Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, cop. 2013 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : WAARGEBEURD : DERA |
Besprekingen
Het meest onuitstaanbare verlies
Sofie De Smyter
ua/an/22 j
Het boek, dat Sonali Deraniyagala schreef onder aanmoediging van haar therapeut, auteur Michael Ondaatje, opent op de bewuste tweede kerstdag 2004. Sonali verblijft met haar man Steve Lissenburgh, haar twee zoontjes en haar ouders in hun favoriete hotel in Yala. Later die dag willen ze terugkeren naar de Sri Lankaanse hoofdstad. Op een gegeven moment ziet Sonali door het raam de golven breken, iets wat ze anders niet kan. Instinctief loodst ze haar gezin de kamer uit - ze klopt niet meer aan bij haar ouders - en duwt iedereen in een jeep. Ook wanneer de vloedgolf hen inhaalt denk je nog dat de vier het zullen halen. Het is een gevoel dat blijft, ook wanneer alleen Sonali van een tak geplukt wordt door reddingswerkers, ook wanneer ze later alleen naar Colombo terugkeert. "Kijk die arme vrouw, is het niet ongelofelijk, haar hele familie is weg", hoort ze zeggen. "Hebben ze het over mij?"
Vloedgolf is Sonali Deraniyagala's poging zich met die vrouw te identificeren. Ze herinnert zich hoe Malli, haar jongste, haar altijd omschreef als Mammie Lissenburgh: "Ik die als aanhangsel van deze drie jongens niet meer over een eigen identiteit beschikte", een omschrijving die een al te echte invulling krijgt. Haar verlies is rauw en onverdraaglijk. Dat ze erin slaagt erover te vertellen is een overwinning, weet ze, want in het begin durfde ze de reddingswerkers niet eens te vragen naar haar verloren gezin te zoeken: "Als ik het zou vertellen, zou het te echt worden."
Verdoving en zelfhaat
De eerste maanden en jaren zijn een vortex van verdoving en zelfhaat. Waarom had ze die tak vastgegrepen? Waarom had ze haar ouders niet gewaarschuwd? Waarom rouwde ze minder om degenen die haar op de wereld hadden gezet dan om haar man Steve en kinderen Vik en Malli? Het duurt weken voor ze weer naar buiten durft, jaren voor ze hun huis in Londen opnieuw binnengaat. Ze stalkt het Nederlandse gezin dat het huis van haar ouders in Colombo huurt. Ze breekt elke dag in duizend stukken.
Het enige wat die pagina's enigszins draaglijk maakt is het enige wat ook Sonali die eerste jaren overeind houdt: haar wil niet te herinneren. Zolang elk detail van haar liefde voor hen onbeschreven blijft, lijkt ook de pijn te verdoven. Op een gegeven moment beseft ze echter dat ze, als ze de liefde wil, ook de pijn moet verdragen. De laatste hoofdstukken van het boek zijn snapshots, anekdotes van een gezin, doordrenkt met de grootst mogelijke genegenheid, de grootst mogelijke rouw.
De grootste schrijvers schreven over het meest onuitstaanbare verlies: dat van kinderen, familie en geliefden. Deraniyagala is economiste maar hoeft niet onder te doen. Haar taal is sober, de onverbiddelijkheid waarmee ze haar eigen pijn ontleedt immens. Aan het einde van het boek weet je dat je het eigenlijk een tweede keer moet lezen, dit keer beladen met die zo persoonlijke snapshots. Maar daar heb ik nu even de ballen niet voor.
Sonali Deraniyagala, Vloedgolf, Nieuw Amsterdam, 224 p., 19,95 euro. Vertaling: Nico Groen.
SOFIE DE SMYTER ■
Alleen op de wereld
Kathy Mathys
ru/eb/07 f
'Eerst viel me niets bijzonders op.' Zo begint het boek van Sonali Deraniyagala, die op vakantie is met haar familie in Yala. De kustplaats is bekend terrein voor de Sri Lankaanse die op tweede kerstdag 2004 haar man en zonen aanmaant zich klaar te maken om te vertrekken. Ze willen kerst vieren in Deraniyagala's ouderlijke huis in Colombo. Het ene moment zit Steve, de man van de schrijfster, nogDe Hobbit te lezen op het toilet, het andere rennen vader, moeder, de achtjarige Vikram en de vijfjarige Malli het hotel uit. Ze kloppen niet aan bij Deraniyagala's ouders in de aanpalende hotelkamer. Er is enkel paniek vanwege het schuim en de kolkende golven die het hotel naderen.
In korte, bijna ondramatische zinnen beschrijft Deraniyagala wat er gebeurt. Ze springen in een jeep, denken te kunnen ontsnappen aan het oprukkende water. 'We hielden onszelf in evenwicht op onze stoelen. Niemand zei iets. Niemand maakte een geluid.'
De jeep slaat om en Deraniyagala verdwijnt in het water. Ze zal haar man en zonen nooit meer terugzien. Jarenlang verwijt ze zichzelf dat ze zich vastgreep aan een tak, een instinctieve beweging die haar het leven redde. Ze wordt opgepikt, naar het ziekenhuis gebracht. De verpleegster geeft haar een droog shirt met een teddybeer erop. Het is verbijsterend hoe scherp de details zijn in deze eerste gruwelijke bladzijden van het boek: 'Het slijmerige, donkere snot dat uit mijn neus kwam, rook naar hondenpoep'.
Tijdens het lezen van het eerste hoofdstuk weet je meteen: dit wordt geen 'gewoon' rouwverhaal. Natuurlijk ziet de wereld er anders uit voor iedereen die een geliefde verliest, maar Deraniyagala verliest niet enkel haar man en twee zonen, ook haar ouders en een dierbare vriendin komen om in de tsunami. Het is alsof ze terechtgekomen is in een parallel universum, zo onwezenlijk is haar lot. Ze schrijft: 'Ik wacht tot alle lichamen gevonden zijn, zei ik tegen mezelf. Dan maak ik me van kant.'
Vingerafdrukken
De eerste zes maanden na de ramp waken vrienden en familie bij haar bed; ze ligt in een donkere kamer, kan geen beelden verdragen en heeft voortdurend het gevoel dat ze valt.
Soms staan we onszelf toe te denken aan het ondenkbare, stellen we ons voor hoe het is om achter te blijven op de wereld. We doen dat, heel even, wanneer we de beelden zien van ontredderde oorlogsslachtoffers, van krijsende overlevenden. We kunnen het niet verdragen om er lang bij stil te staan; het is te vreselijk. Deraniyagala's boek vraagt enkele uren van ons leven en dat zijn geen gemakkelijke uren. Vooral de eerste 150 bladzijden zijn pijnlijk en bedrukkend. Deraniyagala vertelt dat ze voortdurend misselijk wordt van haar gedachten. Gedachten aan de vingerafdrukken van haar kinderen op de meubels van haar vrienden. Gedachten aan de damp op hun wangen, wanneer ze met Halloween de straat op gaan. Ze duwt de herinneringen zoveel mogelijk weg, ze zijn ondraaglijk. Ze kan niet bevatten dat ze er niet meer zijn, jarenlang niet.
In 2010 pas kan ze rouwen om haar ouders, het is te veel: 'Wat afschuwelijk, dat mijn verdriet een pikorde kende.'
Vloedgolf is gefragmenteerd; er zijn grote sprongen in de tijd. Deraniyagala schrijft niets over de therapeut die ze dankt in het nawoord. Haar boek is sowieso geen verhaal over heling. Vier jaar na de tsunami is ze docente economie in New York en schrijft: 'Ik ben er precies zo aan toe als in die eerste maanden.' Ze schaamt zich diep omdat ze niet eens gezocht heeft naar haar zonen en omdat zij wel overleefde.
Geen verlossing
In de openingsparagraaf sterven de kinderen die de schrijfster in de tweede helft van haar boek opnieuw leven inblaast. Dan is ze eraan toe om te herinneren, al moet dat heel voorzichtig en gecontroleerd gebeuren. Een woord als 'schoolmaaltijd' kan haar jaren na de ramp nog onderuithalen. Deraniyagala's portret van Malli, verzamelaar van geurzeepjes, een jongen die niet in het donker slaapt om zijn dromen te kunnen zien, is prachtig en net zo onthutsend en bruisend zijn de details over de rest van haar familie.
De kinderen zijn geen engelen. De schrijfster en haar man maakten zich zorgen over Vikrams gebrek aan compassie toen die zijn ongeduld met bedelaars liet blijken.
Deraniyagala is een schrijfster die knap doseert en die overtuigende beelden gebruikt: 'Ik kon hun gezichten niet vinden, ze trilden als hete lucht.' De roep van de nachtzwaluw klinkt 'als een knikker die over steen stuitert'. De natuur, haar kracht en betovering, spelen een grote rol in dit boek. Deraniyagala ontwijkt het landschap van de ramp niet. Keer op keer gaat ze terug, vindt er letterlijk brokstukken uit haar verleden, een pop, een notitie van Steve. Verlossing is er niet aan het eind, dat kan ook niet. Het enige wat de schrijfster rest, zijn de herinneringen die haar soms snijden, dan weer troosten.
SONALI DERANIYAGALA
Vloedgolf.
Vertaald door Nico Groen, Nieuw Amsterdam, 222 blz., 19,95 ? (e-boek 12,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'Wave'.
De auteur: overleefde de tsunami van 2004, maar verloor haar ouders en haar hele gezin.
Het boek: een pijnlijk relaas over wat de vloedgolf aanrichtte in haar leven.
ONS OORDEEL: hartverscheurende lectuur.
¨¨¨¨è
Kathy Mathys ■
C.H. Gajadin
Autobiografische relaas van de op Sri Lanka geboren schrijfster. Sonali verliest haar man, twee zoontjes en ouders tijdens de tsunami op tweede kerstdag in 2004 op Sri Lanka. Ze overleeft deze ramp terwijl ze zelf het liefst dood wil en ook pogingen daartoe onderneemt. Bijzonder indringend beschrijft de auteur wat ze daarna meemaakt. De fase van ontkenning tot het verder moeten leven. Niet willen herinneren, terwijl elk detail haar overspoelt. In elke zin komt haar leven voor de ramp zo krachtig tot leven dat je het niet meer kan vergeten. Hoe Sonali ondraaglijke wanhoop een plek weet te geven in haar dagelijkse leven, zal velen tot een voorbeeld worden. Kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.