouden willen inpikken.’
Door de directe, dagelijkse confrontatie kan de lezer zich perfect in de gedachtegang, verdriet en woede van Mettes moeder inleven. Wanneer zij verneemt dat haar Odysseus springlevend is, maar geen zin heeft om terug te komen, kruipt ze in de rol van wraakgodin. Met het kapsalon als kleurrijk en levensecht decor en de klanten als pittig koor (‘De sisters of mercy blijken stuk voor stuk ook vechtscheidingsdeskundigen’), leidt dit tot spitse dialogen en sprekende, vaak grappige scènes.
Het verdriet dat volgt wanneer het publiek en alle decorum verdwenen zijn, is dubbel zo hard: Maar hoe aanwezig haar vader en moeder ook zijn, Mette blijft de hoofdpersoon. Misschien nog harder dan dat zij op haar vader wachtte, wacht zij op de liefde. Het motto van de roman, de evergreen van Françoise Hardy: 'Tous les garçons et les filles de mon âge / se promènent dans la rue deux par deux […]', liegt er niet om. Terwijl de hele wereld hand in hand lijkt te lopen, fietst haar grote liefde en wielerfanaat, buurjongen Peer, letterlijk van haar weg.
Daarom kiest Mette resoluut voor een eerste uiterlijke metamorfose: ze laat haar haar kort knippen en rood verven.
Opnieuw, naast haar vader, stuurt Van Erkel een wat bedenkelijke gids op Mettes weg: de inspirerende barman Gio die haar met een parabel de waarde van het leven wil doen inzien. Een nieuwe wijsheid volgt: neem je leven zelf in handen.
Zover is Mette nog niet. Ze wil Peer niet in een relatie pushen, ook al verliest ze hem daardoor aan een vriendin. Dat Peer Mette dit aandoet, is een totale verrassing in de roman. Van het ene op het andere moment ‘vervelt’ ook hij. Zijn verafgode fiets blijft plots aan de haak hangen en als een balorige puber stort de jongen die nooit tijd en oog had voor zijn omgeving zich in een flirterige relatie. Mette noch de lezer waren op zijn plotse metamorfose voorbereid. Wou Gerda van Erkel een parallel met Mettes vader trekken en tonen dat ook adolescenten gekke sprongen maken in de zoektocht naar hun ik? Peers gedrag bevestigt in ieder geval Mettes groeiende ongeloof in de ware liefde. Het gevolg is dat Mette met haar vader naar Frankrijk verdwijnt, nadat ze nog een wonderlijke tussenstap maakt bij een klant van haar moeder, de oude, mopperige Jeanne. Mette, ontgoocheld in haar moeder, haar vader én in Peer, vindt bij Jeanne een paar nachten onderdak. Ook Jeanne kun je interpreteren als gids: zij verpersoonlijkt het geloof in de eeuwig durende liefde: ‘Mette glimlacht naar Jeanne en Jeanne glimlacht terug, maar eigenlijk glimlachen ze door de ander heen, naar iemand anders achter de spiegel.’
In Frankrijk staan weer andere mensen klaar om Mette levenslessen bij te brengen. Vaders nieuwe vrouw Veronica en zelfs haar zoontje, die aan een zeldzame huidziekte lijdt, blijken uiteindelijk mee te vallen. De levensles die Veronica meegeeft, was eerder voor haar vader bedoeld, maar die geeft hem gewillig door: ‘Negeer de angst’. Dat past Mette meteen letterlijk toe, in een kortstondige flirt met bloemenverkoper Tanguy, waarbij ze niet in de wieg blijkt gelegd voor oppervlakkige relaties.
In de laatste hoofdstukken wordt eindelijk duidelijk waar de titel vandaan komt. Mette koopt voor Noël met zijn tere huid een glazen bak met wandelende takken. Een hoge bak, want ze hebben ruimte nodig om te groeien, zoals kinderen ruimte nodig hebben om zich te ontplooien en te ‘vervellen’, van huid te verwisselen. Dat is het wat Mette in deze roman heeft gedaan: ze is uit haar oude vel gegroeid, ze werd volwassen.
Wat is nu de waarde van deze roman? Niet de inhoud en de manier waarop Gerda van Erkel haar aloude thema, de groeipijn en zoektocht van een adolescent, verpakt heeft. Daarvoor heeft ze zich te veel op de vreemde escapade van de vader toegespitst en zijn enkele ontmoetingen te uitdrukkelijk geconstrueerd in dienst van de levenslessen. De waarde ligt in het haarfijne portret van een adolescent op de rand van de volwassenheid. Mette wordt geprofileerd als een sterke persoonlijkheid. Haar intelligentie vertolkt ze in spitse dialogen en kritische opmerkingen; de interactie met de verschillende medespelers vertaalt ze in gevatte uitspraken en beeldgebruik. De scherpe observatie van een zoekende adolescent blijft het handelsmerk van Gerda van Erkel, veel meer dan de levenslessen die zij de lezer wil meegeven.
[Jet Marchau]
Elly Bart
De vader van Mette (18) komt op zekere dag niet thuis en laat zijn vrouw en dochter in grote onzekerheid achter. Als hij na bijna een jaar ineens opduikt en contact zoekt met Mette, weet zij niet of zij hiermee blij moet zijn. Heen en weer geslingerd tussen gevoelens van solidariteit en woede probeert zij haar weg te vinden. Wanneer haar moeder haar eigen weg lijkt te gaan en haar vriend Peer een andere vriendin heeft, voelt zij zich zeer eenzaam. Aarzelend begint zij te luisteren naar het verhaal van haar vader. Een nieuwe jongerenroman van de bekende Vlaamse jeugdboekenschrijfster die in België vele prijzen voor haar jeugdboeken heeft ontvangen. Het verhaal is voor een deel vanuit wisselend perspectief, van de vader en Mette, geschreven waardoor het wat stroef op gang komt. Het taalgebruik is zorgvuldig, maar niet eenvoudig vanwege veel monologue intérieur. Heel herkenbaar beschreven zijn de gevoelens van Mette bij de problemen in de relatie met haar moeder en de verhouding tot haar vrienden. Een realistisch verhaal voor jong volwassenen. Vanaf ca. 15 jaar.
Annelies Verbist
ua/an/22 j
Als puber is het niet altijd gemakkelijk om je weg te vinden, zeker niet als je vader plots spoorloos verdwijnt. Na een jaar duikt hij weer op en gooit het leven van Mette overhoop. Mette zit tussen twee vuren. Ze wil ook rekening houden met haar moeder, die er altijd voor haar geweest is. Haar moeder weet nu zelf niet meer weet wat ze moet doen, nu haar man nog blijkt te leven, maar niet terug wil komen. Mette is verliefd op haar buurjongen; ze zijn al jarenlang bevriend, maar Mette durft de volgende stap niet te zetten. Wanneer haar vriendin voor haar neus met hem begint te daten, verliest ze ook nog haar vriendin. Ze beslist om samen met haar vader naar Frankrijk te rijden, waar hij een nieuw leven heeft opgebouwd. Het is deze rit die haar veel duidelijk maakt en doet inzien dat zelfs ouders hun weg moeten zoeken.
Het is een verhaal dat vrij langzaam vooruit gaat, omdat er veel vergelijkingen en beschrijvingen gebruikt worden. Voor tieners die veel lezen, is het een mooi boek dat dieper durft in te gaan op gevoelens, voor anderen gaat het misschien wat traag omdat er niet veel spanning in zit. Afwisselend is er een hoofdstuk dat het leven van Mette beschrijft en een met het verhaal van de vader die een jaar verdween. Zo kom je er beetje bij beetje te weten waarom hij weggegaan was, wat hij gedaan heeft gedurende dat jaar, wie hij allemaal heeft ontmoet en hoe hij veranderd is. Mette leert dat het nooit echt zwart of wit is, dat je nooit meteen mag oordelen, dat iedereen zijn weg heeft. Op het einde komt alles goed, maar dit stoort niet omdat het niet op een melige, voorspelbare manier gebeurt. Mette blijft op en top een koppige tiener, die gesteld is op haar privacy, maar tegelijkertijd zoveel nood heeft aan aandacht en liefde en altijd op zoek is naar bevestiging.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.