Bruid en zilver
Marcel Vanslembrouck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Gevaert, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12943 |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Gevaert, 2013 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : VANS |
31/10/2014
Jorge Luis Borges zegt het al in het motto: ‘De werkelijkheid is dat beeld van ons dat in iedere spiegel verschijnt, een spiegelbeeld dat dankzij ons bestaat, dat ons vergezelt, dat gebaart en weggaat, maar altijd opdraaft zodra we ernaar zoeken’. Het is een lange zin, maar Marcel Vanslembrouck weet er in zijn nieuwste dichtbundel Buitenshuid goed gebruik van te maken. Vanslembrouck schrijft over de spiegelbeelden waarin meestal een ik-figuur zich herkent of half herkent, en de manier waarop de dichter dit weergeeft imponeert door de bedachtzame wijze waarop hij de taal hanteert. In het gedicht ‘Een of twee toetjes’ zit de ik-persoon aan een tafel voor een diner. Halverwege klinkt de mooie zin: ‘Wat ik heb drinkt een aperitief met wie ik ben’. Iedere lezer kan daar zijn gedachten over laten gaan. Het volgende gedicht ‘Traktatie van uitzonderlijk licht’ begint met ‘Sommige avonden loopt uitzonderlijk licht / op mijn spiegel aan’ en komt er een vijfde strofe met ‘Door golven zaligheid waar het mij op trakteert / krijg ik een dageind dat pluimlicht op weemoed drijft’. Een ‘dageind’, want na ‘mijn schamel schimmenspel’ verschijnt ‘de vijand van zichtbaarheid als nachtfloers’. Tja, dan is wat dus begon met aanlopen afgelopen. Het is gemakkelijk meer voorbeelden aan te halen. ‘Thuiskomst in een glazen deur’ begint met: ‘Waar ik stilweg en welbemind thuiskom / met mijn uit de dag gescheurd lichaam’. Het zijn in deze regels niet de klanken alleen (de alliteraties en de bijna klankspiegeling i-e en e-i) die de aandacht trekken, maar ook de associatie die je kan hebben bij het prachtige beeld van de ik met zijn ‘uit de dag gescheurd lichaam’.
De mogelijkheden die een gelegenheid tot spiegelen bieden, komen veelvuldig voor. Vanslembrouck geeft er heel wat aan, waaronder uiteraard een spiegel, maar ook een stuk glas, een glazen deur, een bril, een glazen tafelblad, de voorruit van een auto. Ook vergeet hij Narcissus niet, al concentreert hij zich vooral op ‘De vervangster van Narcissus’. En hij richt zich met ‘Aan de lezer’ ook rechtstreeks tot de lezer. Rechtstreeks, maar dan wel spiegelbeeldig: ‘Hoe ik, je spiegel, mijn beeldvorming ook draai of keer’. Zijn niet alle gedichten spiegelbeelden, kun je je afvragen, ook en in de eerste plaats van de dichter zelf? Een dichter, die zich weloverwogen uit in gedichten die veelal in het begin van de bundel zijn opgebouwd uit zes disticha, maar zich in de tweede helft soms verruimen tot elf disticha (‘Schoonzus’). Door die weloverwogenheid mis je soms wel uitschieters en inhoudelijke verrassingen. Vanslembrouck blijft voortdurend in evenwicht, althans als dichter en eveneens als beeldend kunstenaar, gezien zijn intern duidelijk spiegelende collages. Kunstwerken die getuigen van een mooie balans, zowel tussen bedrukte en lege vlakken, als tussen ronde en rechte vlakken.
[Gerard Berends]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.