Hildeke
Lieve Joris
Lieve Joris (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : JORI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Augustus, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : JORI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Augustus, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6685 |
Catherine Vuylsteke
te/ep/25 s
Het valt niet te ontkennen dat de Afrikaspecialiste een boeiend onderwerp koos voor haar twaalfde boek, Op de vleugels van de draak, reizen tussen Afrika en China. Immers, de politieke en economische impact van China op het Afrikaanse continent is een van de belangrijkste geopolitieke vraagstukken van het begin van de 21ste eeuw. Door de miljardeninvesteringen in de ontginning van aardolie en mineralen alsook via de toevloed van duizenden handelaars, arbeiders en goedkope consumentengoederen, wordt niet alleen de realiteit ter plaatse geherdefinieerd, ook de relaties van de Afrikaanse landen met de internationale gemeenschap komen in een nieuw daglicht te staan. Er rijzen tal van vragen, evengoed met betrekking tot samenwerkingsmodaliteiten en mensenrechtenkwesties als in socio-economische zin. En bovenal valt af te wachten wat dit alles betekent voor de modale burger in pakweg Zambia, Angola of Congo.
Lieve Joris heeft duizenden kilometers afgelegd. Ze sloeg de Afrikaanse en Indiase tussenhandelaren in Dubai gaande, verkende Chocolate City Guangzhou en kwam via obligate oorden als Shanghai en Peking in Jinhua terecht, een plek in het Oost-Chinese Zhejiang waar een instituut voor Afrikastudies is opgericht. Ze eindigde met twee Afrikaanse reizen, naar Zuid-Afrika en ten slotte ook naar Congo.
Zoals we van haar gewend zijn, hanteert Joris een sober, vlot lezend proza, de neerslag van de gesprekken met talloze personages. Chinese ondernemers, Malinese handelaren, Chinese studenten en inwijkelingen in Zuid-Afrika passeren de revue. De lezer wordt meegenomen naar hun huizen en levens en krijgt hier en daar zelfs enige hoogte van hun existentiële vragen.
Het probleem van deze aanpak is evenwel dat de meeste van deze conversaties weinig diepgang hebben en dat menig gesprekspartner open deuren intrapt. Verwondert het ons dat een pas afgestudeerde Chinees piekert over de vraag of hij een slecht betaalde maar interessante job moet aannemen dan wel een saaie baan die goed geld oplevert? En wisten we nog niet dat het gros van de Chinezen fundamenteel neerkijkt op Afrikanen en vindt dat ze weinig werken en zich graag vermaken en geld uitgeven?
Hoewel er zich de jongste jaren een lijvig corpus heeft opgebouwd van zowel academische als vlot toegankelijke literatuur over alle mogelijke aspecten van de relaties tussen Afrikaanse landen en China - met overigens veel aandacht voor de differentiatie in het Chinese beleid naargelang het betrokken regime - heeft Joris daar niet merkbaar uit geput. Evenmin heeft ze zich de turbulente recente Chinese geschiedenis eigen gemaakt, een onderwerp waarmee onderhand ook een flinke bib te vullen valt. Nochtans lag daarin een kans om de eigen ervaringen en gesprekken een intellectueel gestoffeerde basis te geven. Een combinatie van socio-politieke en maatschappelijke analyse en reportagewerk zou de auteur in staat hebben gesteld om een aantal theses te versterken dan wel te ontkrachten. Maar dat gebeurt niet.
Het jammere aan Op de vleugels van de draak is dat Lieve Joris louter impressionistisch werkt en geen nieuwe inzichten aanreikt of eigen conclusies trekt. Daardoor draagt dit boek, afgezien van de bijwijlen amusante personages die erin opduiken, niet fundamenteel bij aan een groter begrip van wat nochtans een van de wezenlijkste aspecten is van de geglobaliseerde wereld. En dat is een gemiste kans.
Lieve Joris is zondag te gast op het Eilandfestival (16-16.45 uur). Ze praat met Koen Fillet over haar nieuwe boek. eilandfestival.be
Lieve Joris, Op de vleugels van de draak, Atlas Contact, 320 p., 19,95 euro.
Jan Goossens
te/ep/28 s
Schrijfster Lieve Joris heeft een nieuw boek uit en daarvoor reisde ze bijna de aardbol rond. Haar halve leven lang al vertelt ze ons verrassende verhalen vanop plekken die zich doorgaans enkel in miserabilistische termen aan ons manifesteren: Syrië, Mali of Congo.
In Op de vleugels van de draak bericht ze over haar meest recente omzwervingen, die alweer vele jaren in beslag namen: van Dubai naar de Zuid-Chinese stad Guangzhou, zo naar Peking en half China door, om uiteindelijk in Zuid-Afrika en Mali te belanden, op het haar zo vertrouwde Afrikaanse continent.
Die reisroute was niet willekeurig gekozen, wel ging het om een doelbewust uitgestippeld traject: Joris trad in de voetsporen van honderdduizenden of wellicht miljoenen Afrikaanse handelaars en zakenlui voor haar. In het voorbije anderhalve decennium verlegden zij hun actieterrein steeds nadrukkelijker van Europa naar de Golfstaten en China.
In Dubai, Guangzhou en tal van kleinere Chinese steden vullen ze samen met andere land- of lotgenoten containers met de meest diverse handelswaar die vervolgens over oceaan en land in hun thuissteden belanden. Iedere handelaar stelt zijn hoogstpersoonlijke palet van koopwaar samen en verkoopt die met kleine of soms wat grotere winstmarges.
Al die kleine Afrikaanse kolonies in heel wat Chinese steden hebben de interesse van een boel Chinezen gewekt: academici en intellectuelen zijn zich in Afrika gaan verdiepen en trekken er naartoe. Zo zal de massale Chinese aanwezigheid op het Afrikaanse continent misschien stilaan ook een andere dimensie krijgen dan die van de 'Afrikaanse grondstoffen in ruil voor Chinese scholen en hospitalen'- ruil.
Lui en nonchalant
Lieve Joris brengt dit complexe fenomeen in kaart zoals zij dat zo goed kan: als schrijvende ervaringsdeskundige, die de lezer meetrekt in het bad van haar avonturen. Ze landt of arriveert ergens en wandelt rond, kijkt, luistert, ontmoet en noteert, zonder ooit te vertrekken van grote theoretische bespiegelingen of zich te verliezen in anekdotische interpretaties of gemakzuchtige veroordelingen.
Joris laat mensen, ontmoetingen en gebeurtenissen voor zich spreken en ontdoet ze van alle onnodige commentaar. De lezer moet zelf aan het werk en zich een mening vormen. Zoals ze in het verleden ook al deed wanneer ze schreef over Mali of Congo, maakt ze het je daarbij niet makkelijk. Omdat ze zo nauwgezet en geduldig observeert en opschrijft, met veel oog voor details, ontstaat een genuanceerd en complex beeld van een land, een cultuur en een bevolking.
Zijn de Afrikanen lui en nonchalant? Soms wel, maar de handelaars wier pad de schrijfster kruist in haar nieuwe boek zijn even goed uiterst ondernemend en goed georganiseerd, met methodes en een logica die we vaak niet eens opmerken, laat staan begrijpen.
Zijn de Chinezen hardvochtig of kil? Het kan weleens gebeuren, maar vaker kom je er inOp de vleugels van de draak tegen die kwetsbaar, zoekend en empathisch zijn. Kortom, ook deze keer is Lieve Joris lezen een uitstekend antigif voor datgene waaraan we ons vanuit Europa weleens bezondigen wanneer we over de grenzen van ons continent heen kijken: de kortzichtige illusie dat onze Europese cultuur het nec plus ultra van beschaving, wijsheid, inzicht en efficiëntie is.
Het mag dan al een comfortabele gedachte zijn, bij wieOp de vleugels van de draak dichtslaat, zal misschien een ander gevoel overheersen: namelijk dat het weleens zou kunnen dat vele niet-Europeanen ons op dit eigenste moment met ongebreidelde energie en creativiteit aan het voorbij snellen zijn.
Geen traktaat
Gaat het hier dan om een euro-pessimistisch boek dat zich onthoudt van elke mogelijke kritiek op de Afrikaanse en Chinese medemens? Integendeel, ook van die vorm van simplisme blijft de schrijfster ver weg. Op fijnzinnige wijze legt ze zichzelf, haar achtergrond en opinies wel degelijk in de waagschaal. Maar het is een verademing dat dat gebeurt zonder enige vorm van superioriteitsgevoel of hiërarchisch denken. De schrijfster die we inOp de vleugels van de draak op de achtergrond kunnen ontwaren, is een nieuwsgierige en onophoudelijk vragen stellende Europeane die zichzelf nooit ernstiger neemt dan gelijk welke 'vreemde' met wie ze aan de praat raakt.
Het nieuwste boek van Lieve Joris is dus voor iedereen een aanrader. Al is het in de verste verte geen essay, traktaat of wetenschappelijke studie, ook politici, beleidsmakers, journalisten of academici die met 'buitenland' en 'internationale betrekkingen' bezig zijn, kunnen er veel aan hebben, omdat precies die gewone mannen en vrouwen centraal staan over wie je elders nooit hoort of leest. Niet dat je diepgaande politieke analyses krijgt voorgeschoteld, daar draait het niet om. Wel vouwt Joris het concept 'globalisering', dat al te vaak een theoretische lege doos blijft, open op een manier die het plots tastbaar en concreet maakt.
Op de levens van de vele onvergetelijke figuren die je in de loop van het boek tegenkomt, heeft die globalisering een direct zichtbare impact. En of die nu positief of negatief is, feit is alleszins dat de mensen om wie het gaat mede daardoor rijke, gelaagde, soms gesofisticeerde persoonlijkheden zijn.
Dat op zich is al een enorme verdienste: Joris gunt ons een blik op 'doodgewone' Afrikanen en Chinezen die ver staat van de vele clichés waarvan we ons graag bedienen. De 'gewone' Afrikaan verschijnt inOp de vleugels van de draak als een meertalige, bereisde, cosmopolitische, zij het daarom niet rijke wereldburger, niet als een provinciale, hulpbehoevende, sympathieke en authentieke sukkel die dringend ontwikkeld moet worden. Zo slaagt Joris waar weinig Europese schrijvers of filosofen in slagen: het presenteren van 'de andere' en van 'een wereld' op basis van gelijkwaardigheid en complexiteit.
Kortom, de literatuur als complement van de politiek en de journalistiek, in die zin dat ze een correctie biedt op het beeld dat beleidsmensen en verslaggevers vaak schetsen. En Lieve Joris, die heeft intussen een flink deel van haar leven ver buiten Europa doorgebracht. Het zou wellicht velen onder ons deugd doen: niets zo louterend als je eigen realiteit een tijdje vanop grote afstand bekijken. Of hoe uitstapjes naar Afrika en China, zelfs al is het dan via het lezen van een boek, het zelfbeeld waar we als Europeanen mee rondlopen een paar noodzakelijke duwtjes en deukjes kunnen bezorgen.
te/ep/28 s
Lieve Joris (60), bekend van bekroonde reisverhalen over Afrika en de Arabische wereld, besefte enkele jaren geleden dat ze nood had aan een frisse blik op Afrika. 'Ik zat al lang in Congo, van 1997 tot 2004. Op de duur besloop me het gevoel dat ik in kringetjes draaide.' En dus pendelde de Vlaamse schrijfster drieënhalf jaar duizenden kilometers tussen Afrika en China, en probeerde ze de vinger te leggen op de minder belichte maar wervelende onderkant van een van de opwindendste geopolitieke evoluties van de 21ste eeuw: de veranderende relatie tussen China en Afrika.
Joris reisde kleine Chinese handelaars achterna die in het zog van de grote concerns massaal neerstrijken in Afrika. Ze kopen er grond en poten winkeltjes neer in dorpen waar zelfs geen elektriciteit is. Ze vragen een visum aan en beloven plechtig te investeren. Al gebeurt het al eens dat ze in plaats van een assemblagefabriek om telefoons te bouwen, doodleuk telefoons invoeren. 'Het is een omwenteling voor Afrika. Kijk naar Congo, dat daarvoor in handen was van de hulpindustrie. Ik kwam destijds in stadjes waar de enige auto's die van hulporganisaties waren. Die hulpverleners hadden amper contact met de lokale bevolking. Het was ongebruikelijk dat nieuwe buitenlandse initiatieven opdoken.'
De Vlaamse maakte ook de omgekeerde beweging en trok van Afrika naar China. In het spoor van de 200.000 Congolese, Nigeriaanse of Zambiaanse commerçanten die in het Verre Oosten containers volstouwen met trainingspakken, T-shirts of schoenen om die thuis met winst te verkopen. 'Het officiële circuit in Afrika - het geld van de ministeries en de hulporganisaties - kwam die commerçanten niet ten goede. Dus ontdekten ze noodgedwongen nieuwe handelsroutes en trokken oostwaarts.'
Bewondering en afgrijzen
Dat heen-en-weer tussen China en Afrika levert een bonte mozaïek aan Chinafrikaanse impressies op. En zo schetst 'Op de vleugels van de draak', Joris' twaalfde non-fictieboek intussen, de contouren van de veranderende Chinees-Afrikaanse verhouding.
Joris zag hoe het Chinese economische mirakel de Afrikanen fascineert. 'Heel veel Afrikanen die nog in de jaren zeventig en tachtig in China gestudeerd hebben, vertelden me dat die Chinese steden destijds geen warm water hadden, dat het er stonk naar paardenstront. Terwijl zij in Kinshasa mooie brede boulevards hadden. Wel, diezelfde Congolezen kijken nu vol bewondering naar de transformatie van die Chinese steden, en vol afgrijzen naar de teloorgang van hun eigen land.'
Het Chinese mirakel dwingt de Afrikanen anders over zichzelf na te denken. 'Congolezen denken nu: waarom zouden wij dat ook niet kunnen? En hoe komt het dat we vijftig jaar na onze onafhankelijkheid nog altijd klagen?', zegt Joris. 'In België hoor ik Congolezen soms zeggen: waarom zouden wij voor de metro betalen, alle grondstoffen komen uit Congo? Ze vinden altijd een reden om te zeggen: doen jullie het maar, jullie moeten ons nog zoveel terugbetalen. Bij de Chinezen kunnen ze dat niet. Die hebben hun niks misdaan.'
De verstandhouding tussen de Chinezen en de Afrikanen is veel minder geladen, precies omdat zij geen koloniale geschiedenis delen. 'Klopt. De Europeanen duiken in dat landschap altijd op als diegenen die goed komen doen. Daardoor stellen de Afrikanen zich meteen hulpbehoevend op. Een zeer paternalistische verhouding.'
Niet altijd slim
Toen Joris mensen over haar nieuwe project vertelde, zeiden sommigen: 'Je gaat toch zeker ook schrijven hoe schandalig de Chinezen de mijnen in Katanga exploiteren?' Maar dat is niet de insteek van 'Op de vleugels van de draak. 'Ik wilde niet in cynisme verzanden.'
'De Chinezen hebben de industrialisering in Afrika gedemocratiseerd. Tegenwoordig koop je voor 15.000 dollar een industriële eenheid om koekjes te produceren, terwijl vroeger zoiets 1 miljoen kostte', formuleert Albert Rugabe, hoofd van de Rwanda Development Board, het treffend in een gesprek met Joris in de Chinese stad Shenzhen.
Maar de gelauwerde schrijfster zag op haar trip ook dat niet alle Afrikaanse landen even slim en strategisch omgaan met China. In Congo sloten de Chinezen een monstercontract van 6 miljard dollar af, door president Kabila 'Cinq Chantiers' gedoopt. In ruil voor Afrikaanse grondstoffen bouwt China er wegen, ziekenhuizen en scholen. Alleen werd bij dat contract geen enkele Congolese Chinakenner betrokken. 'Chinees sprekende Congolese studenten worden opzijgeschoven bij zulke grote projecten. De pas verkozen minister zal het wel even regelen', zegt Joris.
Nochtans schenken de Chinezen vooral beurzen aan kinderen van de Congolese elite en studenten uit het olierijke Sudan, om grip te krijgen op de toekomstige Afrikaanse machthebbers. 'China weet dat het niet alleen moet rekenen op de Verenigde Staten en Europa. Het is op zoek naar een nieuwe afzetmarkt', vertelt een Chinees haar die in Zuid-Afrika een groothandel - met nota bene Congolees personeel - uitbaat.
Het heeft iets ironisch. Terwijl Joris voor dit boek bewust een reis buiten Congo wilde maken, is ze er net dieper binnengedrongen. 'Ik heb opnieuw gezien hoe diepgeworteld de problemen er zitten. Ook dit grote Chinese avontuur zijn ze in Congo aan het missen.' Soms overvalt haar dan ook een gevoel van droefheid. 'Al dat gesjouw van het ene continent naar het andere, kan Afrika dan niets zelf maken?'
Het valt op dat de Afrikaanse en Chinese commerçanten die Joris op haar reis tegenkwam, met geen woord over Europa reppen. 'Afrika laat Europa grotendeels links liggen, en terecht. We hebben hun gewoon veel minder te bieden dan de Chinezen. We zijn veel minder flexibel. We komen daar aan, en willen meteen een huis met verwarming en airco. Terwijl de Chinezen nog bereid zijn daar met z'n achten in een container te gaan wonen. Wij zeggen hoe ze iets moeten doen. Terwijl de Chinezen al eens durven te vragen: hoe zouden jullie het doen?'
Het positieve is wel dat de Europeanen nu ook meer en meer naar die Chinese aanpak neigen, zegt Joris. China en Afrika stoten Europa ook niet af, hoewel ze economisch meer en meer vergroeien tot een Siamese tweeling. 'Ik zie dat de landen die een mooi avontuur aangaan met China hun contacten met Europa niet veronachtzamen. De Angolese regering begrijpt dat ze er beter Portugezen of Duitsers bij betrekt als ze een groot contract met de Chinezen afsluit. Omdat die er met hun kritische blik de scherpe kantjes afvijlen.'
Als een huis
Joris probeert ook in dit boek weer de trager kabbelende onderstroom te vatten. Die aanpak kenmerkt haar hele oeuvre. En precies daardoor staat haar vroegere non-fictiewerk over de Arabische wereld, Oost-Europa en Afrika zelfs decennia later nog altijd als een huis.
Twintig jaar na 'De poorten van Damascus' heeft haar beroemde Syriëboek nog geen greintje aan relevantie ingeboet. 'Dat is het mooiste geschenk voor een schrijver. Mensen verwijzen ernaar om te begrijpen dat het huidige Syrische conflict niet drie jaar geleden is begonnen, maar dat de kiemen al veel vroeger gezaaid zijn.' De Franse krant Libération noemde haar om die reden 'een van de beste journalisten ter wereld'.
De Vlaamse gelooft meer dan ooit in de noodzaak van haar aanpak. 'Mensen vragen me vaak: 'Heeft uw genre nog zin nu we dankzij het internet alles zien en overal naartoe kunnen reizen?' Ik antwoord dan altijd dat we helemaal niets zien als we ergens eventjes langsgaan.' Niet alleen voor haar bejubelde boeken, ook voor interviews neemt Joris ruim haar tijd. Tijdens ons gesprek serveert ze heel ontspannen koffie en koekjes in haar appartement in hartje Amsterdam, waar ze al meer dan dertig jaar woont. 'Ik ben blij dat ik hier een anker vond. Maar Europa is toch een samenleving die af is, vermuseumd.' En dus trekt Joris toch weer keer op keer naar spannendere en interessantere oorden.
BIO
Lieve Joris (60) is geboren in Neerpelt in Limburg, maar woont al ruim dertig jaar in Amsterdam. Ze verwierf internationale bekendheid met reisverhalen als 'Terug naar Congo', 'De poorten van Damascus', 'Mali Blues' en 'Het uur van de rebellen'. Haar werk viel meermaals in de prijzen: de Henriëtte Roland Holst-prijs, de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Prix de l'Astrolabe en de Prix Nicolas Bouvier.
Lieve Joris ■
31/03/2014
Met ‘De beweging oostwaarts’, de titel van het openingshoofdstuk, geeft Lieve Joris meteen de essentie van haar nieuwe boek aan: in Op de vleugels van de draak richt zij haar blik op China en de manier waarop de invloedssfeer van het land gestaag aan uitbreiding toe is. In de lijn van haar eerder verschenen boeken, waarin zij Afrika, en in de eerste plaats dan Congo, centraal stelde, is zij er niet op uit via ingewikkelde denkpistes en grafieken en officiële stukken de evolutie binnen het Aziatische werelddeel te analyseren, maar laat ze de lezer aan de hand van het relaas van een aantal ontmoetingen met betrokkenen zelf tot een besluit komen. Vertrekkend vanuit Dubai leidt haar tocht dit keer naar China, waar ze zich specifiek toelegt op de aanwezigheid van Afrikanen in onder meer Guangzhou, Beijing, Shanghai en Jinhua. Onvermoeibaar peilt ze naar de motieven waarom Afrikanen er verblijven en hoe die er bijvoorbeeld al wat hun van pas kan komen in hun land van herkomst op de kop te tikken en in containers te verschepen. Joris raakt zo gefascineerd door haar veldonderzoek — op zeker moment spreekt ze zelfs van ‘treinconversaties’, het soort gesprekken waarin mensen zichzelf makkelijk prijsgeven omdat ze er toch van overtuigd zijn dat het om een eenmalige ontmoeting gaat — dat ze alle vrijblijvendheid laat varen en zich bijna letterlijk en figuurlijk aan een aantal mensen gaat hechten om toch maar hun diepere beweegredenen te achterhalen. Dat ze hierbij ook de omgekeerde beweging maakt, van China naar Afrika, om ook daar de andere kant van de medaille te laten zien (waarom trekken Chinezen naar Afrika), overtuigt de lezer van haar inzet om (een zo volledig mogelijk) beeld te geven. Als auteur blijft Lieve Joris overigens bewust op de achtergrond. De passages waarin ze zelf commentaar levert of, zij het voor even maar, haar emoties laat bovenkomen, zijn op een hand te tellen, maar juist daardoor beklijven ze echt. Zo linkt ze het verhaal van Shudi over de dood van zijn vader aan het verlies van haar eigen vader: ‘De ongerijmdheid, te moeten huilen om een vader die op zijn zesentachtigste stierf in een ziekenhuisbed, tegenover een man wiens vader op zijn tweeënveertigste zelfmoord pleegde.’ In het relaas van de ontmoetingen met Chinezen en Afrikanen, opgehangen aan steeds even tekenende en veelzeggende anekdotes, ervaart de lezer de diepmenselijke en universele zoektocht van mensen naar geluk en voorspoed, ook vanuit materieel oogpunt. Maar het hoeft niet steeds de neus voor zakendoen te zijn. In het verhaal van de Chinese professor Li Baoping die alle landen in Afrika wilde bezoeken, maar op reis in Kameroen van zijn bezittingen en notities werd beroofd, komt schrijnend tot uiting hoe mensen gedemoraliseerd kunnen raken, zo erg zelfs dat de enige uitweg die hun rest, zelfmoord is. En hoe menselijk is het dan dat de waarheid verzwegen wordt voor zijn stokoude moeder: dat hij niet meer van zich laat horen, zou te wijten zijn aan de geheime missie waarvoor hij werd uitgestuurd. Lieve Joris vertelt het met bijzonder veel empathie, er steeds op bedacht iedere vorm van sentimentaliteit te vermijden. In Op de vleugels van de draak heeft ze weer een aantal figuren neergezet die de lezer lang zullen bijblijven, van de Malinees Cheikna die drie keer per jaar naar Guangzhou reist om er zijn handelsinkopen te doen, tot de Chinese handelaars in Congo voor wie werken en werken en nog eens werken voorop staat. Een ijzersterk boek, schitterend geschreven, en met een visie die nergens belerend of moraliserend overkomt. [Jooris Van Hulle]
Dr. J. Kroes
De Vlaamse publiciste Lieve Joris heeft al heel wat reisverhalen op haar naam staan, die merendeels over Afrika gaan. Deze publicatie bundelt tien verhalen van reizen tussen Afrika en Azië, in het bijzonder tussen China en Afrikaanse landen als Congo en Zuid-Afrika. Het eerste verhaal speelt zich echter af in Dubai, waar Congolezen inkopen doen voor hun winkel thuis. De meeste verhalen zijn in China gesitueerd, in de steden Guangzhou, Beijing, Shanghai en Jinhua. Zo vliegt de Malinese koopman drie keer per jaar naar Guangzhou om daar handel te drijven. En een Chinese kunsthistoricus verkoopt horloges op de straten in Zuid-Afrika. Joris vertelt van binnenuit over de Afrikanen en Chinezen die ze ontmoet. Zo krijgt men een goed beeld van hoe men in een andere samenleving zaken doet en wat de psychologische gevolgen zijn van de ontmoeting met andere culturen. Bijzonder is dat het nu eens niet over westerse mensen en hun relatie met de zgn. tweede en derde wereld gaat, maar om de ontmoeting tussen Afrikanen en Aziaten. Behalve een overzichtskaart is het boek niet geïllustreerd.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.