Zoen me tot ik spin : gedichten over de liefde
Wolf Erlbruch
Hans Andreus (Auteur), Charlotte Dematons (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Holland, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : ANDR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Holland, 2013 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ANDR |
30/06/2014
Dat meester Pompelmoes een echte, ouderwetse schoolmeester is, lijdt geen twijfel. Hij draagt in de klas altijd een vest en een strikje en ook de kinderen spreken hem met ‘u’ aan. Tegelijk heeft hij een groot hart voor kinderen, gevoel voor humor en een ongebreidelde fantasie. Precies die kenmerken maken hem tot een onsterfelijke kinderboekenheld.
Tien boeken schreef Hans Andreus over Meester Pompelmoes tussen 1965 en 1976, in deze uitgave zijn 28 verhalen uit die boeken gebundeld en voorzien van kleurenillustraties van Charlotte Dematons. In 1999 verscheen ook al een selectie, met tekeningen van Saskia Halfmouw. Niet alleen de selectie verschilt gedeeltelijk, maar ook de aanpak. In de uitgave van 1999 bewerkte Lieke van Duin de verhalen, ‘met respect voor de auteur, en gericht op het kind van nu’, waarbij ze vooral verouderde termen en begrippen moderniseerde. De toelichting van deze uitgave vermeldt expliciet dat de verhalen ‘niet bewerkt of gemoderniseerd [zijn], om het tijdsbeeld van de jaren waarin ze geschreven werden zo authentiek mogelijk weer te geven.’ Wel is de spelling aangepast en wordt af en toe een voetnoot opgenomen, iets waar Lieke van Duin zich expliciet tegen verzette.
Meester Pompelmoes is natuurlijk niet veranderd in deze uitgave. Hij staat nog evenzeer voor die wonderlijke combinatie van kinderlijke verwondering met schoolmeesterwijsheid. Als een echte onderwijzer kan hij het niet laten om wijze lessen te geven aan zijn leerlingen (‘Als je iets doet, moet je het goed doen.’), maar desnoods ook aan de ouders. Zijn belangrijkste les luidt dat je altijd jezelf moet blijven. Zelf is hij tegen de moderne vooruitgang (‘dat moderne spul deugt nergens voor’), tegen jachtigheid en voor onthaasting (‘Op reis? […] Ik denk er niet aan! Met die tienduizenden, honderdduizenden vakantiegangers overal… Nergens rust, nergens een eenzaam plekje…’). Hij neemt het ook altijd op voor wie anders is dan de rest. Net als een kind is hij niet verbaasd als zijn nieuwe, slome leerling blijkt te kunnen vliegen, maar als een wijze leerkracht zorgt hij ervoor dat de rest van de klas hem aanvaardt zoals hij is en hem helpt met zijn bijzondere gave.
Wat meester Pompelmoes nog bijzonderder maakt, is dat hij kan toveren, al doet hij dat maar af en toe en liefst onopvallend. Overigens heeft hij ook bijzondere huisdieren en een autootje genaamd Doremi dat slechts wil rijden als je een liedje zingt.
Dat de verhalen over Meester Pompelmoes populair blijven, komt wellicht omdat ze heel geschikt zijn als voorleesverhalen op school. Niet alleen is er het ideaaltype van de meester en de vanzelfsprekende vermenging van fantasie en realiteit, er is ook de directe stijl met veel dialogen en aansprekingen van de lezers en de klankrijke en speelse taal (met vondsten als ‘Meester Pompelmoes en de mompelpoes’. Bovendien is de humor tijd- en leeftijdloos. [Jan Van Coillie]
Inger Bos
Bundel met 28 verhalen over Meester Pompelmoes, volgens de toelichting een klassieke schoolmeester met een zeer brede algemene kennis en een goed hart voor zijn leerlingen. De meester beleeft het ene na het andere avontuur, met de kinderen in de klas of zijn sprekende huisdieren. Zo betovert de meester de planten en bloemen in zijn schooltuintje. Hij koopt een auto die zomaar stopt en pas weer gaat rijden als er een liedje gezongen wordt. En tijdens de vakantie ontdekt de meester een geheim pleintje. De verhalen verschenen voor het eerst tussen 1964 en 1974; ‘Meester Pompelmoes en de mompelmoes’ werd in 1969 bekroond als Kinderboek van het Jaar. Voor deze uitgave zijn de verhalen niet bewerkt of gemoderniseerd; alleen de spelling is aangepast. Jacques Vriens schrijft in zijn voorwoord dat die ouderwetse en deftige woorden soms lastig zijn voor kinderen, maar dat die woorden ook erg mooi zijn. Charlotte Dematons heeft de bundel fraai geïllustreerd. Elk verhaal heeft een of meer kleine of grote kleurenprenten. De gezichtsuitdrukkingen van de meester en de mimiek van de dieren zijn zeer treffend. Chique, uitnodigende uitgave; een klassieker om te koesteren. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Meester Pompelmoes is een ouderwetse schoolmeester, altijd gekleed in een oud fluwelen jasje, inclusief colbertje en vlinderdas. Zelfs toen Hans Andreus hem begin jaren '60 creëerde, was hij al ouderwets. Mogelijk is deze hoofdfiguur van zijn beste kinderboeken gebaseerd op zijn eigen “... meester Kuiper, die net als Pompelmoes excentriek was, een gezet postuur had en veel van katten hield.“ (p. 188). Excentriek kan je hem inderdaad wel noemen, de meester die een nakijkmachine voor huiswerk uitvindt, op vakantie gaat op een onbewoond eiland dat hij zelf creëert in zijn eigen zwembad, of eigenhandig een hangmat vlecht. Toveren kan hij ook al, wat handig is om de speelplaats op één dag om te bouwen tot tropisch regenwoud. Zijn gezette postuur pakt hij even aan door aan atletiek te gaan doen, maar dat eindigt al snel in een brief aan de voorzitter van de club waarin hij zijn besluit meedeelt Ondersteunend Lid te worden en geen Hardlopend Lid meer. Meester Pompelmoes heeft niet zomaar een kat, maar wel een Geleerde Kater, naast trouwens de Fleurige Hond van de beroemde jachthondenfamilie van de Van Heideland Overvelds, en Gerrit de Tuinkraai. Zelfs de auto maakt in zekere zin deel uit van dit “gezin”. Zoals de huisdieren, kan ook de auto Doremi praten, waardoor hij zo en dan een vrolijk lied kan vragen aan zijn passagiers.
Een dertigtal verhalen bevat deze heerlijk dikke bundel. Ideaal om een winter mee onder te duiken en een maand lang dagelijks te genieten van zo’n verrukkelijk, ouderwets, gezellig voorleesverhaal. Daar staat vooral de humor van het boek garant voor, een milde, verfijnde humor die de volwassene even zeer zal smaken als het kind, zo niet nog meer. Maar even goed ook de grenzeloze fantasie, die zich bijvoorbeeld uit in een aardige spiegel die mensen en dieren niet hun gewone spiegelbeeld voorhoudt, maar wel van degenen die ze zouden willen zijn. En tenslotte de taal van woordkunstenaar en dichter Hans Andreus, wat voorlezen een plezier maakt. De verhalen van meester Pompelmoes mogen dan stokoud zijn, de gezelligheid ervan blijft onweerstaanbaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.