Le visiteur de minuit
Marie-Aude Murail
Marie-Aude Murail (Auteur), Eliane Gerrits (Illustrator), Stella Linn (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : MURA |
15/09/2013
Hoe leer je het snelst een vreemde taal? Volgens de vader van Jan-Willem door een taalbad te nemen. Hij stimuleert zijn negenjarige zoontje daarom om op de Franse camping te spelen met een leeftijdgenootje zodat hij aan het eind van de vakantie vloeiend Frans spreekt. Jan-Willem heeft weinig zin hierin, maar leert al voetballend het jongetje uit de tent naast hen kennen. Als deze zich voorstelt als ‘Nikklus of zoiets’, zegt Jan-Willem recalcitrant: ‘Ikke Tarzan’, wat door Nikklus direct herhaald wordt als ‘Ikketazan’. Omdat Nikklus erg graag wil weten hoe alles in Ikketazans taal heet, maar Jan-Willem het een beetje suf vindt om een bloem gewoon een bloem te noemen, besluit hij elk voorwerp dat Nikklus hem aanwijst een nieuwe, zelfverzonnen naam te geven. Bloem wordt zo ‘Spruk’, uit te spreken als ‘Sprùùùk!’, een boom ‘truban’, een tent ‘Sjapeuket’ en een broek ‘kreutekreut’.
Zijn ouders vertelt Jan-Willem slim dat Nikklus uit Zweden komt en hij dus geen Frans taalbad neemt, maar een Zweeds. Zijn vader maakt dat niet uit: een taalbad is een taalbad. Omdat Nikklus alle woorden blijft herhalen, is Jan-Willem gedwongen te onthouden welke onzinnamen hij voorwerpen heeft gegeven en zo spreken de jongens binnen de kortste keren samen vloeiend ‘Zweeds’. Ingewikkeld wordt het als Jan-Willems ouders mee willen profiteren van het taalbad. Zo leert zijn moeder dat een ei ‘freug’ is en voor hij het door heeft, is ze al op weg om een ‘freug’ te lenen bij de moeder van Nikklus. Die begrijpt natuurlijk niets van haar ‘Zweeds’ en geeft een fles azijn mee. Even lijkt Jan-Willems bedrog uit te komen, maar met de vertaalhulp van Nikklus blijkt een ei lenen toch geen probleem: één ei, ‘nurre freug’.
De grap van het boekje — eigenlijk al verscholen in de titel Zweeds leer je zo! — volgt aan het einde wanneer Jan-Willem ontdekt dat Nikklus Nicholas blijkt te heten en uit Ierland komt. Omdat Nikklus denkt vloeiend Nederlands te spreken en Jan-Willems vader dat zijn zoon nu Zweeds kan, laat Jan-Willem stiekem de adresgegevens verdwijnen en zo blijft hij in de familie bekend staan als het talenwonder. In zijn verdere leven leert hij de ene taal na de andere en schopt het zelfs tot ‘groot geleerde’. Maar een ding heeft hij zijn vader nooit verteld: Zweeds moet hij nog steeds leren!
Zweeds leer je zo! is een dun, grappig boekje over het leren van een vreemde taal. Het is beschreven vanuit het perspectief van Jan-Willem, die als oudere man terugkijkt op zijn vakantie in Frankrijk. Het verhaal appelleert aan de onbegrijpelijkheid van een andere taal. In eerste instantie klinkt alles als abracadabra, tot je dezelfde woorden kent. De vriendschap tussen Jan-Willem en Nikklus laat hierbij zien dat het niet uitmaakt of je samen nu een bestaande taal spreekt of eentje die is verzonnen. Wat het verhaal extra spannend en grappig maakt, is de vraag of Jan-Willem door de mand zal vallen met zijn verzinsels of niet.
Het boek is bedoeld voor lezers vanaf een jaar of acht en gedrukt in dyslexievriendelijke letters, zodat het in de woorden van de uitgever ‘voor iedereen makkelijk leesbaar is, ook voor dyslectici’. Elke bladzijde bevat een illustratie van Eliane Gerrits. De prenten zijn eenvoudig, maar kleurrijk en verhelderend. [Fedor de Beer]
Redactie
Jan-Willem (9) gaat met zijn ouders en zusje naar een Franse camping. Volgens vader moet hij contact zoeken met andere kinderen om zo op speelse wijze de Franse taal te leren. Jan-Willem heeft zo zijn bedenkingen en verzint een eigen variatie voor het leren van een vreemde taal. Met veel fantasie komt hij tot een originele oplossing voor het taalprobleem. De tekst is gedrukt in een speciaal lettertype voor dyslectici. Het zwaartepunt in de letter ligt laag, waardoor de letters makkelijker te herkennen zouden zijn en minder dansen op de pagina. Helaas is het voor niet-dyslectici wat vervelend lezen. De vele humoristische tekeningen in rustige, niet schreeuwerige kleuren, maken het geheel tot een aantrekkelijk, fantasievol leeswerk waarin kinderen zichzelf kunnen herkennen. De eenvoudige tekeningen gaan goed samen met de tekst. Prettig leesbaar, verrassend en stimulerend voor de fantasie. Nu met meelees-cd (ca. 55 min.) waarop het verhaal op AVI-E4 wordt voorgelezen. Vanaf ca. 8 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.